Veldrijdster Jolien Verschueren terug na hersentumor: ‘Ik probeer uit alles het positieve te halen’

© Inge Kinnet
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Het leven mag ongenadig zijn, maar zelfs in de donkerste tijden kan sport een lichtpunt zijn. Aflevering 3: Jolien Verschueren werd vorig jaar in april geopereerd aan een kwaadaardig hersengezwel en trad na 7 weken bestraling en 12 chemosessies onlangs wederop in de Ethiascross in Eeklo.

J olien Verschueren (29): ‘Ik was ontgoocheld over mijn eerste cross, omdat ik hoopte de wedstrijd te kunnen uitrijden. Maar een ronde voor het einde ben ik moeten afstappen, omdat ik gedubbeld zou worden. Blijkbaar verwachtte ik weer wonderen van mezelf, terwijl het al een overwinning op zich was dat ik aan de start stond.

‘Eind juli, begin augustus kreeg ik mijn laatste chemosessie. Bij het begin van de behandeling vorig jaar zei de oncoloog dat zeven weken bestraling en twaalf sessies chemo normaal zou moeten volstaan. Eind augustus ging ik weer de tunnel in voor een CT-scan en vijf dagen later mocht ik terugkeren om het resultaat te bespreken. Alles bleek in orde. De volgende controle is binnen vier maanden.

‘Tijdens de behandeling werkte ik vooral aan mijn basisconditie. Ik fietste veel en voor de afwisseling liep ik ook geregeld. Nu ben ik meer op explosiviteit aan het trainen. Ik wil kijken hoever ik kan geraken. Niemand kan mij het antwoord geven op de vraag: zal het mij nog lukken om de Koppenbergcross te winnen? Maar als je het niet probeert, kun je het niet weten. Dus wil ik het een kans geven.

‘Soms besef ik te weinig dat die chemotherapie ook goeie cellen kapotmaakte en dat het normaal is dat je dan niet zo snel recupereert en meer vermoeid bent. Maar ik ben nu eenmaal iemand die de grens altijd een beetje wil verleggen. Ik vind hoe dan ook: als je iets doet, moet je er het beste van proberen te maken. Zo ben ik altijd geweest. Ga er volledig voor of begin er niet aan. De oncoloog waarschuwde mij: ‘Oké, Jolien, maar besef van welk hoog niveau je komt en waar je weer naartoe wilt. Je zult tegen veel frustraties aanbotsen.’ Aan mij om ermee om te gaan.

‘Klagen zal je mij niet snel horen doen. In de vraag ‘waarom is mij dat overkomen?’ steek ik allang geen energie meer. Het is vooral met dankbaarheid dat ik terugkijk op alles wat er sindsdien met mij is gebeurd.’

RUST

‘Nadat de tumor was weggenomen, kreeg ik dus zeven weken bestraling en tegelijk ook elke dag chemo. Dat is nodig om zeker te zijn dat er geen enkel kankercelletje blijft zitten, want hersenmassa is vrij glibberig en moeilijker om nauwkeurig in te snijden dan bijvoorbeeld de lever. De chemosessies duurden telkens vijf dagen en werden gevolgd door drie weken rust. Dat is de standaardprocedure bij hersentumoren.

‘Gelukkig vielen de bijwerkingen mee, ook dankzij de medicijnen die ik nam om de misselijkheid te onderdrukken. Dat hielp om positief te blijven. Als je hele dagen moet overgeven, is het nog moeilijker. Er is natuurlijk wel de vermoeidheid. Dat blijft een tijd in je hangen. Het is een beetje zoeken naar balans. Zolang ik actief was, ging het goed. Maar soms viel ik stil of sneller in slaap. Dan wist ik dat ik meer rust moest nemen.

‘Het belangrijkste is dat de nabehandeling aanslaat. Bij een controlescan zagen ze wel dat er zich in mijn hoofd vocht aan het ophopen was. Ieder mens maakt een halve liter hersenvocht aan en door de operatie was er ergens een lek ontstaan en kwam er vocht tussen de hersenvliezen te staan. Dat was mijn hersenen aan het wegduwen. Daardoor was er een tweede operatie nodig, waarbij er een drain geplaatst werd om dat vocht af te voeren naar mijn buikvlies. Dat is iets dat daar levenslang moet blijven zitten en dat om de zoveel tijd gecontroleerd moet worden om te zien of het nog mooi doorloopt. Met een magneetje kan achter mijn oor het debiet geregeld worden. Dus komt dat er ook nog bij. Je zult mij niet horen zeggen dat het plezant is, maar het is wel een oplossing.

Te horen dat iemand steun haalt uit het feit dat ik doorzet, maakt mij blij. Want we zijn hier niet alleen voor onszelf.’ – Jolien Verschueren

‘Dat het een heftig parcours is geweest, zal ik niet ontkennen. Mijn pijngrens is wel heel hoog. Het slechtst was ik eigenlijk van de verdoving. Ook die hersenoperatie bezorgde mij veel hoofdpijn. Natuurlijk, het is echt een gat dat ze in je schedel maken, een luikje dat ze nadien dichtmaakten met nopjes, zodat het niet zou invallen en weer mooi zou kunnen dichtgroeien.

DOEL

‘Vier jaar geleden is het begonnen. Ik was op training met mijn wegfiets van mijn nieuwe klikpedaal geschoten en overkop gegaan. Mijn papa zag dat ik na het rechtstaan niet meteen mijn evenwicht vond en dacht dat het om een hersenschudding ging. Hij belde mijn mama, die verpleegkundige is, en zij vond dat we met een hoofdletsel maar beter geen risico konden nemen en naar de spoedafdeling van het ziekenhuis moesten gaan. Het bleek geen hersenschudding te zijn, maar op de scan zagen ze wel iets anders in mijn hoofd. Omdat ze niet precies wisten wat het was, besliste de hersenchirurg dat het jaarlijks gecontroleerd moest worden. Dat bleek telkens niet veranderd te zijn en er kwamen ook geen klachten. Tot ze in april merkten dat die massa bijna verdubbeld was en er geoordeeld werd dat ze eruit gehaald moest worden. Het zat frontaal en dat is eigenlijk nog een goeie plaats, want er zijn ook mensen bij wie ze er niet aankunnen en dan zijn de gevolgen nog veel ernstiger. Ik probeer uit alles het positieve te halen.

Jolien Verschueren: 'Als het voor mij allemaal te veel werd, dan ging ik fietsen.'
Jolien Verschueren: ‘Als het voor mij allemaal te veel werd, dan ging ik fietsen.’© Inge Kinnet

‘Mijn twee overwinningen in de Koppenbergcross in Oudenaarde nemen ze mij niet meer af en ik hoop dan wel ooit op dat niveau terug te keren, maar ik sta ook realistisch in het leven: ik weet dat er meer is dan alleen veldrijden. Ik ben gelovig en voor mij komt er na het leven nog iets. Ook aan sportiviteit hecht ik belang. Liever tweede op een mooie manier dan eerste zonder naar mijn medemens om te kijken. Mocht ik winnen door iemand in de dranghekken te rijden, dan zou ik mij niet goed voelen. Ik geloof echt dat ik dit talent kreeg van God om zo te kunnen fietsen en dus probeer ik met mijn talent ook andere mensen gelukkig te maken.

‘Net als mijn ouders en mijn grootouders ben ik een evangelisch christen. Het komt erop neer dat je de bijbelse waarden in het achterhoofd houdt en probeert te leven als een goed mens. Daar haal ik heel veel steun uit, omdat ik weet: er is meer, God heeft een plan met mij, ik ben hier met een doel.’

BOM

‘De diagnose kanker is wel een bom die inslaat, omdat tot dan alles zijn gewone gang ging en vooral omdat je niet weet of de behandeling zal aanslaan. Er is veel onzekerheid over wat er nog mogelijk is. Het was vooral schrikken omdat ik er op dat moment niet meer mee bezig was. Als de controlescan al twee keer goed is geweest, waarom zou hij dan de derde keer niet goed zijn? Er was door een sleutelbeenbreuk ook meer tijd tussen geweest dan anders. Maar tijdens een jaarlijkse controle bij de oogarts, was vastgesteld dat mijn rechteroog erg verzwakt was: van -3,75 naar -7. Mijn mama linkte dat meteen met mijn hoofd en zei: ‘Zou je toch niet eens gaan voor die scan?’ Zij was ook diegene die altijd al met het gevoel was blijven zitten van: dat is iets dat niet juist is, dat moet eruit. Elke keer de periode van die controlescan kwam, vroeg ze: ‘Zou je dat er toch niet laten uithalen, Jolien?’ Maar ik ondervond er helemaal geen last van en ook de hersenchirurg vond het niet absoluut nodig. Mijn papa vroeg hem zelfs: ‘Stel dat het je eigen dochter is, wat zou je dan doen?’ Als het je niet aangeraden wordt, laat je niet zomaar in je hoofd snijden. Natuurlijk, met wat we nu weten, stel je je wel wat vragen. Ook omdat de oncoloog na de kankerdiagnose in april de vorige scans is gaan bekijken en dat er volgens hem twee jaar geleden al te zien was dat het om een kwaadaardig gezwel ging. Maar toen was hij er dus nog niet bij betrokken. Uiteraard vroegen we: wat mocht ik vroeger zijn geopereerd en de nabehandeling vroeger zijn gestart? Blijkbaar was mijn situatie dan dezelfde geweest als nu. Bij sommige kankers word je genezen verklaard als je vijf jaar clean bent. Maar bij een hersentumor moet je levenslang op controle blijven gaan.’

Niemand kan mij het antwoord geven op de vraag: zal het mij nog lukken om de Koppenbergcross te winnen?’ – Jolien Verschueren

PLAN

‘De oncoloog was vrij cru in zijn communicatie, maar wel heel duidelijk. Hij zei: ‘Jolien, we hebben het hier wel duidelijk over kanker, hé. ‘ Ik kwam natuurlijk pas uit een zware hersenoperatie en de vele technische info over het resultaat van het weefselonderzoek die mij was gegeven door de hersenchirurg was niet doorgedrongen. Plots wist ik waarvoor ik stond en dan staat je wereld stil en komen er traantjes. Je zit met honderd vragen, maar bent zodanig van slag dat je niet weet wat eerst te vragen.

‘Belangrijk was op dat moment dat die oncoloog meteen een plan kon voorleggen om vooruit te gaan. Dat er een oplossing was, gaf mij toch al een beetje houvast. Er zijn mensen voor wie er geen oplossing is. Het was niet de leukste oplossing, maar die man gaf mij het gevoel dat hij eerlijk, ervaren en betrouwbaar was én dat hij mij begreep. Hij zei ook: ‘Je mag blijven sporten, ik wil dat je je goed voelt.’

‘Een andere keuze is er niet: je moet erdoor. In een hoekje zitten wenen, helpt niet. Je moet doorzetten. Met de steun van mijn ouders lukte dat. Ik ben meteen beginnen bidden. Ook door mijn geloof was ik niet hopeloos. Er hing precies altijd wel wat rust over mij. Mijn gevoel gaf aan: God zorgt voor jou, het komt goed, wat er ook gebeurt. Bovendien was er meer tijd om mij daarin te verdiepen. Voorheen zat ik altijd als in een rush.

‘Zo haalde ik veel kracht uit ‘Geef nooit op’ van Joyce Meyer, die net als ik een evangelisch christen is en zelf ook kanker overwon. Het boek staat vol met voorbeelden van mensen die door geloof en volharding hun dromen realiseerden. Ik ben vooral blij dat mijn ouders er van in het begin voor kozen om nog maar halftijds te gaan werken. Ik ben nooit alleen geweest. Het bidden was iets anders toen, ’s avonds alleen op mijn kamer meestal: het was meer loslaten en al mijn zorgen bij God brengen, mijn lot in zijn handen leggen vanuit het geloof dat hij weet wat het beste voor mij is.’

DANK

‘We zullen zien wat er nog komt. Het is geruststellend dat ik geen behandeling meer moet krijgen, maar het is altijd wel een beetje spannend telkens de datum van de volgende controle nadert en uiteraard ook tijdens de dagen dat je op het resultaat van de scan moet wachten. Dan ben je daar toch iets meer mee bezig dan anders.

‘Ik probeer te genieten en te doen wat ik graag doe en daarmee anderen te inspireren. Dat ik met mijn verhaal al veel mensen kon bereiken en bemoedigen, vind ik fijn. Te horen dat iemand steun haalt uit het feit dat ik doorzet, maakt mij blij. Want we zijn hier niet alleen voor onszelf, maar ook om iets te betekenen voor anderen. Dat probeer ik nu nog meer te doen dan voorheen.

‘Zopas ben ik meter geworden en dan zie je dat kindje en zeg je: ik wil van alles met dat kind doen en zoveel mogelijk voor haar betekenen. Niet dat ze van mij moet koersen, maar ik gaf haar toch al een loopfietsje. (lacht) Fietsen is ook gewoon genieten en plezier beleven. Zo ben ik destijds begonnen, omdat ik het graag deed en niet om podiumplaatsen te rijden. Maar eenmaal je op het podium hebt gestaan, wil je proberen om dat nog eens mee te maken. Of dat zal lukken, zullen we wel zien, zeker? Ik zal er alleszins blijven voor werken.

‘Mijn geloof beleef ik nu nog intenser dan voorheen. In de drukte van het leven verwaarloos je wel eens de momenten van stilte. Die wil ik nu nog beter bewaken. Ik ben dankbaar dat ik er nog ben en nog zoveel kan doen. Voor hetzelfde geld was die hersenoperatie mislukt en zat ik hier nu als een plantje. Ik ben ook dankbaar voor de mensen rond mij. Als ik het eens heel moeilijk kreeg, waren mijn ouders er om mij te troosten. Het was precies alsof ik wilde weglopen, om alles eens te kunnen loslaten, omdat je natuurlijk wil dat alles snel voorbij is. Het waren momenten waarvan je zegt: het is ook voor mij een keer te veel. Dan ging ik fietsen.

‘Maar alles is voor mij eigenlijk altijd goed gegaan. Er zijn kankerpatiënten die door de chemotherapie bijna niet meer kunnen stappen en met de rolstoel overal naartoe gebracht moeten worden. Mijn buurvrouw kon door alle bijwerkingen bijna niet meer eten. Terwijl ze mij in mijn chemoperiode zag thuiskomen van een fietsrit van honderd kilometer. Intussen is zij er al niet meer. Dan besef je hoe dankbaar je voor alles moet zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content