Na één van zijn eerste trainingen bij KV Oostende stapte een ploegmaat op Paul Okon af. ‘Als schoolgaande jongen had hij me nog om een handtekening gevraagd toen ik voor Club Brugge speelde’, zegt de 30-jarige Australiër. ‘Het leert me vooral hoe oud ik word.’

Voor een buitenlander die zeven en een half jaar uit België weg is geweest, voelt Paul Okon zich zo te zien goed thuis in Gent, na Blankenberge en Brugge zijn nieuwe woonplaats. Hij zoekt er zelfs een huis, om te kopen. In Gent wonen ook de meeste van de vrienden die hij overhield aan zijn vorige Belgische verblijf.

Dat blijkt ook uit de enthousiaste manier waarop hij in het Italiaanse restaurant Pinocchio wordt begroet. Aan de muur hangt een foto uit 1996, waarop hij als kersverse Gouden Schoen wordt gefeliciteerd door zijn voorganger, Gilles De Bilde. Okon babbelt sappig Italiaans, de taal van zijn moeder ; het Duits van zijn vader beheerst hij niet. Toch voelt hij zich, in tegenstelling tot zijn jeugdvriend Christian Vieri, meer Australiër dan Italiaan. Naar Australië wil hij straks ook terug, nadat hij hier is uitgevoetbald en, in België of Italië, zijn trainersdiploma zal hebben behaald.

Maar eerst wil hij Oostende, inmiddels al zijn negende club, naar eerste klasse brengen.

Nog geen spijt van je keuze ?

Paul Okon : “Nee. Het enige wat tegenvalt, is dat hier enkel ’s avonds wordt getraind. Dat het niveau lager is dan in de Italiaanse tweede klasse, wist ik van tevoren. Het enige dat me écht heeft verbaasd, was hoe goed dit team is. Veel beter dan ik verwachtte. Oostende beschikt over flink wat getalenteerde en leergierige jonge spelers.”

Was Oostende je enige uitweg ?

“Het was een gevoelsmatige keuze, die ik in dertig seconden heb gemaakt. Vroeger, toen Zlatko Arambasic hier speelde, kwam ik soms in Oostende. De laatste twee jaar had ik al eens eerder een terugkeer naar België overwogen. Lang heb ik over deze keuze dus niet nagedacht. Soms is het niet goed om lang na te denken over een beslissing.”

Je trainer, Gilbert Bodart, kan nog altijd niet geloven hoe hij je, als het ware voor de grap, belde en kon overhalen om naar Oostende te komen.

“Dat verhaal klopt. Hij belde mijn manager toen die toevallig naast mij zat en vroeg of Oostende me interesseerde. Ik zei meteen ja. Drie dagen later heb ik getekend. Ik had mijn woord gegeven en dus heb ik met niemand anders meer gepraat. Ik geef toe dat de aanwezigheid van Bodart en het feit dat Oostende boven in de rangschikking stond, meespeelden. Zonder Bodart of als Oostende onderin of in het midden had gestaan, was ik waarschijnlijk niet gekomen.”

Klopt het dat je hebt getekend zonder te weten hoeveel je ging verdienen ?

“Klopt. Ik tekende mijn contract en liet de rest over aan mijn manager. Op dat vlak vertrouw ik hem. Het ging allemaal erg snel, daarom wilde ik absoluut naar een club en een land waar ik me thuis zou voelen. In België ben ik op mijn gemak. Maar ik ben hier niet met vakantie : als Oostende niet naar eerste klasse promoveert, zal iedereen mij met de vinger wijzen. Maakt me niets uit. Mijn beste prestaties zette ik neer wanneer ik me belangrijk wist.”

Waarom werd je contract bij Vicenza verbroken ?

“Vicenza is eigendom van de Engelse groep Enic, die ook eigenaar is van Tottenham en Sparta Praag. Via hen belandde ik bij Vicenza. In plaats van dat er, zoals aangekondigd, nieuwe aandeelhouders zouden bijkomen, draaide Enic de geldkraan dicht. Ik speelde dertien wedstrijden en raakte geblesseerd. Toen ik terugkeerde, besliste de club me niet te houden om financiële redenen.”

Je werd niet meer betaald.

“Het was niets persoonlijks. In Italië betalen hooguit drie clubs hun spelers elke maand stipt. De andere doen het met vertraging, vaak tot acht maanden. Ik hoorde van een vriend die nog bij Lazio speelt, dat Jaap Stam zijn oren niet kon geloven toen hij vernam dat zijn loon niet was gestort. Terwijl de doorsnee voetballer in de Serie A daar niet eens meer van opkijkt. Toen ik bij Lazio arriveerde, schrok ik er óók van. Want bij Club werd ik altijd op tijd en correct betaald, net als in Engeland. Maar in Italië dus niet. Voor iemand als Jaap Stam is dat niet erg : één maandloon van hem is wat een gemiddelde arbeider in vijf jaar tijd verdient. Zelf heb ik ook nooit honger geleden. Uiteindelijk krijg je wel altijd je geld, behalve als de club failliet gaat natuurlijk. Ik heb nog geld te goed van Fiorentina, maar omdat zij failliet zijn, betwijfel ik ten zeerste of ik daar nog iets van zie.”

Protesteer je daar als speler niet tegen ?

“Dat helpt niets. Je kan niet tegen de stroom in gaan. Wel op tijd betaald worden is de uitzondering op de regel. Straks verandert dat : er komt een nieuwe wet die bepaalt dat wie spelers nog geld verschuldigd is van het voorbije jaar, geen licentie krijgt voor het nieuwe seizoen. Met die nieuwe regeling maak ik me geen zorgen over het geld dat Vicenza me nog moet.”

Je droomde ervan om in Italië te voetballen.

“Door mijn moeder. Ik verslond beelden van de Serie A, waar mijn twee idolen speelden : Michel Platini en Roberto Baggio, naar wie ik zelfs mijn hond noemde. Dat zei ik hem ook toen ik nog bij Brugge zat en ik hem in Nederland ontmoette op een sponsoravond met Diadora. Toen ik bij Brugge speelde, hunkerde ik naar een competitie waar je elke week naar een topper toe kon leven. In Italië en Engeland heb je elke week een wedstrijd als Club – Anderlecht, maar dan in het kwadraat. De druk was navenant groot. Pers en tifosi in Italië hebben een verstikkende greep op het voetbal. Ze zijn te machtig. Jullie, Belgische journalisten, zijn écht aardige jongens hoor. Héél respectvol.”

Drink iets van ons.

“Als het goed gaat, is voetballen in Italië het beste wat er is. Hoog niveau, lifestyle, lekker eten, zon, fantastisch nachtleven. Maar o wee als het even tegen zit ! Veel buitenlandse spelers lopen verloren in het Italiaanse voetbal omdat ze zich verkijken op de bekoringen waaraan je wordt blootgesteld. In Italië zijn voetballers Hollywoodsterren. Meer dan de helft van de eersteklassespelers is samen met meisjes uit tv-shows. Voetbal is in Italië belangrijker dan het leven zelf. Mijn geluk is dat ik al snel leerde wat ik wel en niet moest doen.”

Wie leerde je dat ?

“Lazio wilde niet dat ik alleen op appartement ging, ze lieten mijn ouders en broer mee overkomen. Je kan je niet voorstellen met welke verlokkingen je als 24-jarige in een grootstad als Rome te maken krijgt. Hoeveel mensen me aanklampten en uitnodigden om naar hun restaurant te komen en me wilden voostellen aan wéér een oogverblindend meisje. Er zijn zoveel bekoringen dat veel spelers er nooit meer bovenop komen. Het is heel moeilijk om telkens weer nee te zeggen. Mijn roommate was Pavel Nedved : die ging nooit uit, bezocht zelden een restaurant en lag om tien uur in bed. Als er geen training was, ging hij in zijn eentje lopen. Niet omdat hij verlegen was, maar omdat hij ambitie had. Anderen met evenveel talent bezweken en voetballen nu in de lagere reeksen. Ik geef toe : in het begin kon ik ook niet nee zeggen, maar ik leerde snel. Wat je ook doet naast het veld, het komt meteen in de krant. Ga je uit met een meisje, staat je foto gegarandeerd in één of ander blad. Zodra ik rond mij hoorde dat ik niet honderd procent met mijn vak bezig was, besefte ik dat ze gelijk hadden en dat ik me moest herpakken.”

Je werd een andere voetballer in Italië.

“Fysiek is er geen vergelijking mogelijk met België. Hier train je vóór het seizoen anderhalve week stevig door, daar stoppen ze je een maand in de bergen voor een trainingskamp waar het er minstens twee keer per dag stevig aan toegaat. Na mijn blessure bij Club kon mijn lichaam die belasting niet meteen aan. Ook tactisch voelde ik me een beginner. In België telde tactiek niet echt omdat Anderlecht en Brugge zoveel sterker zijn. In Italië train je elke dag tactisch, je wordt zo volgestouwd dat je als het ware met hoofdpijn aan de aftrap komt.”

De trainer, Zdenek Zeman, geloofde in jou, maar zag je wel veeleer als middenvelder.

“Ik had het voorrecht om met de grootste en beste trainers te werken. Niet alleen Zeman, die van middelmatige spelers internationals maakte, maar ook Sven-Göran Eriksson, Giovanni Trapattoni, Gianluca Vialli, Terry Venables, Dino Zoff, Hugo Broos…”

Hugo Broos ?

“Broos was een belangrijke schakel in mijn ontwikkeling. Het eerste half jaar in de A-kern bij Brugge speelde ik niet. Ik dacht dat hij me niet moest. Toen ik na de winterstop terugkeerde uit Australië, was ik als enige kernspeler niet verdikt. Ik had me suf getraind. Hij zag dat, gaf me een kans en liet me staan. Het klopte dus niet dat hij me niet mocht. Hij liet me beseffen dat het niet aan hem, maar aan mij lag. En dat talent alleen niet volstond om het te maken, dat ik veeleisender moest zijn voor mezelf, harder moest werken.”

Waarom verhuisde je van Italië naar Engeland ?

“Middlesbrough scoutte me na een interland Australië – Hongarije. Ik dacht : why not ? In Italië bleef ik die speler met zijn gehavende knie, in Engeland kreeg ik een kans om mezelf weer te bewijzen. Middlesbrough is geen kleine club, voor elke wedstrijd zaten er 35.000 toeschouwers. Het is – of het was – één van de best betalende vijf clubs in de Premier League. Weinigen weten dat. Ik wel (lacht).”

Engeland, waar coaches hun spelers het veld opsturen met de boodschap “enjoy the game”, moet een verademing ge- weest zijn na de stress van Italië.

“We haalden elf punten uit zeventien wedstrijden, verloren tien keer op rij, maar na elke wedstrijd kregen we applaus van de fans. Als je in Italië twee keer op rij verliest, vertoon je je beter niet op straat. Na een slecht resultaat tegen Reggiana waren al onze auto’s vol gekalkt en waren de banden kapot gestoken. Vaak zeggen Engelse trainers niet veel meer dan ‘ enjoy the game‘, de ploegopstelling en wie welke spelers bewaakt bij hoekschoppen. That’s it. In Italië vallen veel wedstrijden stil als het na een uur nog 0-0 of 1-1 staat. Niemand durft dan nog iets te ondernemen. In Italië hoor je voor de aftrap alleen : vandaag mogen we niet verliezen. In het begin vroeg ik me nog wel eens af waarom een speler niet de ruimte indook of een actie ondernam. In Engeland daarentegen is elke wedstrijd het eerste kwartier een flipperkast, snel over en weer, waarna iedereen alles geeft tot in de vijfennegentigste minuut. In Italië zijn veel wedstrijden al afgelopen bij de rust, als beide ploegen het erover eens zijn dat een gelijkspel de beste uitkomst is voor die dag.”

Je speelde ook voor Watford. Elton John ontmoet ?

“Ja. Middlesbrough kreeg een nieuwe manager en het klikte niet tussen ons. Vialli wilde me bij Watford : hij kende me via zijn vriend Mancini, de huidige trainer van Lazio en een voormalige ploegmaat van mij in Rome. Watford wilde absoluut naar de Premier League, maar dat lukte niet en dus bleef ik er niet lang. Wat me van Elton John verbaasde, was hoe gewoon hij zich gedroeg, waardoor je je helemaal op je gemak voelde bij hem.”

Hoe belandde je bij Leeds ?

“Via Terry Venables, die me kende van toen hij nog trainer was van de Australische nationale ploeg. Maar het geld was op, ik kwam op een verkeerd moment. Toen mijn broer naar Italië terugging, zag ik het niet zitten om alleen in Engeland achter te blijven. Vooral niet omdat er net een nieuwe manager kwam, die het niet zag zitten in de spelers die Venables had meegebracht.”

Heb je nog contact met Christian Vieri ?

“Ja. We groeiden samen op. Voetbal interesseerde hem nauwelijks, maar het was zijn enige kans om iets van het leven te maken : op school bracht hij er immers niet veel van terecht, hij was een beetje een rebel. Toen ik zestien was, vertrok ik met hem op vakantie naar Italië, om er onze kans te wagen in het voetbal. Zijn grootvader was er nog scout voor Torino. Prato wilde me, maar toen had je nog een strenge beperking op het aantal buitenlanders en een derdeklasser mocht geen buitenlander kopen. Dus bleef Vieri bij Prato en keerde ik terug. Hij had een Italiaans paspoort omdat zijn beide ouders Italianen waren, ik niet omdat alleen mijn moeder Italiaanse was. Anders was ik zeker gebleven. Twee jaar later veranderden ze die wet en volstond het om één Italiaanse ouder te hebben.”

Was dat vroeger gebeurd, was jij misschien ook Italiaans internationaal ge- worden.

“Nooit. Niemand is een groter patriot dan ik. Voor hetzelfde geld speelde Vieri nu ook voor Australië, maar niemand zag toen een toekomstig topvoetballer in hem. Ook vandaag nog kunnen veel Australiërs maar moeilijk geloven wat hem is overkomen. Mensen lachten hem uit toen hij bij Marconi voetbalde. Wie laatst lacht, best lacht, blijkt nu.”

Hij speelt wel eindrondes van EK’s en WK’s, terwijl jij dan thuis voor de buis zit.

“Dat moet dan maar, als het de prijs is die ik betaal omdat ik zo gehecht ben aan het shirt van de nationale ploeg. Geen mooier gevoel dan dat shirt aan te trekken. Alleen snap ik niet dat Fifabaas Blatter eerst de stemmen van Oceanië gebruikt door ze een vaste plaats op het WK toe te zeggen, maar hen dat nadien weer afpakt. Is dat fair play ? Australië heeft nu misschien de beste lichting ooit, nu voor het eerst alle internationals voor West-Europese profclubs spelen. Maar we missen een goeie voorbereiding op die belangrijke barrageduels tegen een Zuid-Amerikaans land. Als je opeens moet overschakelen van nul naar honderd per uur worden je benen afgesneden. Tegen Uruguay verloren we de beslissende match met 3-0, maar het had 10-0 kunnen zijn. Niet omdat ze zo veel beter waren, maar omdat zij vier zware interlands tegen onder meer Brazilië en Argentinië in de benen hadden. Wij reizen als voorbereiding vierentwintig uur om met 15-0 van Tonga te winnen. Voor de aftrap komen ze ons om een handtekening vragen en smeken ze al om onze shirts. Dan vraag je je af : moeten wij tegen deze jongens spelen ?

Heb je nog contact met je vroegere ploegmaats bij Club Brugge ?

“Jammer genoeg niet. Dat is het enige in mijn loopbaan waar ik spijt van heb : de manier waarop ik bij Club Brugge ben weggegaan. Het probleem was dat Antoine Vanhove wilde dat ik naar de club van zíjn keuze ging, terwijl ik een andere bestemming in mijn hoofd had. Achteraf bekeken hadden we dat toen anders kunnen oplossen.”

Wat als Oostende niet promoveert ?

That’s unthinkable ! Ondenkbaar !”

door Geert Foutré

‘Het enige waar ik spijt van heb, is de manier waarop ik bij Club Brugge ben weggegaan.”Pavel Nedved was mijn roommate : ging nooit uit, bezocht zelden een restaurant en lag om tien uur in bed.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content