‘Ik ben een open boek, maar je krijgt mij nooit helemaal vast.’ Peter Maes glimlacht, want zelf krijgt hij de mensen vaak wel waar hij ze krijgen wil. Hij zette KV Mechelen krachtig naar zijn hand en doet nu hetzelfde met Lokeren, tot voor kort de door Roger Lambrecht geregeerde chaos.

De sneeuw houdt het land in zijn greep en dus heeft Peter Maes het zekere voor het onzekere genomen. Meestal pendelt hij tussen Lommel, zijn woonplaats in het noorden van Limburg, en Lokeren, maar vannacht heeft hij op hotel geslapen. Net als Willy Reynders trouwens, de technisch directeur van zijn nieuwe club, met wie hij van de nood een deugd makend de avond al vergaderend heeft doorgebracht. “Maar ik probeer hier geen gewoonte van te maken”, zegt hij. “Ik heb nog een gezin en kinderen en ik ben al zo weinig thuis.”

Bent u graag thuis?

Peter Maes: “Toch wel, maar ik ben ook graag op pad. Ik moet onderweg zijn, ik heb vrijheden nodig om te kunnen functioneren. Die krijg ik en gedeeltelijk dwing ik die ook af.”

Velen ergeren zich aan de sneeuw. Hoe zit dat met u?

“Maandag heb ik me toch geërgerd. Ik was om zes uur ’s morgens vertrokken omdat ik mijn dochter nog moest afzetten in Antwerpen en heb bijna vijf uur in de auto gezeten. Normaal stop ik soms in een Carestel om mijn behoefte te doen, maar als je volledig geblokkeerd zit en je moet dringend naar de grote wc, tja, dan heb je een groot probleem en dan is er ergernis. Ik ga hier niet in detail treden, maar ik heb een grote hoed opgezet en een sjaal rond mijn hoofd geslagen opdat niemand me zou herkennen en ik ben een wandelingetje gaan maken op de autostrade.” (lacht)

Kunt u ook genieten van de charme van de sneeuw?

“Enorm. Zondag hadden we onverwacht een vrije dag. Ik ben opgestaan en heb een natuurwandeling gemaakt van toch acht, negen kilometer. Met mijn hond. Soms doe ik dat ook met mijn vader of wat vrienden. We stellen ons een doel, drinken een jenever of iets warms, en keren terug naar huis. En daarna een wedstrijdje meepikken, zoals zondag Club Brugge-Anderlecht, op tv. Normaal verkies ik een wedstrijd live te zien, maar in zulke omstandigheden moet je de problemen ook niet zoeken, vind ik.”

Wat hebt u geleerd van die wedstrijd?

“Waarom wij een resultaat hebben gehaald tegen Anderlecht en Brugge niet. De ruimtes die Brugge heeft weggegeven, hebben wij nooit weggegeven, zelfs niet met tien man. Zonder verder in detail te treden, kan ik wel zeggen dat Anderlecht Kanu heeft opgeofferd aan Odjidja, maar dat bij ons Leko in die zone speelde en wij toch geen probleem hebben gehad. Er zijn verschillende wegen die naar Rome leiden.”

Handen vrij

Hoe belangrijk is de trainer voor een elftal?

“Hij is erg bepalend, vooral omdat hij een groep de weg wijst. Of dat de juiste weg is, is niet zo belangrijk. Belangrijk is dát je een weg inslaat en welke dat is, dat bepaalt de trainer, samen met de sportief directeur en rekening houdend met de geaardheid van de club.”

Zegt u daarmee ook dat wanneer een ploeg het niet goed doet, dat komt omdat de trainer niet weet waar hij naartoe wil?

“De trainer kan een weg willen bewandelen die anderen niet op willen. Het is heel belangrijk dat er eendracht is in een club. De spelers moeten mee, maar als zij voelen dat er verschillende wegen naar Rome willen leiden, dan gaat ieder zijn eigen weg. De kern van het verhaal zijn altijd die negentig minuten, en alles daarrond moet meewerken om het resultaat maximaal te laten zijn. De trainer speelt daarin een cruciale rol.”

Is Genk niet een goed voorbeeld? Het doet het met dezelfde spelers beduidend beter nu dan vorig seizoen. Het enige verschil is de trainer.

“Vorig seizoen al zag je erg snel dat de groep onder Frankie(Vercauteren, nvdr) vanuit een bepaald idee begon te voetballen. Als je daar dan Vossen aan kan toevoegen, kan je beginnen te bouwen op de manier die jij wil. Belangrijk is ook altijd de voorgeschiedenis: was die niet positief, dan is het oor iets meer luisterbereid en heeft de nieuwe trainer iets meer vrijheid om de dingen te veranderen.”

In zo’n situatie bent u ook terechtgekomen.

“Dat denk ik wel. Ze waren de weg hier toch wat kwijt. Inmiddels hebben we een structuur gecreëerd waarin het sportieve weer kan functioneren.”

Hoe hebt u dat klaargespeeld?

“Ik weet hoe ik in Mechelen vier jaar lang progressie heb kunnen maken, namelijk door de handen zo vrij mogelijk te hebben en daarin ondersteund te worden. Dat probeer je te kopiëren. En die afspraken maak je vóór je tekent, niet achteraf.”

Hoe wist u zo snel wat er misliep in deze club?

“Door mijn huiswerk te maken en de juiste mensen rond mij te verzamelen. Ik heb mijn lot direct verbonden aan dat van Willy Reynders, die de club heel goed kent. We hebben goede afspraken gemaakt: we pakken dit hier samen aan en we verbinden ons lot aan elkaar. Slaag ik, dan slaag jij ook; slaag jij, dan slaag ik ook .

Hoeveel tijd heeft het huiswerk in beslag genomen voor u tekende?

“Eén dag. Ons wereldje is niet groot: als hier drie of vier trainers sneuvelen in één seizoen, stelt iedereen zich vragen en vang je wel eens iets op. Zo veel trainers die sneuvelen betekent dat er iets schort aan je structuur. Ik probeer mijn carrière stapsgewijs uit te bouwen en in zo veel mogelijk verschillende situaties terecht te komen zodat als ik ooit de kans krijg een topclub te trainen, ik een heel goed platform heb om te kunnen overleven. Het was voor mij een enorme uitdaging om vanuit het warme KV Mechelen in een club met chaos terecht te komen.”

Wat hoopt u hier te bereiken?

“Orde. En datgene wat eruit volgt: rendement. Ik heb een enorme drang naar duidelijkheid en mijn wil opleggen, maar ook naar de verantwoordelijk daarvoor willen dragen.

“Met een plaats tussen de achtste en de twaalfde was ons seizoen al geslaagd. Van daaruit konden we doorgroeien, want ik ben hier niet voor de korte termijn. Gelijkspelen op Anderlecht? Prima, maar daar wil ik niet van leven. Wel van de lange termijn. Ik wil hier hetzelfde neerzetten als wat ik in Mechelen heb gedaan en waar ik vier jaar de tijd voor heb gekregen, met als resultaat dat er nog iets staat wanneer je de deur achter je dichttrekt.”

Met andere woorden: u doet het te goed op dit moment?

“Er schuilt inderdaad een gevaar in, maar daar moet je ook weer mee leren omgaan. Ik besef heel goed dat we de terugval zullen moeten proberen te beperken. We zijn nu al de middelen aan het creëren om dit vast te houden. Daarmee bedoel ik: uitkijken of we versterking kunnen halen.”

Weg met achterpoortjes

Uw opvolger in Mechelen zit in een vergelijkbare situatie …

(onderbreekt) “Geen vergelijkbare situatie. Hij zit in een situatie zoals Dury in Gent. Er staat al iets. Ik vind dat even moeilijk als wanneer er niks staat, maar je moet andere accenten leggen.”

Marc Brys zei in Knack: ‘Als trainer verkoop je een verhaal en goede resultaten hebben als gevolg dat men makkelijker in je verhaal gelooft. Punten geven je woorden kracht, en het helpt altijd als je die kracht al van bij het begin bezit. De start is dus belangrijk.’ U begon met drie op vijftien.

“Je hebt twee verhalen: de resultaten en de manier waarop. De manier was goed. Staar je ook niet blind op die eerste vijf wedstrijden: we speelden drie keer gelijk en verloren maar twee keer. Dan heb je iets waar een groep mee verder kan. Dat was ons houvast.”

Hebt u uw voorzitter daar ook van moeten overtuigen?

“Je moet altijd een positief beeld creëren, zo zit ik in elkaar. Ik vind altijd wel iets om positief over te zijn, ook al ben ik heel direct en zit ik er kort op. Vergeet niet: ik ben een positief mens. Ik stap positief door het leven en kijk erg weinig achterom. Ook niet naar links of rechts om te zien waar ik weerstand kan verwachten, want ik bepaal de weg.

“Ik denk dat ik mijn verhaal van bij de start erg enthousiast heb gebracht. Dat is belangrijk om mensen mee te krijgen. We zaten snel op dezelfde lijn. Ik denk dat hij al voor ik kwam, besefte dat het anders moest.”

Het beeld van Lokeren was dat van een dubieuze club met een Balkanmakelaar die schoof met spelers als waren het kegels, een sportief directeur die zijn Afrikaanse spelershandel draaiende hield, en een onberekenbare voorzitter die na twee nederlagen zijn trainer al op straat zette.

“Je zegt het goed. Het was een uitdaging om daar structuur in te krijgen en er een positief verhaal van te maken. Je moet vooral heel duidelijk zijn. Heel direct de dingen aankaarten: zo kan het niet en zo gaan we het doen. Niet proberen het verleden nog via achterpoortjes te laten functioneren. Ik heb ook de hele technische staf opzij geschoven. Een nieuw verhaal schrijf je met nieuwe mensen. De spelers moeten die mensen leren kennen en dat is goed. Zo leren ze weer op hun hoede te zijn.”

U hebt gezegd: geen Veljkovic meer, geen Verhoost meer.

“Dat is cru gesteld. Die mensen lopen hier nog binnen, maar zij bepalen het verhaal niet meer. Dat doen Willy Reynders en Peter Maes, ondersteund door de voorzitter. Verder niemand meer. Er waren hier te veel mensen met invloed. Dat is verleden tijd nu. Ze kunnen nog dingen aanreiken, maar wij beslissen.”

Toch niet een beetje beton in uw contract laten gieten om niet voor onaangename verrassingen te komen staan?

“Ik denk niet dat er beton is ingegoten. Wie kwetsbaar blijft, blijft ook scherp.”

Welke garantie hebt u dat Lokeren écht voor een nieuw verhaal heeft gekozen en dat u het mag blijven schrijven?

“Garanties krijg je nooit. Ik wil ook geen garanties op papier, ik wil garanties die ik zelf afdwing. Ik heb met Geel drie keer de eindronde van tweede klasse gespeeld, maar heb er ook periodes met 3 op 21 gekend. Johan Timmermans heeft me ook soms uit de wind moeten zetten in Mechelen. Of men dat doet, creëer je zelf. Als je een club kunt doen meedenken, moeten ze je niet ontslaan.”

Bewegen in het hoofd

Van welk voetbal houdt Peter Maes? Een beetje simplistisch gesteld: klopt uw hart voor Barça of voor Inter?

“Een trainer die zegt dat hij geen Barcelonaman is, is niet goed bezig, denk ik. Ik zie graag Duits voetbal voor zijn kampgeest; ik zie graag Nederlands voetbal voor zijn driehoekjes, maar ik zie het niet graag omdat er bij balverlies niets gebeurt; ik zie heel graag Spaans voetbal wegens het technisch vermogen; ik zie niet graag een ploeg als Chelsea met tien man achter de bal spelen zoals onder Mourinho, hoewel dat ook rendement oplevert.”

Heiligt het doel de middelen?

“Neen, want dan kom ik in conflict met mijn karakter. Ik wil iets neerzetten op een manier waarbij ik me goed voel. Ik leg veel van mezelf in mijn werk en laat ook weinig op mijn lever liggen. Mijn spelers voelen dus direct wat ik voel. Als ik me anders zou voordoen dan ik ben, voelen zij dat ook.”

Wat van uw lever afgaat, komt bij anderen terecht. Dat is niet altijd prettig.

“Ik gooi geen frustraties van me af, maar dingen die ertoe bijdragen dat iets beter wordt. Ik ben een gever, denk ik.”

In interviews met u gaat het altijd over uw gevloek en getier en dat u soms grenzen overschrijdt in uw omgang met spelers. Wordt u dat nooit moe?

“Neen, het helpt mij. Heel veel mensen zijn op hun hoede voor mij. Daardoor gaan ze meedenken. Ze bewegen niet alleen met hun voeten, maar ook in hun hoofd.

“Mijn resultaten zijn goed en mijn werk is bevredigend. Hoe jullie dat uitleggen, is onbelangrijk voor mij. Zolang ik maar weet waar ik mee bezig ben en dat we er allemaal beter van worden – de spelers, de club, de supporters. Daar is véél meer voor nodig dan alleen vloeken en tieren. Dat is maar een klein onderdeel.”

Is er ook een andere Peter Maes?

“Ik denk dat er heel veel balans is. Evenwicht.”

Volgens Urbain Spaenhoven, de assistent van Brys, respecteerden de spelers in Mechelen elkaar wel als voetballer, maar niet als mens. ‘Het spanningsveld tussen de spelers onderling was gigantisch’, zei hij in dit blad. ‘Net een kindercrèche. Níks konden ze van elkaar verdragen. Ik vroeg direct: ‘Moeten wij hier een revolver dragen?”

“Ik vind het onbegrijpelijk dat iemand die daar pas binnenwandelt zoiets kan zeggen. Anderzijds begrijp ik ook goed waarom hij het doet: hij moet een positief verhaal brengen naar zijn trainer. Maar het is volledig uit de lucht gegrepen. Ik denk dat er heel veel onderling respect was, anders kun je geen vier jaar met elkaar verder. Natuurlijk valt er wel eens iets voor, maar dat heb je overal. De hiërarchie in de spelersgroep was heel duidelijk en dan heb je nooit een probleem. Ik denk dat de spanningen juist zijn ontstaan omdat ze met iemand anders werken die andere accenten legt, waardoor er ook een nieuwe hiërarchie ontstaat.”

Het is bekend dat u Jan Boskamp en Aad de Mos als uw voorbeelden beschouwt. Niettemin noemde u De Mos op menselijk vlak ‘verschrikkelijk’, wat ook van u soms wordt gezegd.

“Maar diep vanbinnen was het een goed mens. Ik was maar zijn reservekeeperke, maar toen mijn vrouw op zeven maanden kon bevallen, liet hij me een hele week thuis met de garantie dat ik zaterdags toch op de bank zou zitten. Hij was heel hard, maar kon ook geven.”

U spiegelde zich aan hem, met dat verschil ‘dat ik niets kapot maak’, zei u ooit.

“Daar bedoel ik mee: onherstelbare schade aanrichten. Spelers zo raken dat er geen weg meer terug is.”

En dat is niet waarom u uit Mechelen bent weggegaan.

“Neen.”

Achter de ellebogen

Staat er een houdbaarheidsdatum op een trainer?

“Dat hangt vaak af van de doelstellingen van een club. Als er duidelijkheid is, is er geen houdbaarheidsdatum.”

Was de uwe bereikt in Mechelen?

“Ik had er nog een jaar kunnen werken, denk ik, maar dan had ik enorm moeten knokken. Op relationeel vlak kende die groep elkaar erg goed na vier jaar. Om dan nieuwe accenten te leggen, is het belangrijk een zuivering door te voeren in de spelersgroep. De middelen daarvoor waren er niet. Dan moet de verfrissing van ergens anders komen: van een nieuwe coach.”

Begrijpt u dat men het moeilijk had met uw onverwachte vertrek?

“Als er iemand wegvalt die zo bepalend is, begrijp ik heel goed dat er rancuneuze gevoelens loskomen. Hoe beter je met mensen hebt samengewerkt, hoe pijnlijker een vertrek is. Vanuit een slechte situatie weggaan is gemakkelijk. Ik wilde niet alles wat ik had opgebouwd tenietdoen doordat ik bepaalde zaken niet meer kon creëren. Dan ga je vechten en ik had er zo veel vrienden gemaakt, dat ik dat niet wilde.”

U bent een loyale trainer: u werkte vier jaar in Geel en vier jaar in Mechelen. U zegt geen stappen te willen overslaan. Wat is het doel?

“Ik ben een strever, vergeet dat niet. Dat betekent dat ik niet alleen het uiterste wil halen uit de mensen met wie ik werk, maar ook uit mezelf. Ik moet voelen dat ik vooruit kan en mijn limiet kunnen ervaren, maar dat is iets anders dan een doelstelling bepalen. Ik ben een liefhebber: ik wil een carrière uitbouwen zodat er dingen op mijn pad komen, maar ik wil die openingen niet zelf creëren.

“Ik heb het nog tegen niet veel mensen gezegd, maar iets in mij zegt me dat ik ooit nog trainer van den Antwerp zal zijn. Er zit zo veel verborgen emotie in die club. Als je die eruit krijgt, moet dat het mooiste zijn wat er is. Antwerp is zo’n mooi werkterrein, maar of het ooit op mijn pad komt, is iets anders.”

Toen u in 2009 de bekerfinale bereikte, noemde u zich ‘een groentje in het vak’.

“Zo voel ik me nog altijd. Dury bijvoorbeeld, die is nu bij Gent aan het ontgroenen. Dat vind ik mooi. ‘Timmeren aan de weg’, dat zijn omstandigheden die je pad kruisen en jij die dan de goede beslissing neemt. Je kunt het niet in de hand werken dat iets gaat gebeuren. Ik beschouw het als een voordeel dat ik bij topclubs heb gespeeld – zes jaar Anderlecht, drie jaar Standard. Ik heb gezien wat er nodig is om op dat niveau te functioneren. De kortste weg is wat Frank de Boer nu meemaakt, maar dat is niet iedereen gegeven.”

Hebt u gelijkgestemde zielen onder collega’s?

(denkt na) “Ik denk het niet. (stilte) Iemand bij wie ik me altijd heel goed heb gevoeld, is Dennis van Wijk. Misschien omdat we wat op elkaar lijken. Dennis is iemand met het hart op de tong zoals ik. Een schitterende gast. Ik hou niet van mensen die het achter de ellebogenhebben zitten.”

Zijn niet veel van uw collega’s vooral met hun ego bezig?

“We zijn allemaal met ons ego bezig. Ons ego helpt ons te overleven, maar het mag het doel niet in de weg staan.”

DOOR JAN HAUSPIE – BEELD: JELLE VERMEERSCH

“Er waren hier te veel mensen met invloed. Dat is verleden tijd nu.”

“Iets in mij zegt me dat ik ooit nog trainer van den Antwerp zal zijn.”

“Heel veel mensen zijn op hun hoede voor mij. Daardoor gaan ze meedenken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content