Inmiddels is hij weer even terug in België, maar in Saudi-Arabië wacht straks het vervolg van de uitdaging. Een persoonlijke getuigenis van Jan Van Winckel, assistent van Aad de Mos bij Al-Hilal.

Ruim 60.000 toeschouwers veren recht in het schitterende King Fahd Stadion in Riyad. Het is 9 april en zonet heeft, bij 35 graden Celsius, MohamadAlShalhoub, de kleinste speler op het jongste WK in Japan, de 1-0 binnengeschoten. Al-Hilal, onze club, speelt de finale van de Crown Prince Cup, de Saudische beker, tegen Al-Ahly uit Jeddah. De score zal niet meer veranderen en de bekerwinst geeft ons een ticket voor de Aziatische Champions League van volgend seizoen.

Net voor we het veld op willen rennen, worden we bijna letterlijk versmacht door de talrijke prinsen van Al-Hilal. Het nationale symbool van deze hedonisten pur sang is een uitpuilende buik, die ze dan ook kwistig gebruiken om hun appreciatie te tonen : iedereen die ze op hun weg tegenkomen, wordt tegen hun nationale trots gedrukt. Grijs bestaat hier niet. Het is wit of zwart. De eeuwenoude voetbalwet die zegt dat je maar zo goed bent als je laatste wedstrijd is hier het dogma. Verliezen is niet toegestaan. Toch verloor Al-Hilal, de regerend Aziatisch kampioen, dit jaar al meer wedstrijden dan het lief was. Op het moment dat ons contract getekend werd, stond Al-Hilal, het Real Madrid van Azië, op een mistroostige vijfde plaats.

Toen ik als vijftienjarige op vrije schooldagen naar de trainingen van het grote KV Mechelen van eind jaren negentig ging kijken, deed niets vermoeden dat ik veertien jaar later met de architect van dat Mechelen, AaddeMos, in Saudi-Arabië zou zitten. Het was op een grauwe maandagavond terwijl ik de talentvolle jongeren van de A-kern, met onder andere Bram Criel, Bert Tutteleers en Sven Doms, trainde dat Aad me belde om hem in Saudi-Arabië te assisteren. Werner Helsen, professor aan de KUL en een goede vriend van me, wist me te overtuigen met haast profetische woorden. Was het niet Schopenhauer die vertelde dat iedereen de grenzen van zijn eigen gezichtsveld houdt voor de grenzen van de wereld.

De afreis naar Saudi-Arabië, of beter al-Mamlakah al-‘Arabiyyah as-Sa’udiyyah, verliep niet volledig rimpelloos. Maar nadat ik onder andere 50 euro betaalde voor een speciaal paspoort voor Dubai, waarmee ik uiteindelijk Dubai niet binnen bleek te mogen, arriveerde ik uiteindelijk toch in Riyad. Daar bleek meteen dat Al-Hilal een echte topclub is. Nog maar net van het vliegtuig werd ik al verwelkomd door Fahad, een van de talrijke teammanagers die de club rijk is en die me door elke controle en ellenlange wachtrijen loodste als was ik de koning van Saudi-Arabië.

Buiten werden er netjes bloemen afgegeven en was er een welkomstwoord van de supportersvereniging. Toen Fahad, getooid met hoofddoek en wit gewaad, mij naar het hotel voerde, werd duidelijk waarom hij de bijnaam Schuma droeg. Mijn hoop dat Schuma zou alluderen op RobertSchuman, een componist uit de romantiek, veranderde in doodsverachting toen hij, met de grote lichten aan, door het stadverkeer laveerde. De opmerking dat ik niet gehaast was, scheen hij niet te hebben begrepen en werd gevolgd door een triomfantelijk : haha, Schumacher !

Voetbal in Saudi-Arabië mag dan wel kwalitatief hoogstaand en Braziliaans van inslag zijn, tactisch valt er nog wel een en ander bij te sturen. Bijna iedereen speelt in een ouderwetse 5-3-2. Aad koos onmiddellijk om een 4-2-3-1-systeem te spelen, wat betekent dat we op de flanken bijna altijd een meerderheidssituatie kunnen uitspelen. In bijna elke wedstrijd die we tot nu toe speelden, veranderde de tegenstander dan ook zijn tactiek. Van de zeven wedstrijden die we tot nu toe speelden, wonnen we er zes. Zowel in de beker als in de competitie klopten we Al-Ittihad, de ploeg die momenteel de ranglijst aanvoert. Verder versloegen we alle ploegen die wel mogen deelnemen aan de play-offs. Spijtig genoeg waren zelfs deze 18 op 21 en een doelsaldo van 11-4 niet genoeg om de play-offs te halen. Maar na onze laatste wedstrijd kregen we van onze supporters een staande ovatie.

Over Fifa-regulaties hebben ze hier nog niet gehoord. Tijdens de rust van de Crown Prince Cup gingen al onze spelers netjes op een rij staan. Bleek dat dit de regel was. Op dat moment kwam immers de kroonprins plaatsnemen op zijn 18-karaats gouden stoel. Iemand vertelde ons dat het soms wel eens een uurtje kon duren vooraleer hij het stadion betrad. Gelukkig voor ons duurde het deze keer echter slechts een twintigtal minuten. Elke wedstrijd van Al-Hilal wordt overigens integraal uitgezonden op de nationale tv en de naam Al-Hilal is wettelijk vastgelegd door de koning. Daarom ook wordt de club geassocieerd met de koninklijke familie.

Het leven van een coach is hier meestal van korte duur : nog voor de competitie goed een maand oud was, waren er al zes ontslagen. Zoals Carlos, de Braziliaanse trainer die in de halve finale van de Crown Prince Cup van ons verloor met Al-Ittihad, maar toch de autoritaire leider in de competitie bleef. Het was de eerste wedstrijd die hij verloor en hij werd dezelfde avond nog ontslagen. Dat je maar zo goed bent als je laatste wedstrijd kon dus ook hij ervaren.

Ook Al-Hilal heeft een verleden als het op coaches aankomt. CarlosAlbertoParreiro, Zagallo, Maturana, Kubala, ArthurJorge en Iordanescu zijn maar enkele van de namen die in het recente verleden Aad voorgingen. Het grootste deel van onze staf is dan ook internationaal getint. Onze keeperstrainer, Wilson, is een Braziliaan. Verder hebben we nog twee Saudische assistenten. Een van hen, AbuAbdullah – wanneer je je eerste zoon krijgt, veranderd je naam automatisch in Abu, vader van – is onze tolk en assistent. GerardvanderWiel, onze Nederlandse verzorger, kon al eens met hem naar de woestijn. Hij was zo enorm onder de indruk van de natuurlijke schoonheid dat hij, tijdens het avondeten, zijn honger vergat om ons te vertellen over de trip.

Elke club is hier ook een multisportclub, waar naast voetbal plaats is voor volleybal, handbal, basketbal en atletiek. Thuiswedstrijden worden niet afgewerkt in het eigen stadion, maar in een van de twee grote stadions van de hoofdstad. Het eigen stadion wordt alleen maar gebruikt om te trainen en behoort, zoals alle stadions en trainingsaccommodaties, toe aan de voetbalbond. Zo bestaat het dat de trainingsaccommodaties van alle teams in Riyad een identieke kopie zijn van elkaar. Ook alle spelers en coaches zijn in feite werknemers van de federatie. Straffen opgelegd door deze federatie zijn dan ook onherroepelijk. Zo werd onze spits AbdullahAlJamaan, zonder voorafgaande verwittiging, zomaar geschorst omdat hij een speler van Qadssiyah zou hebben geslagen.

In een voorbereidende vergadering besloten we om niet alles onmiddellijk te veranderen, maar eerst te ervaren hoe het voetbal hier georganiseerd en beleefd werd. Deze beslissing heeft ons al heel wat blunders bespaard. En anekdotes opgeleverd. Tijdens de eerste wedstrijd, bijvoorbeeld, kwam tijdens de rust wel een vijftal prinsen binnen om hun idee over de partij te geven. Dan tegen een prins zeggen dat hij weg moet blijven, is uiteraard not done. Gelukkig is de onze, AbdullahbinMosaad, een ruimdenkend man die bereid is onze richtlijnen te volgen.

Prins Abdullah bin Mosaad is overigens op vele vlakken een buitenbeentje onder de prinsen. Gewapend met een mooie sleepbeweging durft hij ons wel eens uitnodigen om in zijn tuin – ook hij heeft uiteraard een voetbalterrein – een wedstrijdje te komen spelen. Hij is buitengewoon intelligent en verzot op statistieken. Hij volgt dan ook nauwgezet de videoanalyses en de statistische verwerking van de resultaten. Van lactaattests hadden ze hier wel nog nooit gehoord. Dus dat we samen met de universiteit een protocol uitwerkten om de hartslagzones voor de trainingen vast te leggen, wordt door de pers uiteraard met buitengewone aandacht gevolgd.

Vorige week stond de derby tegen Al-Nassr op het programma, een wedstrijd in de traditie van Celtic-Rangers, Liverpool-Everton, Partizan-Rode Ster, Inter-AC of zeg maar RC Mechelen tegen Malinwa. Alleen is dit voor een trainer nog erger. Schaars zijn immers de voorbeelden van trainers die een verloren derbywedstrijd hebben overleefd.

Voor ons werd het de beste wedstrijd van het seizoen. Zonder onze twee toppers, AlShalhoub, geblesseerd na een wedstrijd met de nationale ploeg, en NawafAlTemyat, Speler van het Jaar in Azië die sukkelt met de knie, speelden we Al-Nassr compleet zoek. AbdullahAlJamaan, enfant terrible maar een echte krachtpatser, maakte kort na elkaar twee mooie doelpunten. De stand bleef 0-2 en hoewel we onder politie-escorte naar het trainingscomplex werden gevoerd, duurde het ruim twee uur voor we er aankwamen. Supporters dansten op hun auto’s en verbrandden de geel-zwarte vlag van Al-Nassr.

Na gewonnen wedstrijden is het tevens de gewoonte dat prinsen je uitnodigen om bij hen te komen tafelen. Vóór Aad en ik de eerste keer op visite gingen, vertelde prins Nawaf ons om ons te oriënteren op de lichtmasten. Wij veronderstelden dat zijn paleisje in de buurt van een voetbalstadion gebouwd was, maar hij bleek een eigen voetbalveld in zijn tuin te hebben liggen. Inclusief lichtmasten, sterk genoeg om internationale wedstrijden af te werken.

Vrouwen mogen de wedstrijden niet bijwonen, maar toch zijn de meeste op de hoogte van de ontwikkelingen in het voetbal. Zo moesten we vaststellen dat in een praatprogramma met onze prins de meeste vragen door vrouwen werden gesteld. Waarschijnlijk is voetbal kijken een van de weinige opwindende bezigheden in hun weinig benijdenswaardig leven. Vrouwen worden in Saudi-Arabië namelijk beschouwd als geschenken van Allah aan de man. Angstvallig worden ze dan ook afgeschermd van de buitenwereld. Keek je tien jaar geleden een getrouwde vrouw in de ogen, dan kon je dit op vijftig stokslagen te staan komen. Buiten het feit dat ze niet mogen autorijden, mogen ze zelfs niet op restaurant zonder begeleiding. Begeleiding van hun man uiteraard. Gelukkig voor ons zijn er ook compounds. Dit zijn gesloten gemeenschappen waar Europese mensen redelijk vrijuit kunnen leven.

Van de aanslag die in een van die compounds werd gepleegd, werden wij telefonisch op de hoogte gebracht, met de raad om absoluut niet buiten te gaan. De hele nacht door waren er arrestaties en hoorde je helikopters vliegen. Ik ben er nadien met de wagen langsgereden en het zag er verschrikkelijk uit. Het dodencijfer dat doorgegeven werd, geeft volgens mij de realiteit niet weer. Het zal veel hoger liggen.

Ook neen bestaat niet in Saudi-Arabië. Op elke vraag of eis die je stelt, volgt steevast : Inch’allah, of alsAllahhetwil. BoukraInch’allah,morgenalsAllahhetwil, is het levensadagium van de gemiddelde Arabier. Vraag niet wat het morgen zijn zal, het is toch Allah die beslist. Een levensfilosofie die niet alleen zijn nadelen heeft : agressie bestaat hier nauwelijks. Een verkeersongeluk wordt in alle rust, meestal in het midden van de weg, in onderling overleg opgelost.

Elke ploeg heeft drie buitenlandse spelers, vaak van Afrikaanse origine, want als Europeaan is het bijna onmogelijk om de hitte te verdragen. De temperatuur stijgt geregeld boven de 45 graden. Onze buitenlanders zijn PatrickSuffo, Kameroens international, CebyBadra, kapitein van de nationale ploeg van Ivoorkust, en AndreiKanchelskis, voormalig speler van onder andere Manchester United.

Vaak speel ik schaak tegen Andrei. Alsof GaryKasparov speelt tegen JosWouters uit Hoogstraten. Zoals wel vaker gebeurt als je altijd verliest, koester ik de olympische gedachte dat deelnemen belangrijker is dan winnen. Maar laatst gebeurde echter het onwaarschijnlijke : ik won. Dat brengt de stand waarschijnlijk op 1-112. Maar whocares. Je bent maar zo sterk als je laatste wedstrijd. Ook in schaak.

door Jan Van Winckel

Tijdens de rust kwam wel een vijftal prinsen binnen om hun idee over de partij te geven.Nog voor de competitie goed een maand oud was, waren er al zes ontslagen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content