In Sint-Truiden werd de nederlaag tegen Genk uitgelegd als een overwinning. Of wat had u gedacht ?

Als er een goed moment was, dan wel nu. Bij Genk liep het na de 1-5 tegen Standard dun door de broek; Sint-Truiden wist zich na de 5-2 tegen Club Brugge de week daarvoor klaar voor de eerste overwinning aller tijden thuis tegen Genk.

PeterDelorge : “We wilden zó graag een overwinning tegen Genk aan de supporters geven. Je zag echt die gretigheid op de gezichten. Ik voelde het ook van in het begin : hier zit iets in. We wisten dat we ons favoriete spel konden spelen als we vroeg scoorden, want dan komt er meer ruimte voor onze spitsen en kunnen we Mbonabucya diep sturen.”

Sint-Truiden startte vrijdag dan ook furieus tegen Genk en kreeg meteen enkele doelkansen.

Delorge : “Ging die eerste bal erin, dan hadden wij zeker gewonnen. Nu was het zoeken en zoeken in plaats van rustig voetballen. In de tweede helft zetten we constant druk en moest Genk ontzetten met hoge ballen. Dat wil toch zeggen dat wij vrij goed bezig waren. We wisten dat ze de deuren niet meer gingen open zetten zoals ze tegen Standard hadden gedaan. Maar zó voetballen, dat hadden we niet verwacht. Dat dan toch een verdienste van ons, dat ze hier al zó komen voetballen. Alleen lees ik in de kranten dat zij de overwinning ook verdienen. Kijk, dat kan ik dus niet begrijpen. Wij moesten op geen enkele positie voor hen onderdoen. Genk is twee keer voor onze goal gekomen : één keer schoot Sonck over en de tweede keer was het binnen. Ze hebben voor de rest meer ballen over de tribune getrapt dan in het veld.”

Kortom, groots was ze niet, de zelfverklaarde moeder van alle derby’s.

JackyMathijssen : “Daarvoor zaten de omstandigheden, de staat van het terrein, niet mee. We weten dat we een aantal stations nodig hebben om gevaar te creëren. Als je dan telkens één of twee controles nodig hebt, kunnen zij dat blijven belopen. Snel, simpel, hard inspelen, uitdraaien, verleggen : het ging moeilijk. Zij hebben voorin torens waar ze alle ballen heen kunnen trappen en dat was dé oplossing voor het harde veld. Alleen : wij kunnen dat niet. Ik heb het hier al een aantal keren aangekaart, maar we hebben er eenvoudig de mogelijkheden niet voor. Maar je weet dat het een lacune is in je kern, dus we zijn wel aan het zoeken. Positief tegen Genk was in ieder geval dat we onze concentratie niet verloren. Tot dat ene fatale moment helaas.”

Het moment waarop de pas ingevallen Suzuki bij zijn eerste balcontact vanop rechts de perfecte voorzet gaf op Sonck, die knap controleerde, Belic omspeelde en de bal binnen schoof.

ThomasCaers, linksachter van Sint-Truiden : “Maar ik denk niet dat die voorzet de basis van het doelpunt was, dus verantwoordelijk voel ik me helemaal niet. We hadden namelijk ook net BramVangeel gewisseld voor Mitrovic en met Bram heb ik een hele goeie verstandhouding op verdedigend vlak; met Mitrovic is dat iets minder. Ja, ze hebben het bij Genk tactisch goed aangepakt en dat heeft de wedstrijd geen goed gedaan. Wij probeerden wel altijd te vóetballen, terwijl het nu Genk was dat kick and rush speelde. Ons veld is klein en Genk hiéld het ook goed klein : ze lieten ons achterin aan de bal komen, sloten goed aan op onze spitsen. Ons krachtvoetbal van vroegere jaren had ons vrijdag misschien meer opgeleverd, maar ik vind : die één of twee keer dat het veld slecht ligt, verlies je daar misschien mee, maar al die andere keren zal het toch in ons voordeel zijn. Dat het nu uitgerekend tegen Genk was dat we verloren, maakt de pil wel bitterder. Hadden we het eerste kwartier gescoord, dan was er misschien nog een aframmeling gevolgd. Gemiddeld maken we bijna drie doelpunten per wedstrijd, maar dat wordt misschien wel wat te veel benadrukt, want verdedigend en qua organisatie doen wij het ook niet slecht. Als we tegen Genk dat scoringsgemiddelde aangehouden hadden, dan…”

… dan had Désiré Mbonabucya er zeker eentje ingeprikt. Sint-Truidens Rwandees zit aan tien treffers dit seizoen en speelde al in de achtste minuut op de flank Vangeel aan, die voorzette naar Pereira, maar de Braziliaan frommelde de bal naast de goal. Zelf zag Mbonabucya gedurende de wedstrijd het doel niet van dichtbij.

Désiré Mbonabucya : ” Tomasic, Soley, Zokora, Roumani : ze bleven allemaal op één lijn spelen, dus het was aartsmoeilijk om daar door te raken. Als je de bal kreeg, stonden ze meteen in je rug. Ze waren niet echt harder dan ons, ze hadden gewoon het geluk dat het terrein heel erg slecht lag. Op een goed veld kan je acties maken, maar hier lukte dat niet. Hoeveel kansen heb ik uiteindelijk gekregen tegen Genk ? Geen enkele. Ik kreeg vaak de bal met een tegenstander in de rug, maar als ik dan probeerde weg te draaien, gleed ik weg en kon ik de bal niet meer controleren. Je kon haast niks anders dan terugleggen.

“Vorig seizoen kreeg je altijd kansen; dit jaar is dat veel minder, voel ik. Het is anders geworden. Alle verdedigers kennen nu ons systeem en proberen ons op te sluiten. Daarom kom ik minder aan scoren toe, maar het systeem blijft goed, want als ik geen kansen krijg, dan zijn er anderen die dat wel krijgen. Ik was wel verbaasd dat Genk uitverdedigde met lange ballen. Wij probeerden nog te voetballen, maar zij deden dat niet. Als ik zie hoe Brugge en Anderlecht tegen ons speelden, dat is toch iets anders. Als het veld er woensdag voor de beker tegen Lierse ook zo bijligt, zullen we het tegen hen ook moeilijk krijgen.”

STVV mag dan wel de Limburgse krachtmeeting hebben verloren, Genk moet zich geen illusies maken.

Thomas Caers : “Vroeger was het altijd het grote Genk tegen het kleine Sint-Truiden. Nu is dat enkel qua accommodatie zo. En ook dat komt in orde ! Kijk, als je vroeger niet won, was het van : we moesten de wet van de sterkste ondergaan. Nu wij hoger staan, is de ontgoocheling des te groter als je verliest, want we hoeven op dit moment eigenlijk voor geen enkele ploeg onder te doen. Ik denk dat Genk alleen op het scorebord gewonnen heeft : wij probeerden het spel te maken, wij hebben heel Limburg laten zien dat we de best voetballende ploeg zijn, dat wij de ploeg met het meeste lef zijn, terwijl zij afwachtten. Maar ze hebben het wel perfect uitgespeeld, dat wel.”

Peter Delorge : “We staan op eenendertig punten, stel dat we er straks vierendertig hebben bij de winterstop, dan zitten we al aan evenveel als vorig seizoen. De laatste twee jaar heeft Sint-Truiden bovendien bewezen dat het méér kan. We kunnen wel degelijk goed voetballen, dus we hebben onze plaats in de top zeker niet gestolen. Qua conditie denk ik dat wij heel goed in orde zijn, dat zal na de winterstop zeker het probleem niet zijn. Bovendien is er heel veel aandacht aan besteed om ons zo te laten voetballen, dus ik zie ons een goede tweede ronde spelen. Hoever we precies raken… als we zo voortdoen, wordt het… een héél mooie positie.”

Désiré Mbonabucya : “De trainer heeft er hier veel discipline in gebracht en vertrouwen gegeven. Na een nederlaag bijvoorbeeld, praat hij met spelers apart om een oplossing te vinden voor de problemen. Dat is het verschil met vroeger, denk ik, dat deze trainer dicht bij de spelers staat, maar wel zelf zegt wat en hoe we het gaan doen, terwijl vroeger de spelers meer zeiden wat ze wilden doen. Daarom zullen we ook na de winterstop goed blijven spelen.”

Jacky Mathijssen : “Laat ons niet overdrijven : dit kost ons uiteindelijk geen positie, hé. Zoals we al vaker gezegd hebben : we stellen het gewoon uit.”

door Raoul De Groote

‘Genk heeft meer ballen over de tribune getrapt dan in het veld.’

‘Als we zo voortdoen, eindigen we op een héél mooie positie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content