CédricRoussel werd vorig seizoen topschutter met 22 doelpunten. Toch is het NenadJestrovic die in bijna alle voorbeschouwende lijstjes met voorsprong dit seizoen als topschutter wordt verwacht.

Hallo, Cédric Roussel ? “Hallo, ja ? Ach, ik trek mij dat niet zo aan. Jestrovic heeft vorig seizoen een goeie tweede ronde gespeeld, misschien dat ze daarom hem de voorkeur geven. Ze zeggen wel dat hij het was geworden als hij er de eerste ronde had gestaan, maar topschutter zijn, vind ik, is ook regelmatig zijn. Nu zijn er wel meerdere kandidaten met Kaklamanos, Bangoura, spelers van Brugge en zo, maar Jestrovic is voor mij toch ook de favoriet. Hij zit in een goeie ploeg, waar hij goeie voorzetten zal krijgen. Ik zal er weer voor strijden, maar ik vind het niet erg als het mij geen tweede keer lukt. Voor mij is mijn droom, topschutter worden in België, al gerealiseerd. Maar ik zal hier bij Genk meer kansen krijgen dan bij Bergen, waar ik er maar één of twee per wedstrijd kreeg. Genk speelt offensiever, dus dat sterkt mijn vertrouwen. Met Thijs, Beslija, Ingrao, Daerden, Janssen, noem maar op, zijn er bovendien spelers genoeg die een goeie voorzet kunnen geven.”

Dit seizoen, vindt Roussel, is de uitdaging voor hem vooral een betere, completere voetballer te worden. “Ik zal hier nog meer kunnen evolueren. Bergen, dat was duels, koppen, als pivot dienen ; hier zal ik de bal meer in de voet moeten leren vragen. Zo heb ik altijd al willen spelen en met beide voeten heb ik nochtans altijd al kunnen voetballen. Maar omdat ze bij Bergen geen tweede aanvaller hadden om mee samen te spelen, hebben ze daar dus niet van kunnen profiteren. Vorig jaar stond ik er daar alleen voor ; nu moet ik de automatismen zien te vinden met de anderen. De bal zonder nadenken links of rechts vragen en elke bal raken, ook dat is anders. Dat kon ginder, ik was toch de enige, maar nu kan ik niet zomaar de kant op lopen die ik wil. Net zoals ik ook moet leren niet met twee tegelijk de bal te vragen. Als de ene vraagt, moet de andere gaan en omgekeerd. Maar van Kevin(Vandenbergh, nvdr) en mij verlangt de trainer precies hetzelfde, want behalve onze lengte ziet hij ons een beetje hetzelfde spelen : goed voor doel, passen, bal bijhouden…”

Hoe goed de conditie daarvoor moet zijn, deed Roussel toch wel even in de haren krabben. “Ballen vragen in de diepte of afhaken naar het middenveld : dat vergt wel meer loopwerk. Dat heeft mij toch wat verrast in het begin, omdat men vaak zegt dat spitsen bij grote ploegen niet zoveel moeten lopen. Maar nu heb ik dus gemerkt dat dat niet zo is ( lacht).”

Fysiek klaar en ingespeeld was Roussel, die pas drie weken met Genk traint, dus nog niet helemaal om op Brugge al aan de aftrap te staan. “Dus het was beter dat ik op de bank zat, maar ik was wel blij dat ik toch nog een halfuur heb kunnen spelen. Volgend weekend, tegen Charleroi, moet ik er kunnen staan.”

door Raoul De Groote

‘Jestrovic is ook mijn favoriet als topschutter.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content