VERSLAAFD AAN DE PASS

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Met koploper Zulte Waregem neemt assistkoning Onur Kaya het zondag op tegen Anderlecht, de ploeg waar hij opgeleid werd. ‘Ik was te klein, zoals Dries Mertens en Sven Kums, maar dat zijn toch geen slechte voetballers?’

Vista en techniek, de ideale combinatie om een beslissende pass te geven: Onur Kaya heeft het. Sinds hij profvoetballer is, zorgde Kaya al voor meer dan 50 assists. De kleine middenvelder (1m66, 66 kg) van Zulte Waregem heeft zijn favoriete slachtoffers. Een pass van hem mondde al zes keer uit in een doelpunt tegen KV Mechelen, al vijf keer tegen Lokeren en al vier keer tegen Oostende en Moeskroen. In totaal lieten al 25 ploegen zich verrassen door zijn kunst om een aanvaller in de ideale positie voor doel te brengen.

Die cijfers hadden bovendien nog mooier kunnen zijn. ‘Tijdens de vijf seizoenen dat ik in Nederland voetbalde, speelde ik voor de verdediging. Ook in mijn eerste seizoen bij Charleroi stond ik op die positie, waarin het uiteraard veel moeilijker is om een assist te geven.’

GEEN GOALGETTER

Waarom bleef je niet als verdedigende middenvelder voetballen?

ONUR KAYA: ‘In Nederland kon ik voor de verdediging spelen. Daar was mijn kleine gestalte niet echt een handicap omdat het voetbal er fysiek niet zo zwaar is. Spelers met een goede balbehandeling voetballen er wel vaker op die positie. In België lukt dat niet. Hier heb je lengte, stevigheid en agressiviteit nodig als verdedigende middenvelder.’

Ondertussen kennen de tegenstanders je manier van spelen en je trucjes al. Toch blijf je volop assists geven. Hoe verklaar je het dat ze blijkbaar geen oplossing vinden om jou af te stoppen?

KAYA: ‘Dat is blijkbaar niet zo gemakkelijk. (lachje) Ik concentreer me op wat ik het best kan. Je moet mij niet vragen om elke wedstrijd tien kopbalduels te winnen, dat is niet mijn ding. Je moet mij evenmin vragen om veel te scoren, dat lukt mij ook niet. Ik ben nooit een doelpuntenmaker geweest. Dat vind ik wel jammer, want ik zou graag wat efficiënter zijn voor doel. Het is vooral een kwestie van positie kiezen. Als de bal van rechts komt, bijvoorbeeld, zou ik naar binnen moeten komen om van daaruit gevaarlijk te zijn. Maar goed, als ik dat doe, ben ik misschien minder efficiënt in het aanbrengen van goals. Op mijn dertigste zal ik het trouwens niet meer leren om een goalgetter te worden.’

Wat is de kunst van een assist? Is het de kunst om ruimte te creëren? De precisie van de pass? De kunst om je rechtstreekse tegenstander uit te schakelen en binnen een seconde een splijtende pass te versturen?

KAYA: ‘Een combinatie van al die dingen. En je vergeet nog iets: de kunst om over ploegmaats te beschikken die de bal erin trappen. (lacht) Je mag nog zo veel goede voorzetten trappen, het aantal assists zal niet toenemen als de anderen er geen gebruik van maken. Het is dus ook een kwestie van synchronisatie. De aanvaller moet op het juiste moment vertrekken, niet te vroeg en niet te laat. Bij Zulte Waregem loopt dat uitstekend momenteel. We hebben spelers met lengte én de juiste timing. Vooral bij stilstaande fases is dat een enorm voordeel. Ik weet perfect waar en hoe ik de bal moet trappen. En wat ik met rechts doe, kan Brian Hamalainen met links.’

Waar voel je je het meest op je gemak, centraal of op de flank?

KAYA: ‘Dat maakt me niet uit, maar als het op de flank is, dan wel op de linkerflank. Op rechts voetballen is niets voor mij. Ik ben niet het type voetballer dat de flank afdweilt om dan voor te zetten. Ik voel me dit seizoen perfect gelukkig op links en vorig seizoen voelde ik me goed als nummer 10. Ook op die positie gaf ik veel assists.’

MESSI ALS REFERENTIE

Wie is de absolute referentie als het op assists geven aankomt?

KAYA: ‘Lionel Messi natuurlijk. Het is fantastisch om te zien welke doelpunten hij aanbrengt. Hij weet zich omringd door sublieme voetballers, maar dan nog moet je in staat zijn om de bal op het juiste moment op de juiste plaats te bezorgen. Hoe hij dat doet? Vraag dat aan God, die heeft hem geschapen.’

Wat vind je van de andere jongens die bovenaan staan in het klassement van de meeste assists, mannen als Stef Peeters, Hervé Kage, Danijel Milicevic en Alejandro Pozuelo?

KAYA: ‘Kagé heeft zich dit seizoen heel goed ontwikkeld. Hij openbaart zich als iemand die een beslissende pass kan geven en hij maakt ook gemakkelijk een doelpunt. Pozuelo vind ik een superspeler, heel mooi om naar te kijken, altijd betrokken in de acties. Milicevic ken ik heel goed, want we hebben samen gespeeld. Hij heeft uitstekende voeten. Peeters heeft een geweldige linker. Hij is een echte linksvoetige met alles wat daarbij hoort. Een linksvoetige voetbalt stijlvoller en geeft de bal een ander traject mee. Kortom, een linksvoetige heeft meer klasse. Neem bijvoorbeeld Aleksandar Kolarov (de linksachter van Manchester City, nvdr), wat een prachtige voetballer om naar te kijken. Het geeft een andere dimensie om hem tegen een bal te zien trappen.’

Terug naar jou. Merk je soms dat tegenstrevers een plannetje anti-Kaya hebben?

KAYA: ‘Nee, geen enkele ploeg pakt uit met een individuele dekking op mij. Ik merk wel meer en meer teams die anticiperen als ze tegen ons moeten voetballen. Tegen Club Brugge, bijvoorbeeld, konden we niet meer spelen zoals we dat in andere wedstrijden deden. Ze stelden zich beter op, voetbalden intelligenter. Het is normaal dat ze ons beginnen te kennen. Daardoor heb ik niet meer dezelfde vrijheid als voordien, net zoals Mbaye Leye vooraan minder ruimte heeft. Ik zie geregeld verdedigers dichter bij hem sluipen wanneer de bal in mijn zone komt. Ze beseffen immers dat ik hem zal zoeken. Daarom proberen we variatie in ons spel te brengen en we slagen daar aardig in. Kijk maar naar de rangschikking. Er zullen altijd bepaalde fases zijn waaruit je je voordeel haalt. Voetbal is een sport van momenten. Als een tegenstander enkele tellen niet bij de les is, kan je dat uitbuiten.’

Speel je Mbaye Leye op dezelfde manier aan als andere spelers?

KAYA: ‘Mbaye heeft graag dat ik hem in de lucht aanspeel. Ook Christophe Lepoint kan met het hoofd voor gevaar zorgen. Lukas Lerager voetbalt anders, hij infiltreert meer. Algemeen gesproken zijn we een ploeg die probeert verzorgd te voetballen. We beschikken niet over enorm veel snelheid in het team, we hebben dus niet de jongens om countervoetbal te spelen.’

ANDERLECHT

Met wie vormde je het beste duo ooit?

KAYA: ‘Met Leye. Hij is niet meer zo snel als vroeger – dat is normaal op zijn 34e en na een knieoperatie – maar zijn positiespel en voetbalintelligentie zijn nog dezelfde als vroeger. Hij vertrekt op het juiste moment en wie er hem ook verdedigt, kopbalduels wint hij nagenoeg altijd. Bij Charleroi klikte het ook met David Pollet. In de lucht is Pollet niet zo sterk als Leye, maar hij is sneller en zoekt vaker de diepte op. Nu, de omstandigheden zijn compleet verschillend. Bij Charleroi kregen we veel meer ruimte dan nu bij Zulte Waregem. Tegenstanders wachten ons op en zetten achteraan alles muurvast. Het respect voor ons neemt toe.’

Kunnen jullie dit klassement behouden? Kunnen jullie, anders gezegd, kampioen worden?

KAYA: ‘Het is nog veel te vroeg om daar een zinnig antwoord op te geven. Niemand bij Zulte Waregem praat over de titel. Ons doel is play-off 1 bereiken en daarin beter doen dan vorig seizoen.’

Hetzelfde parcours neerzetten als tijdens het seizoen 2012/13, meedoen voor de titel tot de laatste wedstrijd, is dat mogelijk met deze ploeg? Of is het een utopie? Jullie hebben geen sterspelers zoals destijds wel het geval was met Thorgan Hazard en Júnior Malanda.

KAYA: ‘Als vervanger voor Malanda beschikken we over Soualiho Meïté. Maar een Hazard, iemand die de bal kan onderscheppen en op weg naar een doelpunt vier, vijf spelers uitschakelt, hebben we niet meer. Maar hoeveel heb je er zo in België? Eén of twee en dan zijn we uitgepraat. Met deze ploeg moeten we het meer van het collectief hebben.’

Zondag komt Anderlecht op bezoek. Je bent daar opgeleid. Wordt het een speciale wedstrijd voor jou?

KAYA: ‘Niet specialer dan een wedstrijd tegen Charleroi, waar ik ook speelde. Ik woon nog altijd in Anderlecht, maar voor de rest zie ik niet in waarom het anders zou zijn. Of misschien toch, want Anderlecht is ook een ploeg die het spel wil maken, die wil voetballen. Daarom is het aangenamer voetballen tegen Anderlecht dan tegen een ploeg die een muur optrekt.’

Heb je er lang van gedroomd om ooit in de eerste ploeg van Anderlecht te staan?

KAYA: ‘Het is evident dat ik daarvan gedroomd heb. Daar ga ik niet om liegen. Als jonge kerel zag ik Marc Degryse en Luc Nilis aan het werk. Anderlecht had een fantastisch elftal dat elke Belgische tegenstander zoek speelde. Ik heb er geen spijt van dat ik bij de jeugd van Anderlecht voetbalde. Aanvankelijk was ik boos dat ze niet in mij geloofden, maar nu breek ik mijn hoofd niet meer over het waarom. Ik was zogezegd te klein, zoals Dries Mertens en Sven Kums, maar dat zijn toch geen slechte voetballers, wel? Mocht ik groter geweest zijn, dan was ik waarschijnlijk sterker in de duels en beter met het hoofd, maar zou ik dan zo snel geweest zijn als nu? Toen ik 15 jaar was, zag Vitesse potentieel in mij en ben ik vertrokken.’

DE JUISTE KEUZES

Heb je spijt van bepaalde beslissingen in je carrière?

KAYA: ‘Meestal maakte ik de juiste keuze, vind ik. Anderlecht verlaten en naar Nederland trekken om er zelfstandig te worden in een land waar ik noch de mensen noch de taal kende, was een goed idee. Ik heb evenmin spijt van mijn transfer naar Charleroi en zeker niet van mijn overstap naar Zulte Waregem. De enige foute keuze die ik maakte, was Lokeren.’

Je haalde onlangs zwaar uit naar Peter Maes.

KAYA: ‘Helemaal niet. Er werd mij gevraagd wat ik van hem geleerd had. Ik heb daar eerlijk op geantwoord: ‘Niets.’ Dat is toch niet zwaar uithalen naar iemand? Dat ene zinnetje werd zo uitvergroot, maar in wezen heb ik niets slechts gezegd. Als jij je bedrijf verlaat en er wordt je gevraagd wat je van je baas opgestoken hebt, dan ga je toch niets verzinnen als die baas jou niets geleerd heeft? Ik heb helemaal geen rekening willen vereffenen met Maes, alleen begreep ik niet waarom hij me plots niet meer opstelde.’

DOOR PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Het is evident dat ik vroeger droomde van een basisplaats bij Anderlecht.’ – ONUR KAYA

‘Dat ene zinnetje – dat ik niets geleerd heb van Peter Maes – werd uitvergroot, maar in wezen heb ik niets slechts gezegd.’ – ONUR KAYA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content