Zlatan Ibrahimovic is bij Juventus op weg naar het absolute sterrendom maar eerst moet hij nog een beetje minder egoïst worden.

Behoorlijk kwaad was Juventustrainer Fabio Capello ondanks de 3-0-zege van zijn team tegen Rapid Wien. Ontstemd was ook Alessandro Del Piero, die na de rust Zlatan Ibrahimovic een assist aanbood die niet benut werd en vervolgens zelf een paar keer vrijstaand genegeerd werd toen de Zweed zelfzuchtig zijn eigen kans ging. Niet dat het Ibrahimovic allemaal veel kon schelen. Tenslotte had Juventus makkelijk met 3-0 gewonnen. Zelf lukte hij vijf minuten voor tijd zijn eerste Champions Leaguegoal voor Juve.

Natuurlijk wist hij wie Capello bedoelde toen de trainer het egoïstische gedrag van enkele spelers aan de kaak stelde. In het vervolg zou hij meer aan het team denken en minder aan zichzelf, nam hij zich in een spontane reactie voor. Maar Ibrahimovic kan alleen maar zichzelf zijn. Liefst maakt hij mooie acties en scoort hij ook nog eens. Met die goal tegen Rapid, de eerste treffer in een officiële match sinds zijn competitiegoal tegen Parma op 15 mei, viel een zware last van zijn schouders. Want een aanvaller moet, ook in zijn ogen, scoren.

Een echte afwerker was Ibrahimovic nooit. Bij Ajax rekende men uit dat de Zweed goed was voor één goal per twee wedstrijden, bij Juventus daalde dat tot één goal per drie wedstrijden. Erg is dat niet, omdat Juve met David Trezeguet al een echte doelpuntenmachine heeft die complementair is aan de Zweed. De meeste druk op Ibrahimovic (die op 3 oktober 24 jaar werd) legt hij zichzelf op.

Leren van Van Basten

Al in zijn jonge jaren toonde hij zich afwisselend een wervelende, bijna geniale voetballer, soms briesend van woede, dan weer twijfelend aan zichzelf. Een hooligan op voetbalschoenen, werd hij in de Zweedse pers genoemd, “met een ego zo groot als de Zweedse hoofdstad Stockholm.”

Johnny Gyllensjö, eerste trainer van Zlatan Ibrahimovic bij de jeugd van FF Malmö, herinnert zich nog hoe Ibrahimovic op zijn vijftiende op een dag naar hem toe stapte. Hij wilde weg bij Malmö, terug naar zijn oude, kleine club. Bij de jeugd ging toen alle aandacht naar Tony Flygare, die samen met Ibrahimovic opgroeide in Malmö’s migrantenwijk Rosengarden en debuteerde bij FC Balkan. Op dat moment werd Flygare, uitblinker bij de nationale jeugdploegen, bestempeld als de nieuwe hoop van Zweden. Dat alle aandacht naar zijn jeugdvriend ging, stak Ibrahimovic, die begon te denken dat hij misschien niet goed genoeg was. Gyllensjö overtuigde hem dat hij wél de kwaliteiten had om prof te worden, maar hard moest blijven werken en nooit opgeven. De volgende dag stond Ibrahimovic tot grote opluchting van Gyllensjö weer op training. Het keerpunt was het seizoen waarin Malmö voor het eerst in de clubgeschiedenis degradeerde. Toen kreeg Ibrahimovic op het einde van het seizoen zijjn kans in plaats van de falende Flygare.

Terwijl zijn jeugdvriend na een sterk debuut in de anonimiteit verdween, groeide Ibrahimovic in eigen land uit tot een cultvoetballer. Nog voor zijn vertrek naar het buitenland noemde de Zweedse bondscoach Lars Lagerbäck hem in 2002 “het grootste talent dat ik ooit gezien heb.”

Toch vroeg in 2001 in Nederland iedereen zich af waarom Ajax 8,5 miljoen euro betaalde voor een licht ontvlambaar talent met amper veertien competitiewedstrijden in de (Zweedse) eerste klasse in de benen. In die eerste zes maanden in Nederland kwijnde de Zweed weg, hij voelde zich vaak eenzaam maar hij pikte snel op wat van hem verwacht werd. Op het EK 2004 maakte hij tegen Italië flink wat indruk, zodat het niemand verbaasde dat Juventus één dag voor het verstrijken van de transferperiode 16 miljoen euro betaalde. Juventus’ nieuwe trainer Capello wilde de Zweed al bij AS Roma, maar dat had toen al geen geld meer.

Door blessures van Trezeguet en Del Piero kwam Ibrahimovic vroeger dan verwacht aan spelen toe. Een aanpassingsjaar had de Zweed niet nodig. Ibrahimovic haalde meteen een hoog rendement, deelde eerst assists uit, scoorde later ook zelf en kreeg toen iedereen weer fit was van Capello de voorkeur op Del Piero.

Ook dit seizoen blijft Del Piero aan de kant ten voordele van Ibrahimovic, die uit respect voor zijn Bosnische vader sinds vorig jaar weer met de naam ‘Ibrahimovic’ op de trui voetbalt in plaats van met ‘Zlatan’. Voor een paar weken toonde trainer Capello hem videobeelden uit Marco van Bastens gloriejaren bij Milan. Kijken en leren, luidde de boodschap. Maar nu al wil Juventus het liefst Ibrahimovic’ tot 2008 lopend contract openbreken. Want hoewel op het veld vaak te egoïstisch ingesteld, koppelt hij rendement aan een hoge amusementswaarde. Zo omschreef de Zweedse schrijver Björn Ranelid zijn kunstjes ooit als “niet bestaande bewegingen, uitgevoerd als jazzvariaties.” l

GEERT FOUTRé

DE MEESTE DRUK OP IBRAHIMOVIC LEGT HIJ ZICHZELF OP.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content