Sport/Voetbalmagazine heeft zeven portretten van zogenaamde floptransfers op een rijtje gezet. Met daarbij een analyse van de redenen van hun respectieve mislukken.

Als beloftevolle jongere krijg je nog veel krediet, maar zodra je een bepaalde leeftijd hebt bereikt, wordt het voordeel van de twijfel ingeruild voor spijkerharde kritiek.” Jean-FrançoisRémy, assistent-trainer van de Belgische beloften, vat mooi samen hoe het er voor deze zeven jongens aan toegegaan is. Allemaal hebben ze hun glorieperiode gekend. Sommigen pakten de landstitel, wonnen de beker, werden geselecteerd voor de Rode Duivels en hun naam werd meer dan eens genoemd bij Belgische topclubs. Uiteindelijk moesten ze evenwel vrede nemen met een rol als invaller, een plaats in een kleinere ploeg of zijn ze zelfs werkloos. Opeenvolging van blessures, foute keuzes, geen kansen gekregen of niet de juiste ingesteldheid om het als profvoetballer te maken. Elk heeft zo zijn verhaal.

Joeri Dequevy – STVV

“Hij is op het mentale vlak echt te zwak”, weet Gunter Thiebaut nadat hij bij Lierse met Dequevy samen speelde. “Hij heeft nochtans alles om het te maken”, vervolgt Stefaan Tanghe, zijn voormalige ploegmaat bij Roeselare. “Op technisch vlak steekt hij er ontegensprekelijk boven uit. Ook zijn snelheid, vista en koelbloedigheid voor doel zijn overduidelijke troeven. Jammer genoeg geeft hij zich nooit voor de volle honderd procent op training.”

Hij kreeg zijn opleiding bij Anderlecht, werd daar doorgestuurd wegens te klein, maar na een prachtseizoen met Roeselare wilde paars-wit hem terug. En ook Standard toonde interesse. “Dennis van Wijk, mijn coach op Schiervelde, is de enige die wist hoe hij me moest aanpakken en hoe hij mijn potentieel ten volle tot uiting kon laten komen”, legt Joeri Dequevy zelf uit. Na zijn schitterende seizoen 2009/10 heeft Dequevy de mogelijkheid om naar Standard te gaan, maar club en speler komen niet tot een financieel akkoord. Hij kiest uiteindelijk voor Lierse, een keuze die hij zich nog zal beklagen. “Ik was meer met geld bezig dan met mijn sportieve toekomst. Daardoor belandde ik in een club zonder structuur.”

“Lierse had nochtans een verstandige keuze kunnen zijn,” vindt Gonzague Van Dooren, “ware het niet dat Joeri hier aankwam alsof hij niets meer te bewijzen had.” Dequevy doet het dan ook niet goed op het Lisp. Hij verliest daardoor zijn zelfvertrouwen en dat is duidelijk merkbaar op en naast het terrein. “Voetbal was niet langer het belangrijkste in mijn leven”, geeft Dequevy toe. “Ik veegde overal mijn voeten aan en aanvaardde geen kritiek meer. Toen ik dan ook nog eens stevig begon uit te gaan, is het allemaal een beetje in de soep gedraaid.” De voorbije zomer deed Dequevy wat al langer nodig bleek: hij verliet Lierse. Hij kreeg er niet de omkadering die hij meende te verdienen en heeft sindsdien het etiket van moeilijke jongen opgekleefd gekregen. “Elke keer dat ik met een club ging onderhandelen, ging het gesprek over mijn moeilijke karakter”, legt hij zelf uit. “Alleen Guido Brepoels praatte meteen over voetbal. Hij wilde me er absoluut bij en ik heb dan ook geen seconde geaarzeld om een stap terug te zetten, zodat ik er daarna weer twee voorwaarts kan zetten.” Bij STVV komt Dequevy na twee jaren van kommer en kwel weer aan spelen toe. Kan hij na dit seizoen meteen weer hogerop? “Dat zal volledig van hem afhangen”, aldus Stefaan Tanghe.

Sinds zijn periode bij Anderlecht stapelt Mark De Man de blessures op. Door een nieuwe knieblessure staat hij nu ook al enige tijd niet meer op het veld bij zijn huidige club, vierdeklasser Veldwezelt. “Geblesseerd zijn, geopereerd worden en revalideren, om vervolgens weer geblesseerd uit te vallen”, zo vat een teleurgestelde De Manzijn carrière samen.

Die carrière begon nochtans goed voor de Leuvenaar. Hij wist zich een weg naar de basiself van Anderlecht te knokken. “Ik heb zelden een speler gezien die harder werkte dan Mark”, zegt Silvio Proto. “Hij wierp zich op als nuttig element voor het team. Mark is niet de grootste voetballer, maar hij wist zijn beperkingen goed te compenseren.” Het woord ‘nuttig’ past perfect bij de middenvelder die heel goed weet wat hij kan en niet kan. “Anderlecht was voor mij het hoogst haalbare. Ik heb er mijn mooiste jaren beleefd. Mensen vergeten het vaak, maar ik heb wel degelijk Champions League gespeeld, de landstitel behaald en ben geselecteerd geweest voor de Rode Duivels.”

Tussen al die blessures en het gebrek aan speelminuten door besliste De Man om Anderlecht te verlaten. “Zijn transfer naar Roda was nochtans niet de beste oplossing”, vindt ThomasChatelle. “Hij had zijn contract bij Anderlecht moeten verlengen.” Bij GBA, OHL en Kermt-Hasselt kwam er van voetballen niet veel in huis. “Na twee wedstrijden met GBA scheurde ik mijn voorste kruisband en van die klap ben ik nooit echt hersteld. Bij Leuven belandde ik dan weer op een moment dat de ploeg het perfect deed zonder mij.” Al die blessures hebben ervoor gezorgd dat De Mans carrière als profvoetballer niet helemaal uitdraaide zoals verwacht. “Hij heeft het door al die blessures mentaal heel erg zwaar”, bevestigt zijn voormalige ploegmaat bij OHL, Jordan Remacle.

“Ik vind niet dat Michaël zijn talent heeft verspild, hij heeft gewoon heel wat hindernissen op zijn weg gekregen”, aldus Alex Teklak die met Cordier bij La Louvière speelde. “Hij had nog een stuk dieper kunnen vallen na zijn passage bij Brussels.”

Na zijn uitstekende periode bij La Louvière nam de carrière van Michaël Cordier een onverwachte wending in het Edmond Machtensstadion. Cordier kon ook naar Standard en AA Gent, maar hij wilde spelen en koos daarom voor Brussels. “Hij had toen voor een grote club moeten kiezen”, vindt zijn vriend Silvio Proto. “Michaël heeft zonder twijfel meer talent dan ik, maar ik sta mentaal een stuk sterker. Ik denk dan ook dat zijn keuze voor Brussels hem deels door angst was ingegeven.”

Niemand had evenwel kunnen voorspellen dat zijn transfer naar Brussels zo zou uitdraaien. “Ik arriveerde bij Brussels met een gezonde dosis zelfvertrouwen, maar na een paar goede wedstrijden belandde ik plots op de bank”, vertelt een verbitterde Cordier. “Michaël heeft het hoofd toen een beetje laten hangen”, gaat zijn ex-Brusselsploegmaat Quantin Durieux verder. “De anciens van de spelersgroep wilden hem niet als doelman en dat heeft hem toch echt wel geraakt.” Het is vooral dankzij zijn selecties voor het Belgische belofteteam en zijn passage bij Anderlecht dat hij nu nog profvoetballer is. “Ik mag wel zeggen dat Anderlecht mijn redding was. Ik denk met plezier terug aan mijn tijd bij paars-wit, ook al had ik dan op iets meer speeltijd gehoopt.” Cordier zat vaak in de tribune als derde doelman en miste dan ook de wedstrijdbeleving waar elke voetballer naar snakt. “Ik weet dat hij op zulke momenten op zijn tanden moest bijten”, aldus Thomas Chatelle. “Het is ook omdat hij zo graag wil spelen dat hij naar Westerlo is getrokken.”

“Ik had nood aan een nieuwe uitdaging en Westerlo bood me de kans om weer vertrouwen te tanken”, legt KevinVandenbergh uit. Hij werd lange tijd beschouwd als een goaltjesdief, maar Vandenbergh werd beter en completer. “Bij KV Mechelen heeft hij geleerd om voor de ploeg te werken”, zegt Olivier Renard, ex-ploegmaat bij KVM. “Vroeger hoefde hij nooit mee te werken. Hij speelde in een 4-4-2 die hem op het lijf was geschreven. Kevin is een ouderwetse spits. Alleen vooraan spelen en tegenstanders dribbelen, dat moet je van hem niet verwachten.”

Zijn beste periode was die bij Racing Genk. Hij liep over van vertrouwen en speelde met maar één doel voor ogen: scoren! Vandenbergh gaf toe aan de lokroep van het buitenland en trok naar FC Utrecht. Een logische tussenstap op weg naar een echte topclub. “Kevin deed niets verkeerd”, weet Giuseppe Rossini, die vaak naast Vandenbergh de bank warm hield bij Utrecht. “Hij scoorde met de ogen dicht, maar paste gewoon niet in de plannen van de coach.”

Na zijn periode boven de Moerdijk zal de zoon van Erwin in België geen krediet meer krijgen. Was zijn manier van spelen nog wel geschikt voor het moderne voetbal? “Men zag me te vaak als een goaltjesdief en niets meer dan dat”, legt Vandenbergh het zelf uit. “Dat etiket heb ik destijds opgeplakt gekregen, maar ik ben ondertussen wel geëvolueerd. Ik speel nu veel meer in functie van het team, ook al word ik als spits natuurlijk afgerekend op het aantal doelpunten dat ik maak. Ik ben jarenlang te veel afhankelijk geweest van mijn goals. Gelukkig geloofde Eupen in mij en heb ik er mijn carrière opnieuw kunnen lanceren.”

Nochtans leek het er niet op dat hij nog in zichzelf geloofde toen hij opnieuw in de Jupiler Pro League kon aantreden. Zijn ploegmaats weerleggen die indruk. “Zijn imago van lastige jongen is niet meer dan een façade”, vindt Arnaud De Greef van Westerlo. “Kevin is een sympathieke kerel en een harde werker. Velen zullen nu wel denken dat zijn carrière in het slop zit omdat hij momenteel in de tweede klasse uitkomt, maar zijn spel is er alleen maar completer en volwassener op geworden.”

Van duurste transfer uit de Belgische eerste klasse naar werkloze profvoetballer. Dat is exact wat Koen Daerden is overkomen. “Ik ga er niet omheen draaien: mijn carrière is een opeenvolging van hoogtes en laagtes”, erkent een lichtjes verbitterde Daerden. “Mijn periode bij Genk staat voor eeuwig in mijn geheugen gegrift.” In die periode was Daerden ook simpelweg onstuitbaar. “Hij was gewoon een linkerflank op zichzelf”, herinnert Chatelle zich. “Alles veranderde toen hij bij Club Brugge voor lange tijd uit roulatie raakte. Sindsdien hebben we nooit meer de oude Daerden gezien.”

Hij werd voor vier miljoen euro naar Brugge getransfereerd en is tot op heden nog steeds de duurste inkomende transfer van een Belgische club. “Die gigantische transfersom bleek algauw een bijkomende druk te zijn. En nadien raakte ik ook nog eens geblesseerd. Nadat ik maar liefst zestien maanden langs de kant moest blijven heb ik mijn oude niveau nooit meer gehaald.”

Na Brugge ging hij zijn kansen beproeven bij Standard. Hij werd aangekondigd als dé inkomende transfer van de Rouches, maar ook dat avontuur draaide op een teleurstelling uit. “Ik kwam in volle crisis bij Standard. Laszlo Bölöni werd ontslagen en er heerste een enorm gespannen sfeer in de kleedkamer.” Ondanks de verschuivingen in het bestuur van Standard was er voor Daerden nooit echt plaats in de plannen van JoséRiga.

Daerden trok dan maar naar STVV. “Toen we voor het eerst samen trainden, zag ik meteen dat hij zijn plaats in eerste klasse waard was”, herinnert Vincent Euvrard zich. “Toch ging hij samen met de rest van de ploeg ten onder. Het voorbije jaar was een rampjaar voor de hele ploeg. We dachten dat Koen misschien het verschil kon maken, dat hij ons naar een hoger niveau zou kunnen tillen, maar dat bleek niet het geval. Dat was toch een beetje een teleurstelling.”

Ook na zijn terugkeer naar Standard bleek Daerden niet in de plannen van de trainer, RonJans, te passen. Hij werd zelfs vriendelijk verzocht zijn contract te verbreken. “Ik besefte onlangs dat ik van de verkeerde generatie deel uitmaak”, analyseert Daerden zijn eigen situatie. “Ik ben een ouderwetse linkerflank die drijft op zijn fysieke kwaliteiten. Tegenwoordig moet je vinnig, technisch sterk en snel zijn. Laat dat nu niet bepaald mijn troeven zijn.”

“De kern van zijn probleem zit hem in fysieke tekortkomingen”, vindt Gert Verheyen. Het voormalige Clubicoon legt uit: “Roelandts is niet snel, niet krachtig, heeft geen uitzonderlijk uithoudingsvermogen en kan zich niet doorzetten in duels. Daar komt nog eens bij dat hij best wel blessuregevoelig is.”

Nochtans deed Roelandts het in zijn Clubperiode erg goed. Hij leest het spel goed en heeft een goede pass in de voeten. Ondanks die troeven beslissen ze bij Club Brugge om hem op uitleenbasis naar GBA te laten gaan. Dat werd niks. “Hij achtte zich soms wat meer dan een ander omdat hij van Club kwam”, weet Sanharib Malki nog. “Hij leek te denken dat zijn verleden bij Club hem bij GBA zou helpen, maar dat was niet het geval. Als je niet werkt, verdien je nergens een plaats in de basis.”

Club deed geen moeite om Roelandts nog langer te houden en liet hem gratis naar Zulte Waregem gaan. “Die verandering van omgeving was exact wat hij nodig had”, weet toenmalige SVZW-doelman Geert De Vlieger. “Hij had nood aan een club waar hij zijn talent tentoon kon spreiden. Zulte Waregem was de ideale keuze voor hem en hij speelde er dan ook tal van geweldige wedstrijden als spelverdeler. Hij kon alleen nooit een echte constante in zijn prestaties leggen. Zijn carrière is er altijd een van hoogtes en laagtes geweest.”

Het seizoen 2010/11 werd met twee zware blessures een absoluut pechseizoen. Roelandts probeert zijn carrière te herlanceren bij OHL, maar ook dat draaide op niets uit. “Het team deed het goed zonder hem”, zegt Jordan Remacle. “Kevin is een goeie speler, maar hij heeft bij OHL nooit zijn niveau gehaald door de vele blessures waarmee hij moest afrekenen.” Toch hoopt Roelandts in de tweede klasse speelminuten bij Antwerp te krijgen. “Een promotie is het hoogst haalbare, lijkt me. Een topclub is immers te hoog gegrepen voor hem”, besluit Verheyen.

Landry Mulemo

“Anderlecht wilde Landry Mulemo als doublure voor OlivierDeschacht“, zegt Jean-François Rémy. “Wie weet hoe ver hij nu zou staan als hij voor Anderlecht had gekozen…”

Het hoge woord is eruit: Landry Mulemo had al veel verder kunnen staan als hij niet de foute keuze had gemaakt. “Naar Turkije trekken om bij Bucaspor te gaan spelen was het slechtste wat hij had kunnen doen”, vindt Olivier Renard. “Ik denk dat het feit dat Anderlecht hem uiteindelijk toch niet koos, een soort déclic bij hem heeft teweeggebracht.” Remy is een stuk strenger voor zijn voormalige poulain. “Hij is even van de radar verdwenen en dat maakte zijn terugkeer naar België er niet bepaald makkelijker op. Landry heeft twee jaar verloren door zijn keuze voor Bucaspor.”

Iedereen is het er evenwel over eens dat Mulemo de kwaliteiten heeft om het ver te schoppen. “Hij is heel explosief”, aldus zijn voormalige ploegmakker bij KV Kortrijk, MohamedMessoudi. “Hij is snel en wint zijn duels doorgaans erg makkelijk. Landry is een moderne flankverdediger die erg aanvallend speelt. Zijn kleine gestalte en blessuregevoeligheid zijn zijn enige twee minpunten.

“Het was niet zomaar dat hij voor het Belgische belofteteam werd geselecteerd”, verklaart Remy. “Hij lag in de weegschaal met SébastienPocognoli en uiteindelijk waren het details – zoals zijn overhaast inspelen bij de omschakeling – die de doorslag gaven. Toen hij terugkeerde naar België was hij een illusie armer. Dat heeft hem op het mentale vlak wel wat parten gespeeld.”

Zijn transfer naar Kortrijk was een stap achteruit, maar “het duo Mulemo-Oussalah was een van de beste linkerflanken van het land”, aldus Renard. “Als je ziet welke kwaliteiten hij bij de nationale beloften tentoonspreidde, zou je misschien meer van hem mogen verwachten”, vult Remy aan. “Hij heeft zijn potentieel nog niet ten volle kunnen benutten. Gelukkig is zijn carrière nog lang niet voorbij.”

DOOR ROMAIN VAN DER PLUYM – BEELDEN IMAGEGLOBE

Joeri Dequevy STVV – “Het is allemaal een beetje in de soep gedraaid.”

Mark De Man Veldwezelt – “Hij heeft het door al die blessures mentaal heel zwaar.”

Michael Cordier Westerlo – “De anciens van Brussels wilden mij niet als doelman.”

Kevin Vandenbergh Westerlo – “Ik raak dat etiket van goaltjesdief niet meer kwijt.”

Koen Daerden Zonder club – “Niet meer dezelfde na zijn blessure.”Kevin Roelandts Antwerp – “Te traag en te weinig constant voor de top.”

Landry Mulemo KV KORTRIJK – “Tijd verspild bij Bucaspor”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content