De terugwedstrijden van de derde kwalificatieronde van de Champions League hoeven nauwelijks nog gespeeld te worden. Op FC Porto na, dat thuis geen afstand kon nemen van het altijd taaie Grashoppers Zürich, slaagden vijftien ploegen er min of meer in een duidelijke optie te nemen op deelname aan het eigenlijke toernooi. Onder hen de meeste favorieten en ook Anderlecht. Slechts vier van de zestien wedstrijden eindigden op een overwinning van de thuisploeg, wat de vooruitzichten voor bepaalde ambitieuze clubs er eerder somber doet uitzien. Lazio Roma en Real Mallorca, bijvoorbeeld, krijgen het moeilijk tegen FC Kopenhagen en Hajduk Split, al moeten twee extra weken voorbereiding beide Latijnse clubs toch wat meer armslag geven in de return.

Slechter is het gesteld met Parma en Ajax Amsterdam, twee ex-Europese grootheden die in eigen huis tegen respectievelijk Rijsel en Celtic hun kansen op Champions Leaguevoetbal in mist zagen opgaan. Rijsel keerde vorig seizoen in de Franse eerste divisie terug en speelde daar meteen een vooraanstaande rol. Slechts op het nippertje greep het naast een van de plaatsen die recht gaven op rechtstreekse deelname aan de Champions League. Met een stel jonge en vrijwel onbekende spelers slaagde de ambitieuze coach Vahid Halilhodzic erin Parma op Italiaanse bodem weg te spelen. Vanzelfsprekend speelde mee dat Parma nog niet zo ver in de voorbereiding stond en nog tal van vaste pionnen moest missen. Daartegenover staat dat wie ook in 1999 al in de voorronde werd uitgeschakeld (door Glasgow Rangers) en spelers als Thuram en Amoroso liet vertrekken, toch op zijn hoede hoort te zijn, ook al kwam Nakata over van AS Roma. Wellicht woog het superioriteitsgevoel van coach Ulivieri na vier Europese successen van Parma in het vorige decennium (twee Uefacups, een Europacup II en een Europese Supercup) iets te zwaar.

De return in het voor de Champions League te kleine en weinig comfortabele Grimonprez-Jooris – waardoor een verhuis naar Villeneuve d’Ascq haast onvermijdelijk is – wordt allicht een formaliteit. Samen met het hele Franse voetbal zit Rijsel in de lift. Zelfs al speelt 95 procent van de Franse internationals in het buitenland, houden de eigen clubs zich staande. De opleidingscentra blijven het outre Quiévrain uitstekend doen, want ook Nantes en Auxerre zijn terug na een zwakkere periode. Straks zitten drie Franse clubs in de echte Champions League, en daar horen PSG, Marseille, Lens of Bordeaux niet eens bij.

Anders is het gesteld met Nederland. Terend op een hoogstaand verleden kwam Ajax weer in aanmerking voor de Champions League, maar even snel smolt de hoop als sneeuw voor de zon. Tegen Celtic, zelf ook ternauwernood weer op het Europese toneel geraakt, werd de Arenaploeg gewogen en te licht bevonden. Het is bedroevend te moeten vaststellen dat terwijl nog zovele ex-Ajacieden het mooie weer maken bij tal van Europese topclubs, er op het thuisfront geen talent van eigen makelij meer boven water komt. De ploeg van Co Adriaanse, een koppig voorstander van het korte breiwerk met veel aandacht voor oogstrelend balbezit, lijkt meer en meer een van de vele tweederangsformaties uit de Benelux. Ook Ajax is herleid tot een samenraapsel van min of meer technisch begaafde voetballers uit vele landen, ook van buiten Europa. De Ajaxcultuur van hun roemrijke voorgangers zullen zij nooit bezitten, laat staan overdragen.

Bij Celtic speelde zich in Amsterdam ene Bobby Petta in de kijker. Zodanig zelfs, dat hij zich aan de selectie van bondscoach Louis van Gaal opdringt. Die speelde gisteren in London tegen Engeland, een maatstaf voor waar Oranje staat met het oog op het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea.

door Mick Michels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content