Talenten komen, talenten gaan. Ook bij RSC Anderlecht, waar beloftevolle gelukszoekers met de regelmaat van een klok voor een buitenlands avontuur kiezen. Sport/Voetbalmagazine sprak met enkele ouders en noteerde vooral veel spijt. ‘Wij zouden het nooit meer doen.’

Tien jaar geleden is het inmiddels bijna. In de zomer van 2005 gaat Jean Kindermans als technisch directeur jeugd bij Anderlecht aan de slag. Het is de tijd dat de Brusselse elite zich vergaapt aan de piepjonge Vincent Kompany en Anthony Vanden Borre. Twee Belgisch-Congolese wonderboys die opgroeiden in Brussel en wier ouders hen als achtjarige bij Anderlecht aansloten. Het huidige hypermoderne trainingscentrum in Neerpede is dan nog een verre droom. Kindermans: “Van een structurele doorstroming was nog geen sprake. Die is er pas gekomen met Romelu Lukaku en het Purple Talentsproject. Met Ariël Jacobs hadden we een hoofdtrainer die meestapte in dat verhaal. Hij nam als eerste telkens een vijftal jongeren mee op stage. Van den Brom en Hasi hebben dat voortgezet.”

Vandaag is de doorstroming op Anderlecht structureel. De revelatie dit seizoen heet Leander Dendoncker, vorig jaar was het Youri Tielemans. Ook Michaël Heylen, Nathan Kabasele, Andy Kawaya en Aaron Leya Iseka zitten in de A-kern en komen aan de aftrap of verzamelen speeltijd. Andere, minstens even grote talenten geraakten niet zover. Op 8 september 2014 spreekt Kindermans de werkgroep Jeugd van de European Club Association (ECA) toe. Voorzitter van die werkgroep van de ECA, de belangenkoepel van Europese clubs, is voormalig Ajaxdoelman Edwin van der Sar. Kindermans toont er een slide met daarop de namen van vijf jonge talenten die Anderlecht de voorbije jaren verlieten (zie kaderstuk). Meestal rond hun zestiende verjaardag, de leeftijd waarop voetballers in België hun eerste contract mogen tekenen. Achter de namen heeft hij hun geboortejaar gezet.

Kindermans’ boodschap is duidelijk: elk jaar ziet Anderlecht machteloos toe hoe het minstens één potentieel toptalent aan het rijkere buitenland verliest. Van het vijftal had alleen Oliver Sarkic op het moment van zijn vertrek nog geen contractvoorstel van Anderlecht ontvangen. De anderen wel. Zowel Adnan Januzaj, Charly Musonda, Mathias Bossaerts als Ismaïl Azzaoui legden het naast zich neer. Januzaj stootte ondertussen als enige al door tot het eerste elftal. Kindermans: “Ouders staren zich blind op zijn succesverhaal. Ook op dat van Eden Hazard, Divock Origi en Yannick Ferreira Carrasco. Vergeleken met het aantal vertrekkers vormen zij echter een grote minderheid.”

De wereld gezien

Bojan Sarkic is verbaasd dat zijn zoon op Kindermans’ lijstje stond. De reden voor zijn vertrek naar Benfica vorige zomer is immers simpel, zegt hij: “Benfica bood ons een profcontract aan. Met Anderlecht is daar nooit over gesproken. Mijn zoon was aanvoerder, kon uitstekende cijfers voorleggen, maar ze twijfelden of ze hem wel in de A-kern zagen. Ik loop al lang genoeg rond op Anderlecht om te weten dat Oliver niet hun prioriteit was. Bij de U13 hadden ze hem al eens weggestuurd. Na een jaar bij FC Brussels namen ze hem terug. Hij explodeerde en werd aanvoerder. Toch pushten ze andere jongens: Aaron Lyseka als hun toekomstige spits, Alper Ademoglu als hun nummer tien.”

Sarkic zegt het zonder rancune. “We hebben nooit achter hun rug gehandeld. Oliver mocht testen bij Tottenham en had daarvoor de toestemming van Anderlecht. Ook toen we met Benfica praatten, lieten ze ons begaan. Hadden ze echt gewild, hadden ze toen met ons gepraat. Maar ik respecteer hun beslissing. We still love Anderlecht, mijn jongen is nog altijd helemaal paars. Toen ik in 2004 als diplomaat naar België kwam, sprak hij geen woord Nederlands of Frans. Dankzij Anderlecht heeft hij de wereld gezien. Daar zijn we dankbaar voor. Maar ik ken élke jongen van de academie: Anderlecht heeft de kans laten liggen om Olivers lichting helemaal naar de A-kern door te schuiven. Die lichting was zó fantastisch. Manchester United is ooit groot geworden op die manier.”

Met zijn zoon gaat alles ondertussen goed. “Oliver is erg gelukkig in Portugal. Onze grootste zorg was dat hij zijn school in het Purple Talentsproject moest afbreken en we eerst geen Britse school vonden in Lissabon – mijn vrouw is Britse. Maar dat is nu geregeld. Hij leert Portugees en via Instagram en Facebook blijft hij in contact met zijn vrienden. Spelen doet hij met de B-ploeg van Benfica, trainen met de eerste ploeg, iets wat bij Anderlecht niet kon. De eerste maanden hebben ze hem zich rustig laten aanpassen, want voor zo’n jongen is dit een grote verandering. Nu is hij een van hun favoriete spelers. Volgens wat ik hoor, hebben ze geen aanvaller zoals hij die alle posities aankan.”

Constant vechten

Mathias Bossaerts wordt door Anderlecht weggeplukt bij de U15 van Germinal Beerschot. ‘Mooi profiel’, vinden ze in Brussel. Drie, vier jaar denken ze er nodig te hebben om de centrale verdediger klaar te stomen voor het eerste elftal. Zover komt het niet: na amper enkele maanden al staan Engelse clubs bij de speler op de stoep. Zijn ouders hebben een voorkeur voor Liverpool, hun zoon voor Manchester City. Het gezin verhuist naar Engeland. “Het was zijn beslissing”, zegt mama Saskia drie jaar later. “Wij hebben alleen gezegd dat we hem zouden steunen. Je kunt zo’n jongen toch niet tegenhouden. Hij zal later nooit kunnen zeggen: ik mocht niet.”

Bossaerts mag meteen aansluiten bij de U21 van Patrick Vieira. Roberto Mancini laat hem af en toe meetrainen met de A-kern, iets wat onder Manuel Pellegrini veel minder het geval is. Blessures zetten hem een paar keer aan de kant. Ook nu weer: door een scheurtje in de hamstring zit zijn seizoen er al op. Saskia Bossaerts: “Mathias heeft veel pech gehad. De weg naar de eerste ploeg is lang en moeilijk hier. Het is constant vechten. Was hij bij Anderlecht gebleven, had hij op dat vlak misschien verder gestaan. Die bedenking hebben we ons al gemaakt. Maar dan had hij dit weer gemist: qua kracht en duels is hij sterker geworden in Engeland. Dat zien we wanneer hij naar de nationale ploeg komt. Mathias zegt het zelf ook: hij heeft hier veel geleerd.”

Blijft de vaststelling dat op het moment van hun verhuizing nog geen enkele Belg vanuit de jeugdrangen doorbrak in de Premier League. “Dat weten we. ’t Is te zeggen: dat weten we nú. Drie jaar geleden wisten we dit niet. Vorig jaar belde Dean Rosenthal ons. Hij zei ons vlakaf dat we een verkeerde keuze hadden gemaakt. Hij is nu samen met zijn vader Ronny(ex-speler van Club Brugge en Standard, nvdr) onze manager. Mathias’ contract loopt af over een jaar. Hij wil graag uitgeleend worden om ervaring op te doen in een eerste ploeg. Het liefst in België of Nederland. Tweede klasse in Engeland ziet hij niet zitten: dat voetbal ligt hem niet. Mathias wil voetballen, niet zomaar de bal wegtrappen.”

In een interview tijdens de wintertransferperiode overwoog hij uitdrukkelijk een uitleenbeurt aan zijn ex-club. Spijt dat hij hun contractvoorstel destijds niet aanvaardde, heeft hij niet, aldus zijn moeder. “Zoiets wordt makkelijk beloofd, maar je weet nooit hoe het uitdraait. We weten dat Anderlecht hem is blijven volgen en dat ze in hem een centrale verdediger zien. Hier speelt hij als rechtsback, terwijl hij toch het liefst als centrale verdediger speelt. Een terugkeer zou leuk zijn. We krijgen alvast veel positieve reacties van Anderlechtsupporters op Facebook. Dat stemt ons blij. Gesproken is er nog niet, dat laten we aan zijn manager. Maar we hopen.”

Of ze met de kennis van vandaag dezelfde beslissing zou nemen? “Mathias wel, ik niet. Er is ook nog onze jongste zoon. Hij werd gepest op school – uit jaloezie, omdat zijn broer bij City voetbalt – en mist zijn vrienden in België. Mocht men mij vandaag zeggen dat ik terug naar België mag, ik pak direct alles in. In het begin is alles nieuw, maar we zijn hier nu drie jaar en ik kan niet zeggen dat het goed is meegevallen. We doen het voor Mathias. Maar mocht iemand mij om advies vragen, dan zeg ik: wij zouden het nooit meer doen.”

Gepusht door Lukaku

Is het te vroeg om te beoordelen of Sarkic en Bossaerts de juiste keuze maakten, voor Rosario Saporito is het al duidelijk: zijn buitenlandse gok liep slecht af. Na tien jaar Anderlecht overloopt Kindermans de lijst van naar het buitenland vertrokken gelukszoekers voor wie hij een professionele toekomst zag weggelegd in het Vanden Stockstadion. Jongens die hij niet graag zag vertrekken dus. Helemaal bovenaan staat Saporito, een van de eerste vertrekkers met wie hij als jeugddirecteur te maken kreeg. Zestien was de rechtsachter toen hij in 2007 voor Werder Bremen koos. Na afloop van zijn contract drie jaar later keerde hij terug. Gefnuikt door blessures. Anderlecht ving hem weer op, Club Brugge testte hem nog even, maar dan ging het al snel naar Brussels, White Star en Diegem, waar hij nu, na weer een zware knieoperatie, hoopt klaar te geraken voor het nieuwe seizoen. In derde klasse.

Terwijl zijn zoon, 23 ondertussen, van telefoon naar klus holt in hun carrosseriezaak in Anderlecht, haalt Franco Saporito een bekertje cappuccino en vertelt:”Of ik spijt heb? Enórm. Rosario was erg jong: zestien. Dan is de nabijheid van je ouders nog belangrijk. Alleen al van het alleen zijn ziet zo’n kind af. In het stadion waren tien kamers en daar woonde hij, samen met een koppel dat zich over die jongens ontfermde. Te jong vertrekken is een ramp, maar wat me nog het meest dwarszit, is dat Jean Kindermans me had gewaarschuwd. Elke keer als hij me ziet, herinnert hij me daaraan. Jean is erg ontgoocheld geweest in mij en ik begrijp dat: hij zag in mijn zoon iemand met een toekomst als rechtsback bij Anderlecht.”

Zo goed was de paars-witte generatie waar Rosario deel van uitmaakte, dat ze de internationale tegenstand meer dan eens kapot speelde. Na weer zo’n toernooi in Frankrijk meldden zich de clubs voor zijn zoon, zegt Franco. “Jean heeft me toen meteen een heel correct contract voorgesteld. Zo correct dat we een voorakkoord tekenden. Maar toen sprak vader Lukaku me aan: hij had contact met Werder Bremen en zei me dat ze ook gek van Rosario waren. Ik ben gaan luisteren. Niet omdat Anderlecht niet geloofde in Rosario, maar omdat Bremen een profcontract aanbood en niet, zoals Anderlecht, een amateurcontract. Romelu is uiteindelijk niet eens gaan testen, maar door vader Lukaku ben ik wel naar Bremen vertrokken. De grootste fout die ik heb gemaakt. Ik weet niet waarom, zeker niet voor het geld, maar ik voel me wel verantwoordelijk.”

Scifo als voorbeeld

Eén kanttekening te zijner verdediging wil Franco Saporito maken. “Vergeet niet dat Rosario is vertrokken toen het huidige trainingscomplex in Neerpede nog niet bestond. Toen ik de trainingsomstandigheden in Bremen zag, ben ik overstag gegaan. Dat was een andere wereld. In Anderlecht hoorde ik er al twintig jaar over spreken. Ik zag de maquette al van de eerste dag dat ik er binnenstapte. Ik geloofde er niet meer in. Desondanks is Jean erin geslaagd spelers van een hoog niveau af te leveren. Grote klasse! Met het huidige complex zou mijn zoon nooit vertrokken zijn. Dat is ook wat ik alle jongeren aanraad: vertrek niet voor je twintigste. Ik ken nog altijd veel volk op Anderlecht, Fabio Baglio(makelaar van onder anderen Dieumerci Mbokani en Chancel Mbemba, nvdr) is mijn neef. Ik heb het ze allemaal op het hart gedrukt: Massimo Bruno en Kabasele, maar ook Januzaj en Charly Musonda. Blijf! Iedereen ziet wat voor buitengewone speler de kleine Musonda is, maar als hij was gebleven, dolde hij nu op het gras van Anderlecht. Vadis Odjidja zat 100 km verder in Hamburg. We hadden vaak contact, maar ook hij is niet geslaagd. Beter is het om eerst in België ervaring op te doen. Kijk naar Enzo Scifo: die is ook pas vertrokken toen hij al in het eerste van Anderlecht speelde.”

Rosario Saporito tekende voor drie seizoenen in Bremen, met een optie op nog eens twee jaar. Hij speelde er bij de U19 en de U21. Met een profcontract. “Tegen Hoffenheim scheurde hij de ligamenten van zijn knie. Dat was er te veel aan. Na drie jaar heb ik een akkoord gevonden met Bremen en opnieuw contact gezocht met Jean Kindermans. Ik vroeg hem of Rosario mocht terugkomen. Hij was een beetje boos, maar zei niet neen. Ik beschouw dat nog altijd als een buitengewoon mooi gebaar. Ik ben een groot Anderlechtsupporter, nog altijd trouwens. Johan Walem was blij met Rosario, maar door de revalidatie na zijn operatie had hij het toch moeilijk. Vooral mentaal was het erg zwaar. Na zes maanden zijn we naar Brussels getrokken.”

Weer een operatie later hoopt zijn zoon nu op speeltijd bij Diegem. “Met wat geluk hervindt hij het ritme om in derde klasse of bevordering te spelen. Hoger kan niet meer, denk ik. Ik neem mezelf dat erg kwalijk. Mais bon, op een dag zal hij me hier in de garage opvolgen. Gelukkig staat er een goed hoofd op die jongen. Daarom ook had Jean Kindermans hem zo graag. Hij heeft in ieder geval veel geleerd: hij spreekt Duits, Engels en Nederlands. Da’s ook goed.”

Eigen willetje

Niet elke jongen die zijn geluk de afgelopen tien jaar in het buitenland beproefde, betekende een even groot verlies voor Anderlecht. Van Anthony Rivituso, een neef van Rosario Saporito, vermoedde men in Neerpede dat hij de A-kern niet zou halen. Kindermans: “Wij hadden onze twijfels, ook al was hij een vaste waarde in de ploeg die de Next Gen Series speelde. Hij is dan vanuit de U19 naar Chievo vertrokken. Hij zat in het voorlaatste jaar van zijn humaniora. Dan zeg ik: denk toch eens na! Waarom kies je dan niet voor pakweg Waasland- Beveren en probeer je zo naar boven te klimmen? Na een jaar stond hij hier al terug. Hij is twintig nu en gaat nog elke dag naar school om zijn humaniora af te maken.”

Anders is het wanneer zo’n jongen als prille tiener al voor het buitenland kiest. Kindermans: “Als ze zo jong vertrekken, heb je niet altijd al een goed idee van hoe hun carrière zich kan ontwikkelen.” Hij haalt het voorbeeld aan van Remco Evenepoel. In 2011 vanuit de U11 naar PSV vertrokken. Drie jaar in Eindhoven getraind en vervolgens op het paars-witte nest teruggekeerd. Kindermans: “Wij hebben onze fierheid. Maar als een speler en zijn omgeving aangeven dat ze zich hebben vergist, wie zijn wij dan om de deur gesloten te houden?”

“Het was Remco’s keuze om te vertrekken”, zegt zijn vader Patrick Evenepoel. “Er werd enorm aan hem getrokken. Niet alleen door PSV, ook door Genk en Standard. PSV wilde hem absoluut voor zijn twaalfde verjaardag omdat de zogenaamde 100 km-regel van de FIFA (die toestaat dat een jeugdspeler naar een buitenlandse club verhuist als die op minder dan 100 kilometer van zijn woonplaats ligt, nvdr) dan kennelijk niet telt. Iets wat wij overigens niet wisten. Achteraf bekeken moeten mijn vrouw en ik toegeven dat het fout is geweest om een kind van elf te laten beslissen waar hij naartoe wilde. Wat ook meespeelde, is dat er in die periode een heel slechte sfeer heerste op Anderlecht, vooral binnen de oudergroep. Mijn vrouw en ik konden daar niet meer mee om. Misschien hebben we te vlug gezegd dat we hem in zijn keuze zouden steunen, maar Remco is iemand met een eigen willetje. Hij is als elfjarige ook zelf tegen mijnheer Kindermans gaan zeggen dat hij wegging.”

Enig kind

Zware jaren waren het, waaruit hij veel heeft geleerd, zegt Patrick Evenepoel. “Mijn vrouw en ik zijn allebei zelfstandige. Grootouders om Remco op te vangen waren er niet. Ook voor ons was PSV de moeilijkste weg. Het eerste jaar pendelde hij elke dag van Lennik naar Eindhoven. ’s Ochtends om vijf uur opstaan, ’s avonds om acht uur terug thuis. Het tweede jaar is hij bij een gastgezin ingetrokken. Daar had hij de club zelf om gevraagd, want aan ons durfde hij dat niet. Als ouders hebben wij het zwaar onderschat wat het is om je kind bij een gastgezin onder te brengen, zeker als het je enige kind is. Ik moet vaak denken aan de woorden van de mama van Kevin De Bruyne. Nog altijd heeft zij het er moeilijk mee dat haar zoon zo vroeg van huis is weggegaan. Ik begrijp dat nu. Positief is dan weer dat Remco hier heel zelfstandig uit is gekomen.”

Een naïeve ouder was hij nochtans niet. Patrick Evenepoel kent het sportmilieu. Vijf jaar lang was hij profwielrenner. Een jaar bij Histor, vier bij Collstrop, altijd met Willy Teirlinck als ploegleider. Op zijn palmares staat de Grote Prijs van Wallonië. In 1993 kapte hij ermee. “Het was de periode dat epo de kop opstak. Net als Edwig Van Hooydonck en Luc Roosen maakte ik de keuze om er niet aan mee te doen. Daar ben ik trots op, dat ik mijn zoon kan zeggen: ik heb het niet gedaan. Wellicht is het ook omdat ik beroepssporter ben geweest dat we hem hebben gesteund in zijn keuze voor PSV. Zodat hij nooit kan zeggen, als het niet zou lukken: ik mocht niet van jullie.”

De opofferingen waren groot, maar Remco – een nummer acht – ontwikkelde zich in Nederland. “Dat was Anderlecht ook opgevallen. Ze zijn hem altijd blijven volgen. Op een dag vroeg Jean Kindermans mij: ‘Is er een kans dat Remco zou terugkeren?’ We maakten een afspraak en nog voor Remco naar binnen ging, was zijn keuze al gemaakt. Zijn hart lag nog altijd bij Anderlecht. Hij speelde er vanaf zijn vier jaar en we wonen op vijf kilometer van het stadion. Zelfs toen hij bij PSV zat, gingen we naar elke thuiswedstrijd kijken.”

Doelwit van makelaars

De belangrijkste reden voor Remco’s terugkeer was de school. Patrick Evenepoel: “Een ramp in Nederland! Remco was altijd een goede leerling geweest, maar nu ging hij achteruit. Het systeem op Anderlecht is top, al moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat dit drie, vier jaar geleden nog niet zo was. Nu is er zo’n korte lijn tussen de club en de school dat we echt het gevoel hebben dit keer de juiste keuze te hebben gemaakt. Alles gaat weer goed. Remco is terug thuis in het gezin en hij doet het goed op school.”

Niet alleen op school, ook op het veld. Het inmiddels vijftienjarige talent is aanvoerder van de U15, ook bij de nationale ploeg. Stilaan nadert hij de leeftijd dat hij in aanmerking komt voor een eerste contract. Volgens Kindermans zit dat er zeker in als hij zich verder blijft ontwikkelen. Patrick Evenepoel: “Op zijn leeftijd vind ik dat nog niet nodig. Dan wordt geld een drijfveer. Ik weet wat de club van hem verwacht en dat volstaat. Waar ze met hem naartoe willen, is belangrijker dan een contract. Ze hebben hem teruggehaald omdat hij potentieel heeft: nu moet hij het zelf afdwingen. Jammer genoeg ziet niet iedereen het zo. Remco heeft nu de leeftijd dat hij een doelwit is voor makelaars. Wij worden plat gebeld. Heel spijtig, want het interesseert ons niet om met hem naar het buitenland te verhuizen. Ik hoop dat het stopt.”

DOOR JAN HAUSPIE – FOTO KOEN BAUTERS

“Met het huidige complex zou mijn zoon nooit vertrokken zijn. Dat is ook wat ik alle jongeren aanraad: vertrek niet voor je twintigste.” Franco Saporito

“Als een speler en zijn omgeving aangeven dat ze zich hebben vergist, wie zijn wij dan om de deur gesloten te houden?” Jean Kindermans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content