VETES, INTRIGES, RIVALITEITEN

© BELGAIMAGE

Ferrari versus Mercedes, WK-leider Sebastian Vettel (202 punten) versus Lewis Hamilton (188 punten): op 27 augustus wordt op het circuit van Spa-Francorchamps de twaalfde aflevering van de bitsige strijd tussen de twee tenoren geschreven. Een chronologische top vijf van de grootste rivaliteiten in de formule 1. Vroem!

1977 James Hunt – Jochen Mass

James Hunt (McLaren) was razend. Door het dolle heen, nadat zijn Duitse ploegmaat Jochen Mass hem tijdens de voorlaatste race van het seizoen in Canada even had aangetikt en hij uit de wedstrijd verdween. Het seizoen was rampzalig begonnen voor de Engelse wereldkampioen van 1976, maar na overwinningen in Silverstone en Watkins Glenn (VS) had hij de achterstand op Niki Lauda, Mario Andretti en Jody Scheckter gevoelig verkleind.

Lauda was al wereldkampioen, maar weigerde na aanhoudend geruzie om nog voor Ferrari te rijden. Hunt zag zijn kans schoon om zich alsnog op het podium te wringen. Andretti en de 30-jarige Engelsman verpletterden het deelnemersveld in Toronto, maar in een poging om ook Mass te dubbelen, tikten de twee McLarens elkaar aan. Mass kon verder rijden, Hunt moest opgeven en was in alle staten. Een marshall die hem probeerde te kalmeren, werd met de rechtervuist tegen de grond gemept, wat de Engelsman een boete van 7000 euro opleverde. Hij stapte ostentatief naar de pits, wat hem wegens ‘onveilig gedrag’ nog eens 2600 euro kostte, en stond met gebalde vuisten te schreeuwen telkens Mass de pit lane passeerde.

Drie weken erna, toen Hunt in Japan de slotrace won, bedankte hij voor de podiumceremonie en werd opnieuw beboet (71.000 euro). Hij finishte pas als 5e in de WK-stand, waarna Mass moest ophoepelen. ‘Als de spanning in de loop van het seizoen toenam, geraakte James opgenaaid. In die mate dat hij voor de start van een grand prix, net voor de grote tribune, geregeld stond te plassen tegen de omheining’, zei Mass jaren na het incident.

In zijn kampioenenseizoen, 1976, had Hunt ook al een bitsige strijd uitgevochten met NikiLauda. De Oostenrijker had het seizoensbegin gedomineerd, maar miste na zijn zware crash op de Nürburgring twee races, waardoor de Engelsman met een puntje verschil wereldkampioen werd.

Na zijn carrière gaf Hunt, verslaafd aan alcohol en drugs en op zijn 45e (1993) aan een hartaanval overleden, toe dat hij ‘op zijn minst 5000 bedpartners had versleten’ en zijn eerste echtgenote Suzy Miller had… verkocht. ‘Haar nieuwe vriend, de Britse steracteur Richard Burton, heeft me 3,7 miljoen euro betaald om haar te laten gaan. Een meevaller, want ik wilde haar sowieso kwijt.’

‘James was een wildeman’, herinnerde Mass zich een lunchbezoek bij Juan Carlos, de Spaanse koning. ‘Die vroeg of we zijn cheeta’s eens wilden zien. Hottie, de vriendin van Hunt, ging als eerste binnen, maar met één uithaal klauwde een cheeta haar rok naar beneden en zag je haar minuscule onderbroekje. James kwam niet meer bij van het lachen en riep: ‘Ben je niet blij dat je vandaag wel een slipje draagt?’ Koningin Sophia was not amused, maar dat was nu eenmaal James…. Nooit een saai moment.’

1988-1993 AYRTON SENNA – ALAIN PROST

Eind april 1994, op het circuit van Imola. Ayrton Senna wandelt voorbij Alain Prost, die het jaar ervoor met pensioen is gegaan en door TF1 als analist voor de grand prix van San Marino is ingehuurd. De Braziliaan lacht naar de tv-camera. ‘Een hartelijk welkom aan mijn… onze goede vriend. We missen je allemaal, Alain.’

De Fransman is verbaasd. Een jaar ervoor werd hij door Senna nog ‘een lafaard’ genoemd, toen Prost zich na een sabbatical in 1992 – na zijn ontslag bij Ferrari, dat hij openlijk had bekritiseerd – verzette tegen de komst van de Braziliaan naar Williams. De drievoudig wereldkampioen (1988, 1990, 1991) was op de limieten van zijn McLaren gebotst en wilde in een Williams weer een hoofdrol spelen, maar Le Professeur had een clausule in zijn contract laten opnemen: de Braziliaan zou nooit zijn teammaat worden.

‘Onsportief’, orakelde de Braziliaan. ‘Hij is bang om met gelijke wapens te strijden.’ Prost zou in het najaar zijn vierde wereldtitel (1985, 1986, 1989, 1993) vieren. Senna werd net als in 1989 tweede na de Fransman, die hij in Adelaide op het podium… omhelsde. Vijf jaar bittere rivaliteit beëindigd met een knuffel.

Flashback naar 1988, toen Senna het zieltogende Lotus voor McLaren had geruild. Prost had zijn zegen gegeven. ‘Ik mocht zelf kiezen: Nelson Piquet of Ayrton. Geen moeilijke keuze – Ayrton had veel meer talent -, maar achteraf bekeken heb ik me vergist’, klonk het bij Prost, die tijdens de GP van Portugal door zijn ploegmaat tegen een snelheid van 280 kilometer per uur ei zo na tegen een muur werd geduwd. Prost was furieus en zag hoe zijn ploegmaat enkele weken erna zijn eerste wereldtitel pakte.

Het seizoen erna, in Imola, beloofden de twee rijders dat ze elkaar niet zouden inhalen, maar in de tweede bocht zoefde Senna als een speer voorbij de Fransman. ‘Ik wil niets meer met hem te maken hebben. We spreken zelfs niet meer met elkaar’, schreeuwde Prost, die zich in de steek gelaten voelde door zijn team, waar de Senna-aanhangers in de meerderheid waren. Hij zou naar Ferrari verkassen, meldde hij in juli. Op het circuit van Suzuka bereikte hun relatie een dieptepunt, toen de twee wagens botsten en Senna werd gediskwalificeerd, waardoor Prost zijn tweede kampioenschap won.

Exact een jaar erna, opnieuw in Japan, reed Senna nog voor de eerste bocht in op de Ferrari van Prost, waardoor de twee wagens uit de race verdwenen en de Braziliaan zeker was van de wereldtitel. ‘Walgelijk. Senna is een man zonder waarden’, stamelde de Fransman, die in zijn laatste seizoen (1993) op het circuit van Interlagos door de politie moest worden ontzet toen hij door woedende Braziliaanse supporters achterna werd gezeten.

‘We konden elkaars bloed drinken, maar toen ik was gestopt, beseften we alle twee dat we elkaar nodig hadden om het beste uit onszelf te halen. Toen hij tijdens de grand prix van San Marino het leven liet, was het alsof een deel van mij ook was gestorven.’ Op de begrafenis in São Paolo liet de Fransman, die met enkele collega’s de kist van zijn eeuwige rivaal droeg, zijn tranen de vrije loop…

1997 SCHUMACHER – VILLENEUVE

De situatie was duidelijk toen het F1-circus in oktober 1997 voor de slotrace in Jerez de la Frontera neerstreek: Michael Schumacher (Ferrari) leidde met 78 punten en leek op weg naar zijn derde wereldtitel (1994, 1995), Jacques Villeneuve (Williams-Renault) had een puntje minder en moest dus beter doen dan de Duitser. Op 22 ronden van het einde stuurde de Canadees zijn snellere bolide naast die van Schumacher, die plots naar rechts draaide en een botsing uitlokte. De Duitser belandde in de grindbak en moest opgeven, terwijl Villeneuve geen risico’s meer nam en als derde – na Mika Häkkinen en David Coulthard – zijn eerste en enige wereldtitel pakte.

‘Ik wist al voor de wedstrijd dat hij me uit de race zou proberen te rijden’, zei Villeneuve jaren erna aan Auto Bild. ‘In 1990, tijdens de beslissende race in de F3 in Macau, had hij met Mika net hetzelfde gedaan. Eigen schuld. Hij ramde mij ook, maar ik kon verder rijden en kon amper een lach bedwingen toen ik hem bij de volgende doortocht aan de muur van de grindbak zag staan.’

Schumacher, die later nog vijf wereldtitels (2000, 2001, 2002, 2003, 2004) zou winnen, werd gediskwalificeerd en dat jaar uit de uitslag van het WK geschrapt. Het was niet de eerste keer dat de Duitser tijdens de slotrace over de schreef ging. Drie jaar ervoor, in 1994, stond hij met een puntje voorsprong op Damon Hill aan de start in Australië. Schumacher nam de leiding, tot hij van het circuit gleed en zijn wielen de muur raakten, waardoor hij met beperkte snelheid over het circuit reed. Toen de Brit hem voorbij wilde gaan, werd hij door de Benetton van Schumacher in de flank geraakt. De twee wagens verdwenen uit koers, Schumacher pakte zijn eerste titel. ‘Ik dacht dat ik het zelf had verprutst, maar als je de beelden bekijkt, dan moet hij geweten hebben dat hij met een beschadigde wagen nooit wereldkampioen was geworden’, zei Hill achteraf. ‘Michael is opgegroeid in het kartcircuit, waar je met crashes op legitieme manier een uitslag kon beïnvloeden. Winnen ten koste van alles, zoals ook Prost en Senna deden, dat hoeft voor mij niet.’

2009-2013 SEBASTIAN VETTEL – MARK WEBBER

‘Ze kunnen elkaar niet luchten, negeren elkaar elke morgen, zeggen zelfs in de workshops amper goedendag. Dat is normaal’, omschreef Niki Lauda in 2010 de relatie tussen Sebastian Vettel en Mark Webber, die het jaar ervoor bij Red Bull aan elkaar waren gekoppeld. Geen wijze beslissing, want de twee sleurden bagage uit het verleden mee.

In 2007, toen de 20-jarige Vettel amper een paar maanden op de loonlijst van Torro Rosso – het jongerenteam van Red Bull – stond, reed hij in Japan tijdens een safetycarperiode in op de staart van Webbers Red Bull, op dat moment in tweede positie. Ze moesten opgeven, waarna de Australiër in een interview op ITV snoeihard was. ‘Dat zijn kinderen, niet? Te weinig ervaring, waardoor ze de race van anderen verkloten.’

Twee jaar erna won Vettel in China – de eerste grand-prixzege uit de geschiedenis van het team -, finishte hij nog drie keer als eerste en werd tweede in het wereldkampioenschap, twee plaatsen beter dan zijn ploegmaat. Red Bull had een goudklompje in handen, besefte de ploegleiding, maar de relatie tussen de twee rijders was bij de start van het nieuwe seizoen (2010) helemaal verzuurd.

In Turkije reden ze in de strijd om de eerste plaats opnieuw op elkaar in: een stuurfout van Webber, vond het management, terwijl analisten de schuld bij Vettel legden. De Australiër voelde zich tekortgedaan en reageerde cynisch na zijn zege in Silverstone: ‘Niet slecht voor de tweede rijder van het team’… Driver Number Two won nog drie races en vierde op het einde van het seizoen zijn eerste van vier opeenvolgende wereldtitels.

De conflicten volgden elkaar in sneltempo op. Teamorders werden genegeerd, interviews werden nóg bitsiger en zelfs de ingenieurs van het team geraakten verdeeld. ‘Op het einde van het seizoen stop ik ermee’, stamelde Webber in maart 2013, toen hij in Maleisië na de laatste pitstop naar een vlotte zege leek te rijden. Tot Vettel aan een inhaalmanoeuvre begon. ‘Niet doen, Sebastian, dit is belachelijk’, probeerde teambaas Christian Horner de Duitser op andere gedachten te brengen. Tevergeefs. Vettel won en werd door zijn ploegmaat op een middenvinger getrakteerd. ‘Hij mag blijkbaar doen wat hij wil en wordt, zoals altijd in dit team, gesteund door de bazen.’ De Duitse wereldkampioen was niet onder de indruk, gaf hij jaren later toe. ‘Ik zou net hetzelfde doen. Webber verdiende de zege in Maleisië niet.’

2013-2016 LEWIS HAMILTON – NICO ROSBERG

‘Toen Lewis (Hamilton, nvdr) in 2013 naar Mercedes kwam, zat ik er al drie jaar. Maar als wereldkampioen kreeg hij meer respect en werd er meer naar hem geluisterd.’ Nico Rosberg wist wat hem bij de komst van de Engelsman te wachten stond en had ook de verhalen gelezen over Hamiltons debuutseizoen in 2007, toen hij bij McLaren meteen in de clinch ging met tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso. ‘Na een paar maanden spraken ze niet meer met elkaar’, vertelde teambaas Ron Dennis na dat seizoen, waarin de zekere wereldtitel van McLaren door de concurrentiestrijd op de slotrace alsnog naar Ferrari ging.

In 2000, vijftien jaar jong, waren Rosberg en Hamilton ploegmaats bij Team MBM.com. Rosbergs vader Keke was in 1982 wereldkampioen geworden, maar dat talent had hij niet. Zijn Engelse ploegmaat, zo besefte hij, wél. Nico kon zich, toen nog, met een tweederangsrol verzoenen. Bij Mercedes niet.

In Maleisië, de tweede race van het seizoen 2013, mocht Rosberg op bevel van de teambaas zijn ploegmaat niet inhalen, waardoor Hamilton zijn eerste podiumplaats voor het team pakte. Rosberg legde zich neer bij de teamorders. ‘Remember this one‘, zei hij over de radio.

Vettel (Red Bull) was dat jaar outstanding, maar Mercedes had de beste troeven voor het nieuwe seizoen. Rosberg won de openingsmanche, Hamilton won de volgende vier grand prixs, maar in Monaco liep het grondig fout tussen de twee. De Duitser gleed in de kwalificaties van het circuit, de gele vlaggen gingen omhoog en niemand kon zijn tijd nog verbeteren, waardoor Rosberg op de pole mocht starten.

‘Georkestreerd door Nico’, vond de Engelsman, die in Spa-Francorchamps door zijn (oude) vriend werd aangereden. ‘Opzettelijk, gaf Nico na de wedstrijd toe. Eerlijk, hij staat niet in mijn top vijf van beste vrienden’, zei Hamilton, die in Abu Dhabi wel voor de tweede keer wereldkampioen werd. Net voor Rosberg, die ook het seizoen erna (2015) op de ondankbare tweede plaats zou eindigen. Hij voelde zich vernederd toen Hamilton in de States, waar hij de titel pakte, paradeerde met een grote baseballpet met daarop #1. Nico gooide voor de podiumceremonie zijn pet naar Hamiltons hoofd. Want: een paar uur eerder had de Engelsman hem van het circuit gereden. Dat, zo hield hij zich voor, zou hem in 2016 niet meer overkomen.

‘Ik heb veel respect voor Lewis, maar we zijn niet de beste vrienden’, klonk het na de GP van Canada. In Spanje waren ze na een botsing ook al uit de race moeten stappen. ‘Ik bekijk het race per race, die strategie heeft tot nu toe goed gewerkt’, zei Rosberg in een gezamenlijke persconferentie. ‘Vooral mijn problemen met de motor hebben je geholpen’, snauwde de Brit.

Rosberg won in Abu Dhabi zijn eerste wereldtitel en ging met pensioen, Hamilton werd beteuterd tweede en voelde zich ‘wereldkampioen in zijn hart’. Eeuwigdurende polemieken, in een sport die leeft van haantjesgedrag, vetes, intriges en rivaliteiten.

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘In het bijzijn van koning Juan Carlos riep James Hunt naar zijn vriendin: ‘Ben je niet blij dat je vandaag wel een slipje draagt?’ Koningin Sophia was not amused.’ Jochen Mass

‘We konden elkaars bloed drinken, maar toen Ayrton in San Marino het leven liet, was het alsof een deel van mij ook was gestorven.’ Alain Prost

‘Eerlijk? Nico Rosberg staat niet in mijn top 5 van beste vrienden.’ Lewis Hamilton

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content