Videogamen om (olympische?) medailles

© belgaimage
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

e-Sports wordt in 2022 een officiële sport op de Asian Games. Maar of het ooit ook op het programma van de Olympische Spélen zal staan, is nog iets anders.

e-Sports is het professioneel spelen van games als Starcraft, Call of Duty of Dota 2. Aanvankelijk vooral populair in Azië, en met name in Zuid-Korea, maar steeds meer een booming business in de rest van de wereld. In 2016 was e-Sports al goed voor een omzet van 493 miljoen dollar en in 2019 zal dat al meer dan een miljard dollar zijn. Ook het aantal (vooral jonge en dus commercieel interessante) fans dat via YouTube of livestreams e-Sportswedstrijden bekijkt groeit exponentieel. Het populaire teamspel League of Legends noteerde voor zijn WK vorig jaar liefst 396 miljoen gecumuleerde ‘views’…

Ook voetbalclubs zien de commerciële waarde van e-Sports in. In Nederland is er zelfs al een eerste editie van de digitale Eredivisie, waarin gamers van de Eredivisieclubs het tegen elkaar opnemen. Ook de NBA kondigde in februari zijn eigen e-Sportsleague aan.

Geen toeval dus, dat de Olympic Council of Asia (OCA) en Alisports, in 2015 opgericht door de Chinese e-commercegigant Alibaba, een partnership afsloten. Zij willen de marketing van e-Sports verder ontwikkelen, met oog op de Asian Games van 2022 in het Chinese Hangzhou. Dit jaar debuteert e-Sports al op de Asian Indoor and Martial Arts Games in Turkmenistan, waar vooral sportgerelateerde games, zoals FIFA 17, gespeeld zullen worden. En in 2018 staat e-Sports als demonstratiesport op het programma op de Aziatische Spelen in Jakarta.

Begin dit jaar ging Alibaba al een langdurige samenwerking aan met het Internationaal Olympisch Comité. De internetgigant gaat een e-commerceplatform ontwikkelen, waarop wereldwijd olympische producten worden verkocht, en helpen bij een Chinese versie van het digitale olympische tv-kanaal. De voorbode van de introductie van e-Sports als (demonstratie)sport op de Olympische Spelen? Niet meteen. De discussie of e-Sports wel als een sport beschouwd kan worden luidt immers volop. Voor een potje Call of Duty zijn concentratie, hand-oogcoördinatie en inzicht vereist. Maar of je het een echte fysieke inspanning kunt noemen? Hetzelfde geldt voor darts, schaken of snooker, al zijn dat ook geen olympische sporten. Curling anderzijds wél…

Ook IOC-voorzitter Thomas Bach maakte onlangs voorbehoud: ‘e-Sports wordt steeds populairder bij de jeugd, en dus houden we dat in het oog, maar we zijn nog niet honderd procent zeker of het effectief een sport is. We zien ook geen organisatie of structuur die ons kan garanderen dat de olympische regels en waarden gerespecteerd en gemonitord zullen worden.’ Het IOC moet sowieso eerst de International e-Sports Federation als officiële bond en e-Sports als officiële olympische sport erkennen, zoals het dat eind 2016 al deed met… chearleading. Maar tussen dat en het opnemen in het officiële prográmma van de Spelen, gaapt nog een grote kloof.

Voor het geld danst echter de beer, en als het IOC ziet welke goudmijn e-Sports is – en steeds meer zal worden, vooral bij een commercieel interessant jong doelpubliek -, kunnen de olympische bobo’s en hun sponsors op termijn (misschien) van mening veranderen. Tot afgrijzen van de liefhebbers die van échte sport houden.

Jonas Creteur

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content