Met een sobere maar vlekkeloze loting zette Portugal zaterdag de toon voor het EK 2004. België hinkte na afloop op twee gedachten : het zit in een sportief haalbare maar wel erg kleurloze groep.

De omgeving van de luchthaven van Porto is herschapen in een bouwwerf. De moderniseringswerken lijken symbolisch voor de opknapbeurt die Portugal doorvoert met het oog op het EK van 2004. Aan dit evenement hangt in dit land de geur van prestige. Al is het maar om af te rekenen met de smalende opmerkingen van Spanje, dat naast de organisatie van het toernooi greep en daar nog altijd van moet bekomen. Met de financiële steun van de overheid wil Portugal tonen dat het bij machte is om van dit voetbalfeest een organisatorisch meesterwerk te maken. Iedereen dient zich daarom strikt aan het draaiboek te houden. Heel anders dan bij de wereldtentoonsteling van 1999, toen enkele maanden voor de opening enkele gebouwen nog in de steigers stonden.

Portugal ademt voetbalt. “Hier zijn twee religies, het geloof en het voetbal”, zegt Gilberto Parca Madail, de uiterst aimabele voorzitter van de Portugese voetbalbond. “Zondagochtend gaan de mensen naar de kerk, ’s namiddags naar een voetbalwedstrijd.” De liefde voor het voetbal werd door de Portugezen dan ook centraal gesteld in hun EK-kandidatuur. Wij houden van voetbal was en is nog steeds hun slogan.

Madail is als voorzitter de belangrijkste schakel in het organisatiecomité. Hij vindt het een schitterende zaak dat een relatief klein land als Portugal (negen miljoen inwoners) de kans krijgt zo’n toernooi op te zetten. “Dat is goed voor de toekomst. Te gemakkelijk gaan dergelijke evenementen naar grote naties. In 2000 hebben België en Nederland dat doorbroken door samen het Euro te organiseren. Ik ben niet zo’n voorstander van gezamelijke organisaties. Volgens mij moet het in de toekomst perfect mogelijk zijn dat, bijvoorbeeld, een land als Schotland alleen instaat voor de organisatie van zo’n evenement. Het komt er gewoon op aan de juiste opties te nemen en de juiste afspraken te maken.”

Die zijn er in Portugal heel nadrukkelijk geweest. De steun van de nationale overheid was daarbij van primordiaal belang. De regering versterkte de Portugese kandidatuur met het afkondigen van een speciale wet die alle bonden, delegaties, spelers en de Uefa fiscale voordelen garandeert. Tot zes maanden na het toernooi zijn alle inkomsten vrijgesteld van belasting. Bovendien neemt de nationale overheid ook een kwart van de investeringskosten voor haar rekening, die nodig zijn voor de bouw en de renovatie van de tien stadions. De overige 75 procent komt voor rekening van de lokale overheden en de betrokken clubs.

D

ie tussenkomsten zijn welkom en zorgen voor ademruimte. Die is nodig, want de totale kosten – aanvankelijk geraamd op 300 miljoen euro – groeiden ondertussen aan tot 500 miljoen euro. Tien procent van dit bedrag gaat naar de stadions die gerenoveerd of helemaal opnieuw opgebouwd worden om er architectonische juweeltjes van te maken.

“Dit toernooi laat ons toe het Portugese voetbal te moderniseren”, zegt bondsvoorzitter Madail. “Ik ben ervan overtuigd dat een verbetering van het comfort het belangrijkste wapen is om meer toeschouwers te trekken. Wij merken nu al dat er in Portugal veel meisjes naar het voetbal komen. Maar wat nog belangrijker is : niet alleen die meisjes, maar ook hun moeders. Dat is opmerkelijk, want wij komen van een tijd dat de vrouwen hun mannen naar het voetbal voerden en vervolgens twee uur in de auto bleven zitten. De face-lift die de stadions krijgen komt net op tijd. Want wat is het grote probleem van het voetbal ? Dat er veel te veel wedstrijden op televisie te zien zijn. Ik ben een econoom en ik weet : als er een overaanbod is, dan zakt de prijs. Op dit moment is die prijs de toeschouwers. Maar straks wordt dat de televisie zelf. Tussen dit en drie jaar stuikt ook die markt in elkaar, daar ben ik heilig van overtuigd.”

In afwachting daarvan, weet Gilberto Parca Madail, komt het erop aan het voetbalproduct te verbeteren. “Dat moet de betrachting van iedere federatie zijn : dat je zo’n toernooi gebruikt om het niveau van het voetbal op te krikken. Ik heb begrepen dat ze in België met de winst van het Euro iets aan het jeugdvoetbal doen. Dat zal bij ons niet anders zijn. Wij gaan onder meer geld pompen in de vorming van goeie jeugdtrainers, omdat dit de basis blijft – je kan dat niet genoeg herhalen. Alleen moet de mentaliteit van de bestuurders veranderen. Het is bij ons niet anders dan elders : er wordt te weinig op lange termijn gedacht, al is er hier en daar al wat veranderd. Vooral een club als Boavista heeft baanbrekend werk verricht door volop de kaart van de jeugd te trekken. Tien van spelers uit de eigen kweekvijver staan in hun eerste ploeg.”

Ook op andere domeinen moet Portugal verrijkt uit dit avontuur komen. Madail : “Zo’n toernooi is op alle vlakken een uitdaging. Bijvoorbeeld qua technologie. Wij hebben de kennis in huis, gaan ze gebruiken en zo onze grenzen verleggen. En we willen hoe dan ook een jaar voor het toernooi een generale repetitie houden. Dan organiseren we een mini-toernooi, met vier of zes ploegen.”

P

orto, een labyrint van romantische steegjes, schitterend gelegen tussen de oceaan en de portwijngaarden van de Douro, ligt niet wakker van de EK-loting. Het toernooi (van 12 juni tot 4 juli 2004) is nog veraf en de voetbalgekke stad verdiept zich veel meer in de problematiek van FC Porto. Die club houdt er namelijk een merkwaardige gewoonte op na : ze verplicht haar spelers om voor iedere training samen te ontbijten. Dat kon een terugval echter niet verhinderen zodat het toch tot een trainerswissel kwam.

Ver weg van het centrum werd zaterdag het Euro 2004 op gang geschoten. In het gigantische Europarque Congress Centrezette Portugal de toon. Er werd uitgepakt met een rimpelloze, door de overheid bekostigde organisatie. De perszaal bleek zo ruim dat je er rustig een voetbalwedstrijd kon spelen en na afloop van het evenement kreeg iedere groep een afzonderlijke ruimte waarop de respectievelijke bondscoaches verzamelden voor de persconferentie. Klokvaste bussen voerden de delegaties en de persmensen na afloop naar luchthaven of hotel. Nergens in het hele gebeuren zat een hapering.

Ook de loting zelf groeide uit tot een fraai event : geen show, geen opgeklopte toestanden, geen flauwe grappen, maar gewoon een authentieke voetbalbijeenkomst, opgeluisterd door de aanwezigheid van de jarige levende legende Eusebio. Als dit een voorproefje was van wat er over ruim twee jaar in Portugal te gebeuren staat, dan hoeft niemand zich zorgen te maken. Vooral ook omdat het land heel veel te bieden heeft : een heerlijk klimaat, vriendelijke mensen en aanvaardbare prijzen. Voor een vijfsterrenhotel in Porto betaal je honderd euro per nacht, inclusief een rijkelijk ontbijt. En als de Portugese voetbalfederatie over iets wil waken, dan dat dit evenement niet wordt misbruikt om de prijzen op te drijven.

Precies drieëntwintig minuten duurde de loting die de samenstelling van de groepen bepaalde. Echte toppers bleven uit. Hooguit zijn er een paar groepen met een speciaal pigment. Zoals groep 2, waarin Denemarken en Noorwegen elkaar treffen. Of groep 6, waarin Duitsland het opneemt tegen Schotland, nu gecoacht door voormalig Duits bondscoach Berti Vogts. Emotionele reacties vielen er derhalve niet te registreren in Porto.

Ook niet in het Belgische kamp, waar tweeslachtige gevoelens heersten. Met Kroatië, Bulgarije, Estland en Andorra krijgen de Rode Duivels geen onoverwinnelijke hindernissen voorgeschoteld. Maar evenmin tegenstanders die het publiek aantrekken. “Het zal ons allemaal weinig geld opleveren”, rekende bondsvoorzitter Jan Peeters ook bij afwezigheid van penningmeester Germain Landsheere al meteen voor. Vandaar dat hij in Porto al de idee opperde om twee kwalificatiewedstrijden niet in Brussel te laten plaatsvinden, maar in Brugge, Antwerpen, Luik of Charleroi. Op voorwaarde dan dat de stad Brussel zich daarmee akkoord verklaart. Zij heeft met de KBVB een tot 2007 lopende overeenkomst, die behelst dat alle wedstrijden van de nationale ploeg in Brussel moeten worden gespeeld.

H

oe lastig de weg naar het Euro 2004 voor België is, zal moeten blijken. Bondscoach Robert Waseige, duidelijk geconcentreerd op het WK in Japan, hield zich op de vlakte en liet horen dat hij nu weet welke ploegen er gescout moeten worden. Veel meer kan hij inderdaad niet zeggen. Tussen nu en het begin van de kwalificatiewedstrijden ligt het WK, dat wellicht in velerlei opzicht bepalend zal zijn voor de toekomst.

Hoe, bijvoorbeeld, zullen België en Kroatië in Azië presteren ? Het is wat voorbarig om nu al over een revanche voor de beschamende wedstrijd in Zagreb te spreken. Zeker is alleen dat Bulgarije zich met een vernieuwd team voor dit EK klaarstoomt, dat Andorra geen probleem mag zijn, en dat het stugge Estland niet te onderschatten valt. Ook al sprak Mart Tarmak, de wat vervaarlijk ogende ondervoorzitter van de Estse bond, niet over het sportieve gehalte van de krachtmetingen, maar over het toeristische aspect ervan : “We zitten in een groep met vijf mooie landen. Ik denk dat op toeristisch vlak iedereen aan zijn trekken kan komen.”

Jan Peeters aanhoorde het glimlachend. De altijd ontspannen voorzitter keek rustig toe hoe Karel Vertongen en de nieuwe secretaris-generaal Jean-Paul Houben al meteen naarstig met de delegaties van de tegenstanders onderhandelden om zo snel mogelijk de wedstrijdkalender in elkaar te botsen. Opmerkelijk is de stijlverandering die er met Houben is gekomen. Bij hem geen glitter en glamour, geen brede glimlach, maar het snelle, haast onopvallende werk, de directe aanpak. Zo is Houben altijd geweest : een man die zijn werk serieus doet, maar zichzelf niet te serieus neemt. Niettemin boekte hij met Vertongen geen eerste succesje : de wedstrijdkalender zal niet in Brussel, maar in Zagreb worden besproken. Kroatië, dat eerder al naar België afzakte om de matchen voor de WK-kwalificatie te bespreken, wenste dit keer geen enkele toegeving te doen.

Meteen kan de ondervoorzitter van Estland aan zijn rondreis beginnen. In een stad die toeristisch inderdaad veel te bieden heeft.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content