Vijf spelers, vijf nationaliteiten, vijf talen. ‘Voor de communicatie is zoiets niet ideaal’, zegt ex-Anderlechtkeeper Filip De Wilde als hij de typeverdediging van paars-wit doorlicht. ‘Maar onoverkomelijk is het evenmin.’ Het bewijs : Anderlecht slikte nog maar 27 goals.

Verdedigingen die erin slagen om het gemiddelde aantal tegendoelpunten per wedstrijd onder de één te houden, krijgen van Filip De Wilde het compliment ‘goed gewerkt’. Bij Anderlecht steekt de teller daar na 33 speeldagen nog een stuk onder en dus luidt zijn evaluatie : “Heel goed.” Het lijkt nochtans geen sinecure om in een compartiment waarin goed overleg en onderling begrip cruciaal zijn, iedereen op dezelfde lijn te krijgen als soms geen twee verdedigers over dezelfde nationaliteit beschikken of dezelfde moedertaal hebben.

“Meestal kom je in een dergelijke situatie na een tijdje wel tot een mix van voetbaltermen uit verschillende talen”, zegt De Wilde. “Je kiest uit elke taal het woord dat het makkelijkst uit te spreken is. Na een tijdje begrijpt iemand die geen Engels praat ( zoals rechtsachter Marcin Wasilewski, nvdr) trouwens ook wel wat bijvoorbeeld left, right, press en forward betekenen.

“Een defensieve organisatie spreekt ook een beetje voor zich. De jongens die bij Anderlecht rondlopen, hoefde je het abc van het voetbal niet meer te leren toen ze naar het Astridpark kwamen. Die wisten wel al hoe je met een viermansverdediging op een lijn hoort te spelen. Misschien is de intuïtie van een verdediger wel het belangrijkste.

“Akkoord, voor de communicatie zijn zoveel verschillende nationaliteiten niet ideaal. Het is natuurlijk altijd beter als je – ook naast het veld – makkelijk met elkaar kan praten. Maar onoverkomelijk is het evenmin.

“Ik denk dat trainer Frank Vercauteren veel tijd steekt in het briefen van zijn spelers, waardoor iedereen duidelijk weet hoe zijn taak eruitziet. Dat blijkt.”

Daniel Zitka (doelman, Tsjechië)

De Wilde : ” Daniel Zitka speelde een schitterend seizoen. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat hij de meest constante en stabiele doelman in het kampioenschap was. Nauwelijks op een foutje te betrappen, enkel dat ene balletje tegen Charleroi (en tegen Standard vorige week, nvdr). Op momenten dat de verdediging in gebreke bleef, ontpopte Zitka zich negen op de tien keer tot reddende engel. Hij stond er in de toppers, maar ook in die wedstrijden waarin Anderlecht het tegen kleinere ploegen niet zo goed deed.

“Zijn sterkte is dat hij heel compleet is. Ondervindt nauwelijks problemen bij afstandsschoten, is bijzonder stevig bij hoge ballen, sterk in één-tegen-éénsituaties. Je zou al héél kritisch moeten zijn, een vergrootglas moeten bovenhalen om negatieve dingen te vinden.”

Marcin Wasilewski (rechtsachter, Polen)

De Wilde : “De kwaliteiten van Wasilewski bevinden zich in de eerste plaats op het defensieve vlak, er zijn ongetwijfeld flankverdedigers te vinden die aanvallend beter hun streng kunnen trekken. Terwijl bijvoorbeeld Olivier Deschacht het meer verstandig aanlegt, teert Wasilewski vooral op zijn fysieke sterkte.

“De rechtsachterpositie was een probleempositie voor Anderlecht. Marcin vulde die leemte goed op. Hij zorgde daar voor meer stabiliteit.”

Nicolás Pareja (centrale verdediger, Argentinië)

De Wilde : ” Nicolás Pareja manifesteerde zich van in het begin als een heel degelijke, goede voetballer. Er druipt een zekere klasse van hem af. Hij toont zich geroutineerd en is zoals een centrale verdediger hoort te zijn ; snel, kopbalkrachtig en behoorlijk uitvoetballend. Hij is een heel goede aanwerving geweest en toont hij dat hij complementair is met de jongen naast hem : Roland Juhasz.”

Roland Juhasz (centrale verdediger, Hongarije)

De Wilde : “Vóór zijn blessure leek Juhasz twijfelachtig en gaf hij de indruk traag te zijn. Toen hij weer in de ploeg kwam, onderging hij een soort van metamorfose ; hij scoorde in Brugge en putte daar veel vertrouwen uit. Zijn vooruitgang was eigenlijk opvallend. Soms gaat dat zo met nieuwkomers ; ze voelen zich een tijdje niet optimaal in hun vel tot er iets gebeurt, waardoor ze een déclic krijgen en zich volledig settelen. Bij Juhasz gebeurde dat in die mate dat hij nu centraal achterin geldt als een rots in de branding. Hij geeft er weinig weg en zorgt ook voorin voor gevaar.”

Olivier Deschacht (linksachter, België)

De Wilde : “Als je de zaken puur defensief bekijkt, is Olivier Deschacht iemand die nauwelijks in de fout gaat. Zijn regelmaat is zijn grootste kwaliteit. Hij speelt vrij secuur.

“Deschacht heeft ook al centraal achterin gevoetbald, het pleit voor hem dat hij beide posities aankan. Maar aangezien Anderlecht centraal voldoende mensen heeft en gezien zijn mindere rechtervoet, vind ik de linksachterpositie de beste optie voor hem.

“Olivier is een speler die perfect inziet waar zijn kwaliteiten liggen. Offensief kan het allemaal iets beter, maar hij wéét dat hij niet te avontuurlijk moet spelen en kiest zijn momenten goed. Om dat correct in te schatten moet je een intelligente voetballer zijn.”

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content