Vince Carter: de Timmy Simons van de NBA

© REUTERS
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Begin jaren 2000 was hij de spectaculairste speler uit de NBA, vandaag is Vince Carter de oudste: zaterdag viert hij zijn veertigste verjaardag.

Half man, half amazing‘, luidde de bijnaam van Vince Carter in zijn jonge jaren. De beelden van de dunkende Amerikaan op de NBA Slam Dunk Contest van 2000 – toen hij onder meer met zijn arm ín de basketring hing – gingen zelfs zonder sociale media viraal. Net als de beelden van de dunk die hij uitvoerde op de Olympische Spelen van Sydney toen hij óver de 2m18 (!) grote Fransman Frederic Weis sprong – volgens velen de beste dunk ooit.

Zeventien jaar later is Carter bezig aan zijn negentiende seizoen in de NBA. Na het afscheid vorig jaar van grootheden als Tim Duncan, Kobe Bryant en Kevin Garnett is hij als lid van de Memphis Grizzlies nog een van de vijf actieve spelers die hun NBA-carrière eind jaren negentig begonnen, naast Paul Pierce (39, LA Clippers), Jason Terry (39, Milwaukee), Dirk Nowitzki (38, Dallas) en Metta World Peace (37, LA Lakers).

Van hen is Vinsanity (zijn andere bijnaam) wel de oudste, maar ondanks zijn (bijna) veertig jaar staat hij gemiddeld nog 24 minuten op het parket, 8 meer zelfs dan in de voorbije twee seizoenen. In die tijd scoort Carter 8 punten per match, een pak minder dan begin jaren 2000, toen hij als vedette van de Toronto Raptors nog aan een gemiddelde van ruim boven de 25 punten zat. De vijfde plusveertiger in de NBA-geschiedenis worden met meer dan 10 punten per wedstrijd, na Kareem Abdul-Jabbar, Karl Malone, Robert Parish en John Stockton, zal dus allicht niet lukken.

Carter is dan ook minder amazing geworden, en meer menselijk. Hoogvliegende dunks zoals in 2000 kunnen zijn oude knoken niet meer aan. ‘Ik ben de fase al voorbij waarin ik gefrustreerd was wegens: vroeger dunkte ik die bal binnen’, vertelde Carter onlangs. ‘Misschien zou het nog wel lukken, eenmalig, maar mijn lijf zou een dag nodig hebben om ervan te bekomen. Het is het risico op een blessure niet waard.’ De geruchten dat hij in februari opnieuw zou deelnemen aan de Slam Dunk Contest van de NBA All Star Game, drukte hij dan ook meteen de kop in.

Het gebrek aan sprongkracht en explosiviteit maakt Carter nu goed met ervaring en een hoog basketbal-IQ. En ook zijn spelstijl is veranderd: geen flitsende drives meer naar de ring, maar vooral jump/driepuntshots – dezelfde evolutie die de ouder wordende Michael Jordan en Kobe Bryant ondergingen.

Zijn motivatie om het zolang vol te houden? ‘I just love playing‘, aldus Carter, die zijn langzaam aftakelend lichaam bovendien tot in de puntjes verzorgt: elke dag een lange siësta – zoals Timmy Simons – hij gaat met zijn eigen auto en niet met de ploegbus naar de arena, om eerder te kunnen opwarmen dan zijn teamgenoten, en hij verlaat steevast als laatste het stadion, na een lange massage en een duik in het ijsbad.

Zonder ernstige blessures – in 2008 en 2014 werd de Amerikaan aan zijn enkel geopereerd – is hij niet meteen van plan om ermee op te houden. ‘Zolang ik me kan opladen om keihard te trainen en ik een goed niveau haal, blijf ik voortdoen.’ Zonder dunks. ‘Maar daarvoor bestaat YouTube’, aldus Carter.

JONAS CRETEUR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content