‘Vincent is zeer on-Belgisch’

© BELGAIMAGE

In onze eindejaarspoll riep u, lezer, Vincent Kompany uit tot de verdediger met de meeste impact op de Jupiler Pro League tussen 2000 en 2020. Een portret.

Begin december 2007. Het heeft gesneeuwd in Hamburg. Aan het trainingsveld wachten in de barre kou twee jongens uit het Oost-Vlaamse Geraardsbergen op Vincent Kompany. Het zijn Anderlechtfans, die de dag tevoren 600 kilometer met de auto hebben gereden om hun idool aan het werk te zien.

Kompany beloofde hen ’s anderdaags na de training nog even gedag te zeggen. Dat doet hij ook. Het raakt hem nog, zegt hij vervolgens in een uitgebreid interview, dat twee gewone jongens zo’n moeite nemen om hem te zien: ‘Niemand wordt als voetbalster geboren. Je mag het niet beschouwen als iets normaals. Ik heb evenveel respect voor die jongens als zij voor mij.’

De jonge international heeft een moeilijk eerste jaar achter de rug in Hamburg. Na zes speeldagen valt hij met een achillespeesletsel uit, dat jaar overlijdt ook zijn moeder.

Dat Kompany voorbestemd was om hoger te mikken dan België of de Eredivisie, stond al langer vast. Al op zijn zestiende wezen zijn vader, hij én de club Bayern München af. ‘Ik stelde een transfer uit om de school te kunnen afmaken. Ik kom uit een buurt waar de mensen altijd pech hebben. Ik wilde niets aan het toeval overlaten.’

In 2004 bieden Chelsea en Manchester United twaalf miljoen. De volgende twee jaar kloppen Inter, Valencia en Sevilla aan en doet Olympique Lyon een bod van 12 miljoen op de speler die zo snel mogelijk weg moet uit België, zegt analist Hein Vanhaezebrouck in oktober 2005. ‘Hij wordt hier te weinig met moeilijke situaties geconfronteerd omdat hij superieur is aan de meeste aanvallers.’ Waar zou hij het best tot zijn recht komen? ‘Engeland lijkt mij niet meteen het meest geschikt voor hem. Iets creatievere competities als de Franse en Spaanse zijn meer voor hem weggelegd. In Italië zou hij het moeilijk krijgen omdat je daar verdedigend niets mag weggeven en al eens de botte bijl moet bovenhalen.’

Het gebeurt zelden dat een Belgische club de pers uitnodigt voor een speler die vertrekt. Het is dan ook een prestigieuze transfer die Anderlecht op 9 juni 2006 bekendmaakt. De jonge Brusselaar die op zijn 21e naar de nummer drie uit de Bundesliga trekt, is met 10,5 miljoen euro HSV’s duurste aankoop ooit. Al na twee maanden geeft hij interviews in het Duits. ‘In het Nederlands kan je met 20 miljoen mensen praten, met Frans erbij met meer dan 100 miljoen. Met Engels met nog meer. Ik ken nu ook Duits, en versta al Spaans en Italiaans.’ Praten lukt hem het makkelijkst in het Frans, schrijven in het Nederlands, ‘omdat ik in die taal school liep. Lezen doe ik even vlot in beide talen.’

Nesta of Stam

Terug naar het begin. Wanneer Anderlecht eind juli 2003 krap in de verdedigers zit, aarzelt trainer Hugo Broos geen seconde om de 17-jarige verdediger te laten debuteren in de Europese kwalificatiewedstrijd uit bij Rapid Boekarest. Radioreporter Peter VandenBempt noemt hem na de match een openbaring. ‘Vooral zijn manier van bewegen valt op. Hij voetbalt soepel, met een zekere flair. Hij heeft het allemaal om het te maken.’ Ook zijn ploegmaats zijn lovend: ‘Eén tegen één is hij onmogelijk te passeren’, zegt Pär Zetterberg. Kapitein Walter Baseggio: ‘Hij heeft van niemand schrik. Voor zijn leeftijd heeft hij een enorme présence. ‘

Ook zijn tegenstanders zijn onder de indruk. ‘Van sommige verdedigers ken je de beperkingen, ‘ zegt Kristof Snelders, ‘maar bij hem vind je er geen.’ Nenad Jestrovic: ‘Er zijn weinig spelers met zo’n balrecuperatie. Met zijn kwaliteiten mag je hem nu al vergelijken met Alessandro Nesta of Jaap Stam. Eén tegen één denk ik niet dat er iemand zo sterk is als hij.’

In januari 2005 wint hij de Gouden Schoen, vijf maanden later verkiezen zijn collega-voetballers hem tot Profvoetballer van het Jaar. Dit blad schrijft: ‘Als hij zijn grenzen wil verleggen moet hij volgend jaar naar het buitenland. Hij heeft nood aan een harde hand om zich verder te ontwikkelen. Bij Anderlecht kan hij het zich veroorloven twee en een half uur te laat te komen op training zonder zijn plaats te verliezen.’

Op de vraag wat hem in Kompany’s parcours heeft verbaasd, antwoordt Hugo Broos met één woord: ‘Weinig. Toen ik hem leerde kennen, was het al een uitgemaakte zaak dat hij een fantastische carrière zou maken bij een topclub. Hij had op zijn achttiende al zoveel talent, een sterke persoonlijkheid en mentale sterkte. Hij was snel en fysiek sterk, en beschikte over de twee kwaliteiten die een moderne verdediger moet hebben: hij kon niet alleen goed verdedigen, maar was ook in de opbouw goed. Eén tegen één geraakte niemand hem voorbij. Om zo’n parcours af te leggen moet je ook geloven in je eigen kunnen. Dat is nooit een probleem geweest. Kompany gelooft dat hij de ganse wereld aan kan.’

David Steegen over de Anderlechtaanvoerder: 'Als je in het woordenboek de definitie van kapitein opzoekt, moet daar staan: Vincent Kompany.'
David Steegen over de Anderlechtaanvoerder: ‘Als je in het woordenboek de definitie van kapitein opzoekt, moet daar staan: Vincent Kompany.’© BELGAIMAGE

Voetbalschoenen vergeten

Al op 18 februari 2004 debuteert hij als A-international in de vriendschappelijke interland thuis tegen Frankrijk, in een nog zoekend nationaal elftal. Van zijn tien eerste interlands verliest België er acht, en wint er geen. Geert De Vlieger, die toen het doel verdedigde, herinnert zich enkel nog dat de Anderlechtverdediger te laat was op de bus. Hij noemt hem wel dé beste Belgische verdediger van het afgelopen decennium. ‘Toets zijn prestaties maar eens af aan de prijzen die hij won. Bij City was hij vaak geblesseerd en haalde men regelmatig dure talenten op zijn positie, maar wanneer hij fit was, speelde hij wel. Die twee beslissende doelpunten, zijn kopbalgoal bij de eerste titel, en die afstandspegel tegen Leicester zijn twee historische momenten in de clubgeschiedenis van City.’

De bondscoach die hem liet debuteren was Aimé Anthuenis. ‘Toen ik nog trainer bij Anderlecht was, lieten we de grootste jonge talenten meetrainen wanneer er weinig volk was door de interlands. Kompany werd toen al vergeleken met Marcel Desailly. Ik heb weinig spelers gekend die groot van gestalte waren en toch zo wendbaar. Zijn grootste gave? Dat hij zoals een dier zijn prooi nooit verder dan een meter liet ontglippen. Hij zat al op de bal, nog voor er contact was.’

Opmerkelijk vindt Anthuenis hoe volwassen de speler al van jongs af met zijn status is omgegaan. ‘Veel jonge talenten kunnen die last van het etiket ‘grote belofte’ moeilijk aan. Kompany had op zijn zestiende al een eigen mening. Het was geen jaknikker. Veel mensen kunnen daar moeilijk mee om, ik vond dat een gave. Af en toe was hij wat nonchalant. Op weg naar een training met de Duivels in Koksijde was hij zijn voetbalschoenen vergeten. We hebben toen iemand naar het hotel om die schoenen gestuurd.’

Anthuenis noemt hem zonder aarzelen ‘de beste verdediger die ik ooit in België bezig zag. Ik was vroeger een enorme fan van Franz Beckenbauer, met zijn snelheid, intellect, en die lange bal. Kompany mag met hem vergeleken worden. Hij had best tien jaar bij Real kunnen spelen, én daar een vedette zijn.’

Peking

In de zomer van 2008 mogen de Jonge Rode Duivels naar de Olympische Spelen van Peking, maar HSV houdt Kompany liever in Hamburg. De Belgische bond bekomt dat hij één wedstrijd mee mag spelen, maar de speler doet alles om langer op de Spelen te blijven. Het levert hem een boete van 100.000 euro op. In de Duitse pers verdedigt hij zijn standpunt: ‘Ik ben maar een speler uit een klein land, ik speelde niet voor Brazilië of Argentinië. Was Duitsland op de Spelen geweest, en een club had Lukas Podolski verboden voor zijn land te spelen, dan had de Duitse pers zich tegen die club gekeerd en niet tegen de speler.’

Over zijn meningsverschil met de voorzitter van HSV zegt hij later. ‘Op één dag hadden we er uit kunnen komen. Op voorwaarde dat ik alles wat ik in mijn opvoeding heb meegekregen naast me neer zou leggen. Dat heb ik niet gedaan. Mijn moeder heeft me geleerd dat het soms wel juist is om tegen iedereen op te staan voor je principes. Op korte termijn kan dat zich tegen je keren, op lange termijn helpt het je.’

Op 22 augustus slaat hij de voetbalwereld met verstomming door voor 8,5 miljoen euro te verhuizen naar Manchester City, op dat moment nog een bescheiden Engelse eersteklasser. De Belgische pers schrikt. ‘Wakker worden, Vincent’, roept Het Nieuwsblad. ‘City is een mooie naam in een nog mooiere competitie, maar niet de club waar Vincent Kompany van droomde.’

Philippe Albert, ex-Rode Duivels en voormalig verdediger in de Premier League, is streng: ‘Als centrale verdediger valt Kompany te licht uit voor de Premier League. Als middenvelder heeft hij zijn plaats bij een middenmoter. Talent bezit Vincent in overvloed, maar er is iets fout met zijn mentaliteit. Hij werd bij Anderlecht te jong en te makkelijk in de watten gelegd en miste bij het strenge veeleisende HSV een unieke kans om een echte topvoetballer te worden. Hij koos gemakshalve voor City.’

Maar Kompany wordt uiteindelijk wél een absolute topper, samen met City, dat een paar maanden na zijn komst overgekocht wordt door sjeik Mansour uit Dubai. Op 9 augustus 2009 ontvangt hij in Manchester Sport/Voetbalmagazine. Het interview kan niet doorgaan op het trainingscentrum, maar na één telefoontje van de speler kan het plots wel. ‘Ik wil prijzen pakken, in de grote competities voor de prijzen meestrijden’, belooft hij. Hij zal woord houden.

Na het gesprek vergezelt hij na enig aarzelen sponsor Nike naar de accommodatie van United waar de finales om de Nike Cup worden afgewerkt. Hij moet er zelfs handtekeningen uitdelen, en achter zijn rug zegt een Unitedsuppoost aan verbaasde Unitedfans: ‘ That’s Vincent Kompany. He’s a great player. ‘

Telkens hij afgeschreven lijkt, vecht hij terug. ‘Ik ben een eeuwige optimist’, zegt hij in zijn boek ‘ Een jaar om nooit te vergeten‘, over het vorige seizoen bij Manchester City. ‘Ik ben altijd teruggekomen en heb mijn doelen op het juiste moment behaald. Dat komt omdat ik altijd in mezelf geloofd heb. Wat mensen niet beseffen, is dat ik op mijn best ben wanneer ik het gevoel heb met mijn rug tegen de muur te staan.’

Wel gaat hij met de jaren noodgedwongen anders voetballen. ‘Als jonge kerel was ik één van de hoogst ingeschatte verdedigers in Europa. Maar ik moest mijn spel aanpassen, vanwege de blessures. Daardoor hebben velen nooit kunnen zien wat ik kon.’

Terug op Neerpede

Dertien jaar na zijn vertrek stelt hij op Neerpede in een bloedhete tent zijn nieuw paars-wit project voor. ‘De voorzitter heeft dat echt goed gezien, om hem terug te halen. Dat is het beste wat ons is overkomen’, zegt Anderlechts perswoordvoerder David Steegen. Hij ontmoette Vincent Kompany voor het eerst wanneer hij in 2005 als woordvoerder van Brussels minister Guy Vanhengel aan de jonge Ket de trofee van ‘ Het Bronzen Zinneke‘ voor de Brusselaar van het Jaar uit reikt. ‘Een Zinneke’, legt Steegen uit, ‘is een hond zonder ras. Vincent was pas zestien, maar die paar minuten waren een openbaring. Iemand van die leeftijd die al zo briljant en zo mondig was… In mijn eerste jaar als perschef maakte ik Romelu Lukaku mee. Die was ook zelfbewust, maar vroeg raad aan de ouderen. Dat deed Vincent niet. Als Brusselaar ben ik blij met zo’n rolmodel, net als Angèle en Zwangere Guy. Vroeger kwamen ze uit Galmaarden en West-Vlaanderen naar deze stad om Brusselaar te worden, nu uit de hele wereld.’

‘Eén ding is in vergelijking met toen gebleven, misschien zelfs vergroot: zijn charisma’, stelt Steegen vast. Hij raakte behoorlijk onder de indruk toen Kompany een aantal mensen van Anderlecht uitnodigde naar Manchester voor zijn afscheidsmatch. ‘Zestigduizend man die geld betalen voor een non-match waarin hij dan ook nog eens niet meedeed, dat toont hoe groot Vincent Kompany is. Hij overstijgt het voetbal.’

Hij ziet nog steeds een man met een geweldige drive, die dag en nacht werkt. ‘Een ideale kapitein ook. Als je in het woordenboek de definitie van kapitein opzoekt, moet daar staan: Vincent Kompany.’

Steegen is overtuigd dat het project van de man die afgelopen zondag nog werd opgenomen in de ‘Hall of Fame’ van het Engelse voetbal, goed komt. ‘Vincent heeft, op een paar kleine zakelijke ondernemingen na, alles waargemaakt wat hij voor ogen had. Hij luistert naar veel mensen, maar beslist zelf. Hij heeft ook geen schrik om te falen. Dat is een kwaliteit. Terugkeren naar Anderlecht was een geweldig risico, maar voor hem is dat geen risico. Hij is zeer on-Belgisch in zijn houding. Wij hebben te weinig mensen die hun nek durven uitsteken. Hij durft dat. Typisch Brussels ook. Vincent heeft een ongelofelijke focus, hij sluit ballast uit.’

Timmy Simons werd door u verkozen als middenvelder met de meeste impact tussen 2000 en 2020 in de Jupiler Pro League. Volgende week leest u over hem in Sport/Voetbalmagazine.

Top 20 verdedigers

Vorige maand bevroegen we u via onze website over de spelers die volgens u de meeste impact hadden op de Jupiler Pro League tussen 2000 en 2020. Vorige week presenteerden we u de aanvallers, dit is uw top 20 van de verdedigers:

1 Vincent Kompany

2 Olivier Deschacht

3 Thomas Meunier

4 Philippe Clement

5 Jelle Van Damme

6 Oguchi Onyewu

7 Daniel Van Buyten

8 Roland Juhász

9 Anthony Vanden Borre

10 Kalidou Koulibaly

11 Brandon Mechele

12 João Carlos

13 Dante Bonfim

14 Björn Engels

15 Hannu Tihinen

16 Eliaquim Mangala

17 Chancel Mbemba

18 Emmanuel Eboué

19 Philippe Léonard

20 Nicolás Pareja

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content