Visionair

© INGE KINNET

Twee weken na 1A beginnen ze ook in 1B aan de nieuwe profcompetitie. Mét een primeur: voor het eerst in ons land komt een belofteteam in actie. Club NXT, de U23 van de landskampioen, begint met een uitwedstrijd bij RWDM. Met welke verwachtingen?

Als een echte routinier staat Dario Van den Buijs maandagavond in Oostende iets over negen de pers te woord. Eleven, VRT, de geschreven media. Zijn eerste wedstrijd in 1A zit er dan net op, met Beerschot heeft hij gewonnen bij KV Oostende. Van den Buijs (24) is een van die jonge Belgische talenten die het laatste stuk van zijn jeugdopleiding doormaakte bij Club Brugge. Daar meetrainde met de A-kern, maar niet aan spelen toekwam, en uiteindelijk via Nederland in het profvoetbal rolde. Via eerst FC Eindhoven en daarna Heracles zit hij nu bij Beerschot. Misschien, zo zegt Pascal De Maesschalck, hoofd opleidingen van Club Brugge, zou het verhaal dat Club NXT vanaf komend weekend in 1B schrijft, hem wat sneller op de goeie weg hebben gezet.

Straks heeft geen enkele speler nog het excuus om te zeggen: ik heb me niet kunnen tonen.’ Rik De Mil, coach Club NXT

‘Dat kan’, zegt Van den Buijs. ‘Ik vond Nederland destijds heel goed bij mij passen, ik denk dat het voor iedereen anders is. Je doet er niets verkeerds mee, om het elders te proberen, maar de kans die ze nu bij de jeugd van Club Brugge krijgen, is echt wel goed, leert het voorbeeld van Jong Ajax in Nederland. Dit is iets om van nabij te analyseren. Het gaat een goeie leerschool zijn om in Deinze, Seraing of Union te voetballen, straks hopelijk mét supporters, tégen volwassenen. En dan wordt de stap van beloften naar 1A of 1B misschien iets minder groot.’

’s Anderendaags trekken we naar Hoek, Nederland. Hier mogen supporters wél een wedstrijd bijwonen, zij het met mate(n). First come, first served, eens de grens van de 250 man is bereikt, gaat de poort dicht. Die zijn er niet voor het duel van de amateurs tegen Club NXT, maar het is wel leuk eens wat aanmoedigingen te horen vanaf de kant en niet alleen van de spelers onderling.

De spelers van Club NXT proberen weg te blijven uit de duels. Ze demonstreren hun techniciteit, krijgen trappen, ontwijken, worden uitgedaagd, scoren, diepen de voorsprong uit, incasseren vervolgens een doelpunt en moeten uiteindelijk nog rekenen op een sterke doelman Nick Shinton om de zege veilig te stellen. Het zijn veelal ranke nog jonge tieners, gevolgd door vooral bezorgde ouders en wat harde fans. Dit is wat ze de komende maanden gaan te zien krijgen: hun jongens uitgedaagd tot op de grens. Nu nog in een oefenpot zonder inzet, straks in de strijd om punten. Tijdens de tweede helft krijgen ze allemaal een ting op hun telefoon. De social media van Club laat weten dat Daknam, het stadion van Lokeren, is uitgekozen als nieuwe thuisbasis van Club NXT.

De spelers van Club NXT, op de foto Xander Blomme, demonstreerden tegen Hoek hun technisch overwicht.
De spelers van Club NXT, op de foto Xander Blomme, demonstreerden tegen Hoek hun technisch overwicht.© BELGAIMAGE

Laboratorium

Roberto Martínez, bondscoach en technisch directeur van de voetbalbond zal zaterdag met aandacht dat eerste duel tussen RWDM en Club NXT volgen. De technisch directeur noemt zich woensdagmiddag een groot voorstander van wat hij omschrijft als ‘een fantastisch experiment, een labo.’Martínez: ‘Het is nooit easy om een jong talent op een perfecte manier te begeleiden. Voor hij in een kleedkamer komt, heeft hij een kritisch aantal van 50 wedstrijden nodig die aan die stap vooraf gaan. In Spanje zijn ze gestart met het implementeren van B-ploegen in een competitie, zonder groot plan, ergens tussen de tweede en de vierde afdeling, maar inmiddels is wel gebleken dat zoiets het beste scenario is voor de ontwikkeling van spelers. Elke grote profclub zou in mijn ogen een semiprofessioneel team in competitie moeten hebben voor jongens tussen 16 en 20, tot 23. ‘

Ook in België. Voorlopig is dit een verhaal voor één seizoen en met slechts één ploeg. Maar, aldus Martínez, ‘je moet dit zien over vier jaar, het moet de bedoeling zijn om dit uit te breiden en andere U23-teams ook die kans te geven.’ Pascal De Maesschalck vult aan: ‘Ik zou dat niet erg hebben gevonden. Voor mij gaat het om de ontwikkeling van het Belgisch voetbal in het algemeen. Een competitie van acht ploegen is al een uitdaging op zich. Kun je dat uitbreiden naar tien, dan wordt het interessanter. Naar twaalf ploegen nog meer.’

Er zijn ook nadelen. Eén: het niveau. Barça B, waar ooit Pep Guardiola trainer was, zakte al uit de tweede klasse. Jong PSV won vorig seizoen slechts 5 van zijn 29 wedstrijden. Porto B en Benfica B eindigden in het laatste kwart van de Segunda Liga in Portugal. Jong Ajax deed het goed vorig seizoen, het won met een team van gemiddeld 19,3 jaar 16 van zijn 29 duels, maar had het in andere jaren ook lastig. Het is niet evident om opleiding van jeugd te koppelen aan resultaat.

Twee: de fans. Voor Bayern München komen in non-covidtijden ongeveer 75.000 mensen naar de Allianz Arena. Bayern II (kampioen in derde klasse, hoger mag in Duitsland niet), speelde vorig seizoen voor gemiddeld 1879 toeschouwers. Naar Jong Ajax komt ook maximum 1200 man kijken, ondanks alle talent jaar na jaar. Wat wordt het in Lokeren? Club beraadt zich nog over toegangsformules.

Drie: het reglement. Voor profclubs is er een vaste transferperiode, die normaal eind augustus eindigt. B-elftallen kunnen in principe het hele jaar door spelers van A-kern naar B-kern overhevelen, naar behoefte. Mede daarom hebben concurrenten het wel eens over competitievervalsing en hun vrees ervoor. In Nederland lossen ze dat op door beperkingen op te leggen aan zij die geregeld meedoen met de A-ploeg. Zo’n beperking is hier in België niet. Club mag spelers die geboren zijn na 31/12/1997 in principe altijd doorschuiven van B-kern naar A-kern en omgekeerd. Hebben Youssouph Badji, Odilon Kossounou, Maxim De Cuyper, Thomas Van den Keybus en andere Charles De Ketelaeres om een of andere reden speelminuten nodig, dan kunnen zij in het NXT-verhaal van Club terecht.

Zijn ze niet te jong, de mannen van Club NXT, om al profvoetbal te spelen? Neen, denkt Martínez. ‘Ik heb het als jonge voetballer ook meegemaakt: je wordt er ingegooid, maar je moet niet fysiek je voet zetten naast al die ouderen, je moet het op een intelligente manier doen. Duels vermijden, denken aan de tweede bal, dat maakt je een betere speler. Er is in mijn ogen geen risico voor extra blessures, integendeel. Spelers gaan juist beter voorbereid zijn als ze in de eerste ploeg komen. De tegenstander zal ze pushen, het hen moeilijk maken, testen, maar het is net dat wat we misten. Hoe sneller we spelers kunnen voorbereiden op een ruwe omgeving, hoe beter.’

Uitdaging

Is Club er klaar voor? De uitdaging wordt in elk geval gigantisch, beseft NXT-trainer Rik De Mil, een rustige coach, die vooraf tijdens de theorie zijn spelers goed voorbereidt, maar ze tijdens de match vooral zelf naar oplossingen laat zoeken. ‘Ik vind dat belangrijk omdat je in een opleidingsverhaal blijft. Als je alles voorkauwt, komen ze bij de eerste ploeg in een stadion met 20.000 man waar ze de trainer die zegt wat ze moeten doen, ook niet horen. En dan zijn ze soms verloren.’

De uitdaging is groot: 28 competitiewedstrijden plus (minimaal) zes matchen in de Youth League, en dat allemaal in een ontwikkelingsverhaal. De Mil: ‘Ons verhaal blijft duidelijk: jongeren naar een eerste ploeg brengen. Dat is de voorbije jaren stap voor stap gegaan, beter en beter zelfs, door investeringen in accommodatie, in professionalisering, in samenwerking met de eerste ploeg. Een heel aantal jongens hebben we op een niveau gekregen, Club 1 waard, om mee te trainen. En sommigen om te spelen. Wat we (nog) niet konden geven in die opleiding, is de ervaring van voetballen tegen volwassenen, voor 6000 mensen, met druk naar resultaat toe. Daarvoor moesten we ze uitlenen. Het goeie aan dit verhaal is dat we nu een alternatief kunnen bieden: voetbal in 1B. Club 1 moet altijd voor de titel spelen, altijd Champions League, en dan lukt het niet meer zomaar om als 17-jarige de sprong te maken of er klaar voor te zijn. Er zijn uitzonderingen, zoals Charles De Ketelaere, maar meestal gebeurt het via tussenstappen. Nu niet meer. Straks heeft geen enkele speler nog het excuus om te zeggen: ik heb me niet kunnen tonen.’

Club NXT-trainer Rik De Mil: 'Ook in 1B gaan we onze filosofie trouw blijven.'
Club NXT-trainer Rik De Mil: ‘Ook in 1B gaan we onze filosofie trouw blijven.’© INGE KINNET

Het probleem van het uitleenverhaal, signaleert Pascal de Maesschalck, is de opvolging. Club stak heel wat werk en tijd in het opvragen van trainings- en wedstrijddata, in het opvolgen van de ontwikkeling van de spelers. Met de ene ploeg lukte dat al wat vlotter dan met de andere. Alles kan nu in eigen beheer worden opgevolgd door een uitgebreid team binnen, voor zij die nog studeren, de eigen schoolcontext. Ook dat telt voor Club: de combinatie onderwijs-voetbal. De ploeg heeft daar een hoge succesratio en die willen ze houden. Niet iedereen schopt het immers tot profvoetballer.

Succes

Waar liggen de verwachtingen? Wanneer is dit straks een succes? ‘Succes is niet de eindplaats in het kampioenschap’, zegt De Maesschalck. ‘Spelers zien ontwikkelen en meer duurzaam klaar zijn voor een 1A-verhaal, het liefste bij Club Brugge, dat gaan we nu veel beter kunnen inschatten. Geen excuses meer.’

‘Uiteraard willen we niet iedere wedstrijd verliezen’, vult De Mil aan, ‘maar we zijn er ons van bewust dat we met een ultrajonge ploeg zitten en dat we tijd zullen nodig hebben. Maar het is wel de bedoeling om ons te zien groeien in die competitie. Het eerste duel tegen RWDM moet anders zijn dan het vierde, individueel en collectief. Ik ben een enorme winnaar, maar we gaan samen moeten leren verliezen. We gaan onze filosofie trouw blijven, maar er zullen momenten komen dat we achteruit geduwd worden, op onze backlijn moeten verdedigen. Het is niet ons doel om op te leiden voor andere ploegen, maar jongens die het hier niet halen, kunnen er dan misschien elders profijt uit halen. In een jongerenopleiding win je in de betere ploegen eigenlijk vrij vaak. Eigenlijk draait het allemaal goed en dan komen ze in de eerste ploeg en verliezen ze, en is er pers, druk, van alle kanten. Die facetten gaan ze nu meemaken.’

Nu tegen profs kunnen spelen, die moeten winnen om niet te degraderen, is van onschatbare waarde.’ Carl Hoefkens

Voor iedereen zal de uitdaging groot zijn: voor de trainer, voor zijn staf, de fysiektrainer, die de juiste belasting moet geven. De Maesschalck: ‘Het tempo zal minder een probleem zijn, wel de kilo’s in de duels. Dat zal een realitycheck zijn. Ik zie daar het positieve van in, sommige jongens gaan nog sneller uit het duel moeten voetballen, positioneel kan je ook zaken oplossen. Waar maakt een speler het verschil als hij mag meetrainen met de A-kern? In het positionele en in het zuiver inspelen van de bal. Het fysieke komt wel. Zij die al meetrainen met de A-kern, zijn wel wat duels gewoon. Als Simon Deli doorgaat en je ligt elke keer op de grond, zal Philippe Clement ook zeggen: ‘Zo gaat het niet.’ Maar het is zeker dat dit leergeld wordt. Vandaar dat in ons plan staat dat het moet verbeteren naarmate het seizoen vordert.’

Eric Appiah en ploegmaats wacht in 1B ook een fysieke uitdaging.
Eric Appiah en ploegmaats wacht in 1B ook een fysieke uitdaging.© BELGAIMAGE

Daarom analyseren ze ook wat Ajax en andere clubs overkwam. Hoe zij zich aanpasten, jongens wat langer hielden, om ze nog langer te laten rijpen. De Mil: ‘Wat ook een verschil zal zijn, is dat je individueel meer de tegenstander kan analyseren en dat meegeven.’ Omgekeerd ook. De Maesschalck: ‘Tegenstanders zullen ons scouten en onze zwakke plekken blootleggen, bewust spelers in de opbouw vrij laten, zodat ze aan de bal komen. Dat heb je veel minder in wedstrijden onder beloften, waar je altijd uitgaat van je eigen kracht.’

Omkadering

Zondagochtend, Westkapelle. Zij die niet naar Eupen zijn, krijgen van Carl Hoefkens training. Daarna reist die af naar de Oostkantons om er net op tijd te zijn voor de tactische bespreking. Later volgt de match.

Hoefkens’ taak is onder meer om het academieverhaal een stap hoger te tillen. Club NXT moet het beste van het beste zijn, vindt hij. ‘Die dingen kun je niet creëren in jeugdvoetbal, want zelfs beloftevoetbal is eigenlijk jeugdvoetbal. Nu tegen profs kunnen spelen, die moeten winnen om niet te degraderen, is van onschatbare waarde. Wij hebben spelers die te goed zijn voor de beloftecompetitie, maar nog niet klaar om bij Club Brugge hun stempel te drukken. Ze trainen wel mee en doen het goed, maar ze zijn nog niet goed genoeg om mee te spelen. Dat kan nu in 1B, anders kan je ze niet blijven triggeren. Zeer vaak krijgen ze het gevoel van ‘Club gelooft niet in mij’, of ‘ik ben uitgeleerd.’ Trainen met Club 1 maakt ze beter, maar dat kunnen ze niet vastpakken. Bij veel topploegen zitten er jongens in de A-kern die nooit zijn uitgedaagd, die op een gegeven moment in hun bubbel leven en eigenlijk nog niet hebben bewezen dat ze profvoetballer zijn. Dat gaat straks veranderen.’

Wat niet gaat veranderen, is de transferpolitiek van de club, verzekeren betrokkenen. ‘We gaan géén spelers halen om de kern van Club NXT te versterken zonder perspectief op de A-kern’, benadrukt De Maesschalck. ‘Als Club Brugge een speler aantrekt, is dat altijd met perspectief op Club 1. ‘ De Mil bevestigt. ‘Als er van die jongens bij zijn die nood hebben aan een 1B-verhaal voor ze daar terechtkomen, akkoord. We hebben nu een fantastische omkadering om ze dat aan te bieden.’

‘We moeten niet flauw doen, het gaat een opgave worden’, besluit De Maesschalck, ‘maar dit is een uniek, historisch moment voor het Belgische voetbal. Voorlopig voor één jaar, maar we gaan er alles aan doen om het langer te behouden. Wat maak je vaak mee in gesprekken? Jongens die zeggen: ‘Ik ben klaar voor 1A.’ Dit gaat ervoor zorgen dat ze denken: wow, ik moet hier toch eerst nog wat stappen zetten. De speler gaat veel sneller merken waaraan hij moet werken om een niveau te halen. Dit is een next verhaal. Next betekent dat je de speler next laat en hem respecteert in zijn ruimte om te ontwikkelen als speler en als mens. Ze hebben zelf koudwatervrees, maar zitten nu al in die trip en realiseren zich al wat er gaat gebeuren. Ze staan wat scherper op training en weten wat op hen afkomt. Dit is een geweldig moment van de waarheid.’

‘Er zal veel overleg en planning nodig zijn’

De kern van Club NXT, voor een stukje een interne liftploeg, bestaat uit een twintigtal veldspelers plus twee doelmannen. Het zijn jonge spelers, de ploeg die vorig seizoen werd uitgeroepen tot kampioen was gemiddeld 18,6. Daarbij komen de jongens die uit de A-kern van Club kunnen worden overgeheveld. Trainer Rik De Mil verwacht elk weekend te kunnen putten uit een kern van 26, 27 spelers.

De kalendereisen zullen veel flexibiliteit van iedereen vragen. In Nederland zijn de wedstrijden in de Keuken Kampioen Divisie op maandag, hier tijdens het weekend. Neem komend weekend: Club NXT voetbalt op zaterdag, Club 1 op zondag. Dat betekent dat Philippe Clement daags voordien, op zaterdag, met zijn hele kern zal willen trainen. Inclusief jongens die misschien op zondag naar de tribune moeten, maar op zaterdag wel met NXT zouden kunnen spelen.

De Mil: ‘Er zal veel overleg en planning nodig zijn. Omgekeerd kan ook, wij daags na Club 1. De hele zaterdag bij Club 1 voor sommige jongens en op zondag bij ons. Mentaal kan dat voor spelers belastend zijn. Dat zijn allemaal factoren die ertoe bijdragen dat de uitdaging groot is. Ook op het sociale, het familiale, zal dit verhaal een impact hebben.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content