Weergaloos gepresteerd in play-off 1 en voor het eerst opgeroepen voor de Rode Duivels. Het seizoen kon niet beter eindigen voor Maxime Lestienne. Jeugdvrienden, vroegere trainers en voormalige ploegmaats over de immer koelbloedige linkspoot.

Op zijn bijna 21e gaat het Maxime Lestienne voor de wind. Het jeugdproduct van Moeskroen reet afgelopen seizoen menige verdediging open met een van zijn karakteristieke rushes. Twaalf doelpunten en vier assists tijdens de reguliere competitie, aangevuld met vijf goals en drie assists tijdens de play-offs. De meest getalenteerde Clubspeler ziet zijn jaar van de doorbraak beloond met een selectie voor de Rode Duivels. Moeskroen vertelt over de jongen van de streek.

Giovanni Seynhaeve {neef van Lestienne en ex-Moeskroenspeler} ‘Het Moeskroen van Max, dat was de straat’

“De vader van Maxime is de broer van mijn moeder. Ik ken Maxime dus al sinds hij klein is en ik moet zeggen dat hij eigenlijk een heel braaf kind was. We voetbalden vaak samen in de tuin, maar het Moeskroen van Max was eigenlijk de hele straat. Het ouderlijk huis, jeugdhuis La Frégate, de wijk Nouveau Monde waar hij altijd rondhing … Qua persoonlijkheid doet Maxime me wat aan Gonzague Vandooren denken. Als je hen vraagt welke nationaliteit Maradona en Cruijff hebben, zou het kunnen dat zowel Gonzague als Maxime je het antwoord schuldig moet blijven. Zo volstrekt onthecht en zonder zorgen staan ze beiden in het leven.

“Zelf ben ik eerder een Anderlechtfan, maar Maxime is altijd al dol geweest op Club. Mijn broer en ik waren hem wat aan het jennen aan de vooravond van Club Brugge – Anderlecht, maar na de wedstrijd was het zijn beurt om ons te jennen. Hij maakte immers beide doelpunten van Club (2-1). Maxime had vroeger trouwens een klein beeldje van Jonathan Blondel in zijn kamer staan. Hoe grappig dat Joe en Max nu samen voetballen bij Club.”

Philippe Saint-Jean {directeur van Futurosport van 1997 tot en met 2002} ‘Een club als Bayern zou goed bij hem passen’

“Toen ik het jeugdcentrum in Moeskroen oprichtte, had ik al snel door dat ik de deuren ook het best kon opengooien voor de vier à vijfjarige talentjes. Dat had ik ook al bij Eigenbrakel gedaan. Als coach van de nationale U12 merkte ik dat de Belgische jeugd een gigantische achterstand op technisch vlak had ten opzichte van jongeren uit Frankrijk en Nederland. Er zat maar een ding op: de beste jeugdspelers zo snel mogelijk bijscholen. Maxime was er zo eentje die meteen met kop en schouders boven zijn leeftijdsgenootjes uitstak. Hij had het in eerder welke sport ver kunnen schoppen, denk ik.

“In het voetbal is het vaak het mentale aspect dat het grote verschil maakt. Mental coaches kosten stukken van mensen en daar hadden wij destijds het geld niet voor. We hebben dan ook heel wat talentjes – sommigen waren nóg beter dan Maxime – verloren zien gaan. Het mentale aspect is wat mij betreft het verschil tussen een fenomenale en een matige carrière. Naast de zaken die rechtstreeks met voetbal te maken hebben, moet je ook alles wat er naast het veld kan gebeuren in de gaten houden. Op het verkeerde moment met de foute vrienden optrekken kan reden genoeg zijn om plots op de cover van enkele boekjes te prijken. Voor je het weet sta je buitenspel. Vandaar mijn eis voor opvoeders die zulke jongeren kunnen begeleiden. We zijn ons daar intussen van bewust, maar we staan nog lang niet zo ver als Frankrijk op dat vlak.

“Het enige wat ik Max kan verwijten, is dat hij niet meer moeite voor zijn studie heeft gedaan. Hij heeft zijn opleiding tot loodgieter al snel verwaarloosd. Dat had hem nochtans enige zekerheid in geval van blessure kunnen bieden. Nu goed, zijn versnelling met bal aan de voet is simpelweg fenomenaal. Snelheid, uithouding, techniek, vista, alles heeft hij. Dat zie je zelden verenigd in een speler – behalve bij Barcelona dan. Hij is eerder frêle, maar allesbehalve een angsthaas. Vergeet niet dat hij is opgegroeid in een wijk waar er regelmatig werd geknokt. Gelukkig heeft hij zich – met alle respect voor die mensen – van hen kunnen ontdoen. Zijn klasse is uitzonderlijk. Geen wonder dat hij steeds bij een leeftijdscategorie hoger mocht meedoen. Hoe moeilijk we het hem ook maakten, hij vond altijd een oplossing. Ik geloof echt dat hij overal naartoe kan. Een club als Bayern München zou goed bij hem passen.”

Robert Dardenne {jeugdtrainer} ‘Zijn ouders waren enorm zorgzaam’

“Ik heb vijftien jaar lang de U15 van Moeskroen getraind en ik heb in die tijd wel enkele toptalenten zien voorbijkomen. Jonathan Blondel bijvoorbeeld. Maar ook Maxime, die echt verliefd is op het spelletje. Hij staat op en gaat slapen met een bal in zijn gedachten. Ik herinner me nog dat Maximes moeder me kwam vragen of profvoetballer wel een echt beroep was. Zijn ouders waren enorm begaan met zijn toekomst. Hij had het toen al in zich, hoor. Maxime kon als geen ander een wedstrijd beslissen. Op zijn vijftiende zei hij dat de Rode Duivels halen zijn doel was. Zijn doel hé, niet zijn droom! Zelfvertrouwen zit er bij hem gewoon ingebakken. Hij was toen al een van de efficiëntste spelers van de club. Die gave verhinderde hem evenwel niet ook anderen te laten scoren. Op een dag werd hij geschorst omdat hij vlak voor een wedstrijd stond te glimlachen tijdens de nationale hymne. Daar hebben we dan wel eventjes op gereageerd. Een jonge gast schorsen omdat hij in zulke omstandigheden even glimlacht, hoe halen ze het in hun hoofd?”

Bernard Decabooter {conditietrainer bij Moeskroen} ‘Een gecontroleerde opmars’

“Ik heb Maxime heel lang onder mijn hoede gehad bij de jeugd van Moeskroen. Hij is een echt loopwonder! Van in het begin had hij veel meer potentieel dan zijn leeftijdsgenootjes. En ik ben ervan overtuigd dat hij nog beter en sneller zou zijn geworden als hij iemand had gehad die hem bijna kon bijbenen. Tijdens looptests zonder bal sprak hij zijn topsnelheid niet eens volledig aan. Waarom zou hij ook? Hij gebruikte die snelheid liever tijdens de wedstrijd.

“Vader Lestienne heeft zijn zoon altijd goed afgeschermd en ervoor gezorgd dat hij geen stappen zou overslaan. Max breekt op de ideale leeftijd door. Zowel zijn opleiding als zijn opmars werden zorgvuldig geregisseerd. Zijn verhaal is een voorbeeld voor ouders, opleiders en trainers. Het heeft geen zin top te zijn op je vijftiende als je er vervolgens in het volwassen voetbal niet staat.

“Enkele weken nadat hij in de A-kern was opgenomen, deelde ik de voorbereidingsprogramma’s voor aanstaande zomer uit. Na de meeting was er slechts één speler die zijn programma had laten liggen: Max! Dat is hem echt ten voeten uit. Zorgelozer vind je ze niet. In een sport waar je makkelijk ten onder kan gaan aan de druk is dat eerder een troef dan een minpunt.”

Jean-Louis Losfeld {directeur van Futurosport} ‘Plezier neemt bij hem altijd de bovenhand’

“Ik ken Maxime al van toen hij klein was. Hij is als het ware geboren op Futurosport. Zijn liefde voor het voetbal heeft hem altijd vooruit gestuwd. Stress voor een wedstrijd heeft hij nooit gekend, bij Maxime neemt het plezier altijd de bovenhand. Ik herinner me een wedstrijd tegen de U16 van Anderlecht met Romelu Lukaku. We stonden 1-0 achter, dwingen een penalty af en Maxime eist meteen de bal op. Hij zet de strafschop feilloos om en loopt richting zijn vrienden in het publiek om zijn doelpunt te vieren.

“Het was al snel duidelijk dat Maxime overliep van talent. Hij werd dan ook al op zijn veertiende het hof gemaakt door grote buitenlandse clubs. Zijn vader hield de boot evenwel steeds af en was alleen geïnteresseerd in een club met een sportief project. Maxime is een erg trouwe jongen, die nog regelmatig gedag komt zeggen op Futurosport. Het was onze taak om hem zowel op als naast het veld zo goed mogelijk te begeleiden. Als het nodig was trok ik hem wel eens aan zijn oren, hoor.”

Alex Teklak {ex-ploegmaat bij Moeskroen} ‘Altijd in voor een grapje’

“Maxime speelt op instinct en is wat mij betreft een van de laatste echte buitenspelers van België. Hij heeft zich misschien niet altijd met de beste mensen omringd, maar diep vanbinnen is hij een goede jongen. Maxime is én heel discreet – bijna verlegen zelfs – én een echte pleziermaker. Hij is altijd in voor een grapje. Ten opzichte van al wie boven hem staat, is hij zeer respectvol. Toen EnzoScifo en Geert Broeckaert aan het hoofd van Moeskroen stonden, stelde hij zich zelfs ronduit gereserveerd op. Hij had toen ook nog veel te leren natuurlijk. Maxime wierp zich al snel op als toptalent en basisspeler. Op het moment dat Moeskroen de boeken moest neerleggen, waren de clubs die Lestienne wilden inlijven niet eens op twee handen te tellen. Maxime koos al snel voor Club Brugge, maar dat was misschien een iets te grote stap voor een zeventienjarige. Hij doorstond de moeilijke jaren met glans en nu is zijn tijd gekomen om te schitteren bij Club.”

Florent Cuvelier {vriend} ‘School was ons ding niet’

“Ik ken Max al sinds ik negen ben, nadat ik van La Louvière naar Moeskroen ben verhuisd. We zagen elkaar elke dag op school en zo werden we beste vrienden. Hij had toen al de nodige technische vaardigheden, die scherp aangesneden voorzet en die verbazingwekkende snelheid. Echt breed is hij niet, maar hij staat wel stevig op zijn benen. Ik herinner me een 5-0-zege tegen Bergen waarin hij vijf keer raak trof. Ik zat destijds op internaat, maar hij ging elke dag terug naar huis. School was echt ons ding niet. Wiskunde was de nagel aan onze doodskist. Dat weerhield ons er gelukkig niet van om ons te amuseren samen.

“We houden nog steeds contact. Onlangs hadden we het er nog over dat we eens samen op vakantie moeten gaan. Dat hij het nu zo goed doet bij Club verbaast me niet. En dat hij werd opgeroepen voor de Rode Duivels is meer dan verdiend. Maxime is overigens een echte familieman. Daarom is het goed dat hij altijd dicht bij zijn familie is gebleven. Zelf koos ik ervoor om op mijn vijftien jaar en tien maanden naar Portsmouth te trekken. Max zei me dat ik mijn instinct moest volgen en was superblij voor me.”

Michel Derouck {leerkracht bij Foot Elite} ‘De juiste beweging op het juiste moment’

“Hoe ouder ze worden, hoe meer ze de druk beginnen te voelen. Niet zo bij Maxime, die speelt net zo complexloos voor 50.000 man als hij vroeger bij de jeugd deed. Hij ziet al die fans niet eens zitten. Voetbal blijft een spelletje voor hem. Zijn grootste troef is zijn grote motor. Ik wist al na een jaar dat Maxime een geweldige speler zou worden. Hij is echt een kind van de straat. Maar dan wel een die goed is opgevoed. Zijn vader heeft zich altijd voor hem opgeofferd, zonder zich te bemoeien met dingen waar hij niets mee te maken had.

“Vergeleken met Blondel heeft Maxime het geluk dat hij een aanvaller is. Hij kan een wedstrijd met een actie beslissen. Ik ben in ieder geval maar wat blij met zijn succes. Ik zeg vaak tegen onze jeugdspelertjes dat zelfs de grootste spelers soms bij kleine clubs zijn begonnen. Was het je ook al opgevallen dat Max in negen van de tien gevallen de keeper op de grond krijgt wanneer hij in een een-tegen-eensituatie komt? Hij maakt altijd de juiste beweging op het juiste moment. Dat noem ik puur talent. Zulke dingen kun je immers niet leren. Max durft ook alles aan. Ik heb hem eens op het einde van het seizoen op training de doelman zien lobben vanop veertig meter.

“Hij koos voor Club Brugge, een ploeg op dertig kilometer van zijn huis. Als hij blauw-zwart ooit zou verlaten, kan ik je garanderen dat hij daar goed over zal nadenken.” ?

DOOR JULIEN BROQUET – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Snelheid, uithouding, techniek, vista, alles heeft hij. Dat zie je zelden verenigd in een speler, behalve bij Barcelona dan.” Philippe Saint-Jean

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content