Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Oorlogsdreiging of niet, Antwerp bereidde de terugronde voor in de golfstaat Qatar. Met dank aan Hussein Abdulrahman, door Manchester United aan de Great Old uitgeleend.

Turkije is bekend als winterbestemming voor Belgische eersteklassers. Zuid-Frankrijk ook, Spanje uiteraard, net als Tunesië en Marokko. Maar Antwerp ging het deze winter nog een eind zuidoostelijker zoeken, in de oliestaat Qatar, net voorbij Irak, in een gebied waar de Amerikanen de voorbije weken troepen verzamelden met het oog op een oorlog. Daar dus bereidde Henk Houwaart zíjn oorlog voor : die tegen zeventien andere eersteklassers én die tegen de stadsrivaal uit Beerschot voor een plaats in de halve finales van de beker.

Antwerp en Qatar : het is een combinatie die voortkomt uit de aanwezigheid sinds dit seizoen van Hussein Abdulrahman, een jonge aanvallende middenvelder uit de golfstaat, in de Metropool. Ooit afgetest bij Ajax, dan opgevist door Manchester United en nu door die club in België geplaatst tot hij als A-international voor zijn land voldoende wedstrijden heeft gespeeld om in aanmerking te komen voor een werkvergunning in Engeland. Om elk misverstanden eens en voor altijd uit de wereld te helpen : Hussein is de voornaam, Abdulrahman de familienaam.

Voetbal zit er in de familie. De vader van Abdulrahman, Mohamedi, was een gevierd Egyptisch voetballer. “In de jaren tachtig week hij uit van Kaïro naar Qatar, om daar zijn kost te gaan verdienen. Na zijn carrière is hij er blijven werken als trainer, en wij zijn er blijven wonen. Ik heb de beide nationaliteiten, maar omdat ik al zolang in Qatar woon, voel ik me toch meer een Qatari dan een Egyptenaar.”

De eerste klasse in Qatar bestaat uit negen ploegen, die elk slechts drie echte profs onder contract mogen nemen. Abdulrahman : “Het niveau van zo’n ploeg hangt sterk af van het niveau van die drie spelers. Meestal nemen ze drie centrale mensen : een verdediger, een middenvelder en een spits.” Vroeger kwamen die buitenlanders vooral uit Zuid-Amerika, legt hij uit, vooral Brazilianen en Argentijnen. “Maar tegenwoordig komen ze van overal, ook uit Afrika : Nigeria, Senegal…”

Begin jaren negentig streken er ook twee Nederlanders neer in Qatar : Wiel Coerver en René Meulensteen. “Mijn geluk”, zegt Abdulrahman. “Al van toen ik acht was, zijn zij met mij bezig. Meneer Coerver is wat ouder en bleef maar één jaar, maar René acht jaar. Iedereen zei wel dat ik veel talent had, maar zonder hun individuele begeleiding was ik nergens geraakt.” Meulensteen was méér dan zijn coach. “Ik ging hem zien als een broer, een tweede vader, een vriend, elke dag was ik met hem bezig.” Al snel werd de kleine Hussein ingelijfd bij de nationale jeugdploegen, die allemaal door Meulensteen werden getraind. “We haalden een aardig niveau. In 1999 speelden we ons eerste toernooi in Europa. We klopten IJsland met 3-0 en verloren slechts met 1-0 verloren van Engeland.”

In 1999 versierde René Meulensteen voor Hussein Abdulrahman een test bij Ajax. “Ik heb het toen goed gedaan, dacht ik, maar ik was pas zestien. Toen ik voor een tweede test mocht terugkeren, was het al september en stonden er geen vriendschappelijke wedstrijden meer op het programma. Voor een contract kwam ik niet in aanmerking. Ze waren positief over mij, meer niet.”

Twee jaar later kreeg Meulensteen een aanbieding van Manchester United om er als individueel trainer in de jeugdopleiding aan de slag te gaan. Development coach, heet dat. “En René vergat me niet, want hij nodigde me uit voor een test. Het was niet evident, want van een nietig staatje dat de mensen alleen kennen van de oliebusiness naar de grootste club van de wereld gaan, als tiener dan nog, dat is een grote stap.”

Abdulrahman mocht vorige zomer meetrainen met spelers als Solskjaer, Gary Neville en David May, de B-kern van de Engelse topclub. Toen hij onlangs geschorst was voor Antwerp, keerde hij voor trainingen terug naar Manchester. “Het niveau ligt er ontzettend hoog. Het verschil in snelheid en kracht is toch groot. Aanvankelijk had ik het ontzettend lastig op training, maar de tweede keer merkte ik toch al beterschap.”

Het was Manchester dat hem aanraadde om in België ervaring op te doen. “Met deze tussenstap ben ik ontzettend blij”, zegt Abdulrahman. “Het voordeel aan jullie voetbal is dat het stevig is, soms zelfs hard, met veel loopwerk en duels. Elke wedstrijd die ik speel, is meegenomen. Daarom ook speel ik in mijn land zowel voor de olympische als voor de nationale A-ploeg.”

Tien wedstrijden speelde hij voor de winterstop mee met Antwerp. Daarin kwam hij aan één doelpunt en één assist. “Ik ben drie duels geschorst geweest omdat er wat verkeerd liep met het beroep dat Antwerp had aangetekend tegen mijn de uitsluiting tegen Sint-Truiden. En voor de eerste twee wedstrijden was ik niet inzetbaar omdat mijn papieren niet in orde waren. Meneer Houwaart bracht me geleidelijk in de ploeg, eerst via korte, daarna wat langere invalbeurten. Tegen Anderlecht stond ik voor het eerst in de basis. In principe moet mijn terugronde nog beter zijn. Ik ben nu volledig aangepast aan het Belgische voetbal en ken de ploegen.”

Zo goed is hij al geïntegreerd, dat hij de winterstage van Antwerp mee hielp regelen. De oorlogsdreiging in de golf schrok hem niet af. “In Qatar is alles rustig”, weet Abdulrahman. “Ik volg het op de voet en ben er op dit moment vrij zeker van dat er geen oorlog komt. Elk jaar is er wel dreiging rond dit tijdstip. We zijn ongerust, niet omdat we bedreigd zijn, maar omdat je erbij betrokken bent. De Amerikanen gebruiken ons land immers om hun troepen te verzamelen. Voor de rest is Qatar een rustig land, vrij veilig, met veel rijkdom. Olie en gas zijn de natuurbronnen, we zitten nog voor een tijdje safe. Twintig jaar geleden is men overal hotels en grote shoppingcentra beginnen bouwen. Alle voorzieningen zijn ultramodern. We organiseren nu veel evenementen om Qatar op de kaart neer te zetten, met als hoogtepunt de Aziatische Spelen in 2006. Als voorbereiding daarop zijn er voetbaltoernooien, een internationale marathon, de wielerronde van Qatar, rally’s en in januari ook de Qatar Open in het tennis.”

Qatar is een islamitische staat, maar omdat er behoorlijk wat buitenlanders neerstreken, is er weinig spraak van fundamentalisme. “Als vrouwen traditionele kleding willen dragen, mogen ze dat. Ze kunnen ook vrij de straat op. Hetzelfde geldt voor mannen : de een draagt traditionele kleding, de ander westerse. De leider van de staat is een emir.”

Uitgeweken Qatari vind je niet veel in Europa. “Twee in Oostenrijk,” weet Hussein Abdulrahman, “en er zouden in januari nog twee internationals een contract voor Stuttgart tekenen.” Het liefst echter blijven Qatari dicht bij huis, en daar is volgens de Antwerpspeler een goede verklaring voor. “Ze hebben het in eigen land gewoon te goed. Het leven in de Golf is luxueus. De zon, een huis, een wagen, een zwembad, familie, veel gratis sociale voorzieningen, zoals ook het onderwijs, geen belastingen… Je moet niet knokken voor je leven. Zo kweek je gemakzucht, wat op sportvlak dodelijk is. In België moet ik vechten voor mijn plaats en loop ik teleurstellingen op. Voetbal hier is ernst.”

Zijn doel is om het tot de A-kern van Manchester United te schoppen. “Zeker tot het einde van het seizoen blijf ik bij Antwerp. Heb ik dan nog onvoldoende niveau en wedstrijden met de nationale ploeg, dan doe ik er nog een jaar bij.”

door Peter T’Kint

‘Qatar is een rustig land, vrij veilig, met veel rijkdom.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content