Geert De Vlieger ruilt Engeland voor Zulte Waregem, ook Nico Vaesen zoekt na acht jaar Engeland een doel in België. Maar hun enthousiasme voor het Engelse voetbal blijft : ‘Engeland is op het voetbalvlak gewoon het summum.’

De middag voor de afspraak rinkelt de telefoon bij Nico Vaesen (34) én Geert De Vlieger (36) nog in Engeland, maar de volgende ochtend schuiven ze allebei keurig aan in Antwerpen. Vaesens gezin blijft nog langer in Birmingham, want het schooljaar loopt in Engeland tot begin juli. Beiden willen echter hun comeback vieren op de Belgische velden.

Vier jaar geleden beleefden Vaesen en De Vlieger de sportieve hoogtepunten uit hun carrière. Met de Belgische nationale ploeg bekampte De Vlieger op het WK Brazilië. Vaesen moest even bekomen van de historische promotie met FC Birmingham naar de Premier League. Voor 72.000 toeschouwers stopte hij in de finale van de play-offs de beslissende strafschop tegen Norwich. Sindsdien keepte hij 35 matchen in de Premier League. Het konden er meer geweest zijn : in het eerste seizoen in de Premier League scheurde hij in de derby tegen Aston Villa zijn kruisbanden. Als vervanger haalde Birmingham Maik Taylor, doelman van de Noord-Ierse nationale ploeg. Die keepte zo sterk dat Birmingham zijn Belgische doelman uitleende aan Crystal Palace. Met de Londense club deed Vaesen zijn kunstje van twee jaar tevoren nog eens over. Opnieuw vertolkte de ex-doelman van Tongeren, Cercle en Eendracht Aalst een hoofdrol in de play-offs. Hij kon met Palace naar de Premier League, maar zag op tegen verhuizen naar Londen, stelde vragen bij de behoudskansen van die club en verkoos een nieuw riant tweejarig contract bij Birmingham. Kort voor Nieuwjaar kwam hij bij een mindere periode van zijn concurrent nog een paar weken van de bank af ; een rode kaart kostte hem na vier wedstrijden weer zijn plaats. Toen Birmingham onverwacht degradeerde, werd zijn contract niet verlengd.

Geert De Vlieger verhuisde pas twee jaar geleden van Willem II naar Manchester City. Nog voor de eerste competitiematch scheurde hij zijn achillespees. Opnieuw fit stelde hij vast dat Engels international David James sterk keepte. “Toen wist ik al snel dat mijn contract niet verlengd zou worden. Daarom gaf ik vrij vlug aan dat ik het liefst naar België wilde terugkeren. Er was ook contact met een paar Nederlandse ploegen, maar ik had geen zin om opnieuw te verhuizen en dat over één of twee jaar nog eens over te doen.”

In tegenstelling tot Nico vond jij in België snel onderdak.

Geert De Vlieger : “Ik speelde de laatste tijd evenmin, maar als keeper van de nationale ploeg was men mij toch niet vergeten. Toen mijn contract bij City niet verlengd werd, maakte ik meteen bekend dat ik het liefst terugwilde naar België. Eerst was er een gesprek met FC Brussels, maar daar bleef het bij. Dan kon ik met Johan Boskamp mee naar Beveren. Toen Boskamp aan de slag ging bij Standard, viel mijn naam daar, maar die gesprekken stokten. Dan liever de duidelijkheid van Zulte Waregem. Ik had nog regelmatig telefonisch contact met hun keeperstrainer, Yves Vermote, die mijn keeperstrainer was bij RC Harelbeke. Die liet mijn naam eens vallen, van het één kwam het ander. Ik had daar een goed gevoel bij. Zulte Waregem maakte een ambitieuze indruk, ze voetballen ook Europees.”

Wou jij niet tot het einde van je carrière in Engeland blijven, Nico ?

Nico Vaesen : “Degradeert Birmingham niet, krijg ik waarschijnlijk een nieuw contract. De beslissing om terug te keren viel dus pas kort geleden. In de winterstop was er al interesse van een Belgische club, maar dat is toen niet doorgegaan.”

Na drie jaar Premier League gaan de meeste Belgische topclubs er ook van uit dat jij je neus ophaalt voor wat zij financieel kunnen bieden.

Nico Vaesen : “Misschien denkt men dat, maar dat is niet zo. Voor het geld moet ik het niet meer doen, ik heb in Engeland goed verdiend. Ik wil graag opnieuw spelen, me op het veld tonen in België. Toen ik hier acht jaar geleden vertrok, was ik geen onbetwiste titularis. Dat wil ik graag even rechtzetten. Maar concrete gesprekken waren er in België nog niet. Vooral Engelse clubs informeerden. Niet onlogisch : ik heb mijn reputatie als keeper in Engeland opgebouwd. Ik praatte ook al met Crystal Palace en Ipswich Town. Maar mijn gezin wil graag terug naar België. Mijn dochter moet straks naar het middelbaar. Sportief is de aantrekkelijkste optie gewoon langer in Engeland blijven. Het probleem is dat we voor Ipswich en Crystal Palace wéér moeten verhuizen, van Birmingham naar de oostkust of Londen. Drie weken geleden informeerde Coventry, dat vlakbij Birmingham ligt. Dat zou nog een interessante optie kunnen zijn. Als we nog eens verhuizen, dan terug naar België.”

Wat onthouden jullie van voetballen in Engeland ?

Vaesen : “De voetbalbeleving is er fantastisch. Als Wayne Rooney naar het toilet gaat, haalt dat de voorpagina. De mensen ademen er voetbal, 24 uur op 24. Ook op het veld ga je in één ruk door, vanaf de eerste training begin juli, tot eind mei. Zonder winterstop ! Minstens 60 matchen op een seizoen speel je. In mijn eerste drie jaar bij Huddersfield werkte ik bijna 200 matchen af.”

De Vlieger : “Toen ik op mijn 33ste naar Engeland ging, dacht ik dat ik alles wel al gezien had. Ik maakte Anderlecht mee, Nederland, een WK, maar Engeland is met niets te vergelijken. Er was al eens sprake van Newcastle toen RuudGullit daar nog trainer was, maar dat bleek een onduidelijk verhaal.

“Ik herinner me de eerste oefenwedstrijd met Manchester City. Op het trainingscomplex zagen we de hele voorbereiding geen kip, maar bij het eerste matchke, uit bij een klein plaatselijk ploegje, zaten er opeens 16.000 enthousiaste fans in dat stadionnetje.”

Vaesen : “Het eerste jaar speelde ik met Huddersfield tegen City, dat net van de derde naar de tweede klasse was gepromoveerd. Liefst 30.000 man zat er in hun oude stadion.”

De Vlieger : “Je traint wel minder vaak : vanaf 1 september nog één keer per dag, bijna nooit meer twee keer. De financiële middelen en werkingsmogelijkheden van de clubs zijn er wel immens. Op een oppervlakte waar zeven voetbalvelden liggen, zijn dagelijks vijf fulltimeterreinverzorgers aan de slag. Dat kost zo veel geld. Op de laatste trainingsdag liggen die velden er nog perfect bij, de volgende dag wordt al het gras er afgehaald en bij de eerste training liggen daar zeven nieuwe velden. Daar duizelde ik wel van. In België ben je al blij als je één goed trainingsveld hebt.”

Hoe anders had jullie carrière in Engeland er zonder die blessures uitgezien ?

De Vlieger : “Toen ik terugkwam, was James goed bezig, de trainer had geen enkele reden om hem te vervangen.”

Vaesen : “James was niet langer de Calamity James zoals men hem noemde toen hij nog bij Liverpool zat. Een doelman die uit blessure terugkomt, moet wachten. Birmingham trok als vervanger Maik Taylor aan. Die speelde tijdens mijn revalidatie de pannen van het dak. Toen wist ik dat ik bij mijn terugkeer zou moeten wachten. Tot hij afgelopen seizoen een inzinking kreeg. Daar profiteerde ik van, tot ik na vier weken een rode kaart kreeg.”

Toen je geblesseerd uitviel, zat je net in de voorselectie van de Rode Duivels.

Vaesen : “Dat was die match tegen Kroatië, toen Geert geblesseerd was en Francky Vandendriessche speelde. Als je een half seizoen titularis bent in de Premier League, vind ik het maar logisch dat ze eens komen kijken. De voorgaande jaren speelde ik maar in de Engelse tweede klasse, redeneerde men in België. Alsof dat te vergelijken valt met de Belgische tweede klasse.”

Kreeg je respect in Engeland ?

Vaesen : “Zeker. De mentaliteit is er anders. Men gunt je succes in Engeland.”

De Vlieger : “Er is absoluut geen afgunst in of naar de sport. De lonen zijn bekend, niemand zeurt dat iemand te veel verdient.”

Vaesen : “In België plaatst men je sneller op een voetstuk. Als het dan wat minder gaat, komt de kritiek meteen.”

De Vlieger : “Voetbal is in Engeland een feest. Zelfs elke training is er een feest. In Nederland merkte je dat sommigen al eens een slappe dag hadden, in Engeland nooit. Natuurlijk doen ze in Engeland ook wel eens dingen die niet professioneel zijn …”

Daar zullen we het meteen over heb-ben …

De Vlieger : “… maar eens ze op het veld staan, gaan ze helemaal. Maakt niet uit of je moe of ziek bent, vedette of jonge speler. De kwaliteit was er soms niet, het enthousiasme altijd.”

Vaesen : “Bij Huddersfield maakte ik nog mee dat jonge spelers mijn schoenen poetsten. In België kijken jonge spelers je kwaad aan als je ze vraagt om na training de ballen bijeen te rapen. Bij Birmingham was het vanzelfsprekend dat de jonge jongens dat deden.”

De Vlieger : “Ze staan ook altijd voor je klaar. Toen ik mijn achillespees scheurde, kende ik er amper iemand. Wat doet men voor een speler die er net is en die de komende maanden van geen waarde meer zal zijn ? Wij zaten toen in volle verhuizing. Kevin Keegan zorgde er zelf voor dat er ’s anderendaags drie mensen stonden voor de verhuizing. Ik mocht ook meteen terug naar België met de familie, als ik dat voor mijn revalidatie beter vond. Ik heb dat toen niet gedaan, we hadden net voor Engeland gekozen, ik had geen zin om zes maanden later opnieuw te beginnen.”

Kende men je naam, als doelman van de nationale ploeg van België ?

De Vlieger : “Nauwelijks. België is op het voetbalvlak onbekend. Sky Sport zendt 24 uur per dag beelden uit alle landen en alle sporten uit. De uitslagen van de Franse, Duitse of Nederlandse competitie krijg je wel, die van België niet.”

Wat viel jullie daar tegen ?

De Vlieger : “Vaak krijg je van spelers die uit het buitenland terugkeerden en daar weinig speelden, een negatief verhaal. Van iemand die uit Engeland terugkeert, is dat bijna onmogelijk. Je moet het meegemaakt hebben om erover te kunnen meepraten. Als iemand die de kans krijgt om naar Engeland te gaan, me advies vraagt, zeg ik : gewoon doen.”

Vaesen : “Soms schrok ik hoeveel vrienden ik in België had. Je kan je niet voorstellen hoe veel mensen je bellen met de vraag om kaarten, om eens een match in de Premier League te kunnen bijwonen. Ook al was de kwaliteit niet goed, de beleving was er altijd. Het tempo ook. In Engels voetbal heb je geen dode momenten.”

De Vlieger : “Wat me vaak verbaasde, was dat ze met het tactische aspect zo weinig doen. Soms denken wij : een beetje rustig aan, bal houden en kijken waar de oplossing ligt. Zij doen dat niet, steken gewoon een tandje bij. Als je net uit Nederland komt, waar tactische besprekingen heel gewoon zijn, schrik je wel even. Met Stoke zette JohanBoskamp wel eens een mannetje meer op het middenveld, waardoor het spelbeeld kantelde, maar denk je dat de tegenstander een andere zet bedacht ?”

Vaesen : “Laat me raden : die slaan vervolgens het middenveld gewoon over. De eerste keer toen ik in een wedstrijd met Huddersfield de bal kreeg, stopte ik die, keek links en rechts, maar zag niemand. Die waren zodra ze zagen dat de bal bij mij kwam, allemaal naar voren gespurt. Van mij werd maar één ding verwacht : die bal zo ver mogelijk naar voren trappen.”

De Vlieger ( knikt) : “In mijn eerste match speelt de rechtsback die bal terug, ik stop hem en geef hem terug naar de zijkant : in België en Nederland lopen backs zich meteen vrij zodra de doelman de bal heeft. Maar die bal hobbelde traag over de zijlijn buiten. Toen riep Paul Bosvelt me toe : ‘Nou, dat doen ze hier niet hoor, kerel. Gewoon die bal vooruit trappen, man !'”

Vaesen : “In die acht jaar maakte ik nooit een tactische bespreking mee die langer dan tien minuten duurde, al werkte ik met vijf managers. De laatste woorden waren altijd : enjoy the game.”

De Vlieger : “Op een keer kregen we een bespreking omdat we acht van de negen laatste matchen verloren. We zagen eerst beelden van een match die we heel goed aanvatten, dan van een waar we slecht begonnen. Toen dacht ik : nu gaan we een tactische uitleg voor dat verschil horen, maar de conclusie luidde dat we in de ene match met meer strijd begonnen dan de andere. Als het op het veld niet werkt, is er maar één oplossing : nog harder lopen, een tandje bijsteken.”

Konden jullie naast het veld gewoon leven ?

Vaesen : “Wat naast het veld gebeurt, maakt niemand wat uit. Zolang je er in de wedstrijd helemaal voor gaat, doe je daarnaast wat je wilt. Engelse spelers kennen er wat van, hoor. Die gaan niet een avondje stappen, maar de hele middag. Topspelers zijn popsterren, maar de meesten reageren op het veld heel normaal. Toen we tegen Manchester United speelden, sprak Ruud Van Nistelrooy me in de spelerstunnel gewoon in het Nederlands aan, net voor de aftrap. Toen ik tijdens een dopingcontrole met Wayne Rooney stond te wachten, vroeg ik hem een shirt voor mijn zoontje. Dat was geen probleem, hij schreef er nog iets aardigs bij ook.”

De Vlieger : “Om halfeen moest je in het hotel zijn voor het kerstfeestje. Tot één uur werd er gegeten, dan werd er bier getapt. Ze hebben echt een zuipcultuur. Als je in België met vrienden op stap gaat, ga je eerst lekker eten en daarna gezellig een pintje drinken. In Engeland kan je maar beter vooraf gegeten hebben, want om zeven uur worden de eerste halve liters besteld. Dat heeft niet zozeer met de voetbalcultuur, maar met de Engelse uitgangscultuur in het algemeen te maken.”

Vaesen : “Ik snap al die opmerkingen over dat slechte eten ginder niet. In de warenhuizen vind je net hetzelfde aanbod als hier, en als je je niet beperkt tot het gefrituurde eten dat je in de pubs krijgt, zijn er best lekkere restaurantjes.”

In sommige clubs spelen nauwelijks nog Engelsen mee. Verandert de buitenlandse inbreng de mentaliteit op en rond het veld niet ?

Vaesen : “Het wordt nu geaccepteerd dat je het anders aanpakt dan zij. Toen ik met Huddersfield als eerste een fruitontbijt nam, terwijl zij ’s ochtends aan de worst met bonen zitten, vroegen sommigen me bezorgd of ik met alleen fruit niet van mijn stokje zou vallen.”

De Vlieger : “Al die mensen die rond de club hangen, zijn natuurlijk wél Engelsen. Zij stralen toch nog altijd uit wat ze zelf belangrijk vinden. Je mag wel opmerkingen maken, soms nemen ze iets over van een Arsène Wenger, maar voetbal blijft toch nog altijd hun spel. Zij hebben het uitgevonden.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content