Met Manchester United, Aston Villa en Liverpool zijn sinds 2005 drie Premier Leagueclubs in handen van een Amerikaanse eigenaar. Voor Amerikanen is sport big business. Weinig waarschijnlijk dus dat Malcolm Glazer & co bereid zijn winst of verlies op het veld en de enorme financiële consequenties die dat heeft, te laten afhangen van een al dan niet juiste waarneming van een scheidsrechter – of met andere woorden : van het toeval. Het lijkt dan ook bijna vanzelfsprekend dat met de Amerikaanse overnames ook een stuk Amerikaanse sportcultuur (gesloten competitie, competitive balance …) het Europese voetbal is binnengedrongen. Temeer daar Glazer ook de eigenaar is van een American footballteam en de twee overnemers van Liverpool al een ijshockeyteam uit de NHL bezaten.

Stefan Szymanski, de Britse sporteconoom die de UEFA adviseert bij het ontwerpen van de Champions Leagueformats, is overtuigd dat het principe van de competitive balance mettertijd ook in Europa ingang zal vinden. Verder ziet hij het zo’n vaart niet lopen. “Amerikanen doen zich graag voor als de grote believers in justice and fairness“, zegt hij vanuit Londen. “Het is zeker waar dat ze veel minder sentimenteel doen over traditie dan Europeanen, maar ik geloof niet dat ze sneller hun heil zoeken in technologie. Denk aan de presidentsverkiezingen in 2000 toen een deel van de telling moest worden overgedaan. Heel primitief, hoor. In de meeste landen in Europa gebeurt dat elektronisch. De druk zal zeker toenemen om technologie in de sport te gebruiken, maar ik zie die niet uit Amerikaanse hoek komen.”

Rugby + video = saai

Veelzeggend, zegt Szymanski, is dat hij maar twee sporten kent waar videohulp is ingevoerd. “Twee erg Britse sporten dan nog : rugby en cricket ! Dat het daar makkelijker gaat dan in het voetbal, komt doordat je minder bonden hebt waartussen je een consensus moet vinden. Ik stel ook maar een beperkt en zeer specifiek gebruik vast : sommige, maar zeker niet alle problemen in het rugby worden met behulp van technologie opgelost.”

Nadeel volgens Szymanski is dat het spel vertraagt en de wedstrijden saaier worden. “Het duurt ééuwen voor het spel hervat. Voor de attractiviteit en de sfeer in het stadion speelt dat nadelig. Bovendien garandeert het niet dat de juiste beslissing wordt genomen : dat je iemand de beelden laat terugspoelen en bekijken, betekent niet dat híj het bij het rechte eind zal hebben. Een tijd geleden bleek de videoreferee in een belangrijke interland een verkeerde beslissing te hebben genomen. Het was niet cruciaal voor het resultaat, maar wat als het dat wel was geweest ? Er zijn dus goede redenen om daar voorzichtig mee om te springen.”

Scheidsrechterlijke dwalingen zijn part of the game, vindt Szymanski. “De vraag is : wat verwacht je van een voetbalwedstrijd ? Honderd procent juistheid en geen vergissingen ? Als je bereid bent het spel genoeg te vertragen, kom je ongetwijfeld dicht in de buurt, maar je zal er een prijs voor betalen. Of het dat waard is, weet ik niet. Volgens mij is een voetbalwedstrijd als een loterij : er moet een portie willekeur in zitten. Als die dan van de scheidsrechter komt, so what ? Het gaat tenslotte om entertainment. En entertainment betekent dat we erover praten. Stel dat we de perfecte arbitrage zouden hebben, dan valt dat weg. En het gevolg daarvan is dat we minder aandacht aan het voetbal gaan besteden. We kunnen dus beter met z’n allen wat kalmeren en toegeven dat het maar een spel is (lacht).”

Peanuts = apen

In tegenstelling tot Werner Helsen gelooft Szymanski wel dat beter betaalde scheidsrechters meer kwaliteit brengen. “Als de thuisploeg achterstaat, heeft de arbiter, onder druk van het thuispubliek, de neiging om meer extra time te geven. Uit een recente studie blijkt dat dat in de Premier League steeds minder voorkomt sinds ze professionele scheidsrechters hebben ingevoerd. Statistisch is er geen verschil in extra tijd meer wanneer de thuisploeg achter- of voorstaat. Dat suggereert dat de kwaliteit van de beslissingen door het professionalisme is toegenomen. Het is zoals het spreekwoord zegt : betaal je peanuts, dan krijg je apen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content