‘Voetbal is een armsport geworden’

© INGE KINNET

Toen Sportmagazine 40 jaar geleden voor het eerst verscheen, schreef Jan Mulder er de column en was Imke Courtois nog niet geboren. Maar de passie voor het spel overbrugt die leeftijdskloof moeiteloos. Een gesprek tussen gelijkgestemden.

Op tafel in het Roularta Media Center in Zellik ligt het allereerste nummer van Sportmagazine van 20 maart 1980. Nieuwsgierig bladert Imke Courtois het door. ‘1980, acht jaar voor mijn geboorte’, zegt ze en ze kijkt verbaasd naar de foto bij de column op pagina 33 van een 40 jaar jongere Jan Mulder. ‘Jan, was jij dat echt?’

Jan Mulder, die in die allereerste column onthult waarom hij voor Anderlecht koos en niet voor Standard, weet niet of het als compliment bedoeld is. ‘Mooie lay-out voor die tijd’, prijst de voetbalanaliste ook. Het vele zwart-wit, heel normaal toen, vindt ze net heel stijlvol.

Vandaag heeft iedereen de mond vol van de Belgian Cats, de Amerikaanse voetbalvrouwen, Nafi Thiam, Nina Derwael en Kim Clijsters. Wie waren veertig jaar geleden de vrouwen in de sport, Jan?

Jan Mulder: ‘Mijn Johanna. Toen ik indertijd naar Brussel verhuisde, ging Johanna daar ook hockeyen, net zoals ze in Winschoten had gedaan. Ik ging wel eens kijken, maar niet zo vaak. Elke zaterdag wanneer zij speelde trokken wij naar Huizingen op afzondering. Ik herinner me dat ik wel eens met haar poseerde, samen op een omgevallen boomstam in het Zoniënwoud. In België had je dat meer, de vrouw als versiering van de voetballer. Hier gaat men verder in zulke poses: Lior Refaelov met zijn vrouw, zichtbaar trots op hem. En omgekeerd.’

In mijn begintijd als prof was Anderlecht groter dan Ajax.’ Jan Mulder

Imke Courtois: ‘Ik vind dat een mooie uitdrukking: de vrouw als versiering van de man. Als het die kant uitgaat, stel ik voor dat ik wat eet terwijl Jan praat.’ ( lacht)

Mulder: ( wanhopig) ‘Ja, laat mij hier maar aanmodderen.’

Courtois: ‘Ik kan me jouw Johanna echt niet voorstellen als versiering, Jan. Zij heeft daarvoor toch te veel persoonlijkheid?’

Mulder: ‘Maar ik was toevallig wel spits van Anderlecht en zij niet. Daar kon ik toch ook niets aan doen? Ik durf wel te zeggen dat ik beter kon voetballen dan zij hockeyen.’

De vraag was: wie waren de sportvrouwen van 1980?

Mulder: ‘Die periode is voor mij één grote blinde vlek. Tot het eind van mijn voetballoopbaan in 1975 herinner ik me nog bijna alles, maar daarna ben ik beginnen te leven. Daarvoor was ik een nogal sobere sportman. Geen seks, drugs en rock-‘n-roll, hooguit eens naar restaurant Chez Stans, met Johanna. Of als we op zaterdag gespeeld hadden op zondagmiddag naar Hotel Metropole. Daar had je een ballroomorkest, en in de zaal allemaal vrouwen van zestig met een gebakje. Geen één die mij herkende. Geen speler van Anderlecht werd toen in Brussel aangeklampt. Wij waren de ploeg van het Pajottenland. Die idolatrie van nu bestond toen niet. Hoe zou men ons ook herkend hebben? Wij kwamen niet op tv.’

Courtois: ‘Ik heb hier nog beelden van jou, Jan, toen je als speler op tv een interview gaf. Zo schattig. En hier, bij de kampioensviering uit 1972. ‘

Mulder: ‘Toen we om te weten of we kampioen waren na de match, moesten wachten op de uitslag van Racing White-Club Brugge, wedstrijd die nog niet afgelopen was. Wij hadden onze premie toen afgestaan aan Racing White. Een aanmoedigingspremie heette dat.’

Courtois: ‘Dat meen je niet. Kon dat toen?’

Mulder: ‘In België valt alles te bedenken. Veertig jaar Sportmagazine heeft daar niets aan veranderd.’

Courtois: ‘Geweldig dat iedereen toen in maatpak en deftig hemd naar het stadion kwam. Wat mooi.’

Mulder: ‘Wij droegen geen clubkostuum. We gingen in onze eigen kleren naar de wedstrijd en reden van het afzonderingsoord niet met de bus maar met de eigen auto’s naar het stadion.’

Courtois: ‘Dat klinkt zoals het vrouwenvoetbal van nu.’

Guardiola

Waren trainers vroeger ook belangrijk, Jan? Wie waren de Guardiola’s en Mourinho’s van toen?

Mulder: Een slimme en fijne trainer vond ik René Hauss van Standard. Mijn trainer was Pierre Sinibaldi, die ons op de middenlijn de buitenspelval liet hanteren. Daar ergerde ik me aan, omdat de tegenstander met één lange bal die vier man van ons die op de middenlijn stonden te grazen nam. Maar ik blijf hem eeuwig dankbaar voor wat hij voor me deed. Verder moet een trainer vooral een vaderfiguur zijn, die voor zijn jongens zorgt.’

Jan Mulder: 'Ik ben een speler, nog steeds. Ik zag me niet in zo'n bushalte zitten na mijn carrière.'
Jan Mulder: ‘Ik ben een speler, nog steeds. Ik zag me niet in zo’n bushalte zitten na mijn carrière.’© INGE KINNET

Jij had niet zo’n hoge pet op van trainers. Zorgen dat de bus op tijd vertrekt en af en toe een mop vertellen, was dat niet hun belangrijkste taak?

Mulder: ‘Ik vind Lionel Messi nog altijd oneindig veel belangrijker dan Pep Guardiola. Pep heeft alles aan Messi te danken en niet andersom. Al ontken ik niet dat Jürgen Klopp de zaken netjes op een rij heeft bij Liverpool. Doe het maar, dertig man die elk minstens 15 miljoen euro per jaar verdienen in het gareel houden.’

Wat vind jij van trainers in het voetbal, Imke?

Courtois: ‘Ik had vaak conflicten met coaches. Omdat ik nooit goed was als kuddedier. Ik was niet de typische topsporter die trouw de opgestuurde schema’s uitvoerde, er mocht wel wat meer uitleg bij.’

Wie is je bijgebleven?

Courtois: ‘Ik kan er wel een paar opnoemen, maar vooral toch Anne Noë, de vroegere keepster van de nationale ploeg en latere bondscoach. Ze was heel streng, maar ook heel duidelijk. Daar houd ik van. Zij heeft goed werk gedaan in de donkere dagen van het vrouwenvoetbal. Wij kregen als international enkel onze kilometervergoeding, nul euro premie.’

Mulder: ‘Als jeugdinternational nam ik ook het boemeltreintje van Winschoten naar Groningen, dan de trein naar Zeist en daar de bus naar het trainingscentrum. Daarvoor kreeg ik slechts de vervoerskosten vergoed. Maar ik deed dat graag. De liefde voor de sport, weet je wel.’

Courtois: ‘Net daarin vind ik de coach een belangrijke rol spelen. De meeste vrouwelijke internationals werkten ook nog naast hun voetbalactiviteit. Wat ons dreef, was passie voor de sport. Net daarom moest onze coach iemand zijn die onze passie deelde. Ik wilde ook altijd kunnen opkijken naar een coach. Ik had graag een dominante trainer die présence heeft, maar tegelijk de gevoeligheden bij speelsters opmerkt. Jess Thorup bijvoorbeeld, met hem zou ik graag eens werken, als voetballer. Een coach moet meer een goeie peoplemanager zijn dan een tacticus. Daarom vind ik Philippe Clement zo’n goeie trainer.’

Een coach moet meer een goeie peoplemanager zijn dan een tacticus. Daarom vind ik Philippe Clement zo’n goeie trainer.’ Imke Courtois

Mulder: ‘Ik had als speler niet door dat een trainer belangrijk kon zijn. Ik vond mezelf als speler oneindig veel belangrijker dan welke trainer ook. Laat José Mourinho maar eens tonen wat hij kan met een staartploeg uit de Jupiler Pro League. Zoals Bernd Storck nu Cercle tot leven wekt. Ik was in de ban van een trainer vanaf het moment dat hij zijn mond opendeed voor de groep, zeker van zichzelf. De manier waarop hij een krijtje pakte, op weg naar het bord. Rinus Michels had dat, Stefan Kovács op een heel andere manier ook. Hij nam na Michels bij Ajax een wereldelftal over, zette zijn fiets tegen de muur, keek, en het ging nog twee jaar fantastisch. Aan Cruijff en Neeskens sleutelde hij niet zoveel, hoor.’

Zidane

Kortom, een trainer hoeft niet altijd veel te zeggen?

Mulder: ‘Neen, maar soms ook wel. Als het redactieteam nonchalant wordt en er in het alsmaar groter wordende succes wat aanrommelt, moet jij, Jacques, als hoofdredacteur toch even met de vuist op tafel slaan en luidop zeggen: dit gebeurt niet meer. Toch?”

Courtois: ‘Stel dat Jan Mulder mijn coach was, dan zou ik wel begeesterd zijn: zo’n man met een mooie carrière…’

Mulder ( verontwaardigd): ‘Mooie carrière, nou, dat vind ik net een beetje te weinig. Zeg maar: een briljante, of nog liever een topcarrière.’

Courtois: ‘Al goed, maar dat blijft alleen werken als hij na die fase van begeestering ook goeie tactische beslissingen neemt. Je kunt niet blijven teren op je naam.’

Mulder: ‘Ik heb het gevoel dat Zinédine Zidane niet zo’n goeie trainer is. Volgens mij doet hij niets. Hij teert op zijn naam én op een goeie ploeg. Hij is geen vernieuwer zoals Julian Nagelsmann of Gian Piero Gasperini van Atalanta. Het beste voetbal vandaag brengt RB Leipzig. Dat heeft met Nagelsmann te maken, want dat gebeurde ook al bij zijn vorige club, Hoffenheim. Bij Bayern is er met Hans-Dieter Flick nu weer connectie met de spelers. De jongens vinden hem een fijne vent. Thomas Müller leeft weer op omdat hij het zo goed met hem kan vinden, maar Nagelsmann en Klopp hebben hun ploegen toch anders laten voetballen.’

Vind je sommige trainers gehypet omdat ze zich goed verkopen?

Courtois: ‘Tuurlijk.’

Mulder: ‘Het is wel prettig als iemand weet wat er te koop is in de wereld en niet altijd zwijgt. Media zijn belangrijk geworden. Vandaag is een coach het uithangbord van een heel bedrijf. Klopp en Guardiola zijn CEO’s van enorme multinationals. Hoe je je club verkoopt telt mee.’

Ernst Happel zou vandaag geen toptrainer meer zijn?

Mulder: ‘Dat alleen volstaat vandaag niet meer. Maar Happel was wel een legende in drie steden: Hamburg, Brugge en Rotterdam. Je kunstje doen in drie verschillende landen is een bewijs van kunde. Hij voelde echt het spel aan en wist hoe je zo’n elftal moest bouwen. Alleen ongelofelijk dat hij op dat WK in Argentinië tegen Willem van Hanegem zei: je speelt waarschijnlijk niet. Terwijl het zijn oogappel was, en in 1974 de beste speler bij Oranje: niet Cruijff, maar Van Hanegem. Dat moeten vertellen aan iemand die als het ware je zoon is: ik zou het niet kunnen.’

Imke Courtois en Jan Mulder bladeren door oude en meer recente nummers van Sport/ Voetbal- magazine.
Imke Courtois en Jan Mulder bladeren door oude en meer recente nummers van Sport/ Voetbal- magazine.© INGE KINNET

Je hebt een trainerscarrière nooit stiekem overwogen, Jan?

Mulder: ‘Ik ben een speler, nog steeds. Ik zie me niet in zo’n bushalte zitten na mijn carrière.’

Wat miste Jan om het als trainer te maken, Imke?

Courtois: ‘Inzicht in het belang van de defensie. Zegt de ex-verdediger. Met zijn briljante, goddelijke carrière had hij een goeie startpositie gehad, maar ik weet niet hoe hij met pakweg mogelijke inmenging van het bestuur was omgegaan.’

Mulder: ‘Had bij mij niet gekund. Al kwamen Constant Vanden Stock en Jaap van Praag wel eens in de kleedkamer. Maar niet om tegen de rechtsback te zeggen: speel eens sneller. Roland Duchâtelet deed dat wel, geloof ik.’

Courtois: ‘Hij vroeg me ooit of ik kon berekenen vanuit welke hoek je moest ingooien om de bal het verst te krijgen. En of ik wist hoeveel procent van de corners tot een doelpunt leidden. Erg weinig dus, waarop hij vond dat het geen nut had om bij een hoekschop de helft van je team in de vijandelijke zestien te sturen. Beter die corner laten trappen door één iemand, en met de rest wachten op de uitverdedigde bal.’

Mulder: ‘Vanden Stock zei me: ‘Jan, bij een corner, spring maar niet in dat pak. Wijk iets terug tot tegen de zestienmeterlijn.’ Dat deed ik, maar niet omdat de voorzitter het zei. Wel omdat hij een kenner was, als ex-international, al was hij slechts linksback. Wat was jouw positie ook weer, Imke?’

Courtois: ‘Aanvankelijk een flankspeler, later een 8 of 6. Een spelverdeler. Later ben ik verhuisd naar de as van de verdediging. Niet mijn favoriete positie.’

Mulder: ‘Je was dus een controleur…’

Verruwing

Waarvan gruwen jullie in het voetbal?

Mulder: ‘Van de toenemende verruwing. Elk weekend heb je wel tachtig smerige overtredingen. Iemand als ik, die niet meer naar het stadion gaat maar voor de tv zit, krijgt al die aanslagen nog eens vijf keer extra in de herhaling.’

Was het vroeger niet allemaal nog veel ruwer, Jan? Je beschreef in je columns zelf enkele van die ouderwetse beenhouwers op het veld.

Mulder: ‘ Louis Pilot en Leon Jeck van Standard en de papa of de oom van Danny Boffin bij Sint-Truiden? Die maakten vreselijke fouten, maar dat was accidenteel. En dan dat gebruik van armen en ellebogen tegenwoordig. Voetbal is een armsport geworden. Grieks-Romeins worstelen in het strafschopgebied bij een corner. Dat valt niet meer te analyseren. Wel is het hilarisch. ‘

Roland Duchâtelet heeft veel goeds voor het vrouwenvoetbal gedaan.’ Imke Courtois

Kan de VAR dat niet verhelpen?

Mulder: ‘Ach, man! Pas gewoon consequent de regels toe en schors zo’n moordenaar. Niet voor een weekje, zodat ie snel even met zijn vrouw over en weer naar Dubai kan, maar voor vier weken. Neen, doe maar acht.’

Courtois: ‘Je krijgt dat nooit meer teruggedraaid, Jan. Het heeft ook te maken met de afgenomen autoriteit van een scheidsrechter. De druk is hoog en je kan voor elke beslissing in beroep gaan tegen die man.’

Zeg jij ook wat je denkt, Imke, of hou je je op tv soms in?

Courtois: ‘Nooit. Soms schrik je van de gevolgen van wat je zegt. Ik voorspelde eens bij de rust van een match tussen Club en Gent dat Club het zou halen. De week daarop moest ik met Standard naar Gent. Een groepje mannelijke Gentsupporters zakte toen speciaal naar die wedstrijd af, alleen maar om me negentig minuten lang uit te schelden voor … zal ik die vrouwonvriendelijke scheldwoorden hier noemen? Daar schrok ik toch van, die polarisatie in de sport. Het is extreem voor of extreem tegen, terwijl wij dat zo niet bedoelen.’

Terug naar je eerste column, Jan. Leg nog eens uit waarom je voor Anderlecht koos en niet voor Standard, hoewel hun baas Roger Petit je in die tijd vriendelijk benaderde, in uitstekend Nederlands.

Mulder: ‘We hadden in Kerkrade een wedstrijd om het Nederlands amateurkampioenschap gespeeld en gingen daarna naar Brussel voor een contractbespreking. Achter ons reed opeens de heer Petit. Ergens in Limburg kreeg onze auto een lekke band. Mijn vader stapte uit, maar Petit wilde dat wiel repareren. Dat vond ik er net over, daarom tekende ik voor Anderlecht.’

Niet omdat ze je het beste contract aanboden?

Mulder: ‘Helemaal niet. Al was het dat toevallig wel. Ik weet dat nog, want Ajax wilde me toen ook. Maar Anderlecht sprak me meer aan, vanwege Paul Van Himst. Die had met België Frankrijk geklopt in Parijs. ‘ Le Pelé blanc‘ titelde de Franse sportkrant L’Equipe. In mijn beginjaren als prof was Anderlecht groter dan Ajax, hoor. Ajax werd pas groot met Cruijff. Anderlecht – alleen al die naam was voldoende reden om voor hen te kiezen. Zakelijk was ik een ramp. Ik kon helemaal niet onderhandelen. Toen mijn driejarig contract afliep, had mijnheer Vanden Stock zijn bod nog niet uitgesproken of ik had al ‘dank u wel, mijnheer Constant’ gezegd. Ik had ook geen manager.’

Jij ook niet, Imke?

Courtois: ‘Ik voelde me niet groot genoeg om een manager namens mij te laten onderhandelen. Nu hebben de meeste meisjes er wél een. Ik zag maar één keer de zaken goed geregeld en dat was bij Standard. In mijn tijd was dat één van de weinige topclubs. Daar was alles mooi geregeld dankzij mijnheer Duchâtelet. Die heeft echt veel goeds voor het vrouwenvoetbal gedaan, te beginnen met de overname van mijn eerste club, Wezemaal, de toenmalige Belgische topclub, door STVV.’

Mulder: ‘Echt? Goed om horen, want je hoort in het voetbal alleen maar minder goeie dingen over Duchâtelet.’

Geniet jij een beetje van vrouwenvoetbal, Jan?

Mulder: ‘Jawel. Ik hou me niet in om het te zeggen als het slecht is, maar evenmin zwijg ik als het goed is. Al viel het niveau me op het afgelopen WK tegen. Maar op vorige toernooien heb ik echt te gekke wedstrijden gezien. Mannenvoetbal is beter, maar voetbal is niet alleen kwaliteit. Een wedstrijd kan ook door de spanning bekoren. Het hoeft niet altijd Ronaldo en Messi samen te zijn. Soms is mannenvoetbal ook traag. Real en Barcelona zijn acht keer op tien héél traag.’

Raak je het wereldje na meer dan 40 jaar niet beu, Jan?

Mulder: ‘Ik erger me vaak, maar de fascinatie voor het spel blijft. Na al die jaren blijf ik begeesterd door de spelers, het spel en de arena. Wat een toneel, zeg! Verveelt me nooit.’

Courtois: ‘Dat heb ik ook. Ik heb niet gestudeerd om analiste te worden, ook niet om voetballer te worden. Ik ben heel blij dat mijn moeder me heeft gestimuleerd om te studeren, én te voetballen. Ik mocht alles doen. Dat is mijn voordeel geweest. Ik ben gestopt omdat ik na al die jaren ook benieuwd was naar andere zaken, naar vrijheid in plaats van één doel hebben en daar alles voor opzijzetten. Alleen maar voortdurend voor je lichaam zorgen? Ik zou me opgesloten voelen.’

Mulder: ‘Echt? Ik wist vanaf mijn zesde dat ik voetballer zou worden, en geen schoenmaker zoals mijn vader.’

Een oud-topper van Club Brugge, Ulrich le Fèvre stopte op zijn 31e met topvoetbal omdat hij het te beperkt vond worden. Hij werd opnieuw leraar.

Mulder: ‘Ik vond het net fijn, je lichaam verzorgen, rusten, trainen en spelen. Toen ik naar Anderlecht kwam, liet ik mijn abonnement op de Volkskrant naar hier verhuizen omdat ik de stukjes van Godfried Bomans niet wilde missen. Ik hield van literatuur en ben geïnteresseerd in politiek. Je kunt toch bepaalde interesses hebben zonder dat beroepsmatig te moeten doen?’

Courtois: ‘Bij jou was die droom voorhanden, maar in mijn generatie vrouwen nog niet. Nu kunnen meisjes daar wel beginnen van te dromen, al mag je niet té veel eisen stellen op dit moment, omdat vrouwenvoetbal nog ver achterloopt op mannenvoetbal en niet dezelfde aandacht krijgt. Het is nog geen bedrijfstak zoals mannenvoetbal, maar het is al veel meer dan wat ik in mijn jeugd meemaakte. Net omdat ik die vooruitgang gezien heb, en nog zie, ben ik hoopvol gestemd.’

'Voetbal is een armsport geworden'
© INGE KINNET

‘Jij hoefde je niet extra te bewijzen als vrouw, maar als debutant,

Tegenwoordig zitten Jan Mulder en Imke Courtois vaker samen aan de analistentafel. Ooit was dat niet zo.

Wat dacht je toen Imke voor het eerst mee aan de voetbaltafel zat, Jan?

Mulder: ‘Ik ben altijd voor geweest. Imke is goed. Ik merkte wel eens dat andere mannelijke analisten iets meer twijfels hadden. Je moet niet de grootste voetbalkenner van het land zijn om die job te doen. Kijken en oordelen, daar gaat het om. Vertrouwen op je ervaring als speler. Want wat zijn wij, analisten? Gewoon een soort lopende encyclopedieën.’

Courtois: ‘Encyclopedieën?’

Mulder: ( gevat) ‘Tegenwoordig heet dat Google.’

Imke, hoe voelde het voor jou om als analiste te debuteren? Vond je het makkelijk om aanvaard te worden?

Courtois: ‘Ik zat de eerste keren aan een goeie tafel, met Jan, Karl Vannieuwkerke en Geert De Vlieger, mannen die me respecteerden. Soms voelde ik nadien dat ik me als vrouw iets meer moest bewijzen.’

Mulder: ‘Dat moest je niet als vrouw, maar als debutant, Imke. Mo Messoudi heeft dat ook meegemaakt bij zijn debuut. Geef nou ook maar eens toe: je komt niet tekort qua populariteit. Je bent slim, leuk, ziet er goed uit.’

Courtois: ‘Jij hebt makkelijk praten, met je briljante topcarrière. Mijn voordeel is wel dat ik het allemaal heel goed kan relativeren.’

Mulder: ‘Weet je wat het is? Ik had het voordeel dat ik een Anderlechticoon ben, en jij maar een controleur van Standard.’ ( schatert het uit)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content