Of Club Brugge er dit seizoen wat van bakt, zal voor een stuk afhangen van Vadis Odjidja. Hij kijkt vooruit naar het nieuwe seizoen en doet aan zelfkritiek. ‘Soms heb ik er even genoeg van. Maar in voetbal kan dat uiteraard niet.’

Hij was een van de uitblinkers vorige week in de vriendschappelijke wedstrijd op Germinal Beerschot, en wat Vadis Odjidja betreft, mag het nieuwe kampioenschap zo snel mogelijk beginnen. “Ik ben klaar. Hoe sneller we beginnen, hoe sneller we weer vakantie hebben.” Hij zegt het met een glimlach. De spelmaker van Club Brugge, challenger van kampioen Anderlecht, voelt zich goed, al redelijk fit. Odjidja: “Ik heb er ook veel voor gedaan. Tijdens de vakantie, heb ik goed het programma gevolgd.”

Waarheen leidde die vakantie?

Vadis Odjidja: “Eerst naar Ghana, met de familie. Daarna naar Marokko en vervolgens naar Miami.”

Hoe was Ghana?

“Plezant, helemaal anders dan hier. Sommige momenten waren moeilijk, er zijn zaken waar je beter niet te lang stil bij staat. Ik was er in het dorp waar de zus van mijn vader woont, het dorp van mijn opa. We waren er voor mijn twee kleine zusjes. Vóór ze hier hun eerste communie mochten doen, moesten ze daar een ritueel afwerken. Het was niet mijn eerste bezoek, maar wel de eerste keer dat ik alles besefte, alles kon opnemen als een volwassene. Er niet als een kind speelde met andere kinderen en mij van niets wat moest aantrekken.”

In andere landen richten voetballers dan een stichting op. Denk je daar ook aan?

“Meestal richten zij die zijn gestopt een voetbalploeg op. Daar was mijn vader al een beetje mee bezig, maar nog niet echt serieus. Iets voor de toekomst misschien. De dag dat iedereen hier is gesetteld en niks meer nodig heeft, en ik nog geld over heb, waarom niet? Ik denk wel dat ik mensen wil helpen, ik doe dat al met de familie die we er hebben. Mijn vader bouwt huizen voor hen, maar het is niet makkelijk. Het is niet omdat iemand een dak boven zijn hoofd heeft, dat alles is opgelost. Je moet ook nog werk vinden, dat is daar de moeilijkheid. Werk vinden op zich niet, maar er genoeg mee verdienen, is nog wat anders. En dat werk is vaak nog slecht voor de gezondheid.”

Welke taal spreek je daar met je familie?

“Engels, omdat ik de lokale taal niet machtig ben. Mijn kleine zusjes hebben voor mij getolkt, die spreken het perfect. Tot mijn twaalfde heb ik bij mijn moeder gewoond. Ik zag mijn vader regelmatig, maar woonde niet bij hem. Daarna ben ik op internaat gegaan. Toen woonde ik wel bij mijn pa, maar met alleen de weekends, was dat niet genoeg om de taal machtig te worden. Toen mijn zusjes ermee begonnen, wilde ik het samen met hen leren, maar terwijl zij het in drie maanden konden, stond ik nog altijd op nul. ( lacht) Kinderen zijn ontzettend snel met iets weg.”

Daarna naar Marokko?

“Helemaal anders was dat, met vrienden. In Marrakesh hebben we een luxeleventje geleid.”

En dan naar Miami. Een groter contrast kan niet, zeker?

“Dat was helemaal anders, ja. Een miniparadijsje, alles kost er wel veel geld. Leuk, maar ik zou er niet kunnen wonen. Na tien dagen heb je het wel gezien. We zouden naar de Bahama’s varen, maar dat hebben we uiteindelijk niet gedaan. Gewoon South Beach. Palmboompjes, veel glitter, chique auto’s. Mensen die opscheppen. Daar kijk je toch wel de ogen uit. Ook een paar bekende mensen gezien. Floyd Mayweather, een bekende bokser. Een soort idool voor mij. Volgend jaar wil ik terug naar Miami, om meer te ontdekken. Het was nu gewoon relaxen aan het zwembad, ons amuseren. Onder vrienden, vaak voetballers. Arnaud Sutchuin van Roda JC, Benjamin Mokulu van Lokeren. De kleine broer van Vincent Kompany … En nog jeugdvrienden, jongens onder mekaar.”

Hoe blijf jij fit op vakantie?

“We hadden een heel chic hotel, met een goeie gymzaal. Dus belden we elke ochtend naar alle kamers, om iedereen aan het fitnessen te krijgen. Allemaal samen is leuker, je trekt je op aan mekaar. Als de ene 40 minuten loopt, wil de andere drie kwartier op de loopband.”

Op het strand ook gevoetbald?

“Dat ook. Maar dat is eerder voor het plezier dan conditiewerk.”

Snakt een profvoetballer naar de bal, of denk je: zeg, ik ben al een heel jaar bezig, laat me nu even.

“Het is niet zomaar een bal hé. Het is je vak, ja, maar ook je eerste liefde. Als ik drie dagen niet voetbal, ga ik toch snel even langs het pleintje rijden, om te zien of er niemand bezig is. Ik kan niet zonder voetbal. Zelfs op vakantie. Je kan het even beu zijn, maar toch, na drie dagen mis je het.”

Kort lontje

Wat heb je van het WK bijgeleerd?

“Dat voetbal niet mooi hoeft te zijn om ver te raken.”

Is de les ook niet dat het collectief belangrijker is dan het individu?

“Ja, maar dat is al langer geweten. Je kan niet teren op één goeie speler en alle ballen naar hem spelen. De hele ploeg moet werken, allemaal in dezelfde richting. Alles collectief. Het voetbal van vandaag is fysiek zwaar. Er zijn toch ook wel mooie wedstrijden geweest, vind ik. Duitsland heeft me verrast, met fris, mooi voetbal. Ik was verrast dat ze zo veel jonge spelers hebben meegenomen, dat is niet hun gewoonte. En die hebben het allemaal schitterend gedaan.”

Dat is ook een les, dat op kwaliteit geen leeftijd staat. Maar dat wist je al.

( lacht) “Diep vanbinnen wel. Wat mij opviel, is dat iedereen bij balverlies gegroepeerd staat. Spanje, dat is echt een collectief, niemand dribbelt drie man, iedereen doet alles samen. Ik ben blij dat ze hebben gewonnen. Ik ken wat jongens bij de Nederlanders – Van der Vaart, De Jong – maar ik denk dat Spanje de verdiende kampioen is.”

Compact spelen, de wil om te winnen, het collectief en wat individueel talent, dat leidt tot succes.

“Ja. Dat zijn de clichés van het voetbal.”

Welke van die eigenschappen heeft Club Brugge?

“Allemaal. Er is talent in de groep, al de rest kan je trainen. Je moet daaraan werken, aan wilskracht, aan het vormen van een hechte groep. Iedereen moet meedenken en meewerken.”

Is die hechtheid er?

“Ik denk het wel, er staat een groep. Oké, er zijn wat kliekjes, maar ik denk dat die in een groep normaal zijn. Het zorgt niet voor problemen als we het veld opstappen.”

Het zorgt alleen voor problemen als je verliest.

“Dat moet ook. Als je verliest, moet er een conflict zijn. Beter dat, dan dat je drie weken na mekaar verliest, omdat de problemen niet worden uitgesproken en het conflict blijft sluimeren. Maar uiteraard moet het binnen de perken blijven, en gekanaliseerd worden naar iets positiefs. Je kan niet na elke verlies naar hetzelfde probleem verwijzen.”

Je had onlangs een conflict op training. Kort lontje, zeggen ze. Of is er meer?

“Ik ben iemand die rechtvaardigheid wil, dat iedereen op dezelfde manier wordt behandeld. Niet dat de ene dit mag en de ander wat anders. Als iemand natrapt op training en er wordt voor gefloten maar verder niks op gezegd, dan weet ik dat ik mezelf kan revancheren. En als ik dat doe, zijn er nog meer problemen. Dus heb ik gezegd: als het zo zit – en het was een kleine serie van gebeurtenissen – kan ik beter naar binnen gaan en dat soort dingen vermijden. Voor het escaleert. Dat is het verhaal, meer is er niet gebeurd.”

In welke toestand kom je dan binnen?

“Dan gooi ik mijn schoenen tegen de muur. Spreek ik even tegen niemand. Ga ik onder de douche en kijk ik wat tv, want we moesten nog samen eten. Ik heb nadien nog even met de trainer gesproken en gezegd dat ik vreesde iets stoms te doen. Hij vond dat dit niet zomaar kon, dat ik dan beter wat rondjes liep, om daarna terug te keren.”

Het gebeurde vroeg op het seizoen. Aast Club op revanche?

“Of dat revanchegevoelens zijn, weet ik niet. Het is vorig seizoen lange tijd goed gegaan, maar na Nieuwjaar werd het minder en op het moment dat het moest gebeuren, waren we allemaal afwezig. We weten dat het dit jaar anders moet om nog verder te raken, om op de eerste plaats te komen. We hebben ons lesje geleerd, als het straks weer money time is.”

De dip had ook met jou te maken, je verdween uit de matchen, ook letterlijk, door een blessure. En de motor sloeg nooit meer aan.

“Ik ben nog jong en soms had ik het gevoel van … Ik houd van veel afwisseling. Als ik even geen zin meer heb, moeten ze me met rust laten en me mijn zin laten doen. Als het iets slechter loopt en het gaat drie weken niet, dan hoeft het voor mij even niet meer. In het voetbal kan dat echter niet, je moet doorgaan, je moet er staan. Ik hoop dat dit jaar te vermijden. Na Nieuwjaar hebben we de ploeg van de eerste ronde niet meer gezien. Bij momenten, maar niet constant. Ik hoop dat we het dit jaar beter aanpakken. Ik heb de middenvelders rond mij nodig, maar ook twee goeie centrale verdedigers en twee aanspeelpunten in de spits. Alles moet goed uitgebalanceerd zijn. Dit jaar hebben we op dat vlak toch wel wat versterking. We moeten dit seizoen gewoon efficiënter voetballen. Voorin beter combineren, niet langer dat iedereen per se die laatste bal wil geven, of zelf iets proberen.”

Je bent een spelmaker die tegelijk verdedigende middenvelder is.

“Ik ben blij dat ik in de basis sta, maar als iemand mij vraagt wat de ideale opstelling voor mij is, zeg ik dat ik liever ietsje hoger zou spelen en mee naar voren gaan. Zoals iedereen die graag voetbalt, wil ik aanvallen en niet alleen verdedigen. Dat is een minidroom, maar het is nu anders. Ik doe het wel graag, zo kom ik veel aan de bal, omdat ik alleen in het midden sta.”

“Hij zegt dat ook. Hij is al blij dat hij in het midden staat, veel beter dan als rechtsachter. Hij heeft een goeie en verre lange bal, heel precies, dat kan ook een wapen zijn. Dat komt wel in orde.”

Nu nog geconcentreerd blijven. Dat was bij hem soms wel het probleem. Net als bij Alcaraz.

“Neen. Zijn type spel is dat het nonchalant lijkt. Soms denk ik bij mezelf ook: Ryan, asjeblieft, toon eens dat je gemotiveerd bent, maar hij is en speelt gewoon zo. Dat kan je niet veranderen aan iemand, ik heb er nog zo gekend.”

Jij ook?

“Ik vind zelf van niet, maar misschien oogt het wel zo. In de jeugd ging het misschien vaak te makkelijk, zodat we op ons gemak konden spelen, maar dat is het zeker niet.”

Aanvoerder

Is die zware nederlaag in Gent, 6-2, al verteerd, toen je met Ge-raerts op het veld stond te discussiëren?

“Dat is vorig jaar gebeurd, het is nu een nieuw seizoen en we proberen het zo veel mogelijk weg te steken. Waarom er nog op terug-komen? Om weer frustraties boven te halen? Misschien halen we straks meer uit de UEFA Cup dan uit de Champions League. Wie weet winnen we dit jaar met 7-3 van AA Gent?”

De kern is iets kleiner, maar kwalitatief sterker.

“Ik denk niet dat er op Antolin na iemand belangrijk is vertrokken. WesleySonck heeft ons sommige wedstrijden doen winnen, maar al bij al heeft hij niet zo veel gespeeld. Dat is een keuze van de trainer, die met deze spelers verder wilde.”

Men duwt jou in een leidersrol.

“Misschien omdat ik centraal speel. Ik doe mijn best, help de anderen, geef aanwijzingen. Ik probeer invloed te hebben in de kleedkamer, ik ben gewoon mezelf. Toen ik jonger was, hielp ik ook vaak de nieuwe spelers, om ze bij de groep te laten horen. Misschien ben ik gewoon een vriendelijke jongen. ( lacht) Aanvoerder? Het is niet een van mijn doelstellingen om hier kapitein te worden, je hebt geen band nodig om anderen te helpen.”

Heeft Sonck gelijk door te stellen dat er vorig seizoen te weinig discipline was?

“Hij is vertrokken, dan is er altijd kritiek op wat er is gebeurd. Gelijk? Het is een jonge groep en er passeerden af en toe wel dingen … Als het moeilijk gaat, heeft iedereen de neiging te laat te komen. Wesley kende de strenge regels vanuit Duitsland, die hier niet worden toegepast. Maar nu is de duimschroef weer aangedraaid. Je weet alleen niet hoe lang. Ik hoop niet te lang, anders ga ik een jaartje gratis voetballen. Ik heb al twee boetes mogen betalen: één keer training verlaten en één keer te laat.”

Jongeren zijn mondiger, maar ook wat meer dilettant. Is dat de kern van de discussie?

“Ik denk dat er in deze groep een groot verschil is tussen jong en oud. Maar ik vind ook dat de jongeren nog redelijk zijn, al te gekke dingen gebeuren er niet. En de ouderen houden er rekening mee, ze zagen niet constant. De trainer heeft ook een forse inspanning gedaan om Frans te leren. Als je iets zegt, begrijpt hij het volgens mij wel.”

Wordt het jouw jaar?

“Ik denk dat ik al een goed seizoen achter de rug heb. Misschien iets te veel gele kaarten gepakt, twaalf, maar eens de tien voorbij, maakte het niet veel uit. Valt dat niet mee, voor een verdedigende middenvelder?”

Koksijde

Waarom zou Club Brugge nu wél meedoen voor de titel?

“Ach, dat hangt van kleine dingetjes af. Daaruit moeten we leren, uit de zaken die vorig seizoen net verkeerd gingen – in de laatste minuut gelijk tegen Gent, de rode kaart op Anderlecht, … Nu hebben we dezelfde groep met twee, drie betere spelers. Er zit meer evenwicht in de ploeg.”

Ryan Donk zegt: die twee messen voor de verdediging haalden bij Paraguay alles neer. Zo is het aangenaam spelen voor een verdediger!

“Oké. De omstandigheden moeten meezitten. Maar het is niet omdat de trainer voor jou één of twee pionnen neerzet, dat jij sowieso goed gaat spelen. Het heeft ook met kwaliteiten te maken, altijd rustig blijven, niks wegtrappen. Dan is het normaal dat een voetballende coach als Wenger zoiets over Alcaraz zegt ( zie kader, nvdr).”

Misschien verwacht Donk nu van jou wel dat je met het mes alles voor zijn neus wegmaait?

( lacht) “Dat zou hij wel willen, maar ik denk niet dat dat ervan gaat komen. Ik ben niet zoals Blondel, die veel tackelt. Ik voel me daar niet te sierlijk voor, maar ik probeer op een veld wel na te denken en te anticiperen. Soms fout, ja. Maar naarmate ik meer speel, begint alles wel meer en meer te kloppen. Ieder voetbalt op zijn manier. Joe doet het fantastisch op zijn manier, maar als ik dat zou doen, gaat het niet lukken.”

Waren jullie niet graag een keer elders op stage gegaan? Koksijde, dat is eigenlijk toch ’thuis’ blijven.

“Natuurlijk wel, maar ik heb me voorgenomen om dit jaar niet te veel te zagen. Met Hamburg gingen we naar Dubai, en nu zat ik in het zand van Koksijde. ( lacht) Voorbereiding blijft voorbereiding, en daar ga je om te werken. Maar elders creëer je wel een groepssfeer … In het buitenland doe je iets met iedereen samen, terwijl hier ieder zijn ding deed op de kamer. Ik denk dat de trainers ook graag naar het buitenland wilden, maar als de club zegt dat het Koksijde is, dan Koksijde it will be.”

door peter t’kint – beelden jelle vermeersch

“Zelfs op vakantie kan ik niet zonder voetbal.””Het is niet een van mijn doelstellingen om hier kapitein te worden, je hebt geen band nodig om anderen te helpen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content