De internationaal gelauwerde kortfilm Baghdad Messi toont hoe voetbal hoop brengt in een door dood en terreur geteisterde samenleving. ‘Wanneer de Iraakse nationale ploeg speelde, stopten de vuurgevechten.’

Hoofdrolspeler in Baghdad Messi is Hamoudi, een eenbenig Iraaks jongetje dat opgroeit in een dorp net buiten Bagdad. Zijn leven en dat van zijn leeftijdsgenoten staat volledig in het teken van voetbal: lopen ze niet zelf op de stoffige straten te spelen, dan kruipen ze met z’n allen voor de enige krakkemikkige televisie die het dorp rijk is. Om er zich collectief te vergapen aan de bewegingen van Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. Op de vooravond van de Champions Leaguefinale tussen Manchester United en FC Barcelona in 2009 begeeft de tv het, Hamoudi moet op zoek naar een oplossing… De plot verder uit de doeken doen zou het kijkplezier bederven, maar één ding kunnen we al verklappen: centraal staat het belang van de voetbalsport voor kinderen die in oorlogsgebied opgroeien.

Regisseur Sahim Omar Kalifa (33) noemt Baghdad Messi zijn meest persoonlijke realisatie tot nog toe. Dat de film in de prijzen viel op tal van festivals, doet hem dan ook zichtbaar deugd. De biografie van Sahim is op zich al bijna een Oscar waard. Nadat twee van zijn broers vermoord werden door het regime van Saddam Hoessein besliste hij in 2001 Koerdistan – een autonome regio in het noorden van Irak – te ontvluchten. Via mensensmokkelaars belandde hij in België, waar hij aan een studiebeurs raakte voor de opleiding audiovisuele kunsten aan de Sint-Lukashogeschool in Brussel.

“In 2001 was Koerdistan een onveilig en onstabiel gebied”, vertelt Sahim in vlot Nederlands – hij werkt als tolk bij de bevolkingsdienst van Brussel. “Omdat ik familie in België had, besloot ik naar hier te vluchten. Dat moest illegaal gebeuren. Het probleem met die mensenhandelaars is dat je lot volledig in hun handen ligt. Je betaalt veel geld, maar in feite weet je niet hoe lang de reis zal duren en of je wel terecht zult komen. Al snel bleek dat we met twintig tegelijk in de laadbak van een vrachtwagen werden geduwd. In plaats van de beloofde twee dagen waren we zeven dagen onderweg. Zonder licht, zonder eten, zonder drank, zonder sanitair… Ik moet je niet vertellen wat voor een hel het was. Als er iemand onderweg stierf, dan was dat maar zo. Niemand durfde iets te zeggen omdat je dan naar Koerdistan werd teruggestuurd. Het is pure maffia. Mocht ik het allemaal op voorhand hebben geweten, ik had die reis wellicht nooit ondernomen.”

Je vorige kortfilm Land of Heroes viel ook al in de prijzen op menig filmfestival. Waarom koos je dit keer om via het thema voetbal het leven in de Iraakse maatschappij te schetsen?

Sahim Omar Kalifa: “Voetbal is immens populair in Irak. Wij beschouwen ons land als de bakermat van het voetbal in het Midden-Oosten. Begin vorige eeuw stond Irak onder mandaat van de Britten (van 1917 tot 1958 installeerden de Britten er een monarchie,nvdr): het is via hen – en ons – dat de voetbalsport toen zijn intrede maakte in de regio.

“Nadat ik in België terechtkwam, miste ik die band met het voetbal: het discussiëren over de Premier League, de vriendschappelijke partijtjes… Ik voelde ineens een leegte. Ik besefte dan pas welk belang voetbal in mijn leven had. Dat wilde ik met Baghdad Messi tonen: hoe belangrijk het is een passie te hebben om in een getroebleerde maatschappij te overleven. Voetbal helpt je andere problemen te vergeten. Een beetje zoals bij verliefdheid, dan domineert er ook maar één ding je gedachten.

“Er is maar een moment waarop Irakezen – Koerden, soennieten en sjiieten – overeenkomen: als de nationale voetbalploeg speelt. Dat is de magie van sport.”

Een Amerikaanse correspondent beschreef enkele jaren geleden hoe hij meemaakte dat een vuurgevecht aan een grenspost plots stopte. Pas achteraf ontdekte hij dat het te maken had met de Iraakse nationale ploeg die op dat moment speelde.

(knikt) “Dat gebeurde wel vaker. Vroeger was het in Irak trouwens de gewoonte dat er geweerschoten gelost werden na een overwinning, maar dat heeft de regering ondertussen verboden… Te veel kans op verwarring.” (lacht)

Gevaarlijk Bagdad

Je groeide op in Koerdistan, het iets stabielere noorden van Irak.

“We hebben toch ook onze portie van het leed gezien. In 1988 moesten we naar Turkije uitwijken na een gifgasaanval van Saddam Hoessein in Halabja. Voetbal is voor mij en mijn vrienden steeds een vlucht uit de realiteit geweest. Er was weinig geld, dus veel andere vormen van afleiding hadden we niet. Dat voetballen gebeurde op amateurniveau. Bij gebrek aan goede velden bestond er nauwelijks een voetbalcompetitie.

“Ondertussen is er veel veranderd. Koerdistan is, in vergelijking met de rest van Irak, een bloeiende economie. Twee van mijn broers zijn recent zelfs teruggekeerd na jaren in België gewoond te hebben. Enkel in 2004 was er nog eens opschudding na een aanslag van een zelfmoordterrorist.”

Baghdad Messi werd niet in Bagdad zelf opgenomen. Uit veiligheidsoverwegingen?

“Zeker met een westerse filmcrew is dat te gevaarlijk. In 2004, vlak na de val van Saddam, ben ik voor het laatst in Bagdad geweest. Toen was het er relatief veilig, nu minder. Aanvankelijk wilden we de film draaien in een Syrisch vluchtelingenkamp, maar van dat plan zijn we snel afgestapt. Het zou nogal grof zijn om daar met een hele filmploeg wat bevelen te gaan uitdelen aan mensen die zelfs geen eten hebben.

“We zijn uiteindelijk gaan filmen in een dorpje in de grensstreek tussen Irak en Koerdistan. Ook een conflictregio. We waren voortdurend bang dat fanatieke Arabieren iemand van onze crew zouden ontvoeren om zo losgeld te kunnen vragen.”

Waarom heb je voor de CL-finale van 2009 tussen Barcelona en Manchester United gekozen als uitgangspunt van de film?

“2009 was een belangrijk jaar: de periode tussen 2006 en 2009 was de gevaarlijkste in de geschiedenis van Bagdad. Het feit dat Messi op het einde van de wedstrijd scoort, is symbolisch voor de hoop die aan de horizon gloort.”

Er is de voorbije jaren sprake van enige ‘normalisering’. Weerspiegelt zich dat al in de nationale voetbalcompetitie?

“Het niveau is oké, maar je hebt slechts een zestal goede ploegen. De rest is een pak minder.”

Wordt er dan met afgunst gekeken naar de zakken geld die buurlanden Saoedi-Arabië en Koeweit in het plaatselijke voetbal pompen? Het lijstje met ex-toppers uit Europa die daar gaan voetballen, wordt steeds groter.

“Bij de Koerdische ploegen in Irak zie je ook steeds vaker buitenlandse spelers opduiken. Daar circuleert wel wat geld. Het grote probleem van de Iraakse competitie blijft natuurlijk het slechte imago van ons land. Wie wil er nu in Bagdad gaan voetballen? Hetzelfde met de trainers. Na onze glorieuze overwinning op de Asia Cup in 2007 – een boost voor ons land – zijn er een heleboel bondscoaches de revue gepasseerd. De meesten blijven niet lang omdat ze van de voetbalbond geen vrijheid van werken krijgen. Er wordt van bovenaf bepaald wie er geselecteerd moet worden.”

In Fallujah, een soennitisch bastion vlak bij Bagdad, komt een eersteklasser niet langer in competitie uit omdat hun stadion niet meer bruikbaar is: het dient nu als massagraf. Klopt dat verhaal?

“Ik heb dat ook gehoord, maar ik weet niet of het waar is. Wat ik wel weet, is dat Al Qaida er moskeeën en voetbalinfrastructuren gebruikt om wapens te verbergen. Fallujah was na de val van Saddam de eerste stad die zich verzette tegen de overgangsregering. Het is altijd erg pro-Saddam gebleven, een broedplaats voor terroristen. De Amerikaanse troepen hebben er lelijk huisgehouden. Het is een plek die de meeste Irakezen vermijden.”

Politiek en sport

De Iraakse nationale ploeg verenigt de bevolking zei je eerder, maar een pretje om voor Irak te spelen was en is het nog steeds niet. Sommige voetballers werden of worden ontvoerd en vermoord omdat extremisten die eenheidsgedachte net willen bestrijden.

“Vooral onder het regime van Saddam kende het Iraakse voetbal een vreemde periode. Uday Hoessein, zoon van Saddam, was voorzitter van de voetbalbond. Een erg extreem en extravagant heerschap. Wanneer de nationale ploeg verloor, zorgde hij voor strafmaatregelen. Internationals werden soms in gevangeniscellen gestopt of werden voor twee of drie dagen opgesloten in hokjes met nauwelijks bewegingsvrijheid.

“Die verhalen zijn pas na de val van Saddam bekend geraakt, toen profvoetballers in de media eindelijk hun boekje durfden open te doen. (zucht) Beeld je in dat je op een veld staat en weet dat elke fout mogelijke fatale consequenties heeft voor je leven… Die stress is toch ondraaglijk? Vooral de wedstrijden tegen Saoedi-Arabië en Iran waren – letterlijk – van levensbelang. Ik herinner mij een gewonnen wedstrijd uit de jaren negentig, tegen aartsvijand Iran: Iraakse spelers ploften op de grond van opluchting en sommigen huilden. Nu we de verhalen kennen, begrijpen we waarom.”

Nog steeds verdwijnen er soms profvoetballers, het is dus niet enkel verleden tijd.

“Onlangs kwam een speler uit de Iraakse competitie om bij een vuurgevecht, ja. En enkele maanden geleden is een raket maar net naast een stadion terechtgekomen waar op dat moment een wedstrijd bezig was. De extremistische moslimpartijen viseren het voetbal, omdat ze weten dat het de mensen samenbrengt.

“Vooral de Koerdische ploegen leven in angst. Door de economische welvaart kunnen zij de beste spelers betalen, dat wekt natuurlijk afgunst. Gelukkig zijn er steeds meer Arabieren die voor Koerdische ploegen uitkomen, daardoor voelen de Koerdische spelers zich al iets veiliger.”

Worden de internationals al beter behandeld?

“De tijd van de bestraffingen is voorbij, alles komt nu ook meteen in de media. Maar er bestaat wel nog steeds een vorm van discriminatie. Saddam was een soenniet, onder zijn regeerperiode werd die bevolkingsgroep voorgetrokken. Nu is het omgekeerd: de nationale ploeg bestaat voor 80 procent uit sjiieten. Soennieten worden uitgefloten door het publiek, of ze worden niet eens geselecteerd.”

Voetbal kan gelukkig ook positieve effecten teweegbrengen. Zoals de interlands tussen Koeweit en Irak in 2009, die op politiek vlak van grote waarde waren.

“Klopt. Het was twintig jaar geleden dat beide landen nog eens tegen elkaar gevoetbald hadden. Ik weet dat de supporters van Irak het team van Koeweit toen luid toegejuicht hebben. Voetbal is soms een eerste stap in een vredesproces. In feite is het probleem met Koeweit er nooit eentje van het volk geweest, dat was meer een conflict onder de Arabische rijken.”

En de duels tussen Iran en Irak?

“Die wedstrijden zijn altijd in een gespannen sfeer verlopen. Maar omdat de Iraakse nationale ploeg nu vooral uit sjiieten bestaat, krijgen ze in Iran meer respect. Het zou eigenlijk niet mogen, maar politiek en sport zijn in onze regio nog te vaak verbonden. In de culturele wereld is dat toch minder het geval: het Iraanse A Separation won vorig jaar bijvoorbeeld de Oscar voor beste buitenlandse film, ondanks de strubbelingen tussen de VS en Iran. Dat vond ik een heuglijke vaststelling. In sport ligt dat gevoeliger, omdat het – met alle respect – minder intellectueel is dan de culturele sector.”

Zowel in Baghdad Messi als in Land of Heroes toon je welk belang het bezit van een televisietoestel heeft in de kleinere Iraakse dorpjes. Om samen voetbal te kijken?

“Heel vaak. Voetbal wordt pas leuk als je samen kan kijken. In het begin was het enkel de Spaanse en de Italiaanse competitie, maar de laatste jaren draait alles om de Premier League. De Iraakse voetbalfans kennen zowat de hele nationale ploeg van België. Fellaini, Kompany, Hazard,… allemaal populaire speler in Irak.”

Waarom heb je precies voor Messi gekozen in de titel?

“Door de verwijzing naar Messi doorbreken we de negatieve bijklank die Bagdad heeft. Bovendien blijkt Messi een naam te zijn die iedereen ter wereld kent, zelfs mensen die totaal niet met sport bezig zijn. Ik had ook Ronaldo kunnen nemen maar dan zit je met het feit dat er verschillende Ronaldo’s bestaan. Als het van mijn persoonlijke voorkeur afhing, zou het trouwens Baghdad Shearer geworden zijn.” (lacht)

Op het internationaal kinder- en jeugdfilmfestival in Brussel wordt Baghdad Messi op 1 november om 16 uur vertoond.

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: GF

“Ik herinner mij een gewonnen wedstrijd tegen Iran: Iraakse spelers ploften op de grond van opluchting. Nu we de verhalen kennen, begrijpen we waarom.”

“Extremistische moslimpartijen viseren het voetbal, omdat ze weten dat het de mensen samenbrengt.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content