‘VOETBAL MOEST VOORAL PLEZANT BLIJVEN’

© BELGAIMAGE

Aan de zijde van Matthieu Verschuere beleefde werkpaard Ludwin Van Nieuwenhuyze op 13 mei 2006 zijn mooiste triomf als semiprof bij SV Zulte Waregem. Op 18 maart trekt de gewezen controlerende middenvelder opnieuw naar het Koning Boudewijnstadion, als supporter.

Guur (Flandrien)weer teistert de Vlaamse Ardennen. De strakke wind en de stortregens deren Ludwin Van Nieuwenhuyze (39) en zijn twee kompanen niet. Aan de voet van de Eikenberg gaan ze in Maarkedal, de huidige woonplaats van Hein Vanhaezebrouck, onverstoord verder met het metsen en afwerken van een garage, nadat in een eerdere fase al een terras van zestig vierkante meter werd aangelegd.

‘In totaal is dit een partij van 150 vierkante meter’, weet de controlerende middenvelder, die tussen 2004 en 2011 een sterkhouder was bij Zulte Waregem. Hij tikt even met zijn truweel tegen een steen, het lawaai overstijgt de stilte in het koersgebied.

Voor 24.000 toeschouwers haalde Essevee in 2006 zijn eerste prijs, na 2-1-winst tegen Excelsior Mouscron, door een goal in de toegevoegde tijd van Tim Matthys. ‘Ongetwijfeld hét hoogtepunt uit mijn loopbaan, al ben ik ook fier op de drie promoties met Hamme, Oudenaarde en Zulte Waregem. Die zege toonde aan dat je succes kunt boeken op basis van collectieve sterkte. Wij waren toen meer een vriendengroep dan een spelerskern. Door de harde hand van een meester-motivator als Francky Dury konden we vaak boven onszelf uitstijgen. Het was eigenlijk eenvoudig: als wij ergens onze zinnen op hadden gezet, dan gebeurde dat gewoon. Die focus én honger, ik maakte het nergens anders mee. (met een brede grijns) Mbaye Leye, Sammy Bossut en Jens Naessens kunnen het nog bevestigen. Onze zelfdiscipline was immens. Voetbal mocht niet te veel job worden, het moest vooral plezant en vertier blijven.’

DE VUIST VAN LELEU

Van Nieuwenhuyze ontdekte aan de Gaverbeek, waar hij tekende door toedoen van André Van Maldeghem, wat kameraadschap effectief betekent. ‘Die ambiance de eerste vier jaar, dat was ongezien’, beweert hij. ‘Iedereen steunde elkaar. Vaak hardwerkende Belgen, zoals Frederik D’Hollander, Nathan D’Haemers, Stijn Minne, Stijn Meert, Pieter Merlier of Stefan Leleu. Misschien niet de grootste talenten, maar gasten met haar op de tanden. Verjaardagen werden uitgebreid gevierd in het spelershome, er werd gekaart en gelachen tot tien of elf uur s avonds, met twee busjes werd er rondgereden tijdens de Ronde van Vlaanderen. Wij verbroederden graag met de supporters in de kantines en dronken tot een stuk in de nacht samen een pint. Maar de dag erna op training stonden die grootste feestvierders er wel als eersten in het zweet en konden ze weer diep gaan. Begrijp je? Als Stefan Leleu als aanvoerder eens met de vuist op tafel sloeg en zijn mond opendeed, dan werd er geluisterd en stond iedereen al te beven. Zijn impact was groot. Niemand durfde daar tegenin te gaan. Leu was een natuurlijke autoriteit en verbaal sterk.’

Wanneer de bekerfinale ter sprake komt, spert Van Nieuwenhuyze zijn ogen wijd open. ‘Je voelde weken op voorhand dat we het zouden halen’, gaat de zelfstandige aannemer verder. ‘Er werd echt over niks anders gesproken in de kleedkamer. In de wedstrijd zelf gaven we het na een goede start bijna weg. Het extraatje ontbrak. Gelukkig konden we terugvallen op onze onverzettelijkheid en wilskracht. Wij werden gewoon allemaal zot. De ontlading achteraf, die zal me voor de rest van mijn leven bijblijven. In de kleedkamer vloeiden liters bier. Michaël Wiggers stond samen met Björn Sengier op de tafel ‘tous ensemble‘ te scanderen. Tijdens de rit van Brussel naar Waregem ging bij veel jongens het licht uit, nadat de chauffeur eerst bijna gek was geworden door ons geroep en geschreeuw. Bij aankomst wachtte er een mensenzee, voor de helden van de dag. We klommen nog op het dak van de bus, maar moesten eigenlijk elkaar ondersteunen. Daarna gingen we samen iets eten op restaurant. Iets kleins, meer lukte niet. We trokken door tot zes of zeven uur in de ochtend. Stijn Meert vatte het perfect samen: ‘Vandaag feestje, morgen feestje en ook nog eens overmorgen.’ Een echte roesstemming. Je zag Francky Dury genieten en glunderen, maar hij hield zich liefst op de achtergrond. We probeerden hem in Brussel nog onder de douche te krijgen, het plannetje mislukte. Ik was blij dat mijn vrouw me toen naar huis bracht, want alleen zou het nooit gelukt zijn.’

BAKKERSWAGENTJE

Het bekertje en de medaille, als aandenken, bevinden zich op de kamer van zijn zoontje. ‘Via videobeelden begint hij me nu te ontdekken’, vertelt Van Nieuwenhuyze. ‘Dankzij mijn moeder bestaat er ook een collectie van krantenartikels. En de truitjes van de Europese matchen en mijn laatste wedstrijdshirt, die bewaar ik op mijn bureau.’

Volledig overstappen naar profvoetbal, dat wrong. ‘Ik was het gewoon om zes uur op te staan’, stelt de gewezen middenvelder. ‘Mijn bakkerswagentje met materiaal stond op de parking naast de Q5 van Habib Habibou. Een werf, dat was mijn verzet. Daar kon ik mijn hoofd vrijmaken. Mijn orderboekje zit nu al vol tot na het bouwverlof. Op die manier hou ik de controle. Ik ben een man van mijn woord en heel principieel. Voor mijn zaak maak ik geen publiciteit, ik leef van mond- tot-mondreclame. Een tevreden klant is goud waard. Die waardering geeft me voldoening. Ik mocht al klusjes uitvoeren bij Karel D’Haene, Stijn Meert en Sammy Bossut, enkele fans en zelfs bestuurder Joris Verschuere. Ik ben gelukkig. Een eigenaar die een goed gevoel overhoudt aan mijn realisatie bezorgt me dezelfde blijdschap als vroeger een gewonnen wedstrijd of een goal.’

Bij de overstroming van de Gaverbeek in 1966 staken de twee deklatten van de doelen in het Regenboogstadion amper één meter boven het water uit.

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – FOTO BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content