Wie is Roland Duchâtelet en wat is hij met STVV van plan ? ‘Eigenlijk is het vooral mijn bedoeling ervoor te zorgen dat de competitie weer gezond is.’

Net de dag dat officieel werd bekendgemaakt dat Roland Duchâtelet Sint-Truiden zou overnemen, werden op Kanaal Z de cijfers van zijn succesvolste bedrijf meegedeeld. Melexis, dat intelligente chips maakt voor vooral automobiele toepassingen, boekte het afgelopen jaar 25 miljoen euro winst !

Neen, STVV is niet in handen van een keuterboer. Met een vermogen van 21 miljard en 83 miljoen frank stond de man tiende op het lijstje van de rijksten van België dat journalist Ludwig Verduyn in 2000 maakte. Ondertussen telt zijn imperium onder andere al vier beursgenoteerde hightechbedrijven : twee Belgische, een Duits en een Amerikaans. Hij stelt in de wereld inmiddels 4000 mensen tewerk, waarvan 300 in België. Roland Duchâtelet (geboren in 1946) is burgerlijk ingenieur, licen- tiaat TEW en MBA. “Veertien jaar geleden ben ik begonnen met Melexis”, vertelt hij. “Daarvoor was ik gewoon werknemer. Ik weet dus wat het is een gewone werknemer te zijn, ik weet zelfs wat het is om zonder geld te zitten.”

In Sint-Truiden weten ze dat ook zeer goed, vandaar de toch zeer ingrijpende operatie : STVV is nu eigendom van Roland Duchâtelet. Gered en in goede handen, heet het, al weet precies niemand goed wat er in de toekomst te gebeuren staat onder het nieuwe regime. Over exacte cijfers en aandelen wordt er sowieso gezwegen. “Dat zijn details”, zegt Duchâtelet. “Daar hoeven de mensen niet mee bezig te zijn, anders gaan ze daarop focussen. En bij het horen van grote bedragen gaan ze sowieso zweven. Er zijn zelfs vooraanstaande politici die soms niet weten of ze over miljoenen of miljarden euro’s aan het praten zijn.”

De vzw blijft bestaan, erbovenop komt een NV van de groep Duchâtelet. “Een bestaande NV,” zegt Duchâtelet, “een NV die is leeggemaakt. Ik denk dat de bestuurders van de vzw hebben ingezien dat dit veruit de beste oplossing was voor de club. Ze dachten daar ook heel intens over na. Ik denk dat zij in die zin een voorbeeld zijn voor veel andere clubs. De voorgeschiedenis was ook belangrijk, denk ik. Wij sponsorden Sint-Truiden toch drie jaar en dat was voor beide partijen een positieve ervaring. Ik denk dat het bestaande vertrouwen een grote rol heeft gespeeld om de operatie te vergemakkelijken.

“De NV gaat ervoor zorgen dat de financieringsstroom goed verloopt. Er wordt kapitaal ingebracht om te zorgen dat STVV op een gezonde basis verder kan blijven werken. De nieuwe structuur laat toe dat er op een logische manier tot een besluit gekomen wordt. Daarom stelden wij ook onze eisen zo hoog, om continuïteit in de eenheid van beslissingen te kunnen garanderen. Nu kan dat. Een ander probleem was dus dat de club ondergekapitaliseerd was. Er was te weinig geld in de club in verhouding tot wat er nodig was om goed te kunnen werken. Je moet zorgen dat je kunt betalen, hé. Het probleem dat ontstaan is, is een probleem in de financiering van de club. Een degelijk financieel beleid was niet mogelijk omdat het een vzw was. Nu is dat gecorrigeerd. Ik denk dat we dat in de toekomst verder kunnen uitbouwen. En door de medewerking van Herman Schueremans, die toch heel veel verstand heeft van evenementen, denk ik dat we het feest in Sint-Truiden nog groter kunnen maken.”

Waarom neemt Roland Duchâtelet STVV over ? Gaat het om naambekendheid ? Is het pr-beleid van hemzelf, zijn ideeën en zijn beursgenoteerde firma’s ? Wil hij er een bedrijfstak van proberen te maken ? Het is, beweert hij, toch vooral uit liefde voor de voetbalsport. Hij is voetballiefhebber, speelde destijds bij de jeugd van White Star en heeft veel sympathie voor STVV, voor de ambiance, de warmte en de jeugdpolitiek.

“Ik denk dat de club kan dienen als voorbeeld van hoe het moet”, zegt hij. “In die context zou het niet abnormaal zijn dat ik ook nog betrokken zou worden in andere clubs in eerste nationale. Dat zou mijn commitment tonen voor het voetbal in het algemeen. Sint-Truiden is een heel sympathieke club, maar er zijn nog andere clubs die heel interessant zijn.

“Wat ik ook wil vermijden, is dat de mensen gaan verwachten dat omdat ik met STVV verbonden ben, ik daar onbeperkt geld in zal steken om die club succesvol te maken. Ik wil er wel geld in steken om die club succesvol te maken, maar niet onbeperkt. Dat moet heel duidelijk zijn. Clubs waar een vermogende ondernemer of een burgemeester voortdurend geld in steekt, dat is juist de grootste ziekte van het Belgisch voetbal. Op die manier wordt de competitie vervalst. En wat is voetbal op de duur ? Een kwestie van geld. Wie het meeste geld heeft om de duurste spelers te kopen, wint.

“Is dat voetbal ? Neen, voor mij is dat geen sport meer. Ik ben daar absoluut tegen, ik vind dat dit niet kan. Voetbal moet weer voetbal worden, vind ik. De kracht van de ploegen moet uitgaan van een jeugdcompetitie, van eigen spelers. Ik ben geen groot voorstander van heel veel transfers en zeker niet van veel buitenlandse transfers. Er zijn hele goede jonge spelers in België en die moeten het perspectief hebben om in hun eigen club in eerste klasse te kunnen spelen, zoniet is de fun er ook voor de jeugdspelers af.

“Ik wil niet geassocieerd worden met iemand die dezelfde fout gaat maken als in het verleden is gebeurd. Er moet genoeg geld zijn in een club, maar het moet een zelfbedruipende organisatie zijn. Daarom zal ik niet te close zijn met het clubleven zelf. Iemand zal mij vertegenwoordigen. Ik ga zelfs niet in de vzw noch in de NV zetelen. Mijn naam zal dus nergens aanwezig zijn. Ik heb trouwens ook helemaal geen tijd om te besturen.

“Ik wil mij onderscheiden van ondernemers die zich concentreren op één club, zoals bijvoorbeeld RC Genk voor Jos Vaessen staat. Eigenlijk is mijn bedoeling vooral te zorgen dat de competitie weer gezond is. Veel clubs worden gerund als een soort uit de kluiten gewassen hobby, denk ik, waardoor de structuren, de besluítvormingsstructuren niet helemaal aangepast zijn aan de belangrijkheid van die activiteit. Daardoor is de evidentie dat je kapitaal nodig hebt minder evident, in zo’n structuur. Men denkt er eigenlijk niet in termen van : hoeveel zijn onze inkomsten en hoeveel onze uitgaven ? Of men verkeert niet altijd in die mogelijkheid, omdat bijvoorbeeld de beslissingen op het sportieve vlak dikwijls losgekoppeld worden van andere budgettaire beperkingen. Zodat men zegt : men moet er hier absoluut voor zorgen dat we goed scoren ! Dan worden er tóch bepaalde spelers aangekocht die eigenlijk veel verder gaan dan de club zich kan permitteren. Dat is het probleem dat nu bestaat in het voetbal, dat men daarin soms te ver gaat.”

Heel veel, zo beweert de nieuwe baas, zal er niet veranderen in Sint-Truiden. “Wij zorgen er gewoon voor dat het gat gedicht wordt en dat de club een bestaanszekerheid krijgt. Wij zullen zorgen dat de uitgaven niet groter zijn dan de inkomsten. We nemen als het ware het risico, de onzekerheid van het voortbestaan weg. Daar komt het op neer. Het belang van mensen als Herman en ik moet vooral zijn : goede raad geven, hier en daar wat helpen en bijsturen.”

Roland Duchâtelet, vader van zes kinderen, noemt zichzelf een wereldverbeteraar. Een idealist, maar ook een realist. In de jaren negentig stichtte hij de politieke beweging Vivant, die opkomt voor een onvoorwaardelijk basisloon voor iedereen. Aan de basis daarvan lag N.V. België û verslag aan de aandeelhouders. “Een boek geschreven door een vlijtige ingenieur, die enkel de bedoeling had mee te denken en te helpen om de sociale problemen in België op een duurzame manier op te lossen.” Binnenkort, tien jaar later, verschijnt er een tweede boek : De weg naar meer netto binnenlands geluk.

“Stel”, zegt Duchâtelet tot slot, “dat we de wereld in de 20e eeuw bestuurd zouden hebben met de regeltjes die er waren in de tijd van priester Daens, de 19e eeuw. Dat zou toch dramatisch geweest zijn ? Wel, dan ligt het voor de hand dat we in de 21e eeuw niet meer zouden werken met de regeltjes van de 20e eeuw. Want de 21e eeuw is ook erg verschillend van de 20e eeuw. Eén zeer concreet voorbeeld. Vijftig jaar geleden waren er geen robots en geen computers. Nu worden bijvoorbeeld gsm’s, dvd’s en dergelijke volautomatisch gemaakt door robots en computers. Dan is het begrijpelijk dat heel veel mensen geen werk meer hebben, aangezien robots het werk in hun plaats doen.

“Bijgevolg is het ook begrijpelijk dat je niet langer belastingen kunt heffen om bijvoorbeeld de pensioenen te betalen van de mensen die vroeger die producten maakten. Dus is het noodzakelijk om belasting te heffen op de producten, omdat het de enige plaats is waar je ze nog kúnt heffen. Dat wil niet zeggen dat dit volgende maand al of volgend jaar moet gebeuren. Neen, maar je moet toch durven na te denken op langere termijn.

“Vivant zegt : kijk, daar moeten we naartoe en op basis daarvan moeten bepaalde dingen veranderen. Onze doelstelling is te zeggen wat er moet gebeuren om in de toekomst onze welvaart te kunnen behouden, om pintjes te kunnen blijven pakken en goede matchen te zien in Sint-Truiden (lacht).”

18 clubs

“Ik ben een groot voorstander van twee stijgers en twee dalers”, zegt Roland Duchâtelet op de vraag waar het in de toekomst met onze competitie heen moet. “De eerste klasse is toonaangevend en de andere clubs zijn allemaal clubs die in aanloop zijn naar eerste klasse. Systemen met een gesloten liga waarin altijd dezelfde clubs blijven ronddraaien, zijn steriel. Voetbal moet spannend blijven, er moet dynamiek zijn. Slechte clubs moeten zakken, goeie moeten een kans krijgen. Ook de dynamiek van het dalen is een heel interessante dynamiek, omdat er dan zowel boven- als onderaan competitie is. Als je niet kunt dalen, wat is dan de competitie voor de laagste clubs ? Er is er geen.

“Wat niet kan, is het aantal clubs in eerste klasse reduceren. Om verschillende redenen is dat niet goed. Dat zou waanzin zijn. Er zijn dan bijvoorbeeld minder matchen, wat betekent : minder kansen voor de supporters om te gaan kijken en minder inkomsten voor de club, terwijl de kosten, van de spelers, door blijven lopen. Een andere reden is : een club die als achtste eindigt van achttien, wint gemiddeld meer dan hij verliest ; maar als je achtste van veertien bent, verlies je meer dan je wint. Wat is het plezierigste voor de supporters, denk je ?

“De grote clubs moeten de belangen begrijpen van de kleinere clubs en beseffen dat ze misschien op een dag ook een kleine club zullen zijn. Grote clubs en kleine clubs, dat is zeer relatief.”

door Christian Vandenabeele

‘Ik wil mij onderscheiden van ondernemers die zich concentreren op één club.’

‘Ik ben tegen een reductie van het aantal clubs in eerste klasse.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content