Voetbal heeft er een nieuwe term bij : decibels. Verslag vanuit de Arena Auf Schalke van de derby tegen Dortmund, die meer dan één Belgisch tintje had.

Afspraak om tien uur voor de ingang van het enorme complex dat Schalke sinds dit seizoen betrekt. Eddy Muylaert van Starnet wacht ons op. Muylaert is met zijn Franse partner verantwoordelijk voor de ticketing en de toegangscontrole in de nieuwe Arena Auf Schalke. Hij inviteerde voor deze eerste klapper van het seizoen mensen van Club Brugge en Lokeren, beiden geïnteresseerd in de vernieuwingen op dit gebied. De twee delegaties zijn onder de indruk, niet alleen van het stadion, maar ook van de hele organisatie errond. Alles is geautomatiseerd, de parkings, de toegangscontroles. De trauma’s van de eigen nationale competitie – stewards en controleurs die bekenden gratis binnenlaten – zijn hier volledig weggeveegd. Misbruiken zijn zo goed als uitgesloten, 70 toegangen slikken moeiteloos de 60.000 toeschouwers die die dag naar het stadion komen afgezakt. Wie toch probeert te frauderen en bijvoorbeeld door het hek zijn toegangsticket doorgeeft aan een vriend, wordt er zonder problemen uitgepikt : het systeem werkt feilloos.

Voetbal anno 2001 in de Bundesliga, dat is ook volledig doorgedreven commercialisering. Zo kregen de vier tribunes van de nieuwe blauw-witte Arena de naam van de hoofdsponsor en is binnen het stadion ook alles in handen van de club. Daar waar in ons land catering nog vaak wordt uitbesteed in ruil voor een percentage, houdt Schalke alles in eigen beheer. Eveneens volledig geautomatiseerd en vanuit een controlekamer gecontroleerd.

Iets over twaalf mogen de eerste supporters binnen en stroomt de grote sporthal – het dak van de Arena is dan nog gesloten, de grasmat moet nog worden afgelijnd en de doelen nog opgetimmerd – langzaam vol. De aftrap is dan nog meer dan drie uur weg, maar een namiddagje voetbal in Gelsenkirchen is méér dan negentig minuten voetbal.

Aan het dak hangt een videotoren : kostprijs onbekend, gewicht 18 ton. Geen volk meer in de regen, genoeg toiletten en bars, tijdens de wedstrijd tussenstanden van wedstrijden op andere velden, aan de rust en na afloop op die centrale tv-kubus een samenvatting van de hoogtepunten en een herhaling van de belangrijkste fases : dit is het voetbal van de toekomst. Sport dat dicht bij het comfort van het theater of de bioskoopzaal komt, wind- en kouvrij.

Schalke, dat in zijn arena ook concerten en opera’s organiseert – één tribune schuift dan helemaal onder de andere zodat er een podium kan worden opgesteld – geldt nu als voorbeeld voor de rest van Duitsland. Zaterdag waren niet alleen Belgische ploegen de gasten van Muylaert en Pierre Delahaye, die na zijn ontslag bij Standard de commerciële toer opgaat en de Belgisch-Franse technologie de komende weken in Portugal tracht te slijten waar de voorbereiding op het EK van 2004 in volle gang is. Ook mensen van Stuttgart en verantwoordelijken van Dortmund kwamen kijken, Duitsland is in 2006 gastheer voor het WK, de markt voor vernieuwing ligt wijd open. Alle tests lopen probleemloos, de Duitsers zijn sterk onder de indruk. Dortmund is trouwens de volgende ploeg die wordt uitgerust met de moderne technologie.

In schril contrast met dat moderne stadion staat het spel van de ploeg. Schalke presenteert nog altijd het arbeidersvoetbal dat ze in de Ruhr zo sterk appreciëren, gebaseerd op inzet, engagement. So ist der Pott, zo gaat het in deze streek. Een bedrijf voert met deze slogan reclame, het kan gerust het motto van de ploeg zijn. Als Nico Van Kerckhoven, die een beresterke wedstrijd speelt, zich in de tweede helft met ware zin voor doodsverachting op een bal gooit en die twee keer uit de voeten van miljonair Amoroso haalt, stijgt een luid gejuich op en halen de decibels in het stadion een piek. Ook dat is Auf Schalke : decibels, veel decibels. Vooral vanuit de Nord-kurve, waar de spionkop traditiegetrouw voor competitiewedstrijden staanplaatsen prefereert boven zitjes.

Engagement was er zaterdag voldoende, op het randje af. Geen tien seconden was een bal in het spel of de ene dan wel de andere maakte een fout. Van Kerckhoven op wonderkind Rosicky, Koller op de benen van Nemec, Reuter op Möller. Elk moment verwacht je rood, maar de scheidsrechter houdt het bij geel. Als er kan gevoetbald worden, is Dortmund iets beter in het spel. Maar Schalke, na een Europese thuisnederlaag wat aan het twijfelen, zet zich voortdurend schrap.

Dit soort evenwichtige wedstrijden wordt beslist op details, sinds 1997 was dit duel in Gelsenkirchen goed voor een 1-0, een 1-1 en twee keer 0-0. Een – achteraf beslissend – detail was de blessure van Reuter, één van de drie centrale verdedigers van de bezoekers. Als hij al na een kwartier naar de kant moet en wordt vervangen door Sunday Oliseh staat het plots 1-0. De Nigeriaan staat bij de spelhervatting volledig uit positie – niet goed wetend of hij achterin dan wel op het middenveld moet voetballen – en daarvan profiteert Möller onmiddellijk om een combinatie met Emile Mpenza op te zetten. Het mandekkersvoetbal van Dortmund houdt in dat Möller, bevrijd van enige dekking, alleen de dertig meter naar de keeper kan overbruggen. Hij scoort, de Arena ontploft.

Aan de overkant krijgt de Tsjech Rosicky twee keer de kans om hetzelfde te doen. Een keer schiet hij, uitstekend bediend door Jan Koller, naast. Een tweede keer krijgt hij door een onoplettenheid aan de rechterkant – Vermant was even weg en niemand nam over – vijftig meter vrije baan om op te rukken tot bij de doelman. Zijn voorzet wordt echter maar net weggewerkt. Voor de rest kan Dortmund slechts met afstandsschoten doelman Reck verontrusten, net zoals Schalke dat alleen maar kan aan de overkant. Zoals de Dortmundspitsen treft Vermant slechts de paal.

Inzet, kracht en engagement. Je ziet weinig mooi voetbal in Duitsland, geeft ook Pierre Delahaye toe, als hij na de partij zijn gasten uitwuift. Technisch is het allemaal iets minder, ook al heeft Dortmund met Brazilianen aan de buitenkant sterke voetballers lopen en kan op papier het duo Ricken-Rosicky voor vernieling zaaien op afleggers van een serke Koller. Maar Schalke is moeilijk bespeelbaar en heeft een ideale mix van ervaring (Reck, Nemec en Möller in de basis, Thon en Wilmots als luxe-invallers op de bank) en jeugd.

Zo’n ideale mix is er ook bij Dortmund, dat na een smadelijke bekeruitschakeling door de amateurs van Wolfsburg en een thuisverlies in de topper tegen Bayern, wat recht te zetten had. Dortmund, getraind door ex-topspeler Matthias Sammer, ging recent naar de beurs en investeerde met het bijeengeschraapte geld fors in de ploeg. Rosicky werd in de loop van vorig seizoen al overgenomen en deze zomer kwamen met Koller en Amoroso twee nieuwe spitsen. De investeringen deden de fans denken aan de vroege jaren ’90 toen met Kohler, Reuter, Sammer en Möller vier Italië-gangers naar Duitsland werden teruggehaald en die durf de basis legde voor twee titels en één keer winst in de Champions League.

Eén onoplettendheid was de Dortmunders in Gelsenkirchen echter fataal. Glamoroso of Furioso, zoals Marcio Amoroso, dit seizoen tot dusver goed voor vier treffers, al werd genoemd, bleef onzichtbaar. Koller speelde een goeie partij, maar had het niet makkelijk met de stevige aanpak van Schalke achterin. De Tsjech moet minder meeverdedigen dan in zijn tijd op Anderlecht en blijft op stilstaande fases meestal voorin om de bal op te houden. Twee keer zet hij een ploegmaat op weg naar de goal, maar naast Rosicky faalde ook Amoroso.

Om iets over zessen zijn de tribunes leeggestroomd, maar is het in de diverse VIP-bars nog volop feest. Ook dat is Auf Schalke. Boven in het zenuwcentrum maken de computers de eerste afrekeningen. Voetbal in de 21ste eeuw. Nu het spel nog.

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content