Voetbaldroomfabriek

© belga

Nadat in augustus het dak van het stadion instortte, speelde AZ al zijn thuiswedstrijden buitenshuis. Niettemin is het de enige ploeg die de titelstrijd spannend kan houden. Dat doet de club uit Alkmaar bovendien met veel eigen jeugd. In het vooruitzicht van de topper tegen leider Ajax zondag: te gast bij AZ Jeugdopleiding.

In het vakblad De Voetbaltrainer vatte Hoofd Prestatie & Ontwikkeling Marijn Beuker het AZ-verhaal onlangs als volgt samen: ‘We kopen geen succes, we creëren het.’ Het is een filosofie die ontstond uit noodzaak: tien jaar geleden kwam na de tweede landstitel in de geschiedenis door het faillissement van de bank van de toenmalige hoofdsponsor, voorzitter en clubeigenaar Dirk Scheringa, het voortbestaan van de club in het gedrang. Intussen is de jeugdopleiding de levensader van Alkmaar Zaanstreek geworden.

We lieten een Israëlisch bedrijf dat simulaties maakt voor straaljager-piloten een computerspel ontwikkelen waarin het aankomt op alert zijn en vooruitdenken.’ Paul Brandenburg

‘Daarvoor was er heel veel geld’, vertelt hoofd opleiding Paul Brandenburg in zijn bureau op het AFAS Trainingscentrum in Wijdewormer. ‘Vertrok er een speler, dan werden er bij wijze van spreken meteen drie nieuwe toppers gehaald. Nadat we bijna failliet waren, staken we de koppen bij elkaar en zegden we: ‘Dit nooit meer!’ We richtten onze pijlen op de opleiding en stelden ons tot doel dat tegen 2020 de helft van het eerste elftal uit eigen jeugd moest bestaan. Dat cijfer haalden we intussen, maar drie jaar geleden stelden we onze ambitie bij: we willen jongens afleveren met directe invloed op het resultaat. Dat betekende dat ze completer en sneller klaar moesten zijn. Omdat we qua fysieke belasting al tegen de limiet aanzaten, en omdat ons buitenprogramma al vrij optimaal was, voegden we aan ons binnenprogramma onder andere breintraining toe. Terwijl spelers uitrusten van de inspanningen kunnen ze zo toch nog systematisch nieuwe hersenverbindingen aanleggen, ervaringen die door het brein als ‘echt’ beleefd worden en in het langetermijngeheugen worden opgeslagen. Uiteindelijk zorgde dat er onder meer voor dat er nu vijf, zes tot zeven jongens uit onze eigen jeugdopleiding in de basis van AZ 1 staan.’

Het zijn jongens met grote impact, zoals Calvin Stengs (20) en Myron Boadu (18), die vorige maand debuteerden bij Oranje, en aanvoerder Teun Koopmeiners (21) en Owen Wijndal (20), beiden belofte-international, en Ferdy Druijf, die tegen FK Partizan met twee doelpunten voor de Europese overwintering zorgde. ‘Vergeet ook Pantelis Hatzidiakos (22) niet, die Grieks A-international is en hier bij de U14 is begonnen.’

Calvin Stengs, een van de jeugdproducten van AZ, werd onlangs opgeroepen voor Oranje.
Calvin Stengs, een van de jeugdproducten van AZ, werd onlangs opgeroepen voor Oranje.© BELGA

We zitten nog maar net neer of directeur voetbalzaken Max Huiberts komt binnen en steekt ons de brochure ‘Winnen met onze jeugd’ in de handen. Daarin staat onder meer dat vorig seizoen 49,7 procent van alle speelminuten in het eerste elftal gemaakt werden door zelf opgeleide spelers. Het meest indrukwekkende cijfer is dat 42,2 procent van de U13-spelertjes profvoetballer wordt. ‘We zijn trots dat we kinderen met onze opleiding dat perspectief kunnen bieden’, zegt Brandenburg. ‘Dat is ons DNA en ons beleid.’

Het begint bij de rekrutering, benadrukt hij. ‘Je moet goed je huiswerk maken alvorens je spelertjes binnenhaalt.’ Bij AZ begint dat met hoe talent wordt gedefinieerd, blijkt. Brandenburg haalt er zijn laptop bij. ‘De formule die wij daarvoor hanteren, is: talent = aanleg x leervermogen x tijd’, zegt hij. ‘Aanleg is voor ons de combinatie van cognitieve capaciteit, fysieke capaciteit en temperament. Cognitie is het vermogen om informatie op te nemen. Onder temperament verstaan we de persoonlijkheidskenmerken.’

De opleiding begint bij AZ pas vanaf U11, maar de werving start al bij U8. ‘Op vijf locaties in de provincie Noord-Holland organiseren we voetbalscholen: één keer per week komen daar de beste spelertjes van U8, U9, U10 en U11 in de regio samen om in een AZ-tenue te trainen onder leiding van een AZ-coach. Die ene dag zijn ze AZ-speler. Op andere dagen trainen ze gewoon met hun club. Zo kunnen ze op hun eigen school blijven, is de reistijd beperkt en is er dus veel tijd om te spelen en het leven te ontdekken in hun vertrouwde sociale omgeving. Maar als je die jongetjes één, twee of drie jaar volgt en ze wekelijks spelenderwijs en zonder prestatiedruk in allerlei situaties brengt, dan kun je natuurlijk wel iets vertellen over hun attitude, hun leervermogen, hun techniek, hun fysieke potentie en hun spelintelligentie.’

Om de twee maanden wordt bijvoorbeeld door middel van specifieke computerspelletjes ook hun breincapaciteit getest. Daarvoor werkt AZ samen met het HR-bedrijf BrainsFirst en de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘De kinderen kunnen daarvoor thuis inloggen op het programma’, vervolgt Brandenburg. ‘Hun voetbalbrein wordt op negen gebieden getest: reactiesnelheid, snelheid van informatieverwerking, overzicht, zelfreflectie, weerbaarheid, filteren, gedetailleerd waarnemen, een stap vooruit denken en impulscontrole. Vooral de eerste drie zijn essentieel om op een bepaald niveau te kunnen voetballen. Zo krijgen we zicht op de aanleg van die kinderen. Vervolgens maken we een keuze en geven we de talenten die we selecteerden de tijd om het potentieel dat we in hen zagen tot bloei te laten komen.’

LEUK MAAR ZWAAR

Ook met het programma waarmee het de gerekruteerde jeugdspelers verder ontwikkelt, onderscheidt AZ zich van de rest. ‘Wij willen spelers opleiden met een sterke persoonlijkheid, ‘ zegt Brandenburg, ‘spelers die eigen keuzes kunnen maken. Daarom is er bij ons naast een voetballeerplan en een fysiek leerplan ook een topsportleerplan. Dat gaat over 24 uur per dag en 7 dagen per week gericht zijn op presteren: hoe leer ik om iedere dag het uiterste uit mezelf halen, wat doe ik vandaag voor, tijdens en ná de training om morgen weer een topprestatie te kunnen leveren?’

Wie het trainingscomplex binnenkomt, kijkt op een slogan die aangeeft dat voorbij de ingang ’the winning tradition’ start. Vervolgens word je geconfronteerd met beelden van succes in de beker, in de competitie en in de Champions League. ‘Dat is het niveau waar wij naar streven, dus de lat ligt hoog. Dat communiceren we vanaf het begin ook duidelijk aan de ouders. Bij de intake zeggen we altijd: ‘Het wordt heel leuk, maar ook heel zwaar.’ Om je droom te kunnen verwezenlijken, moet je kunnen opofferen. Het gaat tenslotte om een topsportopleiding, een tweede, volwaardige opleiding naast het schoolonderwijs. Daarvoor werken we samen met zeventien scholen.’

Kinderen worden bij AZ geleerd verantwoordelijkheid op te nemen en zelfbewust te worden. Ze worden uitgedaagd, om hen inzichtelijk, fysiek en mentaal weerbaar te maken, om te leren overleven en te kunnen groeien. ‘Maar het eerste gesprek van het seizoen met de nieuwe trainer is altijd in de thuissituatie en dat gaat niet over ontwikkeling en hoe je het best presteert. Dan gaat het over: wie ben jij, wat zijn je normen en je waarden, wat vind jij belangrijk in het leven, wat zijn je kwaliteiten en je valkuilen? Vanaf de U14 werken we met persoonlijkheidstesten om het kind nog beter te kunnen begrijpen, de juiste prikkels te kunnen geven en onderwijs op maat te kunnen bieden.’

Hoofdcoach Arne Slot past in de filosofie van de club en is bereid te werken met een selectie die grotendeels uit talentvolle jeugd bestaat.
Hoofdcoach Arne Slot past in de filosofie van de club en is bereid te werken met een selectie die grotendeels uit talentvolle jeugd bestaat.© BELGA

Het topsportprogramma hangt uit in de ruimte waar alle trainers samen zitten. Elke maand staat er per afdeling een thema centraal. We zien dat er voor de U11, U12 en U13, de onderbouw genoemd, onder meer workshops over slaap, voeding en visualisatie ingepland staan. ‘We leggen daarin op kindvriendelijke manier uit waarom het belangrijk is, maar laten hen ook ervaren wat het met het lichaam doet. Zo leggen we het fundament voor een topsportcultuur en bereiden we kinderen voor op een leven als topsporter. Aan de spelers zelf dan om uit te zoeken wat er voor hen nodig is om optimaal te presteren en zo hun droom te verwezenlijken.’

INZICHT BOVEN TACTIEK

Bij de middenbouw, van de U14 tot en met de U16, komt de nadruk te liggen op: hoe te spelen? ‘In tactiek geloven wij niet’, zegt Brandenburg. ‘Waar wij wel in geloven, is in inzicht, in de combinatie van cognitie en spelintelligentie. Alles is hier gericht op kinderen spelbegrip bijbrengen in plaats van een tactisch plan van de trainer te laten uitvoeren. Wij willen gevarieerd en dynamisch voetbal spelen, zonder vast spelsysteem, maar wel met spelintenties en spelprincipes. Onze spelers moeten op het veld zelf op zoek gaan naar ruimtes en mogelijkheden en met elkaar het juiste moment bepalen om bijvoorbeeld een aanval op de bal in te zetten. Dus willen we geen coaches die pamperen en alles voorkauwen. Wat we wel doen, is hen achteraf intensief bevragen: ‘Is dit de goeie keuze die je maakt? Wat moet het opleveren? Hoe kan het nog beter?’ Pas bij de U17, U19 en Jong AZ, in de laatste opleidingsfase, gaat het om leren te winnen en dan is tactiek wel toegestaan, maar nog altijd volgens onze principes. Dan gaat het om details: hoe kunnen we onze wapens inzetten tegenover die van de tegenstander om daar winnend uit te komen?’

42,2 procent van de U13-spelertjes van AZ wordt profvoetballer.

Bij AZ zijn trainingen gebaseerd op impliciet leren: kinderen leren er zelf oplossingen te vinden, zelf situaties in te schatten, zelf een beslissing te nemen en daar zelf een actie aan te koppelen. Het is hoe we volgens de neurowetenschap het meest leren, aldus Brandenburg: het eerst ervaren en er dan over praten. ‘Hoe leerde je vroeger voetballen? Door het te doen, op straat, op het trapveldje of op een grasveldje. In de onderbouw spelen ze het eerste halfuur van de training altijd in de voetbalspeeltuin, waar ze voetvolley, voetsquash en teqball kunnen spelen, en waar er een muur en handbaldoeltjes staan. Voetballen leer je door te spelen in een omgeving die uitdaagt om te voetballen.’ Om het aanpassingsvermogen te ontwikkelen, wordt er in de opleiding van AZ getraind op verschillende ondergronden en met verschillende groottes en met merken van ballen. Op het AFAS Trainingscomplex ligt er naast natuurgras, kunstgras, asfalt en zand zelfs een ‘knollenveld’, een bewust slecht onderhouden veld. ‘We zijn hier ook constant bezig met het bedenken van oefenvormen waarin zoveel mogelijk van onze spelprincipes zitten. Iets wat een kind impliciet tot zich neemt, beklijft veel beter, met name in stressvolle situaties. Dat is net wat we willen: kinderen opleiden om in stressvolle situaties goed te kunnen handelen. Daarvoor brengen we ze in allerlei oncomfortabele situaties, tot die comfortabel aanvoelen, en dan doen we weer iets anders. Het komt neer op in het brein zoveel mogelijk nieuwe verbindingen aanleggen.’

Binnen zit in de computerkamer een jongetje wedstrijdbeelden te bekijken. Naast hem hangt een virtual reality-bril. ‘Die VR lieten we ombouwen naar onze filosofie’, zegt Brandenburg. ‘We kunnen een speler allerhande wedstrijd- en trainingssituaties vanuit verschillende invalshoeken laten beleven, alsof het voor zijn brein echt gebeurt, hem daarbij bevragen en hem daarover met andere betrokkenen laten discussiëren.’ AZ werkt ook al drie jaar met Voetbal IntellyGym, software om de voetbalcognitie te trainen. ‘En we lieten een Israëlisch bedrijf dat simulaties maakt voor straaljagerpiloten een computerspel ontwikkelen waarin het aankomt op alert zijn en vooruitdenken om te kunnen inschatten wat er gaat gebeuren. In het begin was ik sceptisch maar uit een test over negen maanden bleek dat spelers er op het veld aanzienlijke vooruitgang door maakten. Tot en met de U16 spelen ze het nu op verschillende niveaus twee keer per week een halfuurtje tegen elkaar.’

De herstellingswerken aan het AFAS Stadion van AZ zijn inmiddels achter de rug.
De herstellingswerken aan het AFAS Stadion van AZ zijn inmiddels achter de rug.© BELGA

MET HART EN ZIEL

De allerlaatste stap in de jeugdopleiding is Jong AZ, dat sinds 2017 betaald voetbal speelt in de Keuken Kampioen Divisie. ‘Dat is enorm belangrijk’, benadrukt Brandenburg. ‘Ze moeten er tegen volwassenen knokken, voor veel volk, met media omgaan en spelen tegen eerste elftallen waar echt druk op zit. Dat kun je niet nabootsen op een trainingsveld. Als je jonge talenten klaar moet stomen voor het echte werk, moet je ze ook het echte werk kunnen aanbieden. Dit is de laatste stap richting Eredivisie.’

In de Nederlandse eerste klasse staat AZ momenteel tweede, na Ajax, en in de Europa League plaatste het zich al voor de knock-outfase. ‘Dat je dat met zoveel jeugdspelers doet, is een hele boost voor de club’, zegt Brandenburg. ‘Als je weet dat we dit seizoen alleen nog maar uitwedstrijden speelden, is het ronduit indrukwekkend.’ Het is mede het resultaat van de opleiding. ‘Spelers moeten hier altijd alles willen winnen. Dat geldt ook voor trainers, maar niet ten koste van alles: ze moeten rekening houden met de biologische leeftijd en met alles wat ik je net vertelde. Maar we zoeken jongens die met hart en ziel kunnen spelen, die het uiterste uit zichzelf willen halen. Intussen winnen we 75 procent van onze jeugdwedstrijden tegen de zogenaamde topclubs. Dat is weer een stap in onze ontwikkeling.’

Met Max Huiberts beschikt AZ over een technisch directeur die elke zaterdag jeugdwedstrijden gaat bekijken en heel goed weet wat er in eigen huis rondloopt. Met Arne Slot stelde hij een hoofdcoach aan die past in de filosofie van de club en die bereid is te werken met een selectie die grotendeels uit talentvolle jeugd bestaat. Hij ziet vooral eigen jeugd met persoonlijkheid opdagen. Zo levert AZ de aanvoerders van Jong Oranje, van Oranje U19 en Oranje U18. Aanvoerder van het eerste elftal is overigens Teun Koopmeiners (21). Vorig seizoen was dat Guus Til (21), ook een ex-jeugdspeler, die nu voor Spartak Moskou speelt.

Op het einde van de rondleiding komen we in de gang bij een foto van een jeugdspeler met opschrift: Speler van de Maand. ‘Vanaf de U16 mag de Speler van de Maand een dag meebeleven met het eerste elftal, ‘ legt Brandenburg uit, ‘meetrainen en mee lunchen. Komt de Speler van de Maand uit een lagere leeftijdscategorie, dan mag hij met zijn ouders erbij drie kwartier samenzitten met een speler van AZ 1. Dan vraagt zo nu en dan een AZ 1-speler ons nadien het nummer van die jongen en stuurt hij hem in het weekend een berichtje: hoe is het gegaan in de wedstrijd? Dat zorgt voor nog meer betrokkenheid.’

Hoed af voor AZ.

AZ-jeugdproduct Guus Til werd in augustus voor 18 miljoen euro verkocht aan Spartak Moskou.
AZ-jeugdproduct Guus Til werd in augustus voor 18 miljoen euro verkocht aan Spartak Moskou.© BELGA

‘De KNVB moet de jeugdopleiding beter beschermen’

Het jaarbudget van de AZ-jeugdopleiding bedraagt niet eens 3 miljoen euro. ‘Het is 2,8 à 2,9 miljoen’, zegt hoofd opleiding Paul Brandenburg. ‘Daarin zijn ook alle contracten van U19- en Jong AZ-spelers begrepen.’ Het is een kleinigheid in verhouding tot wat de verkoop van toptalenten opbrengt. Zo werd jeugdexponent Guus Til (21) in augustus voor 18 miljoen euro verkocht aan Spartak Moskou. Een deel van de verkoop van spelers wordt geïnvesteerd in de verdere uitbouw van het complex. Zo is er dit jaar al een gymloods en een indoorhal bijgekomen en binnenkort wordt er gestart met de bouw van extra studiefaciliteiten en dertig eenpersoonskamers.

Het is een succesverhaal, maar het gevaar blijft bestaan dat AZ-talenten vroegtijdig vertrekken. ‘Vorig seizoen zijn er twee van de U17 naar Ajax gegaan’, vertelt Brandenburg. ‘Ieder jaar wordt er aan onze talenten getrokken. Gelukkig blijft het overgrote deel bij ons. Het vooruitzicht is hier rooskleuriger.’

Directeur voetbalzaken Max Huiberts pleit voor een betere bescherming van de jeugdopleiding. ‘Er zijn veel clubs met veel meer geld dan wij en als die in drie, vier jaar tijd al onze beste jeugdspelers komen weghalen, waarom zouden wij dat dan nog blijven doen? Ik denk dat het voor het Nederlandse voetbal belangrijk is dat we onze talenten kunnen blijven doorontwikkelen. De KNVB moet dit toejuichen.’ Sinds dit seizoen is er een herenakkoord tussen de zes Nederlandse clubs met een internationale opleiding om geen spelers meer bij elkaar weg te halen. ‘We zullen zien of iedereen zich daaraan zal houden. Maar eigenlijk zou de KNVB dit met regels moeten afdwingen.’ Het is ook beter voor het niveau van de jeugdcompetities, merkt Huiberts op. ‘Hoe kun je meer weerstand krijgen als je met één of twee clubs overal de beste talenten gaat weghalen en zo de tegenstand verzwakt?’

‘De KNVB ging onlangs na van waar de internationals van de U17 oorspronkelijk komen’, zegt Brandenburg. ‘Onze internationals komen van amateurverenigingen, terwijl die van Ajax, PSV en Feyenoord van andere profclubs afkomstig zijn. Dat betekent dat wij in staat zijn om jongens vanuit de amateurbasis naar het Nederlands elftal te brengen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content