Van het platteland naar de grootstad, van het seminarie naar de voetbalkleedkamer, van Brazilië naar Europa en het Midden-Oosten: het lange parcours van Fernando Menegazzo (33).

Centraal op het middenveld komen de kwaliteiten van Fernando het best tot hun recht. Goede techniek, bijna perfect tweevoetig – met rechts misschien nog iets beter – en een sterk kopspel, wat vooral met zijn lichaamsbouw te maken heeft. Hij aarzelt niet om, wanneer dat mogelijk is, de ploeg ook offensief iets bij te brengen. Een van de steunpilaren van onze ploeg, die de andere spelers in moeilijke momenten meetrekt”, zo analyseerde Jean Tigana, in het seizoen 2010/11 Menegazzo’s trainer bij Girondins de Bordeaux, in Sud-Ouest zijn middenvelder.

Zes seizoenen was Fernando Menegazzo een onbetwiste titularis in Bordeaux, maar na een avontuur in Saoedi-Arabië en drie jaar extra op de teller waren de vraagtekens groot toen Club Brugge hem in juni aantrok. 33 jaar, gevoetbald in de woestijn, volgevreten… Toegegeven, zijn loopstijl lijkt wat houterig en vroeg in de eerste helft tegen Brøndby leek hij al op zoek naar zijn tweede adem, maar het volledige rapport van zijn eerste Europese wedstrijd voor Club (zie kaderstuk) schetst een ander beeld.

De middenvelder lag met een voorassist naar Maxime Lestienne aan de basis van de 2-0, waarna Nicolás Castillo dankbaar in de lange armen van de Braziliaan sprong. Altijd aanspeelbaar, aanwijzingen geven, posities overnemen. In de eerste plaats bezig met het collectief en niet met zichzelf, sterk en rustig aan de bal, naast Timmy Simons de metronoom van het blauw-zwarte middenveld.

In het seminarie

“Voetballer worden, dat leek in mijn kindertijd iets onbereikbaars”, vertelde Menegazzo vijf jaar geleden op GirondinsTV. “Ik was zeventien jaar en had nog nooit bij een club gevoetbald. Meer zelfs: toen ik bij Juventude testte, was ik nog nooit in een voetbalstadion geweest.”

Geboren in Anita Garibaldi, een godvergeten gat van 8000 inwoners in Santa Catarina, een van de meest zuidelijke deelstaten van Brazilië. Hij houdt van voetbal, maar de dichtstbijzijnde club (Juventude) ligt in Caxias do Sul. Een trip van 280 kilometer, meer dan vier uur rijden met de auto. Onhaalbaar.

“Ik was altijd met een bal bezig. Op school, of op het pleintje recht tegenover ons huis. Ik herinner me nog dat mijn moeder me elke keer, rond etenstijd, naar binnen moest roepen.” Voetbal als hobby, meer niet, dus zet hij alles op zijn studie. “Het onderwijsniveau in de publieke scholen was ondermaats, dus stuurden mijn ouders mij naar het seminarie. Zwaar, want we moesten studeren én werken – onder andere de leslokalen schoonmaken – maar die jaren op internaat waren een goede leerschool.”

Wanneer Menegazzo tijdens een zomervakantie in zijn dorp aan het voetballen is, stelt ‘iemand’ hem voor om aan de talentendagen van Esporte Clube Juventude deel te nemen… “Ik zei dat ik nog een jaar moest studeren, dat mijn ouders voor mijn studie betaalden.” Hij laat zich toch overhalen, de lange trip met de wagen wordt het begin van een onvergetelijke reis rond de wereld. “Ik had het geluk dat de trainer ‘iets’ in mij zag.”

Naar Europa

In zijn tweede seizoen in het Estádio Alfredo Jaconi debuteert Fernando Menegazzo in het Campeonato Brasileiro, in 2001 wordt de middenvelder titularis. Zijn ster begint ook buiten Caxias do Sul te fonkelen wanneer hij met de Braziliaanse U20 Zuid-Amerikaans kampioen wordt en door Luiz Felipe Scolari – in de aanloop naar het WK in Zuid-Korea en Japan – twee keer voor de Seleção wordt opgeroepen. Menegazzo wordt voor veertig procent verkocht aan Grêmio, waar hij een contract voor vijf seizoenen tekent.

De legendarische club uit Porto Alegre is de gedroomde vitrine voor Portugese en Spaanse talentenjagers. “Ik kon naar Villarreal, maar de voorzitter van Grêmio liet me niet vertrekken, ook al ging de club door een zware financiële crisis. En toen Grêmio de huurprijs aan Juventude niet meer betaalde, moest ik terugkeren. Ik ging akkoord, op één voorwaarde: als er nog eens een club uit Europa kwam, dan mocht ik vertrekken.”

In de zomer van 2003 is het zo ver. AC Siena, na 58 jaar opnieuw in de Serie A, ziet in de 22-jarige Menegazzo de gedroomde… aanvaller. “Ik wilde in de eerste plaats Italië, waar een deel van mijn roots liggen, leren kennen. Siena, een charmant stadje, maar sportief een tegenvaller. Ik herinner me nog wedstrijden tegen Milan of Internazionale, waar ik helemaal alleen in de spits stond. Alleen maar verdedigen… Totaal iets anders dan de Braziliaanse voetbalcultuur.”

Na anderhalf seizoen knokken belooft Chievo hem een basisplaats op het middenveld, maar voorzitter Luigi Campedelli ligt dwars. “Ik mocht alleen naar een club in de Serie B vertrekken en werd voor de rest van het seizoen aan Catania uitgeleend. De club uit Sicilië wilde me kopen, maar na vier maanden had ik het in de Serie B wel gezien.”

Een speling van het lot duwt hem naar Girondins de Bordeaux. “Ik las dat Ricardo (Gomes Raymundo, nvdr), mijn ex-bondscoach bij de Braziliaanse U23, er trainer zou worden. Mijn manager bezorgde enkele dvd’s aan sportief directeur Charles Camporro, die meteen naar Ricardo belde. ‘Natuurlijk ken ik Fernando nog.'”

Bij de nationale ploeg, waarmee Menegazzo in 2007 de Copa América wint, blijft hij steken op vier caps, maar in het Stade Chaban-Delmas wordt de Braziliaan de verbindingsman tussen aanval en verdediging. Onder Laurent Blanc doorbreken Les Girondins, met onder anderen Marouane Chamakh, Yoann Gourcuff, Wendel en Yoan Gouffran, in 2009 de hegemonie van Olympique Lyon, zeven seizoenen afgetekend kampioen.

De laatste halte

Ook naast het veld geniet Menegazzo. Mooi weer, lekker eten, in Bayonne kan hij geregeld de stierengevechten bezoeken, op uitnodiging van Kaká zit hij in de tribune voor AC Milan-Bologna of trekt hij naar de plaatselijke schietclub. “Daar kan ik het hoofd helemaal leegmaken. En het heeft mijn concentratievermogen aangescherpt.”

Het leven in de Gironde, waar hij zijn overeenkomst verlengt tot de zomer van 2014, is mooi. En toch verkast de dertigjarige Braziliaan in 2011 naar Al-Shabab, dat om en bij de zes miljoen euro neertelt en waar hij onder de hoede van Michel Preud’homme een jaar erna de titel pakt. Financieel zit Menegazzo er gebeiteld, maar voor zijn echtgenote en zijn twee jonge dochters – Giovana (4) en Isadora (7) – is het leven in de strenge islamstaat geen pretje.

In de lente van 2014 wordt in de Franse media druk over een terugkeer naar Bordeaux gespeculeerd, voorzitter Jean-Louis Triaud is gecharmeerd. “Charmante kerel en nog altijd een voetballer met kwaliteiten.” En toch wordt het Club Brugge, wellicht de laatste halte voor zijn voetbalpensioen.

DOOR CHRIS TETAERT – BEELD BELGAIMAGE

“Toen ik op mijn zeventiende bij Juventude testte, was ik nog nooit in een voetbalstadion geweest.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content