Zes jaar geleden werden de play-offs ingevoerd om onze clubs beter voor de dag te laten komen in het Europees bekervoetbal. Vorig seizoen werd duidelijk dat de format het tegenovergestelde resultaat had.

In plaats van de ongein stop te zetten, wordt de waanzin ten top gedreven. Over een jaar zullen tien van de achttien tweedeklassers, na een strijd op leven en dood, degraderen. In derde klasse wordt een volledig seizoen om des keizers baard gestreden. Ook al zouden Beerschot-Wilrijk of Club Luik met tien punten voorsprong kampioen worden, ze moeten in de volgende campagne opnieuw in derde divisie (die wel een andere naam krijgt) van start gaan. Wee de politieagenten die straks het kampioensfeest in een volgeladen Olympisch Stadion in goede banen moeten leiden.

Van dan af telt tweede klasse (sorry, eerste klasse B) nog slechts acht ploegen, is het seizoen voor de laatste van eerste klasse A en de kampioen van B al half maart voorbij en kan wie tweede, derde en vierde eindigt in eerste B niet meer promoveren maar wel een Europees ticket bemachtigen. Dit is geen competitiehervorming maar een competitiemisvorming.

Wie gelooft dat hiermee de problemen van tweede klasse opgelost zijn, is rijp voor het lidmaatschap van het Simplistisch Verbond. Het liefst van al zouden sommigen een stevig schot willen bouwen tussen het betaald en niet-betaald voetbal. Voetbal op het hoogste niveau is in hun ogen pure business. Alleen geschikt voor de rijke jongens, clubs met grote stadions en riante begrotingen.

De romantiek in ons voetbal is definitief dood. Gelukkig behoren in bescheidenere competities dan de onze, zoals de Primera División, de Premier League en de Serie A, voetbalsprookjes nog steeds tot de mogelijkheden.

Na twee promoties op rij bereikte Eibar vorig seizoen La Liga. Het Baskische provinciestadje Eibar telt slechts 27.000 inwoners en het Estadio Municipal de Ipurura biedt plaats aan 5173 toeschouwers. Eibar is de kleinste club die ooit in de hoogste afdeling van het Spaanse voetbal aantrad.

De Serie A telt met Empoli en Sassuolo al een paar kleinere verenigingen. Daar komen er deze zomer nog twee bij: Carpi FC 1909 en Frosinone. ‘Als één van deze twee promoveert, zijn onze tv-rechten niets meer waard’, waarschuwde Laziovoorzitter Claudio Lotito maanden terug. Het mocht niet baten.

Frosinone is een stadje met 46.000 inwoners in de heuvels ten zuiden van Rome. Het speelde in de Serie B voor gemiddeld 5087 mensen. Bijna het dubbele van Carpi FC, dat gemiddeld 2991 bezoekers over de vloer kreeg in het Stadio Sandro Cabassi (4144 plaatsen).

Carpi herbergt 67.000 inwoners. In 2009 speelde de club nog in de vijfde divisie. Trainer Fabrizio Castori kreeg een jaar terug bij het debuut in de Serie B honderdduizend euro om versterkingen aan te trekken voor de ‘Biancorossi’. De totale loonmassa bedroeg nauwelijks drie miljoen euro en de gemiddelde leeftijd van de spelersgroep slechts 24,4 jaar.

Al deze kleine clubs hebben nog één ding gemeen: ze doen bijna uitsluitend een beroep op jongens uit de buurt. Dat geldt ook voor de kampioen van The Championship. Het Engelse Bournemouth kan iets meer dan tienduizend toeschouwers verwelkomen. In 2009 was het nog slechts elf minuten verwijderd van een tuimeling naar het amateurvoetbal. Een doelpunt van Steve Fletcher tegen Grimsby Town betekende de redding. Vanwege de wankele financiële toestand was de club met zeventien strafpunten aan de competitie moeten beginnen.

Op 8 augustus spelen The Cherries voor het eerst in hun geschiedenis in de Premier League. “Het grootste sprookje sinds Hans Christian Anderson“, zei voorzitter Jeff Mostyn.

Uiteraard moet de boekhouding kloppen, maar voetbal moet ook een beetje dromen blijven. Wie nog niet overtuigd is en nog steeds gelooft dat voetbal pure business is, raden we de lectuur aan van ‘Het wonder van Castel di Sangro’, van de Amerikaanse auteur Joe McGinnis. Het mooiste voetbalboek aller tijden en een absolute aanrader voor de vakantie.

DOOR FRANÇOIS COLIN

Na deze competitiemisvorming is de romantiek in ons voetbal definitief dood.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content