Met Nenad Stojanovic haalde Racing Genk er een typische zestienmeterspits bij. En Kevin Vandenbergh ?

K evin Vandenbergh heette ’s lands efficiëntste spits te zijn. Althans die kwaliteit was het waarvoor Sef Vergoossen hem inmiddels drie seizoenen geleden graag van Westerlo naar het Fenixstadion zag komen. Maar ofschoon juist gecast als spits, leek Vandenbergh junior bij Genk wel in het verkeerde feuilleton terechtgekomen : noch vorig seizoen (11 goals in 28 wedstrijden), noch dit seizoen (4 goals in 15 wedstrijden in de heenronde, waarvan tien in de basis) kon hij, net als de andere Genkse spitsen overigens, te weinig overtuigen in – ook in overweging te nemen – elftallen die telkens op zoek waren naar balans.

Jan Ceulemans zag Vandenbergh op negentienjarige leeftijd vertrekken uit het Kuipje. Verbaast het hem dat zijn voormalige poulains doelpuntenproductie stagneert bij Genk ? “Hoe hij geëvolueerd is, weet ik niet, maar er zal negen kansen op tien iets aan ontbreken waardoor hij geen vaste waarde is. Maar ík was er meer dan tevreden over”, zegt hij. “Laat hem een heel jaar staan en hij zal er twintig binnenstampen. Ik weet dat hij nog altijd een goal kan maken, maar je moet hem pakken zoals hij is. Dat wil zeggen dat je er af en toe kwaad op zal zijn omdat je hem niet ziet in de wedstrijd, maar ze mogen hem mij gerust teruggeven ( lacht). Als je in het hedendaags voetbal als eenentwintigjarige al zoveel wedstrijden gespeeld hebt, ben je nog altijd niet slecht bezig. Dus we moeten hem nog niet afschrijven. Ik probeerde hem op zijn sterkste punt te laten aanspelen en dat is vrij dicht bij doel : hij heeft een actie en is levensgevaarlijk in het strafschopgebied. Maar als hij van ver moet komen, krijgt hij het moeilijk.”

In het strafschopgebied blijven staan mag Vandenbergh tegenwoordig méér in Genk. Onder Sef Vergoossen werd van Vandenbergh nog verwacht dat hij zijn actieradius en aantal balcontacten zou verhogen : meer lopen, meer afhaken, meer deelnemen aan de opbouw. Tevergeefs. René Vandereycken ziet het anders. “Teruglopen naar het middenveld is een defensieve actie en iedere speler moet volgens zijn eigen kwaliteiten spelen.” Dus in het geval van Vandenbergh niet naar de linker- of rechterflank uitwijken, maar “wel in de zestien sterker staan, in de duels nog iets bij winnen, de bal beter beschermen, vooral aanwezig zijn. Zeker de laatste maand van de heenronde heb ik hem daarin vorderingen zien maken. Ik heb hem vaak heel goed zien vrijlopen zonder dat de passes naar hem aankwamen. Maar dat komt in een samenvatting op tv natuurlijk niet in beeld. Hij maakte ook acties en verdedigde positioneel terug.”

Maar vlot scoren… tevergeefs (bis). René Vandereycken : “Van een aantal spelers in de offensieve sector wordt te veel verwacht. Ze moesten de plek opvullen een heel seizoen eerste diepe spits te zijn, maar ze zijn allemaal beter rond of naast een sterke, diepe spits. Vooral in thuiswedstrijden, waarin we meestal tegen een versterkte verdediging stonden, waren we niet constant genoeg om de ruimte open te breken. Nu is het afwachten met Soetaers of dat als direct gevolg heeft dat daardoor Engelaar iets naar voren kan en spits achter de spits wordt of gewoon achter de diepe spits gaat spelen.” En NenadStojanovic een extra troef in de aanval wordt. “Kevin is afhankelijk van zijn medespelers : hoe beter die zijn, hoe beter hij wordt. We hadden ook te weinig voeding op de flanken naar de diepe spits toe, zoals Vandenbergh. Ook al heeft hij in zijn betere wedstrijden door pech niet gescoord, hij heeft veel doelgevaar gecreëerd, terwijl hij net bekendstaat om die afwerking, dat toeslaan. Dat scoren is er onvoldoende uitgekomen.”

Is het frisheid ? Vertrouwen ? De selecties die je krijgt of niet krijgt ? Misschien ook het elftal dat niet draait ? De trainer vraagt het zich af en Kevin Vandenbergh zelf onthoudt zich liever van commentaar. “Je kan daar alleen maar meer slecht dan goed mee doen. Want uitspraken gaan dan achteraf tegen je gebruikt worden.” Al liet hij zich vorige week bij de Franstalige collega’s van Foot Magazine in een ruimer kader terloops wel een paar bedenkingen ontvallen : “Wie mij bekritiseert moet beseffen dat ik nog altijd maar 21 ben. Ik ben naar mijn smaak te vaak uit de ploeg gelaten. Een aanvaller moet vertrouwen hebben en in de huidige omstandigheden heb ik dat niet. De ene week speel ik, de andere week niet. Of het nu om tactische redenen is of niet doet er niet toe : het resultaat is hetzelfde.”

Onder Vergoossen kreeg hij nochtans langer het vertrouwen. De kritiek bleef. “Sef Vergoossen koos voor een vast systeem, je wist dat het altijd een 4-4-2 was, er waren nooit verrassingen. René Vandereycken houdt rekening met de tegenstander en past zijn ploeg aan. Tactisch kan je ze dus niet vergelijken. Ik vind het niet slecht om af en toe een beetje van systeem te veranderen : als speler verplicht dat je ook je mogelijkheden te vergroten. Uiteindelijk moet ik dat ook doen bij de beloften, want daar spelen we een 4-3-3. Maar ik vind dat een ploeg als Genk eerst van zijn eigen mogelijkheden uit zou moeten gaan. Het is eerder de tegenstander die zich zou moeten aanpassen.”

Lees : Genk zou meer het spel moeten maken. Soley Seyfo, Aaron Mokoena, Justice Wamfor, het waren ook niet altijd de meest verfijnd opbouwende en naar voren doorsluitende voetballers die het centrale middenveld bevolkten. Kevin Vandenbergh : “Het hangt van de steun af die je uit de andere linies krijgt. Als de middenvelders hoog spelen, ben je goed omringd en goed bevoorraad. In het andere geval sta je vooraan soms alleen.”

Afgelopen weekend scoorde Kevin Vandenbergh tegen FC Brussels twee keer en we weten ondertussen hoe het hem dinsdag in de bekerwedstrijd tegen Anderlecht is vergaan.

door Raoul De Groote

‘Hoe beter zijn medespelers, hoe beter hij wordt.’ (René Vandereycken)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content