Goran Ivanisevic had een droom : Wimbledon winnen. Hij wachtte negen jaar, en toen hij er eigenlijk niet meer in geloofde, gebeurde het toch nog.

Misschien wel zelfmoord. Wat zou er gebeurd zijn mocht Goran Ivanisevic die maandag, de negende juli, de finale van Wimbledon verloren hebben ? Goed, dat was hem al drie keer eerder overkomen. Maar de Kroaat had de laatste tijd zoveel pech opgestapeld dat een nederlaag hem misschien wel tot domme dingen had gedreven.

Gelukkig is de vraag niet aan de orde. Ivanisevic won de finale : 9-7 in de vijfde set, na een lang gevecht bezweek Pat Rafter en zag Ivanisevic zijn droom werkelijkheid worden. Negen jaar had hij erop moeten wachten.

Vreugde ! “Ik ben op het dak van de wereld. Dit is zo’n geweldig gevoel : deze trofee vasthouden, waarin zoveel grote namen gegraveerd staan. Ik kan de mensen van de All England Club niet genoeg bedanken omdat ze me een wildcard voor Wimbledon hebben gegeven. Het kan me niet schelen of ik nog ooit een tennismatch win. Dat heeft geen enkel belang meer. Maar als ik deze wedstrijd verloren had, zou het hart van mijn vader gebroken zijn.”

Dat laatste was niet eens zo fel overdreven. Op de tribune van Central Court hield Srdjan, vader Ivanisevic, haast letterlijk zijn hart vast. Bij momenten dacht hij dat zijn laatste uur geslagen had en dat het zijn eigen schuld was : had hij het advies van zijn artsen maar niet in de wind moeten slaan. Die hadden hem na zijn by-passoperatie gezegd dat hij zich moest hoeden voor stress. Toen zijn zoon met 8-7 leidde, vreesde vader Ivanisevic maar één ding : dat hij zou ineenstorten en de Gorans kansen op de zege zou verknallen. “Ik mocht sterven na de match, maar niet tijdens. Na zijn derde matchbal kreeg ik een hevige pijn in mijn borst. Ik maakte me enorm ongerust, ik durf bijna niet meer aan dat moment terugdenken. De spanning was toen echt ten top gestegen. Maar ik dacht niet aan mezelf, niet aan mijn eigen leven. Ik dacht aan Goran en aan de match die hij moest winnen. Het is als een sprookje : hij heeft eindelijk bereikt wat hij altijd al verlangd heeft.”

Sinds die negende juli is Goran Ivanisevic niet langer meer de beste speler ter wereld die nooit een Grand-Slamtoernooi gewonnen heeft. Drie keer kwam hij er dichtbij. In 1992 verloor hij de finale van Wimbledon tegen Andre Agassi, in 1994 en 1998 tegen Pete Sampras. Luttele seconden nadat hij de beslissende retour van Patrick Rafter in het net zag sterven, baande Ivanisevic zich een weg door de menigte, om in de tribune zijn vader te omarmen.

Het leven heeft de familie Ivanisevic niet gespaard. Op 29-jarige leeftijd heeft Goran zijn deel van de tegenslagen geïncasseerd. Er is niet alleen de hartkwaal van zijn vader, er was ook de kanker van zijn zus Srdjana en de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië. Ondertussen gaat zijn liefdesgeschiedenis met het topmodel Tatjana Dragovic – met wie hij zich de dag na Wimbledon op zijn boot terugtrok om te recupereren – de concurrentie met Romeo en Julia aan. De vader van Tatjana is een Serviër, afkomstig van Montenegro. De familie Ivanisevic is volbloeds Kroatisch. Gezien de vijandschap tussen Serviërs en Kroaten kan men zich voorstellen welke spanningen dat gegeven moet hebben.

De gekke Kroaat noemen ze Goran Ivanisevic, omdat hij zich zo excentriek en flamboyant gedraagt. Hoe dan ook pompt hij een forse dosis passie in het tennismilieu, dat zo wanhopig op zoek is naar wat persoonlijkheden van de mannelijke kunne.

Ach, elke gek zijn gebrek. Tijdens Wimbledon stond Goran Ivanisevic iedere dag vroeg op om naar de Teletubbies te kijken, en at hij iedere dag precies dezelfde maaltijd : een vissoep, schaap met frieten en een dame blanche, en dit alles vergezeld van een sinaasappelsap.

En is Goran Ivanisevic een beetje gek, hij draagt het hart op de goede plaats. Een religieus en een vaderlandslievend man, die nooit aarzelt om een deel van zijn inkomsten af te staan aan landgenoten in nood. Een sentimentele knul ook, met een hart van peperkoek. Zoals toen hij zijn overwinning op Wimbledon opdroeg aan zijn landgenoot en vriend Drazen Petrovic, de beste Europese basketter ooit, in 1993 verongelukt op Duitse wegen. Ivanisevic, op de Central Court tijdens de ceremonie van het overhandigen van de trofee : “Drazen, als je ergens daarboven bent en me ziet – deze zege is voor jou.”

Spreekt Goran Ivanisevic graag over zijn religie en zijn vaderland, over het tennis heeft het als over het lot van zijn leven. Hij groeide op een Split, een stad die bekend staat om zijn hoog sportief niveau. Op zesjarige leeftijd begon hij te tennissen, daarin aangemoedigd door zijn vader Srdjan, een universiteitsprofessor, en zijn moeder Gorana, een scheikundig ingenieur. Acht jaar later haalden die hem uit het atheneum opdat hij zijn kans zou wagen in het professionele tenniscircuit.

“Mijn ouders hebben zich veel opofferingen getroost om me een kans op een carrière als tennisser te gunnen. En voor de rest heeft God gezorgd. Ik heb altijd de ambitie gehad om een groot tennisser te worden. Met de overwinning op Wimbledon is die ambitie gerealiseerd. Deze trofee zal voor de rest van mijn dagen naast mijn bed staan. En ik zie me best in staat om op mijn borst Wimbledon 2001 te laten tatoeëren…”

Zijn coach, Ladislav Kacar, trok er tien jaar uit om Ivanisevic op het pad naar de glorie te zetten. 75 jaar is Kacar nu. Hij herinnert zich nog hoe hij Goran “de haas” noemde omdat hij zo snel en zo lenig bewoog. Eén brokje temperament, bovendien. Niet voor niets voelde hij een diepe verering voor John McEnroe. Kacar: “Toen hij vijftien was werd hij in Frankrijk op het Kampioenschap van Europa uitgesloten omdat hij zijn racket weggooide. Maar toen al had hij zijn hart aan Wimbledon verpand. Hij hield niet op om over Wimbledon te spreken. De andere toernooien stelden wat hem betreft niets voor.”

Toen zijn carrière in een stroomversnelling raakte – we schrijven dan eind van de jaren tachtig – vestigde Goran Ivanisevic zich in Monaco. In Skopje liep de toestand meer en meer uit de klauw, en bovendien trof het noodlot de familie Ivanisevic. Zijn zus Srdjana kreeg de ziekte van Hodgkin, de kanker van het lymfesysteem. Goran stuurde elke cent die hij met tennissen verdiende, naar huis op. Daar konden ze in Split de medische behandeling voor zijn zus betalen.

Srdjana genas. Enkele maanden later – in 1991 – barstte de burgeroorlog los in Joegoslavië. Goran Ivanisevic : “Dat was een bijzonder moeilijke periode. Meestal kreeg ik gewoon geen contact met mijn familie. Op een dag had ik mijn moeder aan de telefoon en hoorde ik op de achtergrond het geluid mortierinslagen. Ik legde mijn moeder uit dat ze moest vluchten en een schuilkelder opzoeken, maar ze was bang en durfde haar huis niet te verlaten. In die tijd kon ik me moeilijk op tennis concentreren. In mijn gedachten was ik voortdurend bezig met wat er in mijn land gebeurde. Er waren mensen die voor de onafhankelijkheid van Kroatië de prijs van hun leven betaalden. Dit gezegd zijnde, ik had altijd het gevoel dat ik mijn land meer diensten kon bewijzen met een racket in mijn hand dan wel met een geweer. Ik heb gevochten op de tenniscourts, opdat mijn landgenoten trots op mij konden zijn, telkens als ik een trofee won.”

Op de Olympische Spelen van Barcelona 1992 pakte Ivanisevic brons in het dubbelspel – samen met Goran Prpic – en paradeerde hij met de Kroatische vlag, terwijl dat land nog niet internationaal erkend was. Het kwam hem op doodsbedreigingen te staan, een tijdlang moest hij zich omringen met lijfwachten om zich te beschermen tegen lui die hem te lijf wilden gaan. De hetze tegen Ivanisevic nam dergelijke proporties aan dat hij naar verluidt met zelfmoordplannen rondliep.

In de jaren die volgden diende Goran Ivanisevic een serie nederlagen op Wimbledon en een stukgeslagen liefde verwerken. Hij vond een nieuwe hartsvriendin in Tatjana Dragovic, op dat ogenblik 21 jaar en met New York als uitvalsbasis.

Het tennisjaar 2000 draaide op een catastrofe uit, omdat hij maar niet van zijn schouderblessure verlost geraakte. Ivanisevic zakte weg uit de tophonderd van het wereldtennis en dacht eraan een punt achter zijn carrière te zetten. Dat was in januari laatstleden, toen hij in de eerste ronde van het kwalificatietoernooi van de Australian Open uitgeschakeld werd.

“Toen zat ik diep in de put. Ik had net een reis van meer dan 24 uren ondernomen om in Australië te spelen, en de volgende dag al kon in mijn koffers pakken en de terugreis aanvatten. Ik voelde me verschrikkelijk vernederd. De week daarop nam ik deel aan een challengertoernooi in Duitsland en dat deed me goed. En ook, op televisie zag ik de andere spelers aan het werk in Australië en ik heb tegen mezelf gezegd dat ik niet op deze manier uit het tennis wou stappen.”

Van die beslissing heeft Goran Ivanisevic nu natuurlijk geen spijt. “Veel mensen verwijten me dat ik mentaal zo zwak sta, en ik kan ze niet helemaal ongelijk geven. Soms ondervind ik moeite om mezelf te beheersen. Maar ik stond acht jaar lang genoteerd bij de beste tien tennissers ter wereld – dat kan niet zonder een bepaalde mentale basis. Ik heb altijd geweten : als ik alle Gorans die in me steken op één en dezelfde lijn zou krijgen, dan zou ik weer excellent tennis kunnen produceren. Wel, dat precies heeft zich op Wimbledon voltrokken. Die zege is de droom van een heel leven. Wat ik nu ook nog doe, waar ik nu ook nog ga, ik zal altijd de winnaar van Wimbledon zijn.”

door Serge Fayat

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content