‘Voor druk moet je in Belgrado zijn’

© BELGAIMAGE

De Servische international Strahinja Pavlovic (19) werd door AS Monaco voor 10 miljoen euro overgenomen van Partizan en verhuurd aan Cercle Brugge. Hij geeft ondanks zijn leeftijd toch al veel maturiteit en allure aan de verdediging van groen-zwart.

Bijzonder ontspannen en vol zelfvertrouwen wandelt de Servische linksvoetige verdediger Strahinja Pavlovic in een wit joggingpak de vergaderzaal van Cercle Brugge binnen. Van degradatiestress is duidelijk geen sprake bij de viervoudige international, die komend weekend mogelijk Cristiano Ronaldo in de ogen kijkt.

Een spontane glimlach verschijnt als we proberen zijn geboorteplaats Sabac zo correct mogelijk uit te spreken. ‘ Sjabats‘, corrigeert hij beleefd. ‘Een rustige en kleine stad, op een uurtje van Belgrado. Wij wonen op vijf minuten van het centrum.’

Zijn vader Zeljko, actief in de telecomsector, geraakte zelf als amateur via het voetbal tot tweede klasse. Zijn moeder Sladjana is huisvrouw, ook al studeerde ze voor kleuterjuf. De linksvoetige verdediger heeft ook nog een broer. ‘ Veljko is twee jaar jonger maar nog groter dan ik. Hij is nu volledig gericht op zijn economiestudies aan de hogeschool’, vertelt Strahinja in behoorlijk Engels. ‘In het verleden speelde hij voetbal, basketbal en waterpolo, maar nergens was hij echt een uitblinker in. Hopelijk kan mijn broer via zijn diploma ook carrière maken. Waarschijnlijk niet in eigen land, want onze economie is momenteel zo slecht dat heel wat verstandige jonge mensen naar andere Europese landen of zelfs de VS uitwijken. Niet iedereen heeft het juiste beeld van Servië. Vooral in Amerikaanse films worden we nog te vaak afgeschilderd als een oorlogsgebied. Ik kan je garanderen dat de realiteit helemaal anders is! Het leven in en rond Belgrado is echt wel aantrekkelijk. Ik voel me daar perfect op mijn gemak.’

Monaco is twee stappen hoger dan Partizan, vandaar dat we besloten om als tussenoplossing Cercle te nemen.

Spits

Zelf ontwikkelde Strahinja snel een voorliefde voor voetbal. ‘Op mijn derde of vierde was dat blijkbaar mijn eerste speelgoed’, zo verklaart Pavlovic zijn passionele relatie met de bal. ‘De kinderen van de buren waren bijna tien jaar ouder, maar ik mocht meedoen als ze onderling wedstrijden speelden op straat. Ook al duwden ze me vaak op de grond, ik stond altijd snel weer op en ging verder de strijd aan. Ik moest me dus wel leren te verweren.’

Het was via zijn vader dat Strahinja als zesjarige zijn eerste officiële aansluitingskaart tekende bij Savacium Sabac, een nieuw team waar een collega van zijn vader trainer werd. ‘Hij was er één van de drie coaches en had zelf ook nog gevoetbald’, herinnert de linkspoot zich. ‘Bij de eerste training was ik zowaar twintig minuten te laat. Mijn vader had de tijd uit het oog verloren, door zijn drukke werkagenda. En met de auto duurde de rit ongeveer twintig minuten. Gelukkig waren ze niet te kwaad. Het gebeurde nadien vaak dat ik de verplaatsing maakte per fiets of al lopend. De ideale opwarming. De eerste twee seizoenen speelde ik als centrale verdediger, net als mijn papa, maar ze vonden dat ik meer kwaliteiten had, waardoor ze me gebruikten als controlerende middenvelder. En in de echt lastige en fysiek zware duels, wanneer het echt moeilijk ging, werd ik zelfs in de spits geposteerd. Dan maakte ik vier of vijf doelpunten en kon ik opnieuw achterin helpen. We hadden een goede ploeg. Ik was de beste speler en een jonge held, samen met de vijf jaar oudere Sasa Lukic, die nu uitkomt voor Torino.’

Snel volwassen

Strahinja Pavlovic is amper twaalf jaar wanneer Partizan aanklopt. Servische topclubs moeten het hebben van jonge voetbaltalenten die ze kort opleiden en snel in de eerste ploeg droppen om hen iets later met veel winst te verkopen. Strahinja vertrekt op zijn veertiende, gaat op internaat en een nieuwe wereld opent zich. Na amper twee maanden was hij al volwassen, zegt hij: ‘Het klinkt misschien vreemd, maar ik wilde al vroeg zelfstandig zijn. Heimwee naar huis kende ik amper. Ook hier in Brugge voel ik geen spanning of stress. Voor druk moet je in Belgrado zijn. Ik debuteerde er op mijn zeventiende, mijn beste vriend bij Partizan, Filip Stevanovic, was amper zestien. Een vol stadion, met een pak gekke fans, plus het feit dat je daar elke wedstrijd moest winnen. Ik focuste vol op het profvoetbal, want ik wist heel goed dat een terugkeer naar Sabac zou volgen als ik niet zou weerstaan aan de verlokkingen van Belgrado. Papa verwittigde me vaak voor het nachtleven en de meisjes. Hij is mijn gids. Zijn advies volg ik blindelings. De eerste keer dat ik echt uitging was toen ik al voor de eerste ploeg uitkwam. Bij derbywinst tegen Rode Ster mag je al eens een stapje zetten…’

Kalmer worden

Een cruciale persoon in zijn snelle ontwikkeling is jeugdtrainer Sladan Scepovic, die zich opwerpt als een ideale mentor. Met strenge hand slijpt hij de ruwe diamant. ‘Nog iemand van de oude school, met een echt kennersoog, die geen behoefte heeft aan computerstatistieken of data’, vertelt de verdediger vol ontzag over zijn leermeester. ‘Hij zag mijn potentieel. Ik kon soms moeilijk mijn offensieve impulsen controleren, wegens te veel energie. Als centrale verdediger dribbelde ik veel op training. Té veel naar zijn mening. Het gebeurde dat de coach een sessie gewoon stopte en me apart nam. Hij zei altijd dat ik een fantastische prof kon worden, maar voegde er even snel aan toe dat ik naar de hel kon lopen als ik zo bleef voortdoen.’

Een boodschap die binnenkwam. De oud-speler van Partizan raakte de juiste snaar. Scepovic zocht en vond snel een oplossing voor de onstuimigheid van Pavlovic. ‘Vanaf het begin wist hij dat ik een centrale verdediger zou worden’, vervolgt de jonge Serviër. ‘Maar gedurende twee seizoenen posteerde hij me zowat overal: nummer 10, linksachter, spits. Hij wou dat ik door die veelzijdigheid veel kalmer en rijper zou worden. Eenmaal die testfase achter de rug was, zei de trainer dat ik klaar was voor mijn definitieve plaats. Hij voorspelde ook dat, als ik zijn advies bleef volgen en goed luisteren, Partizan me voor 10 miljoen euro zou verkopen. Het kwam zowaar uit! Ongelofelijk, hé?’

Na amper een half seizoen als vaste centrale verdediger te hebben gespeeld, volgde op zijn zeventiende de beloning met een debuut tegen Novi Sad. ‘Ik kwam vrij onverwacht aan de aftrap’, herinnert Pavlovic zich. ‘Twee spelers haakten geblesseerd af en een derde was ziek. Het verliep zodanig goed die eerste keer dat ik de week erna in de topper bij Rode Ster ook mocht starten. De nacht ervoor kon ik maar moeilijk de slaap vatten. Het geeft een bizar gevoel als 50.000 supporters in een vol stadion je uitjouwen als je de bal beroert, maar na twee minuten was het alsof ik thuis voetbalde met de buren. En de volgende dag zat ik gewoon weer in de bus, op weg naar school. Ongelofelijk. De trein was vertrokken. Het hoogtepunt volgde nog op het einde van het seizoen, want amper twee maanden later won ik de beker, waarbij we opnieuw Rode Ster versloegen. En het seizoen erop speelde ik in de Europa League tegen Manchester United. Geen sprookje, maar realiteit.’

Op twee na duurste

In de zomer van 2019 komt Lazio op de proppen met een voorstel Er volgt een akkoord, maar Pavlovic tekent uiteindelijk toch nog niet. ‘Er ontstond een probleem en ik wilde niet langer gaan’, zegt hij kort.

Een halfjaar later snoept AS Monaco hem voor de neus van onder andere Valencia en AS Roma weg bij Partizan, met een lucratieve overeenkomst tot 2024. De centrale verdediger mag wel het seizoen uitdoen in eigen land. Met 10 miljoen euro is hij samen met Lazar Markovic (Benfica, 2013/14) de op twee na duurste uitgaande transfer vanuit Servië naar het buitenland, na Dejan Stankovic (Lazio, 1998/99, 12,39 miljoen euro) en Nemanja Radonjic (Marseille, 2018/19, 12 miljoen euro). ‘Dat prijskaartje bezorgt me geen extra druk. Ze gingen gewoon heel doortastend te werk, via hun vicevoorzitter Oleg Petrov. Monaco is twee stappen hoger dan Partizan, vandaar dat we besloten om als tussenoplossing Cercle Brugge te nemen, ook al waren Lokomotiv Moskou en Genoa in de running. Maar België is een topliga en ideaal als springplank voor jonge talenten. Veel techniek, kracht en kwaliteitsvolle spelers. Ik nam in januari de juiste beslissing door naar hier te komen. Cercle had hulp nodig in zijn strijd om het behoud, dat was een concrete doelstelling. En heel belangrijk ook: papa gaf zijn zegen.’

‘Ook bij Servië met drieën achterin’

Na oproepingen bij de U17, U19 en U21 maakte Strahinja Pavlovic op 3 september 2020 zijn debuut bij Servië in en tegen Rusland (3-1-verlies) in de Nations League. Na 65 minuten werd hij gewisseld. Later volgde er nog speeltijd tegen Turkije, Hongarije en opnieuw Rusland. ‘Ook bij Servië spelen we met drie man achterin, waardoor dat geen echte aanpassingsproblemen opleverde’, zegt de prof, die door de nieuwe bondscoach Dragan Stojkovic werd opgeroepen voor de komende WK-kwalificatie-interlands tegen Ierland, Portugal en Azerbeidzjan. ‘Ik verkies dit systeem, want ik mag soms initiatief nemen om naar voren te gaan, omdat ik weet dat de linkerflankspeler voor dekking zorgt. Het is een plezier om te kunnen trainen en spelen met toppers als Dusan Tadic, Luka Jovic, Stefan Mitrovic en Sergej Milinkovic-Savic. Ik prijs me gelukkig aan de zijde van die mannen. Daar ben ik een kleine vis, maar ik kijk en luister goed. Het beste moet nog komen.’

‘Geregeld berichten van Niko Kovac’

Door een coronabesmetting, weliswaar zonder echte symptomen, tijdens de Servische bekerfinale, waar hij nog scoorde maar verloor tegen Vojvodina, beleefde Strahinja Pavlovic geen ideale zomervoorbereiding bij AS Monaco. Naar eigen zeggen ondervond hij zeker twee maanden lang de gevolgen van het virus in zijn lichaam, met hoofdpijn en spierpijn in de benen. ‘Mijn kracht was volledig weg. Het leek wel alsof ik de hele tijd twee stenen meedroeg, ik was mezelf niet meer.’

Amper één speelminuut sprokkelde hij in de eerste seizoenshelft van de Ligue 1, een late invalbeurt tegen Dijon. Dan begon hij beter bij Cercle, met een doelpunt tegen KV Kortrijk. ‘Ik krijg geregeld berichten van Niko Kovac, met feedback over mijn prestaties. Dat kunnen zowel felicitaties zijn, maar evengoed nog wat werkpunten waar ik aandacht moet aan besteden. Hij is Kroaat, het blijft een voordeel dat we dezelfde taal spreken. Normaal gezien ga ik komende zomer terug naar Monaco, maar het is niet de bedoeling om daar opnieuw zes maanden op de bank te zitten. Dat weet ook Paul Mitchell, de sportief directeur. Een oplossing dringt zich dan op.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content