Het degradatiespook waart weer rond in Sint-Truiden. Het behoud is nog niet verzekerd, maar zolang Guido Brepoels daar rondloopt, heb ik er het volste vertrouwen in. Hij zal wel iets uit zijn mouw schudden om de vergeetput van tweede klasse te vermijden.

Ik heb bewondering voor die man, zelden iemand zo fanatiek bezig gezien. Met Brepoels had ik een kort gesprek op de receptie na de verkiezing van de Profvoetballer van het Jaar. Die man is zichzelf gebleven, wat een contrast met al die andere bobo’s die daar rondliepen. De Kanaries waren dan ook de enige ploeg die samen met hun dames met de bus was gekomen. Het smeden van een hechte groep staat bij hem hoog in het vaandel. “Dat is echt noodzakelijk voor een team als STVV, anders halen we het niet!”, vertrouwde hij me toe.

Mijn betrokkenheid bij STVV is stilletjes gegroeid. Ik werkte meer dan tien jaar voor een Limburgse firma. Een van mijn taken was het begeleiden van klanten naar het stadion tijdens de thuiswedstrijden van de geel-blauwen, mijn werkgever had er een aantal businessseats. Tijdens een supportersavond op Stayen heb ik er zelfs mijn boek Circus Voetbal mogen promoten.

Jaren geleden werd ik uitgenodigd door Alain Coninx op een spreekavond in de Kanarieclub. De zaak zat afgeladen vol met Truiense supporters die mij argwanend aankeken. Ik zag het in hun ogen, ze dachten: wat komt die Brusselse dikke nek hier uitspoken? Alain Coninx stelde mij de vraag: “Jij hebt veel op Staaien gespeeld, nietwaar Gille?” Ik antwoordde: “Ja, veel gespeeld wel, maar weinig gewonnen. Als we met de bus de plaat voorbijreden waarop stond: ‘De Limburgers heten u welkom’, dan zag ik de angst in de ogen van sommige van mijn ploegmaats toenemen.” Het ijs was meteen gebroken en er werd hartelijk gelachen, ik was geaccepteerd.

STVV en Anderlecht hadden nog iets gemeen, beide hadden Raymond Goethals als trainer. In Sint-Truiden heeft hij een standbeeld gekregen, in het Constant Vanden Stockstadion nog niet, dat is het verschil. Raimundo wordt nog steeds verafgood in Haspengouw. Er is zelfs een Raymond Goethalszaal in de nieuwe tribune, waar zijn Brusselse uitspraken op de muren zijn geschilderd. Hij maakte hen vicekampioen van België en dat is men nog niet vergeten. Maar ook de waardering van Raymond voor zijn Limburgse spelers was groot! Hoe dikwijls hebben die van Anderlecht niet mogen horen: ” Ze haddencaracteir, joeng, nuut ni geblesseird. Ze speilden alteid, as ’t nuudig was mei ne gebroken puut.”

Voor Goethals waren alle middelen goed om te winnen tegen paars-wit. Als Anderlecht op bezoek kwam, dan mocht men er donder op zeggen dat het veld er hobbelig bij zou liggen. Hij verbood namelijk de terreinverzorger om het veld te rollen de week voor de match, het liefst zou hij er nog met een tractor over gereden zijn en ik zou er niet van opkijken, mocht dat nog gebeurd zijn ook! Een patattenveld was natuurlijk in hun voordeel. Het verfijnde voetbal dat de Brusselaars speelden, werd bijna onmogelijk gemaakt door de staat van het veld. De Kanaries met hun hoeravoetbal hadden daar geen problemen mee.

En dan was er nog die verdomde buitenspelval, men werd er tureluurs van. Raimundo noemde dat ” uug speile“. Men kan zich voorstellen dat de lijnrechters bij de minste twijfel toch maar vlug de vlag in de hoogte staken, je zou voor minder: de toeschouwers stonden zo dicht bij het veld – en bij sommige wedstrijden zelfs op het veld – dat de sukkelaars de hete adem van de supporters in hun nek voelden en begrijpelijk het risico niet wilden nemen om een paraplu op hun kop te krijgen! Het ging zo ver dat hun toenmalige voorzitter, meester Smeets, die altijd naast Goethals op de bank zat, bij elk buitenspel van de tegenstrever een streepje zette in zijn boekje, zodat men kon nagaan na de match of het record gebroken was of niet.

Maar laat ons de vingers kruisen … Ik ga er in ieder geval van uit dat de Kanaries volgend jaar nog in eerste klasse spelen. Anders draait Goethals zich zeker om in zijn graf!

“Raimundo wordt nog steeds verafgood in Sint-Truiden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content