Anne Noë, Belgisch vrouwenbondscoach, keek naar AA Gent-Anderlecht en zag dat er veel persbelangstelling voor was. Nu het vrouwenvoetbal nog.

Geheel in overeenstemming met het opzet van dit nummer was het ValerieVanCauwenberghe, de dertienjarige rechtsbuiten van de meisjesploeg van Zaffelare, die vóór AA Gent-Anderlecht vanop de middenstip mocht proberen te scoren. Helaas. De kracht is er al, maar de techniek laat het nog even afweten.

Misschien komt ze later AnneNoë nog wel eens tegen, de Belgische vrouwenbondscoach die voor Sport/VoetbalMagazine in de tribune zat. Noë was zestig wedstrijden lang doelvrouw bij de nationale ploeg en is nu bondscoach van de Belgische vrouwenploeg. Werken doet ze niet fulltime in dienst van de voetbalbond. “Waarschijnlijk een van de weinige trainers in Europa ( lachje).” Ze is behalve bondscoach namelijk ook professor aan de universiteit van Leuven, geeft les aan de Topsportschool Voetbal en in het secundair onderwijs van de KA Leuven. Haar doctoraat Lichamelijke Opvoeding schreef ze over perceptueel-motorische factoren bij het doelverdedigen in voetbal. Een vergelijkend onderzoek over onder andere reactietijd, bewegingstijd en anticipatievaardigheid in strafschopsituaties bij keepers. “Ook als enige vrouw, denk ik ( lacht).”

Acht minuten is Gent-Anderlecht pas bezig als DeBoeck, die door het ontbreken van VanHoyweghen door Kaklamanos gedekt had moeten worden, een vrije trap in doel kopt. Bij de eerst volgende aanval van Anderlecht blijven prompt vijf eigen spelers achteraan hangen. Bij de eerst volgende corner, vlak daarna, komt ook De Boeck niet meer naar voren.

Noë : “Anderlecht heeft het geluk dat het heel snel op voorsprong kwam, waardoor het de wedstrijd kon proberen te controleren. Het zou moeten de kunst van Gent zijn om Hasi weg te lokken, want hun laatste pass is dikwijls heel onzuiver. Ze zullen sneller moeten aansluiten om meer mogelijkheden te creëren en de twee backs zullen moeten meekomen, omdat Seol niet zo hoog speelt. Anderzijds : als je één tegen één komt met Jestrovic en Mornar is dat niet simpel, want die zijn toch wel vrij stevig. Anderlecht neemt bovendien geen risico’s : ik denk dat we Lovré maar twee keer de diepte in hebben zien spurten, maar dat zal wel de taak zijn die Broos hem gaf. Defensief zitten ze in een zetel. Door Hasi voor de verdedigen te laten voetballen onderschept hij heel veel. Kaklamanos kunnen ze maar heel weinig in de voeten aanspelen. Gent moet de ballen erover spelen en spelers als Ilic en De Boeck centraal achterin zijn heel sterk in de lucht.”

Aan de tweede helft begint Gent sterk met een hele reeks snel op elkaar volgende aanvallen, die evenwel geen doelpunt opleveren. Integendeel. In de achtenzestigste minuut is het Baseggio die Mornar snel tussen de Gentse verdediging stuurt en het staat 0-2.

Noë : “Baseggio heeft daarvoor ook al een paar keer foutjes gemaakt omdat hij soms te traag is, maar in balbezit heeft hij een goeie touch. Alleen dringt hij zich in deze wedstrijd te weinig op, vind ik. Hij staat dikwijls stil als hij de bal krijgt. Of hij geeft een pass van achteren uit en blijft dan staan in plaats van naar zijn positie van nummer tien te lopen. Maar bij dit doelpunt zie je toch wel hoe geslepen hij is : hij brengt toch knap de goal aan. Alleen zou op dit niveau niet mogen gebeuren wat Gent overkomt : staan discussiëren bij een vrije trap tegen, en je zo op snelheid laten pakken. Maar het is menselijk, hoor.”

Aan het Gents offensief is door de tweede tegentreffer een abrupt eind gekomen, waardoor het bij 0-2 blijft. Tijd voor een slotconclusie.

Noë : “Gent wou, maar kon niet en Anderlecht heeft de wedstrijd gespeeld die het moest spelen : weinig kansen weggegeven en toegeslagen wanneer het kon. Gent heeft, vind ik, in balbezit te weinig de flanken gebruikt. Ik denk dat Schepens maar twee keer de lijn heeft kunnen aflopen en als er dan niemand in de backlijn staat om de voorzet te ontvangen, kan je niet scoren, natuurlijk. Van scherpe uitspraken onthou ik mij liever, want je weet ook niet met welke opdrachten spelers in het veld staan, natuurlijk.”

Hoe keek Noë als oud-keepster naar beide doelmannen ?

Noë : “Mij is opgevallen dat Zitka bij hoekschoppen nogal in het midden van zijn doel stond, vrij veel ruimte in zijn rug liet en bijvoorbeeld een paar keer niemand bij de tweede paal had staan – en dat daar ook geen speler van Gent stond. Ook de rest van de spelers bleef in het midden voor het doel staan, terwijl ik ze meer naar voren zou verwachten. Voor Herpoel moet zo’n wedstrijd een nachtmerrie zijn : twee doelpunten tegen krijgen en voor de rest maar één keer een bal mogen pakken, zodat je niet kan tonen wat je allemaal in je mars hebt. Behalve een schot van Jestrovic heeft hij weinig doelgevaarlijke ballen gekregen. Zitka van zijn kant heeft twee keer een bal gelost. Dat zou op dit niveau, vind ik, eigenlijk niet mogen. Maar hij heeft het geluk dat er niks van kwam. Wat je dus wel hebt, is dat ze tegen een keeper in zo’n geval nooit zullen zeggen : goed geprobeerd. Terwijl ze dat bij een spits die ver naast schiet wel al eens durven doen.”

Met de 0-2 is na de kritiek van de voorbije weken en de bekeruitschakeling Hugo Broos achteraf tevreden. En tevreden is ook Anne Noë, want “je moet met de ogen van het juiste niveau kijken. Als je dat niet kan als voetballiefhebber, dan zal je nooit tevreden naar huis gaan na een wedstrijd. Het was misschien niet zo mooi als we van Anderlecht verwachten, maar het resultaat is er. Maar je moet durven toe te geven : Europese topploegen spelen op een sneller niveau. Wat hier in drie tijden gaat, gebeurt daar in maximaal twee tijden. Daarom, vind ik, mag je een wedstrijd als deze niet bekijken met dezelfde bril als die waarmee je naar bijvoorbeeld Real Madrid kijkt. Dat geldt net zo voor het damesvoetbal : je kan pas als je die mannenbril afzet, genieten van vrouwenvoetbal.”

En dan pas zal het vrouwenvoetbal niet langer als minderwaardig bekeken worden, zegt Noë. “Van elke international bij de mannen vind je op de voetbalbond een foto. Moest je vragen naar een recente foto van de dames, ik denk dat ze die ver zouden moeten gaan zoeken op dit moment. Een klein beetje respect is wat we willen. Neem nu de Gouden Schoen. Wij zijn met twee bondscoaches, maar wij zijn daar nog nooit op uitgenodigd geweest. In Frankrijk zit de bondscoach van de nationale vrouwenploeg tijdens het WK in de staf voor de scouting. Zij wordt daar als een volwaardig lid beschouwd. Op dat vlak staan we hier in België nog heel ver achter, hoor.

“Ik denk dat een aantal mensen er ook niet bij stilstaat, noch er behoefte aan heeft, maar het zou voor de meisjes natuurlijk interessant zijn als zij eens naar een dameswedstrijd kwamen kijken. Mei vorig jaar, voor de kwalificatiewedstrijd Schotland-België, zat BertiVogts, de bondscoach van de Schotse mannen, in de tribune. Er waren driehonderd Blue Army-supporters ! In Schotland is men er blijkbaar in geslaagd om een vicieuze cirkel te doorbreken. Eens je naar een eindronde van een toernooi kan gaan, kan je iets meer losmaken.

“Wat ook een mogelijkheid is, is wat men in Engeland doet : de topploegen aanmoedigen om een damesploeg onder hun hoede te nemen. Bijna alle mannenploegen hebben er één, zoals Manchester, Arsenal, Liverpool, Chelsea…. Bij ons Anderlecht en Standard, maar Standard heeft zelfs niet hetzelfde stamnummer. In het buitenland wordt dat echt uitgebouwd met jeugdopleiding en zo. Je begrijpt : als je een sponsor wil uitnodigen en je kan dat doen in een groot stadion, is dat anders dan als je dat moet doen op een terrein waarvan hij zicht afvraagt waar hij staat.”

Dat vrouwen van voetballers veel meer in de belangstelling komen dan vrouwelijke voetballers, zoals ook tijdens de uitreiking van de Gouden Schoen kon worden vastgesteld, ziet Noë met lede ogen aan. “Vervang die Gouden Cup door de Gouden Schoen voor de beste speelster. Als de sportredactie dan de moeite zou doen dit te illustreren met een aantal wedstrijdbeelden, dan zou dit al een grote stap in de goede richting zijn… Onze meisjes mogen echt gezien worden !”

Eén van de problemen van het vrouwenvoetbal is dat het zich in België niet genoeg verkoopt, zegt Noë. “Ik zou graag hebben dat onze meisjes zich meer profileren. Maar ik begrijp het wel, hoor. Je moet het durven natuurlijk, want in zo’n klein wereldje heb je dikwijls nog het probleem dat anderen het niet zo fijn vinden als één iemand in de belangstelling staat. Naar aanleiding van het Gouden Muiltje was FemkeMaes uitgenodigd in AanTafel bij JanVerheyen. Ze was daar schitterend, dat was zuivere reclame voor het damesvoetbal.”

Maar België zit nog een eind verwijderd van wat zich op internationaal vlak afspeelt in pakweg Amerika, Italië of Noorwegen… “Noorwegen telt vier, vijf prófspeelsters in Amerika. MiaHamm draait rond de 1 miljoen euro per jaar zonder publiciteitsrechten ! Onlangs las ik een heel artikel over de marketingstrategie die de Amerikanen daarin volgen : Mia Hamm, die in de zelfde rij thuishoort als MichaelJordan en TigerWoods, heeft zelfs een foundation opgericht die het onderzoek naar botkanker steunt. Dat zegt genoeg. Maar damesvoetbal is daar een sport op zich, hé. Daar is het : womansoccer. Hier in België zijn we nog altijd maar vrouwen die de mannen proberen na te doen. Terwijl men eigenlijk het damesvoetbal zou moeten beschouwen als een volwaardige sport.

“Onze meisjes hébben niet de intentie om mannenvoetbal na te doen. Ze willen alleen maar met hun capaciteiten – maar ook met hun beperktheden, zoals kracht en snelheid – hun eigen sport bedrijven. Dat is dikwijls het probleem : dat mensen naar een dameswedstrijd komen kijken met een bril op van het mannenvoetbal. Dan kan ik me inderdaad voorstellen dat het niet erg boeit. Maar als je statistieken bekijkt van EK’s en WK’s bij de dames, zie je dat die wedstrijden veel minder stil liggen dan bij de mannen. Er wordt veel meer gevoetbald, technisch zie je er ook heel mooie dingen. Maar ja, het is minder krachtig, minder viriel.”

Hoezeer het vrouwenvoetbal in België zucht onder een gebrek aan populariteit en zich desondanks naar een degelijk niveau probeert te tillen, toch telt België vijf speelsters die in een buitenlandse competitie actief zijn : Dermul voetbalt in Duitsland, Callebaut, Heiremans, D’Hollander en Thijs in Amerika, op schoolniveau. “Tijdens de zomermaanden komen de Amerikanen nogal veel op tournee in Europa. Zo zijn eens naar een paar trainingen komen kijken en trokken ze een paar Europese speelsters aan. Het zou pas een overwinning zijn als er eens een doorbreekt in het profcircuit, want in België kan je een meisje dat studeert en voetbalt niet veel bieden. Mochten we naar semi-professionalisme gaan, dan zou je ze meer kunnen motiveren, nu is een diploma halen belangrijk.”

Waardoor het voor de grootste hoop een hobby blijft; voor een aantal speelsters een hobby waar ze een redelijk zakcentje mee kunnen verdienen. Helaas houdt het daar dan ook op, stelt Noë vast. Waarmee de bondscoach het gevoeligste punt aanraakt : de buitenwereld behandelt het stiefmoederlijk en het vrouwenvoetbal kampt met problemen, maar de gedrevenheid om die vicieuze cirkel te doorbreken, is er óók niet altijd.

“Als je internationaal wil doorbreken, dan moeten de meisjes met talent – en die zijn er – van voetbal niet hun hobby maken, maar hun pássie. Gisteravond las ik nog twintig bladzijden in het boek van MarcHerremans : als je ziet hoeveel trainingsarbeid die gestoken heeft in zijn eerste wedstrijd ! Een turnstertje dat elke dag twee, drie uur traint, een carrière heeft die op 18, 19 jaar voorbij is en nooit een frank verdient, alleen een paar medailles of bekers… Wij moeten dus ook eens proberen een andere ingesteldheid aan te nemen en het puur voor de sport te doen. Waarom zou je als meisje niet bij de ploeg van je dorp kunnen meetrainen met de kadetten of de scholieren ? Zo las je voor jezelf een extra training in in een sterkere omgeving. Trouwens, het gemengd voetbal moeten we meer promoten, want daar komt op dit ogenblik het meeste talent uit. Meisjes die gemengd spelen tot hun veertiende staan een stap verder. Waarom kan een jongen van 12 of 14 jaar vier keer in de week trainen en een meisje niet ?”

door Raoul De Groote

‘Zitka heeft twee keer een bal gelost. Dat zou op dit niveau niet mogen.’

‘Vervang die Gouden Cup door de Gouden Schoen voor de beste speelster. Onze meisjes mogen gezien worden !’

‘Je moet het durven toegeven : Europese topploegen spelen op een sneller niveau.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content