Niemand zal verbaasd opkijken als Zdenek Stybar zondag in het Duitse Sankt Wendel zichzelf opvolgt als wereldkampioen veldrijden. Toch zou dit tegelijk een half mirakel zijn. ‘Zijn voorbereiding op het veldritseizoen is een en al miserie geweest’, zegt zijn trainer Peter Hespel.

Een juichende Stybar op een krantenfoto naast de deur verraadt waar Peter Hespel kantoor houdt in de gangen van het Topsport Advies- en Begeleidingscentrum van de K.U. Leuven. De professor inspanningsfysiologie traint sinds juni 2008 de wereldkampioen veldrijden. “Zdenek had een Tsjechische trainer, maar toen hij in België kwam wonen, wilde hij een begeleider in de buurt om frequent bij langs te gaan”, legt Hespel uit. “Via zijn kinesist heeft Stybar mij dan aangezocht als coach. Ik merkte meteen hoe ongelooflijk gemotiveerd hij was.”

Onder de hoede van Hespel ontwikkelde Stybar zich tot een crosser voor alle terreinen en een dodelijk efficiënte afwerker. Met de wereldtitel voor eigen volk vorig jaar als voorlopig hoogtepunt. Veel geluk heeft het regenboogshirt de Tsjech echter niet gebracht. Blessureleed stuurde Stybars agenda danig in de war, waardoor ook zijn trainer meer moest improviseren dan hem lief is.

Geen open kaart met de pers

De vraag die Stybar het hele seizoen achtervolgde: hoe gaat het met zijn linkerknie?

Peter Hespel: “Hij heeft geen pijn meer, godzijdank. Het had evengoed gekund dat de pijn na zijn wederoptreden in de kerstperiode weer opstak. Dan was zijn seizoen gedaan. Dat had hij als een straf van God ervaren. Zdenek is zo professioneel en ambitieus. Hij vond het nu al een marteling dat hij zijn regenboogtrui niet het volledige seizoen kon tonen. Maar onze belangrijkste remedie tegen zijn kniepijn blijkt wonderwel gelukt. We hebben hier in Leuven met het hele team Zdeneks positie op de fiets grondig onderzocht. We hebben ontdekt dat hij op zijn zadel iets naar links afzakte. Waarschijnlijk een gevolg van een zitvlakblessure en/of een val in de Koppenbergcross, waarbij zijn bekken wat verschoven was. Na ons onderzoek heeft hij dat zadel vervangen en hebben we hem een aantal krachtoefeningen opgelegd om zijn bekken stabiel op de fiets te houden.”

Viel alles dan te herleiden tot zijn bekken?

“Nee, het was een aaneenschakeling van problemen. In de lente vorig jaar had Zdenek last van een cyste aan zijn zitvlak. Daardoor dreigde zijn hele voorbereiding op zijn mountainbikezomer in het water te vallen. Dat wilde hij absoluut vermijden. Om zijn zitvlak wat te beschermen nam hij wellicht een iets andere positie op zijn fiets aan. Toen ook dit tijdens een training niet meer lukte, begon hij meer op de trappers te lopen. Zo werkte hij eens een training van drie uur grotendeels rechtstaand op de pedalen af … Met als gevolg dat zijn knie overbelast raakte. Uiteindelijk is hij in mei aan het zitvlak geopereerd.”

Hij werd het slachtoffer van zijn eigen gedrevenheid.

“Zijn ongelooflijke ambitie en gedrevenheid waren allicht een belangrijke oorzaak van de problemen. Typisch voor Zdenek is dat hij iedere training beter wil doen dan de vorige. Op het moment dat ik met hem begon te werken, midden 2008, was hij ook al overtraind. Ik had niet meteen door dat hij de gewoonte had om altijd meer te doen dan wat zijn trainer hem voorschreef. Gaf ik hem opdracht om vier uur te trainen met hartslag 150, dan deed hij vijf uur met hartslag 160. Dit gezegd zijnde, het is fantastisch om met een supergemotiveerde atleet te werken. Veel liever dan met een luierik, hoor.

“Maar het probleem is, zeker bij krachttraining, dat je slechts geleidelijk vooruitgang kan boeken. Na de winter vorig jaar, bij het hervatten van de trainingen, heeft Zdenek veel op kracht gewerkt. In de beginfase heeft hij daarbij wat overdreven. Op de leg press wilde hij elke keer een kilootje meer duwen. ‘Als ik 110 kg aankan, waarom zou ik er dan in godsnaam slechts 105 duwen?’ Het is nooit genoeg. Maar een lichaam moet zich eerst stabiliseren voor het weer kracht kan bijwinnen. In die fase heeft Zdenek zijn knie al overbelast. Op een bepaald moment moesten we die krachttraining uit zijn programma halen en heeft zijn knie zich genormaliseerd. Maar toen begon dus de zitvlakhistorie.”

Zijn knieprobleem na de Koppenbergcross kwam dus niet uit de lucht gevallen?

“Nee, totaal niet. Weet je, eigenlijk is Stybars hele voorbereiding op het veldritseizoen een en al miserie geweest. Van midden april tot eind juli vorig jaar heeft hij geen normaal trainingsproces kunnen doorlopen. Het is die periode die voor een groot stuk de kwaliteit van je veldritseizoen bepaalt. Zdenek wilde ook open kaart spelen met de pers bij het begin van het seizoen. Maar ik heb hem gezegd: ‘Je gaat je toch niet onmiddellijk als een underdog opstellen met het excuus dat je een slechte voorbereiding hebt gehad?’ Zo is de ware toedracht van het verhaal tot vandaag binnenskamers gebleven.”

Dat Stybar als een wervelwind aan het seizoen begon, was een verrassing?

“Zowel hij als ik waren verrast, ja. Het was nooit ons uitgangspunt om hem als een speer het seizoen in te gooien. Om zijn knie te beschermen konden we geen krachttraining meer doen. We opteerden er dus voor om puur aan zijn basisconditie te werken, zodat tenminste díé toch schitterend zou zijn bij de start van het seizoen. Dat Zdenek in oktober de ene cross na de andere won, heeft te maken met de globale progressie die hij ieder jaar gemaakt heeft. Maar we moeten het ook toegeven: op dat moment waren Nys en Albert nog niet op niveau. Toch ben ik overtuigd dat Stybar conditioneel geen terugval zou hebben gekend. Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat hij alles had blijven winnen.”

Misschien was die knieblessure wel een noodzakelijke leerschool.

“Dat zou goed kunnen. Ook al was het nooit onze bedoeling hé. ( lacht) Maar Zdenek aanvaardt nu dat een rustdag voor een topsporter niet noodzakelijk een verloren dag is en begrijpt waarom acht uur trainen niet altijd beter is dan zes uur. Hij rust nog altijd niet graag, maar het nut ervan dringt stilaan tot hem door.”

Zoals Justine Henin

Noodgedwongen onderbrak Stybar een maand de competitie. Doet hij met die rust zondag voordeel op het WK?

“Het voordeel ervan is dat we zijn opbouw nu specifiek konden richten op Sankt Wendel. In die context liet hij de wereldbekerwedstrijd van Pont-Château varen, zijn klassement was toch om zeep. In plaats daarvan kon hij zich voorbereiden op het warme Majorca. Met de competitie afgelopen weekend in Zonnebeke en Hoogerheide moet hij fris en in topconditie aan de start van het WK verschijnen.”

Wat is het belangrijkste dat u Stybar heeft bijgebracht?

“Ik zal de laatste trainer zijn die beweert dat hij een atleet gemaakt heeft. Zijn voormalige trainer heeft ook een grote verdienste aan Zdeneks atletische ontwikkeling. Toen Stybar bij mij kwam, had hij al een enorm potentieel. Maar ik ben hem wel aan het leren om op training beter te doseren. Waar ik ook heel erg op gehamerd heb, is dat hij veel meer moest rijden op souplesse dan puur op macht.”

Waarom?

“Omdat ik absoluut geloof dat souplesse de sleutel is tot succes in het veldrijden. Nog belangrijker is die souplesse te kunnen gebruiken als middel tot explosiviteit. Als crosser moet je voortdurend versnellen, vertragen, versnellen, vertragen. Iedereen die met een fiets rijdt, weet dat het makkelijker is om plots te versnellen op een licht dan op een zwaar verzet. Vroeger reed Stybar standaard met een trapfrequentie van 90. Nu draait hij 105 tot 110 omwentelingen per minuut. Door te trainen op dat hoge omwentelingsritme is Styby iemand geworden die alle terreinen aankan. Vroeger was hij een man voor op ijs en sneeuw. Ondertussen kan hij uit de voeten in de modder en in het zand.

Eric De Vlaeminck zei ooit dat Zdenek te klein rijdt. Maar het is niet omdat je met hoge trapfrequenties rijdt, dat je ook niet veel power kan produceren. Maar de klassieke manier waarop veel renners aan krachttraining doen, namelijk met een lage trapfrequentie, hebben wij compleet uit het programma geschrapt. Wij doen het precies omgekeerd: als Stybar veel watt moet trappen, dán moet hij vooral veel omwentelingen draaien. Wanneer haalt Cancellara zijn hoge trapfrequenties boven? Als hij het verschil maakt. Heb je in de Ronde van Vlaanderen zijn benen zien draaien op de Muur van Geraardsbergen? Sommigen zoeken er een motortje achter, maar dit is zeker iets waar je ook perfect op kan trainen.

“Stybar is ook sterker geworden: sinds midden 2008 dreef hij zijn maximale vermogen op van 1200 naar 1500 watt. Hij kan die hoge vermogens ook langer volhouden. Alleen op sommige, heel trage circuits betaalt Stybar een prijs voor zijn trapfrequentietrainingen. Ik bedoel heel modderige parcours zoals op de Koppenberg, waar je een uur tegen 70 tot 80 toeren per minuut moet baggeren. Dat is het grootste verschil met Nys, die beter is in het produceren van veel power met een lage trapfrequentie. Ik stel vast dat Albert ook altijd een zwaar verzet trapt. Daar traint Zdenek niet voor, want dat zou zijn explosiviteit afbotten. Dat hij die dagen minder presteert, schrijf ik op mijn rekening.”

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

“Souplesse is de sleutel tot succes in het veldrijden.”

“Zijn ongelooflijke ambitie en gedrevenheid waren een belangrijke oorzaak van de problemen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content