De komst van Anderlecht zette

Zulte Waregem zondagavond nog eens

in lichterlaaie: het werd 4-0.

Werpt de professionalisering aan de Gaverbeek haar vruchten af?

K athleen Claeys is de droomvrouw van Stijn Meert. Zo staat dat bij zijn profiel op de website van Zulte Waregem. Alleen is Kathleen Claeys de echtgenote van Bart Van Zundert, Meerts ploegmaat bij Zulte Waregem. Meert zelf pleit onschuldig: “Ik ben zeker dat het een vuile streek is van Tim Matthys.” Dat soort grappen was drie jaar geleden schering en inslag bij de veredelde amateurs van Zulte Waregem. Dat weet Stijn Meert nog goed. Hij is, net als Tim Matthys, Ludwin Van Nieuwenhuyze en Stijn Minne een van de vier overlevenden uit de kern die na de promotie als halve amateurploeg de Belgische beker won.

Meert geeft toe dat er vergeleken met drie jaar geleden veel veranderd is. “Maar ik kan dat toejuichen. Als je wil groeien, moet je vooruit. Alles loopt nu beter: voeding, rust, verzorging, medische begeleiding. Als we vroeger naar de dokter moesten, zaten we twee uur aan te schuiven en misten we de training.”

Toen hing de groep wel hechter samen. “Vroeger heb ik hier vrienden gemaakt, dat zie ik niet zo snel meer gebeuren. De trainer werkt nu ook aan de groepssfeer, vroeger had hij daar weinig werk aan. Natuurlijke leiders als Leleu, De Brul en De Vlieger hebben we nu niet meer, omdat alle spelers veel jonger zijn.” Sfeermakers, zegt Meert, zijn Bart Van Zundert (“een aanwinst op en naast het veld”) en Tim Matthys (“zijn imitaties zijn geweldig”). Samen stappen doen de spelers niet meer. “Alleen nog in het kader van een clubactiviteit. De supporters klagen wel eens. Als we nu dansen, gebeurt dat naast en niet meer op de tafels.”

Zondag ging Meert nog eens voorop in een ouderwetse polonaise op het veld. Na de stunt tegen Anderlecht dansten de spelers uitgelaten langs de enthousiaste tribunes. Dat deden ze drie jaar geleden bijna wekelijks. Meert vindt het niet erg dat Zulte Waregem na die twee dolle jaren wat minder opvallend is. “Waregem was in die twee jaar aan het zweven. Nu zijn we een beetje zoals Westerlo: goed bezig, maar zonder dat de buitenwereld dat opmerkt.”Stijn Meert is einde contract, net als Stijn Minne, die met toestemming van zijn vroegere werkgever verlof zonder wedde kon nemen. Minne mag dat aanhouden zo lang die werkgever dat goedvindt. Toen hij de kans kreeg om prof te worden, aarzelde Minne niet. “Dat was mijn droom. Ik mis wel eens de mentale afwisseling tussen werk en voetbal, maar anderzijds kan je nu voldoende rusten. Drie jaar geleden holde ik van hier naar daar.”

Negen Belgen

Drie jaar geleden arriveerden de meeste spelers net op tijd voor de avondtrainingen van 17.30 uur, af en toe kwam iemand door werkomstandigheden te laat. Twee jaar geleden werd om 15 uur getraind, sinds vorig jaar heeft de fusieclub enkel nog profs in dienst. Vandaag stappen die om 10.15 uur ’s ochtends al het oefenveld op voor een trainingssessie van twee uur. Na de training gaan spelers en trainers in een kring staan en wordt er, net als in het eerste seizoen eerste klasse afsluitend geroepen: “Voor Zulte Waregem: hip hip!” De voertaal is nog steeds het Nederlands, met wat Franse accenten. Tegen Anderlecht kwam Zulte Waregem met liefst negen Belgen aan de aftrap: evenveel als in het boerenjaar 2005/06. De gemiddelde leeftijd is echter flink gedaald: van 26,4 naar 24 jaar. Toen had de fusieploeg de oudste kern in de hoogste klasse, nu de op zes na jongste.

Zeven trainingssessies per week zijn er voorzien. Na de ochtendtrainingen wordt vier keer per week samen warm gegeten, de dag na de wedstrijd wordt er samen ontbeten voor de uitlooptraining. Drie jaar geleden was er ook warm eten na de avondtraining, maar in de beperkte ruimte van het spelershome kon niet iedereen tegelijk aan tafel. Nu is er op de eerste verdieping een restaurant annex rustruimte voor de spelers. Vandaag staat er groentesoep op het menu, met vis met prei en witlof. Op dinsdag en donderdag, wanneer er twee keer getraind wordt, kunnen spelers hier rusten, kaarten of tv-kijken. Toen om 17.30 uur ’s avonds getraind werd, bleef de harde kern van spelers na het eten ’s avonds hangen, grapjes maken en een pintje pakken. Nu gaat iedereen zijn eigen weg.

Maandag boden de spelers zich om negen uur nog eens met kleine oogjes aan voor het ontbijt voor de uitlooptraining. Even zag Francky Dury weer een glimp van het Zulte Waregem van vroeger. Zo’n 4-0-zege tegen Anderlecht is voor de vooruitgang van de groep wel 30 trainingen waard, zei hij zondagavond meteen na de stunt in de kleedkamer.

Vijftien spelers

Samen met assistent-trainer Eddy Van Den Berghe en het spelerskwartet Minne-Meert-Matthys-Van Nieuwenhuze is hoofdtrainer Francky Dury de enige overlevende van de ploegfoto van het opmerkelijke seizoen 2005/06.

Drie jaar geleden vroeg Dury bijna beschaamd om geen foto te maken van het trainerslokaaltje waar hij, zijn assistent en toenmalig keeperstrainer Yves Vermote zich samen omkleedden en alles bespraken. Die ruimte was zo klein dat, wanneer er een reporter plaatsnam voor een gesprek, een van de assistenten buiten moest wachten. Omdat om beroepsredenen altijd minstens een van de drie net op tijd kwam voor de training, loste dat probleem doorgaans zichzelf op.

Vandaag heeft Francky Dury een eigen, ruim bureau met een werktafel, tv en een kast, in de aangrenzende ruimte kan Eddy Van Den Berghe zijn videoanalyses maken. Alleen leidde de professionele structuur nog niet tot betere resultaten. “Met ons budget is het niet gemakkelijk om blijvend respect af te dwingen”, geeft Dury toe. “Drie jaar geleden brachten we vanuit het niets knap voetbal met wat stukwerkers in de ploeg. Vorig jaar pakten we het wat meer tactisch aan, maar eindigen we maar één plaats lager dan dat fameuze eerste jaar, met amper twee punten minder. Alleen de perceptie is veranderd. Vorig jaar zijn wij op Gent gaan voetballen zoals Ariël Jacobs dat een paar weken geleden op Standard deed. Anderlecht kreeg voor die aanpak lof, bij ons noemde men dat negatief voetbal.”

Vandaag staan technische staf, spelersgroep en club véél verder dan drie jaar geleden, zegt Dury. Hij somt op: “De spelers worden fysiek gescreend aan de RUG, psychologisch doorgelicht aan de KUL, sinds vorig jaar is er kaak- en gebitcontrole en controle op osteopathie. Dat heb ik in het Milanlab gezien. Ons scoutingapparaat is geprofessionaliseerd, we hebben alle medische info over de spelers opgeslagen. Er is meer tijd voor een psychologische evaluatie na de wedstrijd. Op maandagavond kan elke speler via ons intern systeem beelden opvragen van hemzelf uit de voorbije wedstrijd. Alleen vertalen al die verbeteringen zich voorlopig niet echt in betere resultaten en staan we maar tiende.”

Waarom lukte het dan drie jaar geleden met veel minder middelen? Dury: “Omdat we toen een enorme boost hadden. Toen Zulte Waregem in februari van dat wonderjaar voor de kwartfinales van de beker tegen Westerlo midweekvoetbal speelde, heb ik tegen de voorzitter gezegd: ‘Midweekvoetbal is onmogelijk met een amateurstatuut.’ Ons geluk was dat we met een fantastische groepsgeest veel problemen konden compenseren. In de terugronde presteerden we al een stuk minder: door onze goeie start én de bekerwinst viel dat niet op.

“Drie jaar geleden deed ik alles met vijftien spelers: Tim Mat-thys was stand-in voor Salou, Frédéric Dindeleux voor De Brul of Leleu. We hadden nooit gekwetsten. Nu hebben we 24 spelers. Als je dan in de middenmoot staat, kan het eens gebeuren dat iemand misnoegd is of dat Leye mort omdat zich geen grote club heeft aangeboden met een fantastisch bod.”

Soms spoelt er al eens een buitenlandse speler aan met een clubvreemd profiel. Met een geprofessionaliseerd scoutingteam zou dat vanaf volgend seizoen niet meer mogen. Dury: “Vorig seizoen zochten we acht maanden naar een targetman, maar vonden die niet. Makelaars tipten er ons één in Kroatië: Jelavic. Ik ben die toen 70 minuten gaan bekijken. Hij haalde daar een niveau dat hij hier nooit meer gehaald heeft.”

Van de huidige nieuwkomers is Dury op dit moment tevreden over de spelers die hij kende uit de Belgische competitie: Colpaert en Matton. “De anderen kenden we minder goed, maar je moet je ook afvragen waarom die hier zijn.” Hij geeft het voorbeeld van positie vier. ” Steven De Petter mocht niet weg bij Dender, een andere speler was te duur: hij voetbalt vandaag bij AZ. Zo kom je uiteindelijk via een manager bij Chapi terecht: een goeie voetballer, maar vandaag beantwoordt hij niet aan het profiel dat we op die positie uitgetekend hadden.”

Ook met Portsmouth – Zulte Waregem nam twee spelers onder 21 over die het niet kende – moet de club goed communiceren over de screening van spelers die naar hier komen, vindt Dury: “Anders verlies je voor een stuk je eigenheid. Zulte Waregem moet een regioploeg blijven die aantrekkelijk voetbalt en Belgische spelers die net te kort komen voor de top nieuwe kansen geeft. Wij moeten niet concurreren met de top zes in België, als wij negende worden met het tiende of elfde budget, hebben we goed gewerkt. Zit het mee, kunnen we een keer vijfde of zesde worden.”

Zelf ziet hij zich niet meer terugkeren naar zijn oude job bij de politie: “Soms mis ik de afwisseling, maar vandaag is er geen weg terug voor ons. Nooit komt er nog een ploeg die met een amateurstatuut de beker wint en zesde eindigt. Wat wij toen deden, was een unicum. KV Mechelen en Kortrijk zijn nu de knuffeldieren van het Belgische voetbal. Mooi, maar volgend jaar bevestigen wordt een pak moeilijker. Jullie, media, zoeken immers teams waar het heel goed of heel slecht gaat. Zo is het toch?”

Grensverleggend

Een trap onder de hoofdtribune leidt naar de kantoren. Drie jaar geleden bekommerde toenmalig manager Luc Dhaenens zich om alles. Daarnaast was hij nog eens directeur van een middelbare school. Op de vraag wat hij in zijn vrije tijd deed, antwoordde hij met een stalen gezicht: “Wat is dat, vrije tijd?” Halfverweg het eerste seizoen nam de club een parttime secretaresse in dienst. Vandaag zijn zeven mensen voltijds bezig met administratie en commercieel werk.

‘Zulte Waregem: Grensverleggend’, is het nieuwe logo van de club. Grensverleggend is Zulte Waregem, als enige club die twee provincies omvat, die in zes jaar van derde naar eerste steeg, de beker won, het volgende jaar Europees overwinterde en qua stadiondossier na AA Gent het verst staat. Grenzen verleggen betekent voor Zulte Waregem dat het op termijn altijd bij de beste tien clubs moet zijn. De linkerkolom is het jaarlijkse doel.

Daarvoor moet het budget wel omhoog. Dat budget bedroeg bij de promotie 3,5 miljoen euro, nu 6,5 miljoen euro: het tiende budget in de hoogste klasse. Met de huidige accommodatie zit daar nog weinig speling op, zegt algemeen manager Vincent Mannaert, een Brabander die ooit nog bij de jeugd van Anderlecht voetbalde. De huidige accommodatie is met 8700 plaatsen te klein en commercieel onvoldoende interessant. “Met een vernieuwd stadion met 12.000 plaatsen moeten we tien miljoen euro kunnen halen”, maakt Mannaert zich sterk.

De jonge manager arriveerde in het tweede seizoen eerste klasse, bij het begin van de Europese campagne. Bij zijn komst bestelde hij een studie bij sporteconoom Trudo Dejonghe om de marktpotentie van de club te laten bepalen: “Ik kwam in een hausse. Het kon niet op en het verleden leert dat, wanneer de emotie het haalt van de ratio, dat niet altijd een goeie zaak is.”

De studie leerde dat Zulte Waregem een autonome club kan zijn. “Dat betekent dat we op termijn zelfstandig kunnen overleven en niet afhankelijk zijn van het succes of de pech van andere clubs.” Dat Kortrijk promoveert, heeft invloed op toeschouwers en sponsors, maar brengt het voortbestaan als profclub in eerste niet structureel in gevaar. “Wij moeten tussen AA Gent en Club Brugge proberen marktleider te zijn. Je hebt met Brussel, Luik, Brugge, Gent, Charleroi, Antwerpen en Limburg zeven agglomeraties die qua potentieel verder staan dan de rest. Bij de clubs die daaronder strijden, horen wij.”

In het memorabele seizoen 2005/06 haalde Zulte Waregem gemiddeld slechts 5765 toeschouwers, 1600 minder dan het door schandalen en degradatievoetbal geteisterde Lierse. Vorig jaar bedroeg het gemiddelde al 6584 kijkers. Zondag was het Regenboogstadion voor het eerst dit seizoen uitverkocht. Vorig jaar gebeurde dat tegen Anderlecht, Club en Standard. Toch blijft de vergelijking met vroeger opspelen. Mannaert: “Men vraagt of Ludwin Van Nieuwenhuyze nu als prof beter voetbalt dan toen hij nog kasseien legde. Ik vraag me af of we vorig jaar ook zevende waren geëindigd zonder professionele structuur.”

Mannaert is voor velen dé exponent van de professionele aanpak. “Ik stapte in een verhaal waarvan je weet dat het nooit meer beter kan. Ik merk dat het woord ‘professionalisme’ hier negatief klinkt. Er is nostalgie naar de bekerwinst die behaald werd met kasseileggers, maar als je dagelijkse werking daarbij in de problemen komt en je commercieel vastzit, moet je daar iets aan doen. Bij de eerste licentiecontrole die ik hier meemaakte, kregen we groen licht, maar ook de opmerking dat het hoog tijd werd dat er een dagelijkse werking kwam. Die was er namelijk niet.”

Daarom vindt Mannaert de vergelijking met Roeselare, dat samen met Zulte Waregem naar eerste steeg, interessant.

“Dat is een grotere stad, met een zeer actieve industrie, maar zij zetten de stap naar een professionelere onderbouw later dan wij en komen daardoor nu in de problemen, terwijl wij ons budget kunnen verhogen omdat we commercieel van jaar tot jaar sterker worden.” Zelfs een worstcasescenario, onwaarschijnlijk na de stunt van zondag, is ingecalculeerd. Mannaert: “Samen met elf andere ploegen kunnen wij, als het heel erg tegenzit, bij de laatste vier eindigen. Maar zelfs dat zouden we overleven. Een degradatie zou niet het einde van Zulte Waregem zijn. Financieel zijn we daartegen gewapend.” S

door geert foutré – beelden: belga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content