De hiërarchie in het Belgische basketbal werd de voorbije jaren flink door elkaar geschud. Niet langer Oostende, maar Okapi Aalstar is de belangrijkste uitdager voor Charleroi geworden. ‘We beseffen: het is nu of nooit.’

De jonge Oost-Vlaming Jorn Steinbach (22, 1m84) werd vorig seizoen volkomen terecht uitgeroepen tot belofte van het jaar. En als hij op hetzelfde elan voortgaat als de voorbije maanden komt daar binnenkort sowieso de trofee van ‘speler van het jaar’ bij.

Zijn ploeg, Okapi Aalstar, kan er maar wel bij varen. De Ajuinen worden door pers en publiek hoe langer hoe meer bestempeld als dé title contender voor het ongenaakbaar gewaande Spirou Charleroi. Ten bewijze: Charleroi speelde dit seizoen al driemaal tegen Aalstar, beker en competitie, en kon amper één maal winnen.

Een belangrijke schakel in dat succesvolle geheel van Aalstar is Steinbach, die zich als enige Belg staande houdt te midden van het Amerikaanse geweld. “Jorn heeft het voorbije jaar een enorme stap vooruit gezet, hij is volwassen geworden, voor mij was hij veruit de beste Belgische speler van de eerste competitiehelft”, spaart zijn coach Brad Dean – ook een Amerikaan – de lof niet. “De belangrijkste graadmeter voor een spelverdeler is de verhouding balverlies/assists, op dat vlak kan Jorn dit seizoen veel betere statistieken voorleggen dan vorig jaar. Je merkt dat zijn ploegmaats hem vertrouwen en net dat is cruciaal voor een spelverdeler. Die moet zonder aarzeling beslissingen kunnen nemen op een veld.”

Louterende meisjes

Als zoon van een basketballende moeder en vader hoef je de genetische voorbestemdheid niet ver te zoeken ten huize Steinbach. Moeder Herlinde Deklerck speelde in eerste nationale bij Gentson en vader Volker Steinbach – van Duitse komaf – kwam begin jaren 80 uit voor eerstenationaler Hellas Gent. “Mijn grootvader was ook nog voorzitter van een basketbalclub”, geeft Jorn het begrip predestinatie haast een nieuwe dimensie. “Al van jongsaf liepen mijn jongere broer Arne en ik overal mee. We speelden basketbal in de tuin en zowat elke vakantieperiode trokken we op basketbalkamp. Echte voorbeelden had ik niet. Ik volgde de NBA niet of kende zelfs niemand uit de Belgische eerste klasse. Spelen was het enige wat mij interesseerde. Pas later ben ik mij gaan spiegelen aan jongens als Steve Nash ( tweevoudig MVP in de NBA,nvdr) en Trevor Huffman ( ex-Aalstar, nu Oostende,nvdr), van wie ik veel steun kreeg toen ik pas bij Aalstar kwam kijken. Ik denk dat ik net als Nash mijn gebrek aan lengte en fysiek moet compenseren met mijn snelheid.”

Dat Jorn talent had, bleek al snel. Evenals zijn talent voor koppigheid. “Ik kon ongelooflijk slecht tegen mijn verlies. Achteraf bekeken moet ik een vreselijk onuitstaanbaar jongetje geweest zijn.” De eerlijkheid van deze jonge twintiger verdient waardering. Zijn moeder, Herlinde, die meeluistert van op de sofa in de woonkamer, komt er even tussen: “Bij de jeugd van Gentson speelde hij een jaar met zijn vader als trainer. Dat werkte langs geen kanten, hij was onhandelbaar. We besloten hem bij de meisjes – vier jaar ouder – te laten meedoen, daar moést hij wel leren samenspelen en niet puur op zijn talent teren.”

Van Gentson ging het op zijn zestiende naar Waregem, een tweedeklasser, waar hij drie jaar later weer vertrok. Jorn: “Na die drie jaar was ik tweede klasse beu, ik kon me niet meer opladen voor de trainingen. Niet dat ik er echt bovenuit stak, hoor. Ik was een wisselvallige speler – er liepen andere jongens met veel betere statistieken dan ik – maar soms had ik zo van die dagen dat ik ongelooflijk goed speelde. Voeg daar nog mijn opvallende speelstijl aan toe en dan weet je waarom er op een gegeven moment eersteklassers kwamen aankloppen.”

Bergen, Gent of Aalstar waren de opties. Het werd Aalstar. “Omdat ik daar al sinds mijn tweede jaar Waregem af en toe mee-trainde. Bovendien kende ik assistent-coach Herman ( Van den Broeck, nvdr) van bij de jeugd van Gentson. De aanpassing verliep vlot, ik vind het zelfs makkelijker spelen in eerste dan in tweede klasse.”

Een ticketje voor het EK?

Inderdaad, het immer bruisende Okapi Aalstar is zowat de enige ploeg die kan aanklampen met Spirou Charleroi en dat is voornamelijk te danken aan de teamspirit, zo luidt het bij de Aalstenaars. De basis daarvan werd gelegd tijdens het oefenkamp in Trier, een jaarlijks tripje in de voorbereiding van Okapi. Jorn beaamt: “We werden in drie groepjes verdeeld. Damon (Huffman), Pablo (Gonzalez) en ik waren de kapiteins. We deden allerlei teambuildingopdrachten: liedjes schrijven, een toneelstuk opvoeren, een eigen superheld bedenken. ( grijnst) Mijn team won.”

Weer die zegedrang. Zelfs als het om liedjes zingen gaat… of studeren. Zo koos Jorn niet de makkelijkste weg door studies lichamelijke opvoeding aan de Arteveldehogeschool Gent te combineren met topsport. Hij zit nu in zijn laatste jaar. “De theorie is achter de rug, ik ben er overal door. De komende maanden moet ik enkel nog stage doen: les geven in de lagere en secundaire school. In feite doe ik dat graag.” Voor Jorn Steinbach lijkt twijfelen gelijk te staan aan tijdverlies. Je merkt het aan zijn scherpe blik en zijn ongecompliceerde manier van doen en praten. De maniertjes van een echte meneur de jeu, zoals de Fransen dat zo mooi kunnen zeggen.

Maar dat de combinatie studies en topsport niet simpel is, merkte ook coach Brad Dean op. “Ik denk dat zijn iets mindere start daaraan te wijten was”, concludeert die. “Sinds hij de zwaarste examens achter de rug heeft, vind ik hem weer vrijer spelen. Ik verwacht trouwens dat Jorn de komende maanden nog belangrijker zal worden voor ons team. Hij bezit in ieder geval het potentieel om later in Spanje of Italië mee te draaien. In vergelijking met Sam Van Rossom ontbreekt het hem misschien enkel aan een paar centimeters.”

Steinbach kan niet ontkennen dat een ticketje voor het komende EK in augustus en september in Litouwen soms door zijn kwieke geest spookt. “Ik boekte in ieder geval nog geen vakantie voor die periode,” lacht hij, “al vermoed ik dat de jongens die de kwalificatie afdwongen de voorkeur zullen krijgen. Volkomen logisch trouwens. Los daarvan zou deelnemen aan een EK natuurlijk fantastisch zijn. Ik denk wel dat ik het niveau heb om ooit bij de Belgian Lions te spelen.”

Een Belgische titel zou alvast een serieus duwtje in de rug zijn voor zijn EK-kandidatuur. Steinbach beseft dat Aalstar de troeven in handen heeft: “Als je ziet hoe we het er tot nu toe van afbrachten tegen Charleroi moet je zeggen: het is nu of nooit voor Aalstar.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: BELGA

“Ik moet vroeger een onuitstaanbaar kereltje geweest zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content