Moeilijk te voorspellen wie bij de Belgen kan uitblinken na voor velen een (te) lang seizoen, maar alvast toch deze poging : twee potentiële blikvangers, twee ex-Rouches : SébastienPocognoli (1 augustus 1987/RC Genk) en Kevin Mirallas (5 oktober 1987/Lille OSC). Hoe kijken de revelaties van het voorbije seizoen – geen van beiden was een jaar geleden vaste titularis bij de nationale beloften – vooruit naar het tornooi ?

Mirallas : “Het is mijn eerste keer, nieuwsgierig dus. De voorbije maanden heb ik bij Lille veel vooruitgang geboekt, veel meer gespeeld dan in de heenronde.”

Pocognoli : “Ik heb nu dertig wedstrijden meer ervaring in de eerste klasse dan een jaar geleden, dat helpt (lacht) Dat LandryMulemo aanvankelijk titularis was op linksachter, is normaal, hij is een jaar ouder dan ik, stond al drie jaar in die ploeg, die kon ik er niet direct uitspelen. Mijn voordeel is nu misschien dat ik in een grote club voetbal. Of ik al niet van de A-ploeg droomde ? (droog) Wil je daarover ophouden, dat werkt op mijn zenuwen. Ik concentreer me op dit toernooi, liever meestrijden voor een plaats in Peking dan in Finland op de bank.”

Mirallas : “Vind ik ook. Ik zit in een nog grotere ploeg dan Sébastien, in een grotere competitie, dat ik wat langzamer bij mijn A-elftal kwam kijken, lijkt me logisch. Ik denk dat ik fysiek misschien beter voor de dag kan komen dan anderen. Omdat er in Frankrijk toch harder aan gewerkt wordt en omdat ik minder speelde. Ik deed mee in 23 matchen, (waarvan 11 competitiewedstrijden in de basis, nvdr) de rest meer dan 30. Op die leeftijd kan dat verschil tellen.”

Pocognoli : “Ik ken Kevin van vroeger bij Standard, je merkt dat hij veel vooruitgang boekte. Niet alleen fysiek, ook in de kwaliteit van zijn pas. Fysiek had ik het lastiger op het einde van de eerste ronde dan nu. Je leert dat beheersen, ik kreeg ook van de trainer wat meer tijd om op adem te komen. Mocht al eens een training overslaan en zo. Je leert ook inspanningen beter doseren, beter je momenten kiezen. Als jongere moet je aanvankelijk elke training vol aan de bak, om de trainer van je kunnen te overtuigen. Op het einde was niet elke training meer een wedstrijd.”

Mirallas : “De eerste maanden vond ik mezelf heel onregelmatig spelen, twee wedstrijden goed en dan weer barslecht. Ik moest fysiek heel hard werken, ook tijdens de wedstrijd aan mijn defensieve taken. Na de kerstvakantie kwam er meer regelmaat en speelde ik ook beter. Hét probleem in Frankrijk blijft scoren. Ik heb er twee, Keita, onze topschutter, 9. Odemwingie 5. De topschutter in Frankrijk, Pauleta, maakte er 15. Je hebt er amper ruimte en het gaat heel snel. Wat ik wel merkte, is dat de trainer, Claude Puel, veel meer met mij praat dan vroeger. Het begin was heel koud, maar ze beginnen op mij te rekenen.”

Pocognoli : “Je zag Hugo Broos in mijn geval ook veranderen, ik denk dat zoiets menselijk is.”

Ligt hun toekomst bij de clubs waar ze nu voor spelen ?

Mirallas : “Ik hoop volgend seizoen min of meer titularis te zijn, maar bijgetekend heb ik nog niet. De droom is wel ooit in Spanje te voetballen.”

Pocognoli : “Ik ben rond met AZ, nu is het aan de clubs. Lukt het om diverse redenen niet, dan kan ik me misschien via het EK elders in de belangstelling spelen. Te vroeg ? Ik heb ambitie, ik ga ook niet naar een absolute topclub in Europa, maar naar een vergelijkbare club als Genk, waar veel jonge Belgen succes kenden. Dit seizoen heb ik zeven dagen op zeven bijgeleerd, ik heb geen zin om volgend jaar alleen de dag van de match iets te leren. Ik wil wéér zeven dagen op zeven leren.”

Mirallas : “Groot gelijk heb je.”

Wat verwachten ze van dit EK ?

Mirallas : “Het doel is een plaats bij de laatste vier. Ik hoop dat Portugal en Nederland afgaan op het imago van België en ons onderschatten. Onze troeven moeten het collectieve en de groepsgeest worden. Bovenop het talent dat er is.”

Pocognoli : “Ik blijf dromen van Peking, maar we moeten onszelf niet te veel druk opleggen. We worden hypergevolgd, merk ik nu al, er wordt veel publiciteit rond ons gemaakt. Benieuwd of we met die druk omkunnen. Ons voordeel lijkt me dat iedereen in de groep bij zijn eigen team veel aan spelen toekomt. Bij de Nederlanders zitten er toch wel wat in het tweede elftal van hun team, terwijl niet alle Portugezen in de eerste klasse voetballen. Misschien ligt daar een kans.”

Mirallas : “Portugal heeft vijf, zes toptalenten, maar de rest is ook maar gewoontjes.”

Pocognoli : “Ik vind alleen de aanloop met al die jongens bij de A’s een probleem. Iemand als Thomas Vermaelen ken ik bijvoorbeeld niet. Ik had toch liever wat langer samen getraind.”

Mirallas : “Dat klopt, voor de groepsvorming is dit niet ideaal.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content