“Het laatste wat ik wil, is dat er geen epotest is. Ik heb geen zin om het in een wedstrijd tegen twintig gedopeerden op te nemen.” Rutger Beke bleef vorige week verbazingwekkend kalm toen de Disciplinaire Raad van de Vlaamse Gemeenschap zijn schorsing ongedaan maakte. De vrijspraak is gestoeld op gefundeerde wetenschappelijke twijfel, of in de woorden van de raad : “Het positieve resultaat van Gent en Keulen toont niet onvoorwaardelijk aan dat Rutger Beke zich schuldig maakte aan het gebruik van epo.” Drie dagen later werd Beke ook internationaal witgewassen toen de World Triatlon Corporation liet weten dat hij opnieuw in alle wedstrijden mag starten.

Hoewel de nachtmerrie voor Beke voorbij lijkt, werpt de uitspraak van afgelopen dinsdag meer vragen op dan ze antwoorden biedt. In de eerste plaats voor Beke zelf. Wat gebeurt er bij de volgende urinecontrole ? Beke test ‘vals positief’ omdat hij na een zware inspanning een massale hoeveelheid eiwitten produceert die in de urine terechtkomen. Het antilichaam dat in de epotest gebruikt wordt, hecht zich niet – zoals steeds gedacht – enkel aan exogeen epo, maar ook aan de eiwitten die Beke aanmaakt. Een nieuwe valse positieve plas behoort dus tot de mogelijkheden. De kans dat het Wada Beke zal vrijstellen van de epotest, is nihil – en onmogelijk te verantwoorden naar collega- atleten. Door de tests van de K.U. Leuven weet Beke intussen dat de gewraakte eiwitten in de eerste plas na de inspanning zitten, maar het is niet bepaald een geruststellende gedachte indien je carrière als topsporter afhangt van het feit of je al dan niet de kans krijgt om eerst tegen een boom te urineren voor je de dopingbus in moet.

Minister van Sport Bert Anciaux stuurde intussen al een brief naar het Wada met de vraag hoe het nu verder moet. Blijft de epotest geldig ? Wordt ze aangepast, en zo ja : op welke termijn gebeurt dit ? En wat dient er te gebeuren tot er een nieuwe test is ? Vragen die illustreren in welk een moeilijk parket het Wada zich heeft gemanoeuvreerd. Eerst werd er maandenlang ontkend, ontkend en nog eens ontkend. In januari klonk dat bij monde van Wada-voorzitter Dick Pound in De Morgen zo : “De test is goed, want de test is zelf getest en uit alle mogelijke hoeken bekeken en nog eens door experts onderzocht op zijn geloofwaardigheid. Ik heb er alle vertrouwen in. Uw triatleet verschilt niet van de andere betrapten. Ze proberen het allemaal, de epo-test onderuit te halen, en het lukt ze nooit.” Om zich van dat laatste te verzekeren, werkt het Wada de onderzoekers die zich achter Beke geschaard hebben actief tegen. Zo wordt onder meer een rapport uit 2003 over bijsturing van de epotest van de website verwijderd.

Wanneer de wetenschappers met steeds meer succes aan de onfeilbaarheid van de epotest knagen, luidt Wada-woordvoerder Frédéric Donzé plots een andere bel : “Over de zaak-Beke, die we van nabij volgen, willen we geen uitspraak doen. Je moet trouwens een onderscheid maken tussen de deugdelijkheid van de epotest én het specifieke geval-Beke.” Professor Delbeke van het dopinglab in Gent, die steeds heeft beweerd dat de test honderd procent onfeilbaar is, staat voor schut.

Het wordt allemaal nog veel genanter voor de Gentse prof wanneer hij op 27 juli door het Wada gedwongen wordt om een brief aan de Disciplinaire Commissie van de Vlaamse Gemeenschap te richten met de melding dat het Wada haar eigen epotest opnieuw zal onderzoeken. De test zelf blijft volgens het Wada overeind, maar Delbeke twijfelt: “Ik moet wel zeggen dat we nu in een weinig aangenaam vacuüm zitten : wat moet ik doen als we vandaag of volgende week hier in ons lab een nieuw epo-geval hebben ?” Om de verwarring compleet te maken, delen de labo’s van Parijs en Lausanne – beiden erkend door het Wada – even later aan expert Boogaerts mee dat Beke volgens hun methode niet positief bevonden zou zijn.

Ook na de uitspraak in de zaak-Beke blijft de communicatie van het Wada mank lopen. Renno Roelandt, lid van het Wada, verklaart aan twee kranten dat het Wada niet anders kon dan in beroep gaan bij het internationaal sporttribunaal TAS : “Je denkt toch niet dat wij zomaar lijdzaam zullen toekijken hoe de deur opengezet wordt voor bedriegers, die zich nu op basis van deze vrijspraak zullen proberen wit te wassen ?” Enkele uren later vertelt woordvoerder Donzé heel andere zaken aan persagentschap Belga : “Omdat we geen partij waren in de zaak-Beke hebben we niet het recht om beroep aan te tekenen tegen de beslissing bij het TAS. Het Wada herhaalt met klem dat de epotest rechtsgeldig en betrouwbaar is.”

Niettemin belooft het Wada tegen eind september met een kleine aanpassing te komen. Ruim onvoldoende, vindt ingenieur Bart Landuyt, een van de experts die in de zaak-Beke werd aangesteld. “Ik ben bezig mijn bevindingen af te ronden”, zegt hij in De Standaard. “Maar nu al kan ik zeggen dat deze test aan alle kanten rammelt.” Het Wada hult zich in stilzwijgen.

In deze zaak zijn er geen winnaars, enkel verliezers. Rutger Beke raakte een jaar van zijn carrière, zijn conditie en bijna zichzelf kwijt. Het Wada liet zijn ware gelaat zien als organisatie die zichzelf wars van alle zelfkritiek in stand wil houden, al gaat dat ten koste van de individuele atleet. Het IOC stond erbij en keer ernaar. De topsport is alweer een illusie armer.

Loes Geuens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content