Arnar Vidarsson, Runar Kristinsson en Arnar Gretarsson vormen meer dan ooit de motor van Lokeren, Marel Baldvinsson hoopt hun status te evenaren. Het verhaal van vier onverzettelijke IJslanders.

Inventieve voetbalbestuurders, opgelet. Trek niet langer in Afrika of Zuid-Amerika op zoek naar ervaren voetballers die een toegevoegde waarde kunnen betekenen voor onze vaderlandse competitie. Doe zoals Lokerenvoorzitter Roger Lambrecht, die vanuit IJsland met de internationals Arnar Vidarsson (24, tevens aanvoerder), Runar Kristinsson (33) en Arnar Gretarsson (morgen 31) drie steengoede voetballers naar het Waasland haalde, waarbij alleen rechtsachter Audun Helgason een onvoldoende kreeg van Paul Put. Met de komst van spits Marel Baldvinsson (22) hopen ze in Lokeren zelfs een nieuwe killer in huis te hebben gehaald, die met zijn doelpunten en assists straks mee moet helpen een Europees ticket te veroveren. Het zou de bestaande hoogconjunctuur van de laatste jaren alleen maar extra kleur kunnen geven en hopelijk ook meer belangstellenden naar Daknam lokken. Want de tanende publieke interesse blijft een doorn in het oog voor Lambrecht, die graag voor zijn mogelijk afscheid in 2006, een prijs zou meepakken als laatste geschenk.

Expansiedrang

Na de Danish Dynamite in de jaren tachtig, de opkomst van de Noorse spelers in de Premier League tijdens de jaren negentig, is het nu dus de beurt aan de IJslandse balkunstenaars in België. Zij volgen het voorbeeld van Asgeir Sigurvinsson (Standard) en Arnor Gudjohnsen (Anderlecht). Opvallend bij Lokeren is hun surplus aan techniek, de vista en het onverzettelijke karakter dat ze telkenmale tentoonspreiden op het veld. Waar halen ze die gedrevenheid en wilskracht ?

Arnar Vidarsson : “Het is gewoon onze natuur. Die karaktertrek zit in het bloed. Gemakkelijkheidshalve wordt er bij Scandinaviërs dan verwezen naar de vikings.”

Runar Kristinsson : “Verwar ons niet met killers, hé. Want dat zijn we niet, eerder personen die het moeten hebben van hun instelling. We willen altijd winnen en trachten die mentaliteit ook over te brengen op de anderen.”

Arnar Gretarsson : “Wij zijn lang geen supervoetballers, hoor. Wie kende ons tot vorig jaar ? Niemand. Ik vind dat we die zaken niet al te veel mogen opblazen. Danish Dynamite bijvoorbeeld, dat herinner ik me nog goed, was een uitvinding van de pers. Dat statement is leuk, maar de spelers zullen dat zelf nooit uitspreken. Niets is gevaarlijker dan jezelf met iets te vergelijken. Wij zijn gewoon nuchtere jongens, die heel goed weten wat ze kunnen en met Lokeren graag een prijs willen pakken. Niets meer.”

Vidarsson : “Volgens mij heeft ons karakter veel met onze geschiedenis te maken. Honderd tot honderd vijftig jaar geleden bestond er bijna geen beschaving in IJsland. Mensen leefden er in hutten, echt primitieve omstandigheden. Alles was basic. Je moest echt vechten om te overleven. Dat is een beeld dat nog altijd leeft bij velen. Onze overgrootvaders gingen vissen in barslechte weersomstandigheden om voor inkomsten en eten te zorgen voor de rest van de familie. (Lachend) Maar maak je geen zorgen : nu leven we als de rest van Europa. IJsland is een echt paradijs, weet je. Maar je moet het eens bezocht hebben : de natuur is gewoonweg prachtig en echt overweldigend.”

Gretarsson : “Alles is blijkbaar drastisch veranderd, net na de Tweede Wereldoorlog, toen de Verenigde Staten hun opmars begonnen. Toen kregen onze voorouders en ouders te maken met kwalitatief materiaal, wat de levensstandaard drastisch bevorderde. Dat merk je nog altijd aan hun gewoonten. Ze zijn snel tevreden, denken helemaal niet aan luxe. Ons respect voor hen is groot, want dankzij hun hard werken, kregen wij later de kans om van onze hobby ons beroep te maken. Dat beseffen we heel goed. Maar ik weet nu ook al dat mijn kinderen en die van Runar niet dezelfde ingesteldheid zullen verder zetten. Ze zien het niet. Alles wordt hen te gemakkelijk in de schoot geworpen.”

Kristinsson : “Mijn vader werd geboren in de jaren dertig. Hij heeft de oorlog nog meegemaakt als kind. Dan spreek je toch andere taal. Vergeet niet dat ik en Arnar Gretarsson tot ons 24 of 25ste amateurvoetbal speelden. De boodschap van mijn ouders was op dat vlak heel duidelijk : eerst studeren en een goede job zoeken. Het voetbal hield immers te veel risico’s in. Op mijn zeventiende droomde ik ook wel eens van een buitenlandse club, maar ik dacht toen wat naïef dat KR Reykjavik de grootste club van de wereld was. I was not in a hurry, had a good life. Weet je, wij moesten hard gaan werken om onze kost te verdienen. Van acht uur ’s morgens tot vier uur was ik dan via de club aan de slag bij de stadsdiensten van Reykjavik.”

Vidarsson : “Ons schoolsysteem is ook totaal verschillend. Vanaf veertien jaar kan je bijvoorbeeld gaan werken tijdens de zomer. In België ga je tot je achttiende naar het middelbaar, daarna kies je voor de universiteit of hogeschool. Pas vanaf die leeftijd leer je zelfstandig worden, want de meeste studenten gaan dan op kot. Bovendien blijven de ouders instaan voor de financiering. Bij ons ligt het anders. Eenmaal je het huis verlaat, moet je zelfstandig leren worden. Je gaat alleen wonen, huurt iets en betaalt je studies zelf. Ik kan net als Marel niet echt uit ervaring spreken, want ik vertrok al op mijn negentiende naar het buitenland, met de vaste overtuiging profvoetballer te worden.”

Gretarsson : “We leven op een eiland, hé. De expansiedrang is groot. Wij willen gewoon andere landen verkennen, nieuwe mensen ontmoeten en elders ervaringen opdoen. Zo belandde ik op mijn zeventiende in Glasgow en testte ik ook eens bij Anderlecht. Maar na een jaar keerde ik terug naar Leiftur, om mijn universiteitsstudies verder te zetten en de opvoeding van mijn zoon te verzorgen. Het moest dus financieel en sportief echt de moeite lonen om voor een buitenlands avontuur te kiezen.”

Marel Baldvinsson : “( beetje verlegen) Eigenlijk heb ik nooit echt wakker gelegen van mijn studies. Ik was negentien toen ik naar Noorwegen trok, na een lucratief aanbod. I was just focused on a foreign club. Het was daarom voor mij helemaal geen moeilijke beslissing : ik wilde vooruitgang boeken in een sterkere competitie, want bij Breidablik had ik het maximale al bereikt. Ik was topschutter geworden en via de beloften ook de doorbraak naar de nationale ploeg geforceerd. Het was een stapje hoger : de snelheid van uitvoering lag er hoger en ik werd er een veel completere aanvaller. Er werd ook harder getraind en meer tactisch gewerkt.”

Gretarsson : “Het verhaal is duidelijk, hé. The right offer at the right time.”

De nieuwe Jestrovic

Vidarsson : “Ik vind het een enorme eer om bij Lokeren aan de zijde van Arnar en Runar te spelen. Weet je, toen ik twaalf was, keek ik enorm op naar hen. Eigenlijk waren ze mijn idolen, de beste spelers in IJsland op dat moment.”

Baldvinsson : “Dat geldt ook voor mij. Ik bewonder vooral hun professionele ingesteldheid en techniek. Als je dan aan hun zijde kan en mag spelen, is dat een hele eer.”

Kristinsson : “Ik betreur mijn vorige keuzes helemaal niet. Mocht ik iets vroeger naar het buitenland zijn getrokken, dan was ik misschien een betere voetballer geworden en had ik meer geld verdiend. Maar het heeft weinig zin om naar het verleden te kijken. Zo ben ik helemaal niet ingesteld.”

Gretarsson : “Dat doe ik ook niet graag. Al moet je toch realist zijn. Tot vijf jaar geleden kon het kapitaal niet op, now everything is collapsing. Veel clubs in Italië, Duitsland en zelfs Spanje kunnen zich door het verlies van de tv-inkomsten geen zware inspanningen meer veroorloven. Kijk naar het voorbeeld van Marel. Tot voor een aantal jaar zou hij door Stabaek voor minstens tien miljoen pond zijn verkocht aan een grote club in Engeland. Nu betaalde Lokeren 300.000 euro, dacht ik.”

Baldvinsson : “Twee jaar geleden zou ik nooit aan Lokeren hebben gedacht. Maar ook in Noorwegen begint de crisis zijn slachtoffers te eisen. Stabaek is bijna bankroet. Dan kies ik liever voor financiële zekerheid bij een ploeg waar ik drie spelers ken en die Europees voetbal nastreeft. Lokeren was de enige club die met een concreet voorstel op de proppen kwam.”

Vidarsson : “Hij moet geen schrik hebben. Lokeren zal zijn geïnvesteerde geld in Marel snel terugverdienen. Hij is een kanjer, hoor. Puur fysionomisch kan je hem misschien vergelijken met Ole-Martin Aarst, maar voetballend eerder met Nenad Jestrovic. Hij kan goed de bal afschermen, scoort misschien iets minder gemakkelijk maar is mijns inziens sterker in de combinatie. Aarst is meer de man van de zestien meter.”

Kristinsson : “We moeten hem rustig de tijd geven zich aan te passen aan het Belgische voetbal en onze manier van voetballen. Hij moet zijn ogen de kost geven en goed luisteren naar onze raadgevingen. (streng) Wij zorgen wel voor de druk, daar hebben we de pers echt niet voor nodig.”

Baldvinsson : “Die voel ik persoonlijk alleszins niet. Ik weet wat ik kan en aan welke mankementen ik nog moet werken. Meer dan mijn best kan ik niet doen. Laat me maar doen, want ik heb veel vertrouwen in een goede afloop.”

Vidarsson : “Het zou mooi zijn, mocht hij de traditie van Jan Koller en Sambegou Bangoura kunnen verder zetten.”

Kristinsson : “Als we nog veel vooruitgang willen boeken als ploeg, dan moeten we hopen dat Sam aan het einde van het seizoen blijft. Aan de zijde van Marel moet hij heel goed tot zijn recht komen. Bovendien kan Sam wel wat onderlinge concurrentie gebruiken.”

Nieuwe oorden

Gretarsson : “Ons nu al uitroepen tot het beste middenveld van België, vind ik toch wat overdreven. Het is alleszins een groot voordeel dat we sterk op elkaar zijn ingespeeld. Wij hebben geen kopzorgen over ons nieuw contract, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Sambegou. His mind is popped up.”

Vidarsson : “Hopelijk kunnen we straks de kern samenhouden. Dan is hier veel mogelijk, denk ik. Over een titel wil ik het dan niet hebben, maar eerder over Europees voetbal. Dat is de ambitie van de voorzitter. Met Intertotovoetbal mogen we zeker niet meer tevreden zijn. Ik vind dat maar een troostprijs. Gelukkig is die hele fusieproblematiek met GBA nu achter de rug. Een hele opluchting.”

Kristinsson : “Maar wij zijn straks vrije vogels, hé. Einde contract. We willen snel weten waar we aan toe zijn. Niets is vervelender dan onzekerheid.”

Gretarsson : “Voor nieuwjaar was de coach aan de beurt, nu zullen wij wel volgen, zeker ?”

Vidarsson : “De meeste ploegen zijn alleen maar geïnteresseerd in vrije spelers. In voetbal kan alles snel veranderen. Alles draait om respect. Je moet een treffelijk aanbod krijgen, anders vertrek je maar beter.”

Kristinsson : “We kunnen ons mannetje staan bij verschillende ploegen, behalve Real Madrid misschien. ( lacht luidop)

Gretarsson : “Laat ons nog maar een beetje genieten van dit seizoen. Als we straks bij de eerste vier eindigen, ben ik een tevreden man. Club Brugge speelt sowieso kampioen. Tweede eindigen, zou gewoon fantastisch zijn. Maar we mogen zeker niet de arrogantie hebben door te stellen dat we volgend jaar Anderlecht, Club Brugge en RC Genk het vuur aan de schenen zullen leggen voor de titel.”

Kristinsson : “Wanneer we bij de eerste vijf eindigen, mogen we onszelf toch stilaan een topclub noemen, hé ? Maar wij zijn Brugge nog niet, die probleemloos de blessures van Stoica, Saeternes en Lange konden opvangen. Wanneer wij Arnar en Atti ( bijnaam van Vidarsson, nvdr) missen, verliezen we minstens zeventig procent van onze duels.”

Vidarsson : “Spreek daarom toch maar liever over een subtopper. Mits een grotere achterban en wat meer financiële middelen zullen we de kloof wel proberen dichten. Alleen vraagt dat wat tijd en geduld. Maar we zijn alleszins op de goede weg.”

door Frédéric Vanheule

‘Wij zijn gewoon nuchtere jongens, die heel goed weten wat ze kunnen.’ (Arnar Gretarsson)

‘Lokeren zal zijn geïnvesteerde geld in Marel snel terugverdienen. Hij is een kanjer.’ (Arnar Vidarsson)

‘We mogen ons stilaan een topclub noemen.’ (Runar Kristinsson)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content