In (opnieuw) een wisselvallig seizoen van RC Genk valt er toch een constante te bespeuren: nieuwkomer Christian Kabasele, die week na week pal staat in de defensie. Opmerkelijk, want anderhalf jaar geleden heette de jonge Belg nog een beloftevolle spits te zijn.

Ondanks zijn jonge leeftijd heeft Christian Kabasele (23) er als voetballer al een merkwaardig parcours op zitten. Gevormd als spits, op die positie ook Belgisch jeugdinternational geworden. Ontbolsterd bij Eupen, jarenlang het hof gemaakt door Standard, een mislukte passage bij KV Mechelen. Plots in Bulgarije beland om er een landstitel en beker te winnen. Wéér Eupen, waar ze hem omturnden tot centrale verdediger, en niet veel later een transfer naar RC Genk.

Kabasele laat het lot achteloos over zijn pad glijden. Zijn stem verheft hij zelden, toch straalt zijn blik ambitie uit. “Binnen de drie jaar wil ik in een grotere competitie spelen. Dat kan pretentieus klinken, maar die drive is net mijn sterkte”, laat de verdediger met Congolese roots halfweg het gesprek noteren. Een straffe metamorfose voor iemand die als tiener te timide was om zijn vrienden bij Chaudfontaine achter te laten en bij Eupen te gaan voetballen.

Neen aan Standard

“Ik ben beginnen te voetballen omdat ik als kind te veel energie had en niet zo sociaal was”, blikt Kabasele terug op zijn eerste voetbalpasjes als zevenjarige spring-in-’t-veld bij Chaudfontaine. “Het was de school die mijn ouders adviseerde me in een sportclub in te schrijven. Eerst deed ik karate, maar dat lag me niet: ik begreep niet waarom ik andere kinderen pijn zou doen terwijl die mij niets hadden misdaan.”

Het was Eupen dat hem op het Sljivotoernooi, een gerenommeerd zaalvoetbaltoernooi in het Luikse, benaderde. Maar Christian was niet overtuigd. “Ik wilde gewoon bij mijn vrienden blijven voetballen. Ik keek ertegen op mijn vertrouwde omgeving te verlaten. Uiteindelijk heb ik op mijn veertiende toch de stap gewaagd, mede omdat enkele andere vrienden van Chaudfontaine meegingen. Gelukkig, want in Eupen sprak bijna iedereen Duits.”

Ondanks het feit dat Kabasele in hogere leeftijdscategorieën ondergebracht werd, bleef hij imponeren. “Mijn beste jaar was bij de U16, ik scoorde 29 keer in 29 wedstrijden. Ik was aanvoerder van de ploeg bij Eupen, terwijl ik een jaar jonger was dan de rest. De nationale jeugdcoaches volgden mij, Standard informeerde. Meerdere keren zelfs. Maar ook dan was ik weer te timide om die stap te zetten. Ondertussen had Eupen me ook snel naar de reserveploeg en de A-ploeg overgeheveld, deels om me tevreden te houden.”

Maar net op dat moment geraakte de anders zo sympathieke familieclub in het Duitstalige deel van ons land in financieel woelig vaarwater. Het begin van een chaotische periode voor de club, met de ene overname na de andere.

Kabasele grijnst: “Plots stonden de Italianen daar om ons te redden. De investeerder was niemand minder dan Antonio Imborgia, de vroegere makelaar van Gabriel Batistuta. Onder het bewind van de Italianen werd de club een pak serieuzer en professioneler. We stegen ook naar eerste klasse, zoals ze gepland hadden. Maar al snel zagen we de keerzijde: in de wedstrijdkern was zelden plaats voor eigen jeugd. Ik mocht enkel meedoen bij de reserveploeg.

“Vreemd genoeg werd ik net op dat moment opgeroepen voor de nationale U19. Ik behoorde in die categorie bij de vier, vijf beste spitsen van het land. In die periode scoorde ik vijf keer in tien wedstrijden. Het was een selectie met onder meer Arnor Angeli, Ziguy Badibanga en Kevin De Bruyne. Het was wel meteen duidelijk dat De Bruyne er op technisch vlak boven uitstak… Het was lekker spelen met hem in steun”, lacht Kabasele.

Titel en beker in Bulgarije

In januari 2011 vertrok de negentienjarige spits op uitleenbasis naar KV Mechelen. Kabasele: “Ze zochten een vervanger voor Christian Benteke,die toen geblesseerd was aan de knie. Net als hij was ik groot en sterk voor mijn leeftijd, ik kon een bal bijhouden.

“In totaal speelde ik vier wedstrijden. In play-off 2 tegen Lierse maakte ik mijn eerste goal in eerste klasse. Op een hoekschop van Julien Gorius – het moet voor hem ook vreemd zijn om me nu als verdediger bij Genk terug te zien. Na zes maanden besliste KV om de optie niet te lichten, ik keerde terug naar Eupen. Daar was ondertussen weer een bestuurswissel gebeurd. Er kwamen Duitse investeerders, die snel duidelijk maakten dat ik weg mocht. Mijn makelaar kwam dan ineens met een Bulgaarse club aanzetten.”

Die Bulgaarse club was het pas gepromoveerde Ludogorets Razgrad, tegenwoordig te bewonderen in de Champions League. Niet meteen de bestemming waar een jongen uit Chaudfontaine van droomt. Kabasele: “Die Bulgaren hadden mij bij Mechelen aan het werk gezien. Uiteraard zei Bulgarije me niet veel, ik voelde me te jong om me in zo een avontuur te storten. Maar Wolfgang Frank, de toenmalige trainer van Eupen, adviseerde me toch in te gaan op het voorstel. Ik zou er meer speelkansen krijgen. Ook mijn makelaar overtuigde me.”

Hij waagde de sprong in het onbekende. “Het begin was moeilijk, want door een blessure leefde ik geïsoleerd van de groep. Uiteindelijk scoorde ik toch zeven keer in vijftien wedstrijden, waarvan vier in de bekercampagne. Als invaller, starten deed ik zelden. We wonnen dat seizoen de beker en de landstitel.

“Ik heb er ook veel maturiteit gekweekt. Van de ene op de andere dag zat ik alleen in een vreemde cultuur. In een maatschappij die niet bepaald bekendstaat als open minded. Elk weekend werden er in het stadion oerwoudgeluiden gemaakt en racistische uitlatingen naar je hoofd geslingerd… Iedereen vond dat normaal. Ik denk dat ik goed omgegaan ben met die omstandigheden. Optrekken deed ik vooral met Alexandre Barthe, een Fransman, en met de aanvoerder Emil Gargorov, die nog bij Strasbourg gespeeld had. In de stad kwam ik zelden, er viel weinig te beleven.”

Christian Kabasele bleef er een jaar. Net op het moment dat hij zijn draai begon te vinden in de Bulgaarse competitie, drong zich alweer een onverwachte wending op. “Ik kreeg een aanbod van een Oekraïense ploeg: Zorya, vlak bij de grens met Rusland. Mijn makelaar drong aan op die transfer, maar ik had geen zin om elke zomer opnieuw van club te veranderen. (zucht) Misschien speelden er zaken mee waarvan ik niet op de hoogte was.

“Vlak voor we op stage vertrokken om het nieuwe seizoen voor te bereiden, kreeg ik een telefoontje van de trainer, de Bulgaar Ivalyo Petev, om te melden dat ik niet mee mocht. De reden? Mijn weigering om in te gaan op het bod van Zorya. Zeer vreemd, want enkele maanden eerder had diezelfde trainer nog gezegd tevreden te zijn met mijn evolutie. Even stortte mijn wereld in. Omdat ik het sportieve op het financiële liet primeren werd ik gestraft.”

De reconversie

Kabasele brak met zijn manager en nam zelf het heft in handen. Hij contacteerde een bestuurslid van zijn voormalige club Eupen, ondertussen voor de derde keer op korte tijd van eigenaar veranderd. Ditmaal waren het de Qatari die er hun Aspiremodel hadden geïnstalleerd.

Josep Colomer, ex-jeugdcoördinator van Barcelona en sportief directeur bij Eupen, wilde hem best een kans geven. Op één voorwaarde: dat hij eerst een testperiode zou afwerken. “Als jeugdproduct van de club voelde dat wel wat vreemd”, herinnert Kabasele zich. “Ludogorets liet me zelfs gratis vertrekken. Ik overtuigde snel, speelde goed in de voorbereiding, maar een contract liet lang op zich wachten. De Graafschap polste me voor een transfer, maar ik ging nog steeds uit van een deal met Eupen. Twee weken voor de start van de competitie in tweede klasse kon ik mijn handtekening zetten.”

Op dat ogenblik geloven Christian Kabasele en Eupen nog steeds in een carrière als spits. Tot de trainer, de Spanjaard Bartolomé Márquez López, achterin krap kwam te zitten tijdens de start van het seizoen 2013/14. Een compleet verbaasde Kabasele stemde in met het voorstel om te depanneren als verdediger: “Ik ging mijn laatste contractjaar in en wilde dus niet te moeilijk doen. Het experiment ging echter meteen zo vlot dat mijn ploegmaats me al snel Desailly of Thuram als bijnaam gaven. Toch zag ik het als een tijdelijke oplossing, in mijn hoofd was ik nog steeds Thierry Henry. Omdat ik geen zin had om elke keer als stoplap gebruikt te worden, vroeg ik een onderhoud met de trainer. Hij was duidelijk: voortaan was ik verdediger.

“Toegegeven, als spits was ik niet efficiënt genoeg voor doel. Op mijn nieuwe positie achterin kreeg ik veel positieve commentaren. Na verloop van tijd dacht ik zelfs niet meer aan een toekomst als spits. Vanaf nu was ik het die de trappen kon uitdelen in plaats van omgekeerd”, lacht Kabasele. “Als ik nu op YouTube surf, is het niet langer om filmpjes te zoeken van Henry maar van Vincent Kompany.”

Ex-Rode Duivel Daniel Van Buyten maakte eenzelfde reconversie mee aan het begin van zijn carrière. Het moeilijkste, zo verklaarde Van Buyten, is dat je een totaal andere positie moet aanleren terwijl je prestaties constant onder de loep worden gelegd. Voor Christian Kabasele een herkenbaar gegeven: “Uiteraard weet ik zelf wel dat mijn positiespel en mijn inspeelpass nog veel beter moeten. Ik ben geen afgewerkt product. Ik vraag veel videoanalyses op en ik bestudeer de wedstrijden van Manchester City. Bij de tegengoals kijk ik specifiek naar de positionering van de verdedigers, naar wat er verkeerd liep. Maar het is slechts door veel te spelen dat ik ervaring zal opdoen en beter zal worden als verdediger.”

Revelatie bij Genk

Veel spelen is wat Christian Kabasele doet bij RC Genk, dat hem in januari van dit jaar al vastlegde, maar pas in juni mocht verwelkomen. “Ik had nog andere opties, maar ik vond dat het beter was om meteen op de top te mikken in plaats van een tussenstap genre Lokeren of Zulte Waregem”, verklaart een zelfverzekerde Kabasele. “Het kan pretentieus klinken, maar binnen drie jaar wil ik in een grote competitie aan de slag zijn. Ik denk dat die ambitie mijn kracht is: ik wil altijd meer. In dat opzicht blijft er niet veel meer over van het timide tienertje. Het was ook een van de redenen dat ik bij Eupen weg moest, uit mijn comfortzone.”

De openingswedstrijd van de Jupiler Pro League – een nederlaag tegen KV Mechelen – moest de verdediger nog vanop de bank toekijken. Het bleek de zwanenzang van Emilio Ferrera, die al na één speeldag zijn boeltje mocht pakken. De week erna kwam Kabasele in de ploeg… om er vervolgens niet meer uit te gaan. Halfweg de reguliere competitie beschikt RC Genk over een van de minst gepasseerde verdedigingen in de Jupiler Pro League. De sterke prestaties van het duo Kara – Kabasele zijn daar niet vreemd aan.

“Het gaat allemaal sneller dan verwacht”, erkent Kabasele. “Ik begrijp dat er aanvankelijk twijfels over mij bestonden: ik was een jonge speler uit tweede klasse die pas leerde verdedigen. Als je dan net acht miljoen euro gekregen hebt voor de transfer van Kalidou Koulibaly, begrijp ik dat de fans die centen liever geïnvesteerd zagen in een gevestigde naam. Ik was zelf ook verbaasd dat Genk geen vervanger haalde voor Jeroen Simaeys of Koulibaly. Aan mij om deze kans te grijpen.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Omdat ik het sportieve op het financiële liet primeren werd ik gestraft.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content