Waarom Antwerp kraakte tegen Genk

© belgaimage

Wat de uitkomst van dit seizoen ook wordt, Antwerp blijft een apart geval. Een anomalie in een land dat zweert bij zonevoetbal. Niet zo bij rood en wit, dat over heel het veld week na week mandekking toepast tot in alle hoeken van het veld. Maar dat plan, waar een aantal van de betere clubs uit eerste klasse zich de tanden op stuk beten, heeft ook zijn beperkingen. Vooral in de wedstrijden tegen RC Genk, zo blijkt, want in 180 minuten tegen de Limburgers slikte de Great Old negen goals. Niet helemaal onlogisch, omdat Genk toch één van de meest getalenteerde elftallen in de hoogste klasse bezit.

Aangestuurd door Alejandro Pozuelo die eindelijk weer zijn beste niveau haalt, duwde de ploeg van Philippe Clement Antwerp snel kopje onder. De limieten van een individuele dekking over heel het veld worden snel duidelijk wanneer de aanvallers zichtbaar meer kwaliteit hebben dan hun rechtstreekse bewakers. Door de nadruk te leggen op positiewissels voorin en zo veel mogelijk een-tweetjes, moeilijk te verdedigen als je mandekking predikt, ontregelde Clement makkelijk het obstakel dat László Bölöni met Antwerp op zijn weg had gezet.

De snelheid van Dieumerci Ndongala, het talent van Pozuelo, de hervonden gouden linkervoet van Roeslan Malinovski: het waren troeven waarmee Genk ruim het verschil maakte, tot de rode kaart voor Antwerpspeler Dylan Batubinsika onverwacht de kaarten herschikte.

Met een numerieke minderheid richtte Antwerp zich plots minder op de pure mandekking, en meer op de ruimtes. Het bracht de wedstrijd meer in evenwicht. Plots vond Genk geen vrije man meer op de helft van de tegenstander tot Joakim Maehle door zijn infiltraties voor een man extra zorgde, meestal centraal op veld. Wanneer het niet de Deen was die richting zestien meter dook, dan was het Ndongala die centraal de diepte in spurtte. Daar zorgde de Congolees met een mooie combinatie met Pozuelo voor de 2-0, alvorens zelf de 4-0 aan te brengen op tegenaanval.

De vroegere buitenspeler van Charleroi is een interessante aanwinst voor het Genkse offensief. Een bijkomende troef voor meer diepgang, in een team dat tot voor kort te lang draalde door de bal heen en weer te spelen in de breedte. Omdat hij vaak en graag de bal diep vraagt tussen de linies, verplicht Ndongala de verdedigers van de tegenstander om wat achteruit te leunen, waardoor hij de actieradius van Pozuelo vergroot.

Slaagde Genk er tot voor Nieuwjaar amper in te scoren via snelle combinaties en vanuit het centrum, dan doet het dat wel sinds de Spaanse spelverdeler weer zijn beste niveau haalt. Vrijdag kreeg Sébastien Siani op geen enkel moment greep op Pozo, evenmin als Marvelous Nakamba een week eerder. Het leidde tot een hopeloze achtervolging waarvan de uitkomst te lezen viel op het scorebord.

Was Pozuelo al erg goed tegen Club, dan was hij tegen Antwerp gewoon niet af te stoppen. Een talent dat nog meer uitblinkt door die individuele dekking, een onvoldoende efficiënt wapen tegen de kwaliteiten van dit Genk. Afgelopen seizoen kon Yannick Ferrera de Spanjaard van Genk wel aan banden leggen door er de kwieke Laurens Paulussen op te kleven, maar de andere spelers van KV Mechelen liet hij toen wel in zone voetballen. Bij de individuele dekking die Antwerp toepaste, werd elk verloren duel cash betaald.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content