Waarom de interlandbreak goed uitkomt voor Club Brugge

© Belga Image

Twee nederlagen in een week zetten Club Brugge weer even met beide voeten op de grond. De goeie voetbalprestatie in Parijs kreeg op de Bosuil geen vervolg. Tijd om even afstand te nemen van de emotie en de koppen bij mekaar te steken.

Zo, Club Brugge is in eigen land dan toch niet onoverwinnelijk. En zie, ook Antwerp leeft weer, na een zes op achttien. Dat zijn de conclusies na de topper zondag, waar blauw-zwart na de rust de controle van de wedstrijd uit handen gaf, door zijn eigen voetbal in te ruilen voor een gevechtssport waarin de tegenstander beter bleek. RuudVormer, Eder Balanta, Simon Deli en later ook Emmanuel Dennis gingen mee in de duels en verloren hun kalmte aan de bal en de controle over de acties. Wesley Hoedt, RitchieDe Laet, Didier Lamkel Zé, Dieumerci Mbokani en co bleken daarin meer bedreven en dat werd op het einde weerspiegeld in de score. De eerste nederlaag van Club in deze competitie was iets over half vijf een feit. Na veertien speeldagen kan dat een keer gebeuren. Na een emotionele week ook. Een week die nog even zal nazinderen. Het goeie is: er is nog even tijd voor het volgende luik van de competitie begint. Tijd om mentale rust én fysieke frisheid terug te vinden, vooraleer weer slopende weken volgen. Beslissende weken, met Europees eind deze maand een cruciaal duel in Istanbul, en vlak daarna een belangrijk duel begin december op Oostende voor de Belgische beker.

Philippe Clement heeft het voordeel al lang mee te draaien en een goed peoplemanager te zijn.

Het kan verkeren.

We zien Philippe Clement nog zitten, een week of twee geleden, na de makkelijke zege aan de Gaverbeek. Dansende supporters die zongen: ‘ Bruges are winning, everywhere we go.’ Het nieuwe mantra, want was het thuis al een paar keer fout gelopen (gelijke spelen tegen Genk, Eupen en Standard), dan legde Club uit een perfect parcours af. Alleen Waasland-Beveren had tegen hen kunnen scoren, maar verder hield Club overal de nul. Francky Dury zwaaide na zijn nederlaag Clement en zijn team alle lof toe. Wat hem betrof, was de kampioen gekend. Clement probeerde dat te temperen, want de Antwerpenaar, expert van vele kleedkamers en nog meer oorlogen, wist als geen ander dat het gevaar om steeds om de hoek loert. Overdreven zelfvertrouwen, egoïsme, onrust binnen een grote selectie, … De competitie is nooit beslist in november. Om de Clubtrainer te parafraseren: kampioen word je niet in de sprint, maar na het lopen van een marathon.

Bengaals vuur

Dat Antwerp, met intern de ambitie om mee te strijden voor de titel, een gevaarlijke klip zou worden, stond vooraf in de sterren geschreven. Een duel op de Bosuil is nooit een makkelijk uitje voor Club, al kon de ploeg van László Bölöni zondag pas voor de eerste keer van de Bruggelingen winnen sinds de terugkeer naar eerste klasse. De drie andere duels eindigden telkens gelijk.

Bölöni vecht dezer dagen om overeind te blijven bij de club en die vechtlust probeerde hij op zijn ploeg over te brengen door te kiezen voor karakters. Dus weer met De Laet op linksachter in plaats van Simen Juklerød, en vol inzettend op karakters als Mbokani en Lamkel Zé. Blokvorming, kracht, en direct voetbal, waarin nu al een paar weken geen plaats is voor Lior Refaelov. Tegen Club kreeg hij alvast opnieuw geen speelminuten. Jammer, want technisch was de eerste helft van de thuisploeg slordig, na de rust ging het beter, al blijft het bij Antwerp toch rekenen op bevliegingen van individuen. Niet op de combinatie.

Mét Refaelov, die een gebrek aan werklust wordt aangewreven, maar bij de start van het seizoen wel haast blind Mbokani vond, verdween ook het voetbal uit de ploeg. In dat opzicht hebben ze bij Antwerp gelijk dat ze twijfelen aan de coach. Die heeft enthousiasme en vechtlust in de ploeg geslepen, maar de vraag is: slaagt hij er nog in de Great Old naar een hoger niveau te tillen? Naar combinatievoetbal? Of blijft het voetballen vanuit de tweede bal, het duel? Voetbal dat minder garantie biedt voor het succes dat Club Brugge wel kent.

Zondag lag geen supporter daarvan wakker. Hij die voor de rust nog gefrustreerd was, kon achteraf met veel bier vieren. Misschien heeft Paul Gheysens op dat vlak geïnvesteerd in de verkeerde ploeg. Nadat hij veel geld heeft gestoken in het stadion en in de ploeg, wil hij – naast resultaat – maar één ding: dat de fans zich gedragen. Hoe frustrerend moet het dan zijn dat juist die fans Bengaals vuur afsteken en met bier gooien? Toen hij met Antwerp promoveerde, was er maar één ding dat hem weer weg kon krijgen uit het voetbal, zeiden zijn naasten: supportersgeweld. Uitgerekend dat steekt dit seizoen, na twee jaar van relatieve kalmte, weer de kop op. Jammer.

Mbaye Diagne in duel met Juan Bernat. Of het geval-Diagne nog lang nazindert, valt af te wachten.
Mbaye Diagne in duel met Juan Bernat. Of het geval-Diagne nog lang nazindert, valt af te wachten.© belgaimage

De beste Vormer

Jammer is het ook dat Club de voorbije week twee keer door de emoties werd verraden. Eerst in Parijs, door het egoïsme van Mbaye Diagne, die na de strafschopfout de bal uit de handen van Keylor Navas ontving en die niet meer wilde afgeven aan Hans Vanaken. Het missen van die strafschop door de Senegalees was voer voor veel gesprekken achteraf. Dat Vanaken niet koos voor de harde confrontatie op het veld, maar liever voor de confrontatie achteraf in de kleedkamer, leek verstandig (en ook het enige haalbare), maar werd hem achteraf door een aantal mensen aangewreven. Opvallend was wel: een paar minuten na het incident speelde Vanaken Diagne aan, alsof er niks was gebeurd. De zelden lachende aanvoerder kan op een veld zeer rationeel blijven. De emoties zijn voor later, in familieverband of in de kleedkamer.

Jammer was het zondag ook dat die andere aanvoerder, Ruud Vormer, bezig aan zijn 250e wedstrijd voor Club, zichzelf ook verloor op het veld in onnodige fouten en discussies. In emoties. Zette hij voor de rust nog Percy Tau op weg naar de openingsgoal van Siebe Schrijvers, dan was de Nederlandse aanvoerder erna zichzelf niet meer. Bijna geen lopende acties meer, geen infiltraties en ook geen concentratie op spelhervattingen. De negen corners die Club kreeg, leverden niet één keer gevaar op.

In Parijs was dat ook al het geval, toen trapte Krepin Diatta alle hoekschoppen en kon je nog zeggen dat het lag aan een gebrek aan precisie. Zondag kwamen ze van de voet van Vormer, maar leverde het ook weinig op. In de voorbije wedstrijden leverden 44 procent van zijn voorzetten resultaat op. Zondag niet.

Het had zijn invloed. Meer nog dan Vanaken, groot loopvermogen en dit seizoen ook veel scorend vermogen met zijn acht goals, is Ruud Vormer dit seizoen al van belang geweest voor Club. Al twee keer werd hij verraden door zijn emoties. Eerst bij zijn uitsluiting in Madrid, een fuck you richting ref kwam hem op twee extra wedstrijden schorsing te staan. Pas vlak voor het duel tegen Galatasaray zal Club weten of het over zijn aanvoerder kan beschikken, dan wordt het beroep behandeld. Thuis tegen PSG werden zijn infiltraties hard gemist, al kwam de 0-5 er vooral door verdedigende fouten. In Parijs kon Mats Rits veel beter zijn afwezigheid in het spel opvangen.

Maar ook zondag was de beste Vormer er dus niet. Het is tijd voor een momentje rust, voor iedereen. Alleen is haast iedereen deze week de deur uit, verspreid over een halve aardbol. ‘Ik vind dat altijd jammer als er veel weg zijn voor een interlandbreak’, zei Clement zondag na de eerste nederlaag in de competitie. Vooral nu.

Of het geval-Diagne nog lang nazindert, valt af te wachten. Clement, die vorig seizoen in Genk ook de uitslaande brandjes snel wist te blussen en de kleine ruzietjes binnenskamers wist te houden, heeft het voordeel al lang mee te draaien en een goede peoplemanager te zijn. Hij roteert veel, zondag zagen we met EdoeardSobol (voor Federico Ricca), Tau (voor Diatta) en Schrijvers (voor Dennis) weer wat nieuwe gezichten aan de aftrap, vergeleken bij Parijs. Diagne is ook niet direct nodig, met de weelde aan aanvallers. In die zin heeft Clement het makkelijker dan Bölöni, die Lamkel Zé of Mbokani, de gebeten honden na de uitschakeling door AZ, niet kan missen. Ook dat bleek zondag: Diagne scoorde al een paar keer voor Club, maar was/is geen essentiële pion tot dusver in het aanvalsspel van blauw-zwart. Ook in Parijs was hij maar een invaller, en die ene keer dat hij startte, was hij vooral een tegenvaller.

Diagne was wel altijd een accident waiting to happen. Hij heeft nu eeenmaal een verleden van frustraties en moeilijke momentjes. Maar de verleiding om iemand weg te halen voor de neus van Anderlecht (psychologische zege), de nakende deadline van de transferperiode (en de zoektocht naar dat soort type die moeizaam verliep) plus wat euforie dat de kleedkamer zo’n type wel aankon, leidden in Brugge tot het besluit om het risico toch aan te gaan. Overmoed?

Met nog één inhaalduel (uit bij Charleroi) te gaan, heeft Club er wel een mooie heenronde op zitten. Met nog (minstens?) twee Europese duels te gaan ook een mooi parcours. Daar kan Clement zich aan vastklampen. Diagne ten spijt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content