Hamdi Harbaoui (31), in 2014 nog topschutter van de Jupiler Pro League, is na één jaar Qatar terug in België. Mentaal, maar zeker ook financieel sterker dan ooit. ‘Eén seizoen in Qatar staat gelijk aan vier in Europa.’ Het grote comebackinterview.

Het had heel wat voeten in de aarde, de terugkeer van Hamdi Harbaoui naar België. In oktober 2015 stelde Sporting Lokeren zijn voormalige topschutter voor aan de pers, maar pas midden december werd hij door de FIFA speelgerechtigd verklaard. Aan de basis van zijn vertrek uit Qatar: een (riant) salaris dat stelselmatig enkele maanden te laat gestort werd.

‘De club vond dat normaal, maar ik had hen al enkele malen duidelijk gemaakt dat het voor mij niet werkt op die manier. Ze dachten wellicht dat ik blufte. Op een bepaald moment was het genoeg en vertrok ik. Jammer, want ik had het er voorts perfect naar mijn zin’, doet Harbaoui het relaas van die opmerkelijke transfersaga. ‘Voor alle duidelijkheid: ik heb mijn contract niet verbroken. Er stond een clausule in dat ik gratis weg kon in zo een geval. Ik verwacht nog steeds dat ze mijn contract, dat in principe tot 2018 liep, uitbetalen. Zij gingen in de fout, niet ik. Het wordt een juridisch steekspel.’

Opvallend was dat zowel Lokeren als de KBVB zijn handen netjes afhield van het dossier en afwachtte wat de FIFA besliste. Uit angst voor de kapitaalkrachtige oliesjeiks?

HAMDI HARBAOUI: ‘Ze hebben veel geld, maar het zijn geen misdadigers. Je kunt met die sjeiks discussiëren. Het lastigste is ze vast krijgen: ze reizen vaak heel de wereld rond. Slechts sporadisch zag je hen op een wedstrijd. Je moet ook weten dat zaken doen ginds mondeling gebeurt, er wordt amper iets op papier gezet. Dat maakt het onderhandelen er niet makkelijker op.’

Je vertrek naar Qatar in de zomer van 2014 was een financiële keuze. Was je niet ontgoocheld dat er geen andere, sportief interessantere, aanbiedingen kwamen ondanks je topschutterstitel dat jaar?

HARBAOUI: ‘Ik heb ondertussen geleerd dat topvoetbal een business is. Een speler van 29 jaar is geen goede investering voor een club, er zijn weinig doorverkoopmogelijkheden. Was ik drie jaar jonger dan zat ik nu bij een mooie Europese club. Ik heb gewacht tot begin augustus, tot duidelijk werd dat Qatar mijn beste optie zou zijn. Er waren nochtans mogelijkheden in Duitsland en Frankrijk, maar dat was sportief noch financieel interessant. Jammer, maar zo gaat dat.’

Kan je zeggen dat die transfer naar Qatar SC je financiële toekomst veiliggesteld heeft?

HARBAOUI: ‘Absoluut. Eén seizoen in Qatar staat gelijk aan vier in Europa.’

En sportief gezien: was het leuk voetballen in de golfstaat?

HARBAOUI: (knikt) ‘Er wordt heel open gespeeld en het is mooi meegenomen dat je geregeld eens tegen een grote naam komt te staan. Ik speelde onder meer tegen Ricardo Costa (ex-Porto, nvdr), Lisandro López (ex-Lyon, nvdr) en Néné (ex-PSG, nvdr).

‘Maar de transferpolitiek van Qatarese clubs is de voorbije jaren veranderd: vroeger haalden ze spelers die bijna op pensioen mochten, nu gaan ze voor jonge kerels die ze kunnen doorverkopen. Denk aan Imoh Ezekiel, Paul-JoséMpoku of MaximeLestienne. In sommige gevallen proberen ze jonge talenten zelfs te naturaliseren in functie van het WK 2022.’

Bijna alle eersteklassers spelen in Doha.

HARBAOUI: ‘De enige stad die er toe doet in Qatar. Een paar clubs behoren toe aan de staat, zij werken met een open budget, ze kunnen zich alles veroorloven. De andere clubs moeten zich houden aan een maximum van vier buitenlanders. Dat geeft een kampioenschap op twee snelheden. De buitenlanders worden er aanschouwd als les professionnels. De druk is zeer groot: je moet bewijzen dat je je riante salaris waard bent.’

Jijzelf was zeer gelukkig in Qatar, je vrouw was dat minder.

HARBAOUI: ‘Doha is omgeven door woestijn, daardoor zijn je uitstapjes meestal beperkt tot winkelcentra… het is een artificiële wereld. Mij deerde dat niet, maar mijn vrouw (Julie, een Luikse met Italiaanse roots, nvdr) had daar niet genoeg aan. Na zes maanden is ze teruggekeerd naar België, mede omdat mijn dochtertje naar de kleuterschool moest – in Qatar vonden we geen Franstalige crèche. De laatste zes maanden leefde ik alleen. Al had ik ook mijn broer, hij werkt in een bank in Doha. Mijn integratie vormde geen enkel probleem: ik ben Arabier, ik spreek de taal.’

IEDEREEN BANG

Opmerkelijk dat je dat zegt: voel je je dan eerder Arabier dan Afrikaan?

HARBAOUI: (glimlacht) ‘Arabier, Afrikaan, Maghrebijn,… ik ben een mix van alles. Ik pas me overal aan. In totaal woon ik trouwens al zeven jaar in België.’

Vind je dat de houding ten opzichte van moslims, en meer bepaald uit de Arabische en Noord-Afrikaanse regio, in die afgelopen zeven jaar veranderd is in Europa?

HARBAOUI: ‘Islam betekent letterlijk ‘vrede’, daar hebben die groeperingen die verantwoordelijk zijn voor de schokkende gebeurtenissen van de laatste jaren geen enkel oog voor. Vaak kennen die moordenaars de principes van de islam niet eens. In de Koran staat nergens dat je andersdenkenden moet doden.’

‘Het enige waar die extremistische groepen op uit zijn, is verdeeldheid zaaien in onze samenleving. Ook in Tunesië, waar we toch allemaal moslims zijn, zijn we bang wanneer een man met lange baard ons pad kruist. En dat is helaas geen grap. Niemand weet nog wie de goede en wie de slechte zijn. Maghrebijnen, Joden, christenen, iedereen is bang van elkaar. Waarom die haat? Waarom die angst? Ik begrijp dat niet. Dat families en gebieden op dergelijke manier verdeeld worden, is een groot onrecht.’

Voel jij je nu geviseerd?

HARBAOUI: ‘Neen. Elk weldenkend mens weet toch dat je niet iedereen over dezelfde kam moet scheren? In een gezin gebeurt het even goed dat je vijf kinderen hebt die eenzelfde opvoeding krijgen en van wie er toch één ontspoort. Wat kan je daaraan doen? En het blijft je kind, hé.

‘Neem mijn voorbeeld: ik ben moslim, mijn vrouw is christelijk, mijn dochter een mix van beide. Ik leg niets op aan anderen. Je moet met de juiste mensen praten over zulke zaken, maar het zijn vaak zij die het niet goed menen die aan bod komen.’

De voorbije weken kwam er ook hevige kritiek op de omgang van Noord-Afrikanen met vrouwen, bijvoorbeeld in Keulen en Zweden. Jij groeide op in Tunesië, omgeven door vrouwen: drie zussen en je moeder. Wat voor opvoeding kreeg je mee?

HARBAOUI: ‘Ik ben opgegroeid in een heel open omgeving. Mijn vader runde een hotel, we kwamen constant in aanraking met toeristen en andere culturen. Mijn moeder heeft op eigen houtje vijf kinderen opgevoed, dat gebeurde met veel respect en stabiliteit. Je moet zeker geen culturele of religieuze oorzaken zoeken. Tunesië is maar drie uurtjes vliegen van hier, het is echt geen totaal andere wereld.’

‘Het frustreert me dat Europeanen en Maghrebijnen decennialang perfect met elkaar overweg konden, maar omdat er in juni een gedrogeerde puber met een kalasjnikov toeristen afknalde in Sousse, wordt dat allemaal in vraag gesteld. Ik snap niet vanwaar de plotse paniek komt. Incidenten met extremistische partijen zijn iets waar de Arabische wereld al langer mee geconfronteerd wordt, en ja, af en toe gebeurt er iets in Europa, zoals het voorbije jaar. Maar dit is een probleem van heel de wereld, niet enkel van België of Frankrijk.’

DANKZIJ MAES

Laat ons toch ook maar over voetbal praten. Je eerste matchen terug bij Lokeren waren moeilijk, ondanks een zeer scherpe indruk op training de voorafgaande maanden. Had je er zelf ook meer van verwacht?

HARBAOUI: ‘Ik vond mezelf niet slecht spelen. Fysiek voel ik me top, maar dat ik nog ritme mis na drie maanden zonder competitievoetbal lijkt me logisch. Dit is ook niet meer hetzelfde Lokeren van twee jaar geleden. Er zijn veel nieuwe gezichten. Scoren is nu niet mijn eerste bezorgdheid, topschutter kan ik toch niet meer worden: ik sta twintig wedstrijden achter op de andere spitsen.’

Komende zondag staan jullie tegen Club Brugge en Hans Vanaken. Krijg je heimwee naar het samenspel met hem? Het is immers geen toeval dat je topschutter werd in het seizoen dat je met hem in steun speelde.

HARBAOUI: ‘HansVanaken is het soort speler met wie elke spits graag speelt: hij houdt het simpel en bezit de techniek om uit te voeren wat hij in gedachten heeft. Maar datzelfde jaar speelden Jordan Remacle en Ayanda Patosi op de flanken, zij konden me bevoorraden met prima voorzetten. Er waren veel meer opties dan de seizoenen ervoor, toen ik voornamelijk scoorde uit een standaardsituatie of individuele actie.

‘Ik ben een klassieke spits: geef mij voorzetten en ik zal ze tegen de netten knallen. Maar verwacht niet van mij dat ik twee of drie verdedigers dribbel.’

Jij hebt enkel een Lokeren met Peter Maes gekend, nu voor het eerst een Lokeren zonder hem. Hoe bevalt dat?

HARBAOUI: ‘Peter Maes en ik zijn allebei sterke karakters. In het begin vond ik hem zelfs wat agressief, waardoor het dikwijls botste. Ik volgde niet altijd zijn richtlijnen op. Maar ik moest plooien, ik had geen keuze, hij was de baas. Het helpt dat hij geen rancune kent. Hij is hard, maar correct. Achteraf kan je stellen dat iedereen beter werd van die aanpak, de ploeg en ik. Ik won onder Maes drie titels: twee bekers en de Gouden Stier.’

Nadat bekend raakte dat je Qatar SC de rug toekeerde, wilde Peter Maes je naar Genk halen. Was je verbaasd?

HARBAOUI: ‘Neen. Hij weet dat ik een winnaar en een werker ben. En ik weet dat ik dankzij hem beter ben geworden. Er was sprake van Genk, via mijn makelaar (Mogi Bayat, nvdr), ik had geen rechtstreeks contact met Maes. Maar ik had al van in het begin mijn zinnen gezet op Lokeren, een keuze van het hart én het hoofd.’

Nu heet je trainer Georges Leekens. Ook geen onbekende voor jou…

HARBAOUI: ‘We hebben nooit samengewerkt, maar we hebben elkaar wel eens ontmoet toen hij bondscoach van Tunesië was (maart 2014 tot juni 2015, nvdr). Hij wilde me er terug bijhalen nadat ik door de bondsvoorzitter uit de selectie werd geweerd (na de Afrika Cup van 2013 uitte Harbaoui in de pers felle kritiek op het gebrek aan discipline in en rond de nationale ploeg, nvdr). Al snel bleek dat niet mogelijk zo lang die voorzitter daar zit. In maart zijn er verkiezingen voor een nieuwe voorzitter, maar ik maak me weinig illusies.

‘Leekens gaf me toen een goede indruk en dat wordt nu bevestigd: hij beheerst de mix van slaan en zalven. Soms serieus, soms ontspannen. Hij kan een groep leiden.’

Je tekende in Lokeren slechts een contract tot het einde van dit seizoen. Jouw wens of die van de club?

HARBAOUI: ‘Die van mij. Eerst mijn niveau halen en de club helpen, daarna zien we wel. Wat niet wil zeggen dat ik Lokeren sowieso binnen enkele maanden verlaat.’

Droom je nog van een stap hogerop? Een paar jaar geleden was je heel ambitieus en sprak je luidop over andere uitdagingen.

HARBAOUI: ‘Ik wil nog zeker tot mijn 35e voetballen, maar ik wil nu vooral mijn voeten laten spreken. Ik heb geduld, ook al ben ik er onlangs 31 geworden. Mij ga je niet meer horen verkondigen dat ik in deze of gene club wil spelen.

‘In mijn laatste seizoen bij Lokeren heb ik veel geleerd: er was interesse van de Chinese topclub Guangzhou, waar ik ook veel kon verdienen, maar Lokeren weigerde. Roger Lambrecht beloofde dat ik in de zomer bij een goed bod weg mocht. Eigenlijk kwam dat goed uit, want daardoor kon ik nog een beker en de topschutterstitel op mijn palmares zetten. (wijst naar de hemel) Hierboven bepalen ze wat er gebeurt.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO’S BELGAIMAGE – JASPER JACOBS

‘Peter Maes kent geen rancune. Hij is hard, maar correct.’ – HAMDI HARBAOUI

‘Ook in Tunesië zijn we bang wanneer een man met lange baard ons pad kruist. En dat is helaas geen grap.’ – HAMDI HARBAOUI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content