De beste Belg in de topschutterslijst – samen met Geoffrey Mujangi Bia – is Renaud Emond (23). Net als twee jaar geleden staat hij voor de keuze: hogerop ja, maar naar waar? Vader en zoon over de ontwikkeling van een spits.

Het is zondagochtend iets voor negenen en in een appartement in het centrum van Beveren moet een kater worden weggespoeld met koffie en ontbijtkoeken. Waasland-Beveren heeft de avond voordien met 7-1 verloren in Genk. De spits kon er amper van slapen. Zijn vader zucht en hekelt het systeem. Philippe Emond: “Analyseer play-off 1 in de diepte. Ongeveer een jaar op twee wordt de ploeg die kampioen zou moeten zijn, het niet. In mijn ogen gaat dat in tegen de ethiek van de sport. Play-off 3 is net hetzelfde. Cercle Brugge lag in 2013 ver achter op de rest, maar ze zijn er toch ingebleven. En over play-off 2 gaan we beter niet spreken. Dat lijkt nergens op.”

Renaud: “Voor een ploeg als Genk of een team als Lokeren zou je nog kunnen zeggen dat het nuttig is. Zij kunnen nog jagen op een Europees ticket. Wij hebben ons pas in de laatste minuten gered, dan zou het onnozel zijn om op dat moment te zeggen: en nu gaan we voor een Europees ticket…”

Jij kon nog zeggen: ik wil topschutter worden..

Renaud: “Ja. Maar als de ploeg jongeren begint op te stellen om dingen uit te vissen met het oog op volgend seizoen. Dan wordt het moeilijk.”

Hoe kijk je terug op het seizoen?

Renaud: “Ik denk dat het goed is geweest. Ik zit tussen de beste doelschutters en de club heeft haar doel bereikt: de redding. Ik had graag in play-off 2 nog wat meer gescoord, maar goed, omstandigheden spelen mee.

“Ik heb nu twee jaar eerste klasse achter de rug. Mijn eerste seizoen was een aanpassingsjaar, waarin ik geconfronteerd werd met kleine blessures op het slechte moment.”

Was je lichaam niet klaar voor het profbestaan?

Renaud: “Ik denk niet dat zoiets speelde.”

Philippe: “We hebben er uiteraard ook over nagedacht. Op een gegeven moment dacht Renaud dat hij extra moest werken. Misschien was dat wat veel.”

De nieuwe Sterchele

Waarom koos je twee jaar terug voor Waasland-Beveren?

Philippe: “Voor mij was het zeer eigenaardig. Ik zat in de rare situatie dat ik mijn club moest verdedigen, en minder mijn zoon. (lacht) In die periode ontmoette ik meneer Van Holsbeeck om het te hebben over een oefenmatch. Hij zei dat ze bereid waren om Renaud aan te kopen en dan weer uit te lenen. Ik vond dat wat onrustwekkend. Komende van Virton, derde klasse, en dan met het etiket van Anderlechtspeler worden uitgeleend? Was dat wel de juiste trampoline? Neen. Wij vonden het beter dat hij ‘eigendom’ was van een club waar ze in hem geloofden. Slaagt een geleende speler niet, dan is dat niet zo erg. Om een speler die wél van de club is, geven ze meer. En op dat vlak toonde Waasland-Beveren de meeste motivatie.”

Renaud: “Klopt. Er was ook Club Brugge.”

Philippe: “In een andere context. Club had wat meer tijdig nodig voor ze zich tegenover ons konden engageren. Ze moesten eerst van MéméTchité afraken. Dat risico wilden we niet nemen. Voor een topclub is een speler uit derde klasse niet prioritair. Ik denk dat het twee jaar geleden vooral ging tussen Waasland-Beveren en Mons.”

Heb je bewust voor Vlaanderen gekozen?

Renaud: “Jawel. Als Waal in een Vlaamse club is er toch wat minder druk. Bij Mons hadden ze het al over de nieuwe Sterchele. Dat etiket droeg ik liever niet.”

Philippe: “Wij hebben Vlaams bloed, hoor. Mijn moeder is geboren in Puurs. De Vlaamse cultuur – goeie organisatie, hard werk – paste ons wel.”

Renaud: “De club was ook heel duidelijk. Het eerste jaar zou ik niet direct voor de leeuwen worden gegooid. Ik zat altijd in de kern, mocht af en toe invallen. Dit jaar gingen we ervoor. Ik weet dat een speler uit derde anders wordt bekeken dan een spits uit de Poolse eerste klasse, maar dit jaar was het aan mij. En dat is gelukt.”

Verwachtingspatroon

Heb je, achteraf bekeken, een moment waarop je voelde: voilà, nu ben ik vertrokken?

Renaud: “Het heeft een tijdje geduurd voor de eerste goal er kwam. Een keerpunt was misschien de goal in Gent, de derde van het seizoen. De eerste tegen een topclub. Toen had ik het gevoel: nu sta ik écht in die ploeg. Daarna zijn de doelpunten vlot gevolgd.”

Wat zijn voor u zijn sterke punten?

Philippe: “Zijn neus voor goals. Renaud heeft de kwaliteit om daar te zijn waar er gevaar is. En hij heeft niet veel nodig. Bij de jeugd was hij nochtans niet altijd titularis. Hij is laat groot geworden, op zijn twintigste is hij nog vier centimeter gegroeid. Maar ook als hij slechts mocht invallen omdat de trainer vond dat hij te klein was, wist hij nog te scoren.”

Heb je het gevoel dat je moet vechten tegen dat klassieke beeld van de centrumspits?

Renaud: “Ja. Daar kan ik weinig tegenin brengen, tenzij goals. Statistieken. Die tellen.”

Waar moet je aan werken om nog een stap hoger te zetten?

Renaud: “Fysiek. Dat kan men mij verwijten.”

Philippe: “Meer impact hebben.”

Renaud: “Daar werk ik elke dag aan.”

Philippe: “Vandaag is hij zich daarvan bewust. Hij beseft dat het belangrijk is om wat meer te worden gezien. Dat zijn verwachtingen die nu eenmaal rond een spits hangen.

“Renaud is iemand die een bal nooit bij zich houdt, maar vaak in één tijd speelt en zeer weinig ballen verliest. De dag dat hij een bal langer bijhoudt of iemand dribbelt, gaan de mensen de indruk hebben dat hij belangrijker is voor de ploeg. Wie een seconde onoplettend is, heeft hem soms niet eens gezien. Dat is wat hij mist om in de kijker te lopen.”

Renaud: “Ik weet niet of meer balbezit me ook beter zou maken. En als je de counter wil spelen, moet het snel gaan. Ik hou van snelheid, van snel voor doel staan.”

Philippe: “Zijn makelaar vroeg zich af of hij niet wat braaf was. Ik zei: ‘Begin niet hé.’ Ik wil de dag niet zien dat deze jongen elleboogstoten moet uitdelen om op te vallen. Hij heeft kwaliteiten en die moeten de trainers maximaal proberen te exploiteren. Gaat dat door een grotere fysieke inspanning, oké, maar binnen een bepaald register. Maak er geen andere speler van.”

Renaud: “Ik ben 1,86 meter en weeg 78 kilo. Het is niet dat ik een pluimpje ben, maar ik denk dat het belangrijk is dat ik uit de duels blijf. Op een center ga ik zeker niet tegen de verdediger plakken. Ik wil juist dat die mij vergeet.”

Philippe: “Frank Defays, onze trainer bij Virton, zegt altijd: ‘Als je het aantal kansen van Aleksandar Mitrovic vergelijkt met die van Renaud, dan heeft Renaud een grotere impact.’ Waarbij ik direct zeg: Mitrovic heeft op zijn twintigste al een hele weg afgelegd, zijn impact op het succes van Anderlecht is enorm. Renaud komt niet uit een opleidingscentrum en was niet direct international in zijn land. Mitrovic is iemand die zich tussen zijn achttiende en zijn twintigste op menselijk vlak zeer sterk ontwikkelde. Op zijn twintigste was Renaud eigenlijk nog maar zeventien.”

Heb jij dat als een gemis ervaren, dat je niet uit een opleidingscentrum van een eersteklasser kwam?

Renaud: “Nee. Niet om de club van mijn pa alle lof toe te zwaaien, maar de opleiding is er degelijk. Ik zit in eerste klasse, TimothyCastagne bij Genk, Thomas Meunier bij Club…”

Philippe: “In de grote opleidingscentra pikken ze er per leeftijdscategorie een of twee uit om door te stromen. Dan heb je bij Virton veel meer kansen.”

Komen ze bij u de beste jongeren dan niet weghalen?

Philippe: “O ja. Al jaren. Maar slechts eentje van al de jongens die vroeger vertrokken, heeft zijn weg tot in eerste klasse gemaakt: Guillaume François (nu bijCharleroi, nvdr). Die trok op zijn vijftiende naar Futurosport in Moeskroen. Tientallen hebben het niet gehaald. Ik zou bijna zeggen: je hebt meer kansen als je de opleiding bij ons afmaakt, dan wanneer je vroeger vertrekt.”

Le petit belge

Hoe moeilijk is de keuze?

Renaud: “We weten het niet goed. Wat wordt het met Waasland-Beveren? Nieuwe coach, veel nieuwe spelers. Het is nadenken.”

Philippe: “Iemand van zijn leeftijd moet verder bouwen op zijn goeie seizoen en luisteren. Hebben ze echt belangstelling voor mij of dien ik om de kern te stofferen? Geld, afstand van thuis, een mooi appartement,… Dat mag allemaal niet spelen.”

Renaud: “Het project telt. Mons betaalde twee jaar geleden meer, maar dat speelde geen rol.”

Philippe: “Iedereen heeft het altijd maar over de Belgische top, maar er is ook Franse belangstelling. Virton is partner van Saint-Etienne, ik heb die vaak aan de lijn. Een van mijn garages (Philippe Emond is concessionaris van BMW in België én Frankrijk, nvdr) ligt in Reims. Ook daar is belangstelling. Het enige waar de Fransen nog niet zeker van zijn, is of een Belg wel in een grote Franse club kan spelen. Het Belgisch kampioenschap zien zij nog steeds als het equivalent van hun tweede klasse. Wellicht normaal voor een land met 65 miljoen inwoners en twintig eersteklassers. Ze kijken niet meteen uit naar Belgen. Dat is iets cultureels. Toen ik er met mijn garages kwam, zeiden ze ook: ce petit Belge.”

Nog steeds? Ondanks Batshuayi, Dirar, Ferreira Carasco, Hazard, Origi?

Renaud: “Ik denk dat die jongens het beeld toch wat veranderden. En er is de nationale ploeg.”

Philippe: “Origi is in Frankrijk gevormd, Hazard ook. Hoeveel volwassen spelers hebben ze hier weggehaald? Guillaume Gillet door Bastia, Christian Brüls door Nice. GaryKagelmacher is bij Monaco aanvoerder geworden. Dirar ook. Er zijn er, maar nog steeds onvoldoende, vind ik.”

Renaud: “Daarom is wat Michy doet, zo belangrijk. Un petit belge bij een topclub als Marseille. Dat zou belangstelling kunnen wekken.”

Philippe: “Formidabel! Maar ik zit er af en toe in de tribunes. Geloof maar niet dat ze ons kampioenschap groot vinden…”

DOOR PETER T’KINT

“Het project telt. Mons betaalde twee jaar geleden meer, maar dat speelde geen rol.” Renaud Emond

“Anderlecht was bereid om Renaud aan te kopen en dan weer uit te lenen.” Philippe Emond

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content