Er wachten hem nog verschillende rechtszaken, maar bij derdeprovincialer USH Limontoise heeft Gilbert Bodart een nieuwe richting ingeslagen. ‘Zulke fouten maak ik nooit meer. Een miljoen procent zeker!’

Woensdagavond, eind oktober. Het terrein van USH Limontoise, de voetbalclub van Limont, oogt desolaat, kouwelijk en nat. ” Très simple ici, hein“, zegt Jean-Marie, die de kantine van de Luikse derdeprovincialer openhoudt. Op 29 oktober viert de club zijn veertigjarig bestaan met een Grand Souper, staat te lezen op een affiche. Jean-Marie trakteert zijn Vlaamse gast meteen op een tas warme koffie. ” Bienvenu, alstublieft .Vous êtes ici pour Gilbert? Ah, il est un peu trop professionnel pour nous, mais c’est un type comme ça“, zegt hij met opgestoken duim. In deze warme omgeving van vaders die hun zoontjes afzetten voor een training in de regen en elkaar groeten met een kus, probeert Gilbert Bodart (48) zijn miserie achter zich te laten. De twaalfvoudige ex-international, die met 390 wedstrijden nog steeds recordhouder is bij Standard, heeft naar eigen zeggen “een nieuwe richting” ingeslagen als hoofdtrainer van een derdeprovincialer.

Zijn miserie is gekend: in de zaak rond gok-Chinees Zheyun Ye heeft het federaal parket gevraagd de ex-doelman, samen met 30 anderen, door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. Op 30 november buigt de raadkamer zich over de eindvordering van het parket. En dan is er nog de zaak-Bodart: valsmunterij en aandeel – hij tipte als marketingverantwoordelijke de overvallers – in een overval op de grotten van Han in augustus 2008. Wanneer die zaak voorkomt, is niet bekend. Bodart zat daarvoor vier maanden in de cel. Sinds zijn vrijlating eind 2008 ontweek hij de pers. Vandaag wil hij na lang aandringen wel nog eens praten, “maar alleen over voetbal”. Het duurt echter niet lang of het ligt er allemaal uit.

Waarom trok hij begin dit jaar niet naar Dubai, waar hij trainer kon worden? “Ik wilde na alles wat was gebeurd, na al de pijn die ik mijn familie had bezorgd, mijn kinderen ( de 16-jarige Chloé en de 14-jarige Tom, nvdr) niet achterlaten. Het was de goeie keuze, het gaat steeds beter. Ze zijn bij hun moeder, maar we hebben nog dagelijks contact. Dat contact heb ik trouwens ook met Joanna ( zijn ex-vrouw die hem kort na de overval op Han verliet, nvdr). Misschien komt het ooit nog goed tussen ons. De moeder van mijn kinderen blijft de vrouw van mijn leven. Eerst moeten we alles achter ons kunnen laten, denk ik. Natuurlijk heb ik zware fouten gemaakt, maar misschien verdien ik een tweede kans.”

Vier maanden cel

Waar is het allemaal fout gelopen? Wat volgt, is één lange schuldbekentenis. Het probleem: hij is een man met twee persoonlijkheden. “De voetballer Bodart, die altijd wil winnen, en de domme mens Bodart. Zo simpel is het. Ik voetbalde bij Standard, in Frankrijk, in Italië … en heb nooit problemen gekend. Pas daarna ben ik een opeenvolging van domme dingen beginnen te doen. Zo dom en naïef dat justitie er zelf om moest lachen. Ik mag er niets over zeggen, maar in die zaak van de valsmunterij was ik slechts een van de velen, ik had een fout telefoontje gepleegd. Meer niet. Ze vroegen zich in de rechtbank af wat ik daar kwam doen. ( zucht) Zéér dom. Een man in paniek die geen moment bij de gevolgen van zijn daden stilstond. En in de zaak van de Chinees had iederéén gedaan wat ik heb gedaan, ik heb er zelfs op mijn eentje tegen gevochten. Maar ik wil daar niet meer op terugkomen. Er is te veel verkeerd over gezegd en geschreven, sommige journalisten vonden daar blijkbaar plezier in. Het voetbal kan je groot maken, maar ze stoppen je even snel in een put.

( peinzend) “Ik had zware gokschulden, ik had ook verkeerde investeringen gedaan … Ik dacht aan mijn gezin, raakte in paniek, ontmoette mensen die me zeiden wat ik moest doen In Han heb ik natuurlijk foute dingen gedaan, maar het was nu ook weer niet het einde van de wereld, vind ik. Ik heb er meer dan vier maanden voor in de cel gezeten, een plaats die ik niemand toewens. Ja, ik heb toen inderdaad aan zelfmoord gedacht. Die vier maanden voelden aan als tien jaar. Ik heb er nauwelijks geslapen, verloor achttien kilo … Altijd maar denken aan mijn familie en aan mijn kinderen, die moesten veranderen van school. En elke keer was de pers daar. Bam bam bam …

“Ik ben er nu bijna twee jaar uit, maar de vragen spoken nog elke dag door mijn hoofd: waarom toch heb je het gedaan? Waarom toch heb je je leven zo kapotgemaakt? En ik kan er nog steeds geen antwoord op geven. Maar het doet nog elke dag evenveel pijn. Ik heb enige tijd gewerkt als stukadoor, maar dat is nu gedaan. Een vaste job vinden is niet simpel, zeker niet na wat ik heb gedaan. Ik train ook nog elke dag een uur, ik wil scherp blijven. Ik ben altijd een vechter geweest, ik weet zeker dat ik ook hieruit raak. ( aarzelend) De ene dag gaat het wat beter dan de andere, maar er zijn nog momenten dat ik het heel lastig heb. Vooral als ik weer eens lees wat men over mij schrijft en er ’s morgens niemand is om tegen te praten. Voor mijn ouders en kinderen probeer ik dat wel weg te steken, dat is dan mijn trots.

“Ach, mij kan men niet meer zoveel raken, maar mijn ouders, mijn kinderen … Ik verdien dat misschien, maar zij worden mee gestraft, hé. Mijn vader en mijn moeder kregen door alle stress ook serieuze gezondheidsproblemen, die mensen verdienen dat niet. Daarom ook wilde ik eigenlijk niet meer praten met de pers. En omdat ik niet wilde dat de mensen zouden denken: allemaal blablabla. ( fel) Ik weet nochtans zeker dat ik een andere richting ben ingeslagen. De enige juiste richting: zulke fouten maak ik nooit meer. Een miljoen procent zeker! Ik moet alleen uitkijken niet meer zo goedgelovig te zijn. Ik ben killer, rationeler, minder emotioneel geworden. Bijna niets of niemand durf ik nog te vertrouwen. Want al het slechte wat ik heb gedaan, had daarmee te maken. Nu moet ik nog een aantal moeilijke dagen door. De rechtszaken, elke dag weer in de krant en televisie … Echt bang ben ik niet, ik moet er gewoon door.

“Weet je, van jongs af was ik alleen met voetbal bezig. Brandend ambitieus: slapen, trainen, spelen. Ik ging nooit uit, kende geen normale jeugd, stond nooit echt in de wereld. Daar heb ik een soort ontwikkeling gemist, heb ik niet leren leven. Ik kan dat niemand kwalijk nemen, maar daardoor miste ik een fond en levenswijsheid. En ben ik domme dingen beginnen te doen, zonder na te denken. Iedereen heb ik ontgoocheld, in eerste instantie mijn ouders, die mij niet zo opgevoed hebben. Nu moet ik laten zien dat ik hun vergeving waard ben. En mijn familie wéét dat ik zal terugkeren.

“Ik ben intussen 48 jaar, ik wil nog wat van het leven maken. Maar eerst moet het rustiger worden in mijn hoofd. Pffttt … Daar is het soms erger dan de finale van een wereldbeker. ( flauw lachje) Maar … we zouden het toch over voetbal hebben?”

De rust van Anderlecht

Dat was de afspraak, ja. Over de titelkansen van de Rouches zouden we het hebben, al gaat hij nog maar zelden kijken. “Ik ben altijd hier”, kan hij alweer wat lachen. “Maar ik zie álles op tv, met een glaasje wijn en chips. En ik volg op de voet de prestaties van alle clubs waar ik ben geweest.” Voldoende voor een mening over de titelstrijd. “Je hebt natuurlijk Anderlecht, Standard en Club Brugge, maar ook Genk en AA Gent zijn voor mij titelkandidaten. Standard is toch mijn favoriet, als ze tegen de winterstop niet te veel achterstand oplopen. Het blijft Standard natuurlijk. Euforie na de 5-1 tegen Anderlecht, drama na het daaropvolgende verlies tegen Genk. Dan blijft men bij Anderlecht rustiger. Maar Standard heeft het beste materiaal, wat betreft aanvallers en middenvelders toch. Verdedigend is het minder. Club Brugge heeft hetzelfde probleem: Koster verricht er goed werk, maar ze pakken te gemakkelijk goals. Ze missen net zoals Standard achterin een patron, denk ik. Genk noem ik ook een titelkandidaat. Onderschat AA Gent niet: een brede kern en een schitterende, standvastige trainer met visie. En een geweldige keeper. Jorgacevic is helemaal het type-Bodart: een personaliteit, nooit bang en een winnersmentaliteit.”

Het hoofdstuk doelmannen kan worden aangesneden, nu fleurt hij helemaal op. Van Sinan Bolat is Bodart niet echt wild. “Hij is nog jong, maar ik denk niet dat Bolat ooit in het rijtje Standardkeepers Nicolay, Piot, Preud’homme, Bodart … komt. ( grijnzend) Espinoza opvolgen was niet moeilijk natuurlijk. Ik denk dat hij wat meer concurrentie nodig heeft, al deed Van Hout het nooit slecht. In dat incident met Vossen bleek ook dat Bolat te onrustig is in zijn hoofd. En daardoor ook coacht hij te weinig, vind ik.”

Silvio Proto heeft hetzelfde probleem. “Te wisselvallig. Met een grote keeper zat Anderlecht nu in de Champions League. Proto twijfelt nog te vaak, anticipeert te weinig. Logan Bailly idem. Allee, die vierde goal tegen Oostenrijk: hij gooit zich simpel met de voeten vooruit. En de bal gaat door zijn benen! Pijnlijk!”

Dan is Stijn Stijnen wat meer een type-Bodart. “Ik vind hem soms héél goed, maar soms doet hij domme dingen. Te impulsief.” Thibaut Courtois is nog te jong om te beoordelen, maar laat die maar ervaring opdoen. Simon Mignolet is bijna de beste. “Ik vind hem de meest complete. Hij maakte ook de beste keuze door naar Engeland te trekken.”

Working class hero

Nog eens over het hoogste niveau praten doet hem deugd. Of hij daar ooit nog eens raakt, lijkt hoogst twijfelachtig. “Je weet nooit. Ik heb er nooit van gedroomd om keeperstrainer te worden, ik wilde altijd zo hoog mogelijk trainer worden. Misschien kan het nog in het buitenland, ik weet wat ik kan. Ik denk dat ik mag zeggen dat ik als trainer bij Wezet, Oostende en Aalst goed werk heb geleverd. Maar dan zijn alle problemen begonnen. Franklin Sleuyter zou sponsor worden bij KV Kortrijk en wilde mij als trainer. Alles leek rond, maar eenmaal Sleuyter had getekend, moesten ze mij niet meer. En zo kwam ik bij La Louvière terecht. En begon alle miserie.”

De miserie die hij hier bij een derdeprovincialer probeert te vergeten. “Ik heb zoveel te danken aan de mensen hier. De club telt intussen al 200 spelertjes, dat heeft veel te maken met mijn naam. Ach, de gewone mensen zien me, ondanks alles, nog graag. Van Luik tot Namen ondervind ik nog veel respect. Toch van 90 procent van de mensen. Als ik al eens naar Standard ga kijken, zingen sommigen nog: Gil-bert Bo-dart, Gil-bert Bo-dart …! Dat doet plezier.”

Ondanks alles is Bodart in de noeste, niet altijd nette omgeving van de vurige stede nog steeds de working class hero. Een van hen. Schouderophalend: “Ach, niet alleen van hen. Op een bepaald moment kreeg ik meer dan 5000 mails met steunbetuigingen, waarvan zo’n 40 procent uit Vlaanderen.” Maar geen enkele uit de voetbalwereld. “Niet één. Dat verbaast me niet, in het voetbal denkt iedereen alleen aan zichzelf. Alleen van Régis Genaux, voor wie ik altijd zo’n beetje een vaderfiguur was, kreeg ik veel steun. Maar op het moment dat ik hem het meest nodig had, is hij gestorven. Zie je, mij overkomt dat dan weer. Alles valt altijd op mijn kop.”

door frank buyse – beeld michel gouverneur (reporters)

“Bijna niets of niemand durf ik nogte vertrouwen.”

“De gewone mensen zien me, ondanks alles, nog graag.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content