Waarom u al maanden geen Standard-interview meer leest in Sport/Voetbalmagazine

© belgaimage

Sinds meerdere maanden hebt u in dit blad geen interview met iemand van Standard meer kunnen lezen. Dat is het gevolg van een boycot door de Luikse club. We willen u graag de oorzaken en de gevolgen daarvan uitleggen.

Het communiqué dateert van 8 juli dit jaar. Zonder dat onze redactie ervan op de hoogte was gebracht, publiceerde Standard op zijn website het bericht dat de club beslist had ’tot nader order niet meer samen te werken met Sport/Voetbalmagazine‘.

In enkele lijnen legt Standard uit dat dit magazine ‘niet genoeg respect heeft voor de club’ en ‘een kwalijke tendens vertoont om geregeld ons instituut en zijn leden te bekritiseren in artikels of analyses die niks te maken hebben met onze sportieve prestaties’.

Kleinste kamertje

De boycot die in de zomer op deze manier publiekelijk werd afgekondigd – en die Sport/Voetbalmagazine elke mogelijkheid tot een individueel interview met iemand van de club ontzegt – bestond in de praktijk al sinds 6 maart. Op die datum vroeg onze journalist Pierre Danvoye bij Standard om een interview met Zinho Vanheusden, hetgeen geweigerd werd. Op diezelfde dag stond er in dit blad een artikel van een andere journalist, Thomas Bricmont. Dat verhaal werd geïllustreerd met een afbeelding van Sclessin en in de lucht boven het stadion waren de gezichten waar te nemen van Mogi Bayat, Emilio Ferrera en Michel Preud’homme, die werden voorgesteld als ‘de nieuwe invloedrijke mannen’ bij Standard.

Het feit dat Standard niet op een feitelijke fout wijst in onze artikels, sterkt ons in de idee dat we ons werk goed deden.

Het artikel stipte aan dat Mogi Bayat ‘steeds meer thuis was op Standard’, dat Emilio Ferrera de ambitie had om ‘in Aalst een academie op te richten met het label van Standard’ en dat Benjamin Nicaise een ‘steeds toenemende invloed’ bezat. De vraag werd gesteld welke rol Mogi Bayat gespeeld had in de terugkeer van Preud’homme naar Sclessin: ‘Waarom heeft zo’n persoonlijkheid van het Belgisch voetbal, nu hij 60 jaar is, de hulp nodig van een spelersmakelaar om hem terug te halen naar een club die hem met open armen ontvangt?’

In de mail die verstuurd werd als antwoord op de vraag om een interview, legde de club haar weigering uit: ‘Je kunt niet de ene week kritiek geven op A, B of C, en de week erop een interview vragen met D of E alsof er niks gebeurd is.’ Standard troostte zich ook de moeite om ons erop te wijzen dat we ‘een voetbalmagazine zijn, niet de Washington Post. Stop met dromen, gasten. Jullie blad is uitgelezen op dertig minuten en enkele bezoekjes aan het kleinste kamertje.’ Men voegde er nog aan toe dat het koppelen van een afbeelding van de club aan een van Mogi Bayat ‘nogal touchy en dus sensatiebelust’ was.

Gezien de invloed die hij gehad heeft op de transfers van veel Belgische clubs en dus op hun sportieve prestaties, leek het benadrukken van de steeds grotere rol van Mogi Bayat in de structuur van Standard ons perfect verdedigbaar vanuit journalistiek oogpunt. Een maand later vroegen we opnieuw een interview aan – de boycot was toen nog niet officieel – en antwoordde de club per mail het volgende: ‘Wanneer men begint over de onthulling van bepaalde geheimen of over interne clans en wanneer men op de man speelt in plaats van op de bal, dan wordt het moeilijk.’ We kregen met name het verwijt dat we Emilio Ferrera voortdurend linkten aan zijn trainingsmethodes, die nochtans door veel kernspelers bekritiseerd werden, of dat we Benjamin Nicaise voorstelden als een ambitieuze teammanager, die graag wou groeien in zijn functies.

Deze illustratie stond op 8 mei bij het artikel getiteld 'In staat van verval'.
Deze illustratie stond op 8 mei bij het artikel getiteld ‘In staat van verval’.© belgaimage

In staat van verval

Hoewel de relatie met de club verbroken was, bleven we wekelijks wel schrijven over Standard. Hetzij over de situatie van een bepaalde speler, hetzij met een analyse van het functioneren en van de resultaten van de club. Zo gebeurde het dat we op 8 mei, na een nederlaag van de Rouches tegen een ziek Anderlecht dat al vanaf de elfde minuut met tien man verder moest, kozen voor de titel: ‘In staat van verval’. Een harde titel, maar een die ons tot op heden nog altijd correct lijkt. Standard had het seizoen ervoor maar nipt de titel aan Club Brugge moeten laten na ijzersterke play-offs en het had de beker gewonnen. Nu vocht het voor de derde plaats in het eindklassement en was het in de beker meteen uitgeschakeld door Knokke, een club uit de eerste klasse amateurs.

In dat artikel overliepen we het seizoen van de Luikenaars. We hadden het onder meer over een bijeenkomst van staf en spelers in november, waarop de trainingsmethodes van Emilio Ferrera met de vinger werden gewezen, over het feit dat Bruno Venanzi en Mogi Bayat twee handen op één buik zijn en over de reden waarom de tijd van Olivier Renard er bijna opzat. Enkele weken later maakte Standard een einde aan de samenwerking met Ferrera en Renard en bleek Mogi Bayat een hand te hebben in veel zomertransfers. Dat bevestigde in grote lijnen wat we geschreven hadden.

Korrel zout

Het feit dat Standard, noch in zijn e-mails noch in het communiqué van 8 juli, op een feitelijke fout wijst in een van onze artikels, sterkte ons in de idee dat we ons werk goed deden. En dus probeerden we meermaals om opnieuw een professionele relatie tot stand te brengen. Een dag na dat communiqué bevestigde de club ons per mail dat ‘er geen sprake van is om u te verhinderen naar het stadion te komen of u te verhinderen om te schrijven wat u wilt’, maar individuele interviews bleven nog altijd uitgesloten. Merk daarbij op dat de toegang tot de perstribune geregeld wordt door de vereniging van journalisten en niet door de club zelf.

Omdat we verontrust werden door meer en meer reacties van lezers die erover klaagden dat ze nooit een interview met iemand van Standard in ons blad lazen, contacteerden we de club nogmaals begin oktober. De bedoeling was ‘een vergadering te beleggen waarop we samen de situatie tussen Standard en ons magazine konden bespreken’. De club antwoordde met de suggestie om ‘de laatste artikels eens te herlezen die over ons gepubliceerd werden en dan zullen jullie makkelijk inzien dat die ons geen zin geven, integendeel zelfs, om opnieuw op een of andere manier met jullie magazine om te gaan’.

Onze verhalen over Standard van de weken ervoor gingen nochtans over de uitstekende vorm van Maxime Lestienne en de goeie kant die het Luikse project uitgaat sinds de overname door Bruno Venanzi. Na het inwinnen van nog wat inlichtingen kwamen we te weten dat de ergernis van Standard vooral te maken had met een artikel over Mogi Bayat, die de steeds terugkerende figuur is in de reacties van de club over onze publicaties. In dat bewuste artikel, ondertekend door onze journalisten Guillaume Gautier en Nicolas Taiana, legden we uit dat ‘Mogi Bayat de vrije hand krijgt bij Standard’ en somden we de deals op waarbij Bayat in de zomer betrokken werd. De club betwistte evenwel Bayats betrokkenheid bij de komst van Mërgim Vojvoda, die het werk zou zijn van Yuri Selak, zoals de makelaar toen in ons volgende nummer uitlegde. Door de nauwe band tussen beide mannen en door bepaalde informatie die ons vanuit de kleedkamer bereikte, nemen we die rechtzetting wel met een korrel zout. Het is hoe dan ook het enige verwijt omtrent een vermeld feit dat Standard ons in heel die boycotzaak gemaakt heeft.

Dit is al de derde keer dat Standard ons boycot sinds mei 2017.

Derde boycot

Het lijkt ons belangrijk om te vermelden dat dit al de derde keer is dat de club ons boycot sinds mei 2017. De eerste boycot kwam er na een interview dat Daniel Van Buyten aan ons magazine gaf. Die was toen sinds enkele weken ex-medewerker van de club. Standard kon het niet velen dat de voormalige adviseur van de voorzitter enkele clubleden ‘leugenaars’ noemde en liet ons weten dat ‘voor een nauwere samenwerking een minimum aan vertrouwen en respect voor het instituut nodig is’. De club verweet ons dat ze geen recht van antwoord gekregen had en dat het interview was afgenomen door Pierre Danvoye, die volgens haar te dicht bij Van Buyten stond als auteur van diens biografie. Die goeie relatie heeft allicht geholpen om de eerste reactie van Daniel Van Buyten exclusief te mogen optekenen, maar onze journalist voerde het gesprek op de gebruikelijke manier. Het is ook niet de gewoonte van Sport/Voetbalmagazine om recht van antwoord te verstrekken bij een interview, want dat zou betekenen dat er aan derden inzage wordt verleend in een gesprek dat nog niet is gepubliceerd. Bovendien werden de capriolen van het management van Daniel Van Buyten – met name de privileges die zijn makelaar Christophe Henrotay kreeg – meermaals door ons blad aangekaart in de maanden daarvoor.

Zinho Vanheusden: geen interview met S/VM.
Zinho Vanheusden: geen interview met S/VM.© belgaimage

De tweede boycot kwam er na een artikel over de fratsen van Ricardo Sá Pinto op het einde van het jaar 2017. In augustus, toen de relatie met Standard weer genormaliseerd was, had de club ons per mail gewaarschuwd dat ’toekomstige persoonlijke aanvallen op een lid van de club of het geven van een vrij podium aan duidelijke tegenstanders van Standard zonder dat de club de kans krijgt om te reageren, ertoe zullen leiden dat de relatie herbekeken wordt’. Dat dreigement werd uitgevoerd na een artikel in december (in onze Franstalige tegenhanger Sport/Foot Magazine) waarin oud-scheidsrechter en analist Marcel Javaux over de Portugese coach zei: ‘Het is zeker niet alleen maar vitamine C dat die gast pakt.’ Een uitspraak die hij nadien zelf betreurde en waarvoor hij zich een week later in dit blad excuseerde. Toch besloot Standard om ‘voor een onbepaalde tijd een einde te maken aan onze samenwerking’.

Verhard

In de maanden daarna evolueerde de relatie weer naar normaal, zeker na de publicatie in 2018 van een speciaal magabook over 120 jaar Standard. De nieuwe sportieve staf vroeg zelfs om zowel ons Franstalig als ons Nederlandstalig magazine wekelijks op te sturen. Tot er dus in de lente van 2019 een nieuwe boycot volgde, die officieel werd in de zomer en die zelfs nog verhard werd in de herfst.

Onlangs vroegen we namelijk bij de voetbalbond om een interview met Zinho Vanheusden, naar aanleiding van zijn selectie bij de nationale Beloften. Op dezelfde manier hadden we enkele dagen voor het EK voor Beloften een interview bekomen met Obbi Oulare, die voor dat EK een preselectie gekregen had. Ditmaal was het antwoord echter negatief. Standard was op de hoogte gebracht van ons verzoek en had een mail gestuurd naar de bond om hem te verbieden om ons toestemming te geven de speler te zien. Brecht Schelstraete, de communicatieverantwoordelijke van de U21, antwoordde ons dat de communicatiecel van de KBVB dat beoordeelde als een beknotting van de vrijheid van meningsuiting, maar dat hij niet anders kon dan te plooien naar de eis van de werkgever van de speler.

De laatste ontwikkeling is dat ook naasten (familie, makelaars) van de spelers van Standard verwittigd zijn dat ze niet mogen ingaan op vragen van Sport/Voetbalmagazine of Sport/Foot Magazine. Die situatie lijkt ons in tegenspraak met wat de club ons in de mail van 9 juli had meegedeeld, namelijk dat ‘er geen sprake van is om u te verhinderen te schrijven wat u wilt’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content