Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Als één woord de week van Anderlecht samenvat, is het : hypocrisie. Van (een deel van de) spelers, het bestuur en de trainer.

Neen, je kan veel zeggen van Aimé Anthuenis, maar niet dat hij haatdragend is. De Oost-Vlaming zette zich vrijdagmiddag vervolgens breed glimlachend recht op de persconferentie die Alain Courtois voortaan om de maand wil houden in het kader van meer openheid, en zei : “Ik heb het deze week nog gehoord van iemand dat hij niet rancuneus is, maar nooit vergeet. Zolang er geen afrekeningen zijn op het veld, heb ik er allemaal niet zoveel problemen mee. In Anderlecht heb je altijd groepen, niet iedereen komt thuis bij elkaar over de vloer. Of dingen naar buiten komen of niet, wordt vaak bepaald door de resultaten.”

Zaterdag 23 februari. Anderlecht wordt thuis gedomineerd door Aalst, kandidaat-degradant. Bertrand Crasson wordt aan de rust vervangen, Glen De Boeck speelt zijn slechtste wedstrijd in maanden, Filip De Wilde moet alweer de meubelen redden en ergert zich kapot. De belangrijkste spelers vluchten na de match zonder commentaar weg, de anderen stellen als vanouds besmuikt vragen bij de aanpak van de trainer, die ze verantwoordelijk achten voor het slechte spel. Anderlecht hangt in de touwen.

Zondag 24 februari. RC Genk wint van Club Brugge. Anderlecht krabbelt weer recht, staat op vier punten van de eerste plaats. Mits het de aartsmoeilijke inhaalwedstrijd in Genk wint, blijft de titel binnen bereik.

Maandag 25 februari. Olivier Doll lacht naar Crasson bij zijn aankomst in het stadion. “Onze trainer heeft geen konijnenpoot, maar een heel konijn.” Filip De Wilde vindt dat Anderlecht voor de titel moet gaan. Hij blijft ambitieus. De spelersraad wordt op zijn initiatief samengeroepen. Voor de zoveelste keer.

Intern hebben de belangrijkste spelers van de groep al maanden kritiek geuit op de gang van zaken. En dan stonden niet zozeer altijd de tactische aanpak en de keuzes van de trainer ter discussie, maar wel de trainingsijver, de mentaliteit en de ambitie. De discipline ook. Om de haverklap wordt het intern reglement overtreden : voortdurend te laat komen, toch telefoneren in de kleedkamer, gebrek aan respect voor het boetesysteem, de afwezigheid van beroepsernst. Verder ook : het lage tempo op de training, bepaalde spelers die opvallend vaak afwezig zijn, maar met het weekend in zicht miraculeus genezen blijken te zijn. Spelers ook die protesteren als eens twee trainingen op een dag zijn gepland, ergernis als die ene training al na veertig minuten wordt afgebroken en niemand het gevoel heeft dat hij iets heeft gedaan.

Eén van de nieuwelingen in de kern formuleerde het onlangs als volgt : “Op Anderlecht maken ze je zeker niet beter, je moet het zelf doen. Voor jongeren is dit een onmogelijke club. En eens je je daaraan begint te ergeren.” Dat Alin Stoica de voorbije twee jaar alleen maar achteruit bolde, verbaast niemand.

en voorbeeld. Op een vergadering tussen spelersraad en trainersstaf, waarin alle frustraties nog maar eens op tafel worden gegooid, loopt de discussie uit. Als beide partijen zich na vijfentwintig minuten buiten bij de rest voegen, ligt die languit op het gras, ballen roerloos in het net. Wachten op Godot in het Park.

Filip De Wilde wordt er moedeloos van. Om dezelfde reden kwam hij vroeger ook al met Jan Boskamp zwaar in aanvaring. Sindsdien wil hij geen aanvoerder meer zijn. Hij ziet dat Club, voor veel spelers dé titelfavoriet, steek na steek laat vallen, en meent dat Anderlecht zelfs in dit overgangsjaar nog alles binnen bereik heeft, ook al tempert hij die ambities in interviews omdat hij dagelijks dingen ziet. Hij ergert er zich aan dat ondanks herhaaldelijk signaleren niks aan de situatie verandert.

Als hij van de trainer hoort dat het de aard van het beestje is, en er dus nauwelijks iets aan te doen valt, houdt het voor De Wilde op. Franky Vercauteren, de grootste aanjager in de trainersstaf, kan de spelers niet vooruitbranden. Als ook de hoofdtrainer er moedeloos van wordt, houdt het voor de perfectionistische doelman op.

Van de directie moet geen heil worden verwacht. Via Jean Dockx en via herhaalde bezoeken van de spelers aan den bureau is die van alles perfect op de hoogte, maar er beweegt niks. O ja, af en toe loopt wel het gerucht dat een andere trainer is aangezocht, en dat Constant Vanden Stock ook stilaan zijn vertrouwen in Anthuenis verliest. Het resultaat vergoedt veel en niemand grijpt in. Men lijkt te berusten en wacht af met welke (troost)prijs Anderlecht het jaar afsluit alvorens een beslissing te nemen.

Niet vergeten : spelers vertegenwoordigen kapitaal, dus als voor Baseggio de Italiaanse topclubs staan te drummen (zoals zijn manager beweert), ga je hem toch niet openlijk kapittelen voor te weinig trainingsijver. En Stoica, aflopend contract en straks dus gratis weg (tenzij hij alsnog bijtekent), mag zeker niet boos worden gemaakt, anders tekent hij nooit. Wat de Roemeen allicht niet van plan is, maar zolang er hoop is… Verschueren, vrijdag : “Volgende week praten we weer.” Ja, ja. Dat zelfs de grijze wolf voor een verwend godenkind op de knieën moet, zegt veel over de gewijzigde verhoudingen in het voetbal. Anderen zijn dan weer de publiekslieveling, of doen de merchandising draaien. Kortom : iedereen kijkt naar iedereen en wacht op een initiatief van de ander.

ilip De Wilde ergert er zich blauw aan. Hij is bezig aan een sterk seizoen, uit een soort fierheid dat hém tenminste niks kwalijk kan worden genomen. Het nu telt. Daarom werd de spelersraad maandag nogmaals samengeroepen. De Wilde en De Boeck, die na een sterke aanhef door een blessure uit vorm werd geslagen, willen hakken.

De doelman vindt het evenwel niet fair om iets achter de rug van de trainer te doen en brengt hem officieel van alles op de hoogte. Anthuenis trekt zijn conclusies, vermoedt al veel langer dat een groot deel van de Franstalige spelers niet achter hem staat en vreest dat het over is nu ook de Vlaamse boegbeelden hem laten vallen. In de volle overtuiging dat een ontslag nakend is, verlaat hij het stadion.

De twee leiders krijgen evenwel niet iedereen mee. Sommigen zijn door Anthuenis gehaald of gemaakt, en hebben een bepaald respect voor de man. Anderen vinden dat de beslissing tot afscheid nemen wél de juiste is, maar dat het niet aan de spelers is om een trainer weg te stemmen. Een groep, zo redeneren ze, moet haar directie op de hoogte brengen van de ergernis. Dat moet dan nóg maar eens, maar de eindbeslissing moet je overlaten aan de directie. Bovendien rekent iedereen een beetje op de ander. Want geheime stemming of niet, zoiets lekt altijd uit en dan is het beter dat jij niet bij de opstand wordt betrokken.

Een groot deel van de spelersgroep stemt dus heel hypocriet. Voor hen is het kiezen tussen de pest en cholera. Waarom dan veranderen ? Oké, diep in hun hart willen ze wel een ander dan Anthuenis, maar als je nog in de running bent voor een prijs en je een trainer hebt van wie je je zin mag doen… Want wat is en het alternatief ? Franky Vercauteren, die ooit met Dockx voor een heropleving zorgde, maar van wie ook bekend is dat hij een – eufemistisch gezegd – andere aanpak op training voorstaat. Hem chef maken, zou dus wel eens pijn kunnen doen.

Wat de huidige situatie bovendien ook heel comfortabel maakt, is dat als de ploeg slecht speelt, het toch de schuld is van de trainer.

us wordt le mal Aimé tot zijn eigen verbazing le bien Aimé, want hij overleeft de stemming. Wie tegen stemt, zijn naast De Wilde en De Boeck, enkele mindere goden. Pavlovic, uiteraard : na de komst van Zitka is het voor hem helemaal over. Stoica, uiteraard : het is makkelijk om de eigen karakterzwakte op T1 af te schuiven. Said, aangekondigd als opvolger van Goor ook. En de zesde man zou, zo denkt men, Iachtchouk zijn : een trouwe jongen doorgaans, maar misschien meegesleurd door Stoica ? De rest onthoudt zich of is voor.

Voor…

Anthuenis en club weten wel beter. De trainer, vrijdag, wat lachend : “Dat er maar zes tegen zijn, verbaast me nog, want er hebben er veel meer redenen om ontevreden te zijn.” Tot het einde van het seizoen moeten we de rangen gesloten houden, zegt Michel Verschueren. En daarna ? “Dat zullen de resultaten bepalen.” Is de trainer bezig aan zijn laatste weken ? Verschueren, met veel inhoud tussen de lijnen : “De trainer is hier helemaal verantwoordelijk voor de sportieve gang van zaken.” Versta : Aimé, het is uw probleem, los het op. En zie dat je ons plaatst voor de Champions League. Want de Uefabeker, dat is geen prijs.

Op de achtergrond speelt bovendien nog een ander conflict mee dan de verhouding trainer-spelers. Een zaak van macht, status, aanzien, leiderschap. En de aanvoerdersband, sinds januari 2001 inzet van een duel tussen De Boeck en Crasson.

Toen Lorenzo Staelens naar Japan vertrok, liet dat diepere sporen achter dan louter sportieve. Veel meer dan toen Pär Zetterberg de club verliet. De Zweed soleerde veelal als aanvoerder en trok zich van het groepsgebeuren weinig aan. Niet toevallig verslechtert sinds januari 2001 niet alleen het spel, maar ook de sfeer en de discipline. Staelens was een aanjager, een trainingsbeest, iemand van de discipline ook. De onbetwiste leider. Te laat komen werd niet getolereerd, luieren op training ook niet.

Dat eerst hij, en vorige zomer nog andere werkers verdwenen, deed Anderlecht geen goed. Heel wat volgers van de club voorspelden vorige zomer al dat Anthuenis het moeilijk zou krijgen, want de Brusselse club koos als vervangers niet voor de meest ijverige trainingsbeesten. En de tijd dat de trainer de kracht opbracht om hier tegen in te gaan, lijkt dus voorbij.

aast het veld viel de boel dus uit elkaar. Initiatieven van de nieuwe aanvoerder werden geboycot, genegeerd of op een uiterst flauwe respons getrakteerd. Hij voelde dat, wilde het goed maken, maar beging fouten, liet aanvankelijk de boetes achterwege, waarschuwde, en kon na een tijd niet meer terug. Elke figuur die gezag moet uitoefenen weet dat je beter eerst wat strenger kan zijn, om daarna te zalven, in plaats van omgekeerd. Het is een fout die De Boecks grote voorbeeld, Michel Preud’homme, bij Standard ook maakte.

Een voorbeeld. Voetballers spelen graag golf, De Boeck is erdoor gebeten en organiseerde daarom op het einde van vorig seizoen een initiatie, gevolgd door een etentje. Dat werd een fiasco van jewelste. De aandacht voor de initiatie was minimaal, en nadien viel het gezelschap uiteen. De ene helft eiste de spelersbus op om terug naar het stadion te worden gevoerd, de andere helft wilde wel uit eten en moest uit noodzaak lang aperitieven om de wachttijd op de bus te doden.

Maandagavond hadden de Vlaamse spelers nog een etentje. Uiteraard werden de gebeurtenissen fel besproken. Van één van hen hoorden ze dat De Boeck bij de stemming mee in de zak werd gezet door de (anderstalige) oppositie, die daarmee nogmaals wilde aantonen dat de centrale verdediger niet de leader of the pack is. Ook dit weet de directie, maar opnieuw grijpt ze niet in. Hoogstens klinkt het dat de actie van ons duo “hoogst onhandig is aangepakt, het kan nooit de bedoeling zijn dat zij over een trainersontslag beslissen. En ja, misschien zijn ze wel in het zak gezet door de rest, maar laat ons alsjeblieft de rangen gesloten houden”.

Zag je in Gent iets van dat alles ? Niet echt, er stond een elftal op het veld dat behoorlijk voor elkaar knokte en dat terugveerde na een 2-1-achterstand, in de wetenschap dat elke beweging tegen het licht van de voorbije gebeurtenissen zou worden gehouden. Maar of dat nu eenmalig is ? Anthuenis : “Ik hoop dat dit geen reactie is op de gebeurtenissen van de voorbije week, anders zou die wel eens van korte duur kunnen zijn.”

door Peter T’Kint,

“Op Anderlecht maken ze spelers niet beter, je moet het zelf doen.”

“Initiatieven van Glen De Boeck werden geboycot, genegeerd of uiterst lauw onthaald.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content